Dark
Light

Edmund Burke – Brits-Iers filosoof en politicus

Grondlegger van het moderne conservatisme
Auteur:
7 minuten leestijd
Edmund Burke - Geportretteerd door Joshua Reynolds
Edmund Burke - Geportretteerd door Joshua Reynolds

De Brits-Ierse filosoof en politicus Edmund Burke (1729-1797) staat bekend als een van de grondleggers van het conservatisme. Hij was een belangrijk politiek denker, die vooral bekend is geworden door het invloedrijke werk Bespiegelingen over de revolutie in Frankrijk (1790). Dit werk over de Franse Revolutie heeft veel internationale invloed gehad op de politiek. Naast filosoof was Burke ook politiek schrijver, parlementslid en econoom. In deze biografie gaan we in op Burkes leven, op zijn politieke carrière en op zijn politieke en filosofische gedachtegoed.

Jonge jaren, opleidingen & omzwervingen van Edmund Burke

Edmund Burke werd geboren op 12 januari 1729 in Dublin in Ierland. Zijn vader was advocaat en lid van de Church of Ireland, terwijl zijn moeder rooms-katholiek was. Edmund volgde religieus de protestantse lijn van zijn vader. Hij kreeg van zijn vader een strenge en tirannieke opvoeding. In zijn jonge jaren kreeg Burke eerst thuisonderwijs. In 1740 stuurde zijn vader hem naar de kostschool van de Quaker Abraham Shackleton (1696-1771). Daarna bezocht hij, vanaf 1744, Edmund Trinity College in Dublin.

Edmund Burke op jongere leeftijd
Edmund Burke op jongere leeftijd
Toen hij op Trinity College in Dublin zat, richtte Edmund daar in 1747 een debatclub op, die de Edmund Burke’s Club kwam te heten. Later, in 1770, zou deze debatvereniging fuseren met een andere debatclub. In 1750 verhuisde het gezin Burke naar Londen, waar Edmund zijn onderwijs vervolgde aan Middle Temple, waar hij onder druk van zijn vader een studie Rechten oppakte. Deze studie interesseerde hem na verloop van tijd echter steeds minder. Burke vervreemdde van zijn vader en koos ervoor om een aantal jaren door Engeland en Frankrijk te trekken. Om deze reden worden de jaren 1750 tot 1757 ook wel aangeduid als the missing years: Burke werd geen advocaat, maar verdiepte zich in de literatuur en reisde ogenschijnlijk doelloos rond. Burke verdiepte zich onder meer in werken van grote denkers als Aristoteles, Boëthius, Thomas van Aquino, John Milton en David Hume.

Edmund Burke stapte in 1757 in het huwelijksbootje met Jane Mary Nugent (1734-1812), met wie hij in 1758 een zoon kreeg, genaamd Richard Burke jr. (1758-1794) en nog een zoon, Christopher, die op jonge leeftijd overleed.

Productief schrijver

In de jaren 1756-1765 was Burke als politiek schrijver en filosoof behoorlijk productief. Zijn eerst gepubliceerde geschrift was een satire, gericht tegen de deïstische opvattingen van burggraaf Henry Bolingbroke (1678-1751 – niet te verwarren met de middeleeuwse Engelse koning Hendrik IV alias ‘Bolingbroke’). In dit werk, getiteld Een rechtvaardiging van de natuurlijke samenleving, stelde hij een terugkeer voor naar de natuurtoestand, namelijk de situatie die bestond voor er van georganiseerde politiek sprake was. Bolingbroke keerde zich tegen elke vorm van geïnstitutionaliseerde religie, specifiek kerken. Burke stelde hier tegenover dat áls Bolingbroke zijn deïsme serieus nam, álle instellingen in het maatschappelijke leven afgeschaft moesten worden. De krachten uit de Verlichting die de religie bedreigden, konden volgens Burke ook een bedreiging vormen voor politieke instanties als regeringen.

Portret van Edmund Burke - James Northcote
Portret van Edmund Burke – James Northcote
Burkes boeken, pamfletten en artikelen werden zowel door conservatieven als liberalen geprezen. Bekende werken die hij schreef, naast geschriften over de Amerikaanse en Franse Revolutie, zijn naast zijn eerste publicatie uit 1756, Een filosofisch onderzoek naar de oorsprong van onze ideeën over het sublieme en het schone (1757), dat over kunst en esthetiek gaat, en een economisch werk getiteld Gedachten en details over schaarste (1795).

Politieke carrière van Burke: hoofdlijnen

Burkes interesse voor politiek kwam naar voren in zijn geschriften, maar ook in de politieke teksten en pleidooien die hij voerde in de in 1758 opgerichte periodiek The Annual Register, dat jaarlijks uitkwam en een samenvatting gaf van de belangrijkste mondiale politieke gebeurtenissen. In 1759 begon Burkes politieke carrière, toen hij privésecretaris werd van staatsman William Gerard Hamilton. In 1765 ging Burke vervolgens door als privé-secretaris van de markies van Rockingham.

In hetzelfde jaar werd hij verkozen tot lid van het Britse Lagerhuis, als lid van de Whig Party. Hij hielp bij de oprichting van deze partij en zat vanaf 1766 vervolgens namens de Whigs in het parlement. Burke bleef de functie van parlementslid, met een korte onderbreking in de herfst van 1780, bijna negenentwintig jaar uitoefenen, totdat hij in de zomer van 1794 met pensioen ging.

Een belangrijk politiek moment was Burke’s toespraak in het Lagerhuis in 1775, toen hij een pleidooi hield voor een verzoenende houding van Groot-Brittannië tegenover de opstandige Britse kolonies in Amerika. Burke zag in dat de Amerikaanse kolonies industrieel gezien een grote toekomst hadden en ook belangrijk zouden worden voor de wereldhandel.

Kernpunten uit het gedachtegoed van Edmund Burke: maatschappijvisie, economie, minderheden, religie & kunst

Het kernidee van Burkes gedachtegoed en schrijfwerk was zijn afwijzing van de Franse Revolutie en de Verlichtingsidealen die hij hiervan als de oorzaak beschouwde.

Bespiegelingen over de revolutie in Frankrijk - Edmund Burke
Bespiegelingen over de revolutie in Frankrijk – Edmund Burke
Ook verzette hij zich tegen critici van de Rooms-Katholieke Kerk, in Frankrijk en andere landen. Burke propageerde dat samenlevingen niet maakbaar zijn, maar organisch moeten groeien, dus op een natuurlijke manier. Traditie en religie stelde hij hierbij boven de rede. Volgens Burke, zo schreef hij in zijn beroemde werk Bespiegelingen over de revolutie in Frankrijk, zou de teloorgang van de kerk, adel en aristocratie leiden tot de ontwrichting van de samenleving. Samenlevingen waren over een periode van eeuwen gegroeid en ontstaan, en daarom enorm complexe organismen. Het waren geen machines, die je als blauwdruk kon ontwerpen of ‘maken’. Daarom vond Burke dat revoluties afgewezen moesten worden. De enige manier om een samenleving te (re)construeren, was via de weg van de geleidelijkheid, op een organische manier. Of, in de woorden van Bryan Magee in Het verhaal van de filosofie (1999):

“Elke generatie moet zichzelf beschouwen als de beheerder en niet als eigenaar van de verworvenheden van de maatschappij; ze heeft een erfenis van het verleden in handen, die ze indien mogelijk verrijkt maar in geen geval verbruikt moet doorgeven aan de volgende generaties. Mensen zijn onvolmaakte wezens en daarom is het denkbeeld van een volmaakte maatschappij ijdele waan.” (118, 119)

Burke voerde maatschappelijk en sociaal gezien een pleidooi voor geleidelijke verandering tegenover revoluties, maakbaarheid en idealisme. Egalitarisme en intellectualisme in de politiek keurde hij af. Een goed politicus moest sociale verhoudingen begrijpen en weten hoe de wereld in elkaar stak. Hij voerde een pleidooi voor scepsis jegens de snelle invoering van radicale intellectueel uitgedachte politieke ideologieën, zoals de latere ‘ismes’ (denk aan het socialisme en feminisme) die in de negentiende eeuw zouden opkomen.

Burkes economische gedachtegoed kan getypeerd worden als liberaal utilitarisme. Zo was hij voorstander van een zichzelf regulerende markteconomie. En verder steunde hij het liberale streven naar het maken van commerciële winsten. Om deze reden werd Burke door zowel conservatieven als liberalen geprezen.

Burke maakte zich hard voor de rechten en het zelfbestuur van minderheden in de Engelse koloniën. Hij verzette zich tegen het autoritaire optreden van de Britse monarchie in India en Amerika. In een masterscriptie van B. Bremmer (zie bronnenlijst) over Burkes invloed en receptie lezen we:

“In een lang proces tegen Warren Hastings, de gouverneur-generaal van India, verzette Burke zich als aanklager tegen de onderdrukking van Indische onderdanen. Door onderdrukking en uitbuiting wisten veel Engelse gelukszoekers in de koloniën een fortuin te maken ten koste van de eigenlijke inwoners…” (p.4)

Burke diende in de jaren 1770 een wetsvoorstel in, in een poging om het slavenhandelaren te verbieden in het Lagerhuis zitting te nemen. Hij was een abolitionist en keerde zich tegen slavernij. Verder kwam Burke op voor de Iers-katholieke minderheden in Amerika, die in dat land toentertijd als tweederangsburgers behandeld werden. Ook was hij van mening dat het autoritaire optreden van Engeland jegens de kolonie averechts zou werken. Naar aanleiding van de Boston Tea Party in 1773 stelde Burke dat de Amerikanen prima hun eigen belastinginning konden regelen en dat de Britten hun handen hiervan af moesten trekken.

In <em>Cincinnatus in Retirement</em> (1782) karikaturiseerde James Gillray Burke's steun voor de rechten van katholieken
In Cincinnatus in Retirement (1782) karikaturiseerde James Gillray Burke’s steun voor de rechten van katholieken

Religie was voor Burke de basis en drijvende kracht van het maatschappelijke middenveld. Zonder religie zou dit krachtenveld aan waarde inboeten. Burke bekritiseerde zowel het deïsme als atheïsme en beklemtoonde dat het christendom sociale vooruitgang stimuleerde. De kritiek van de Franse Revolutie op de Rooms-Katholieke Kerk veroordeelde hij in scherpe bewoordingen.

Ten slotte had Burke ook eigen ideeën over kunst en schoonheid. In zijn werk Een filosofisch onderzoek naar de oorsprong van onze ideeën over het sublieme en het schone uit 1757, verdedigde hij de stelling dat kunst naar het oneindige en onbekende streeft, en niet naar bepaaldheid of helderheid. Hiermee bestreed hij de Verlichtingsgedachte dat kunst duidelijk en helder moet zijn en volledig maakbaar is. Echte kunst is niet te definiëren, aldus Burke. Met dit werk kondigde hij, in elk geval in Engeland, de breuk met het classicisme aan en plaveide hij de weg voor de Romantiek.

Over de internationale invloed van Burkes conservatisme

Als ‘vader van het conservatisme’, een beeld dat vooral na de Tweede Wereldoorlog is ontstaan, heeft Burke de nodige invloed gehad op latere conservatieve denkers. In Nederland had zijn gedachtegoed vooral impact op de antirevolutionaire richting die in de negentiende eeuw opkwam, met als hoofdpersonen Guillaume Groen van Prinsterer (1801-1876) en, als oprichter van de Antirevolutionaire Partij (ARP, 1879), Abraham Kuyper (1837-1920).

Standbeeld van Edmund Burke in Washington (CC BY-SA 3.0 – Schriste – wiki)
Burke beïnvloedde diverse grote filosofen van zijn tijd. Enkele bekende namen zijn de filosofen Immanuel Kant (1724-1804) en Joseph de Maistre (1753-1821). Het politieke gedachtegoed van Burke was ook invloedrijk in de negentiende eeuw en specifiek na de Tweede Wereldoorlog. Hij inspireerde politici als Benjamin Disraeli (1804-1881), Alexis de Tocqueville (1805-1859), William Gladstone (1809-1898) en ook de Franse filosoof Hippolyte Taine (1828-1893). In de twintigste eeuw inspireerde Burke onder meer de neoconservatieven Leo Strauss (1899-1973), Russell Kirk (1918-1994) en Roger Scruton (1944-2020).

Laatste levensjaren

Edmund Burke raakte na de publicatie van zijn bekende boek over de Franse Revolutie, Beschouwingen over de revolutie in Frankrijk, in conflict met revolutieverdediger Wiliam Pitt de Jongere (1759-1806). Hierop verliet hij in 1794 het parlement. Hij bleef zich nog wel inlaten met de politiek, wat bleek uit twee boeken getiteld Gedachten over Franse aangelegenheden (1791) en Brieven over de “Koningsmoord Vrede” (1795-1797). In deze werken waarschuwde hij opnieuw voor het gevaar van een revolutie. Zijn laatste publicatie was het werk Brief aan een nobele heer (1796).

Edmund Burke overleed op 9 juli 1797 in Beaconsfield, Buckinghamshire, waar hij ook begraven werd.

Boek: Geschiedenis van de westerse filosofie – Bertrand Russell

Bronnen

Gedrukte bronnen
-Bryan Magee, Het verhaal van de filosofie (Antwerpen: Uitgeverij Standaard, 1999) p.118-119.
-David Bromwich, The intellectual Life of Edmund Burke. From the Sublime and Beautiful to American Independence (Library of Congress, 2014).
-B. Bremmer, ” ‘Een ieder heeft vrede met hem’. Invloed en receptie van Edmund Burke in 19de-eeuws Nederland” (MA thesis Universiteit Leiden, 2013).

Internet
-https://www.britannica.com/biography/Edmund-Burke-British-philosopher-and-statesman
-https://plato.stanford.edu/entries/burke/
-https://thegreatthinkers.org/burke/biography/
-https://www.geschiedenisextra.nl/e/edmund-burke.htm

Enne Koops (1978-2023) was historicus en docent geschiedenis en maatschappijleer aan het Rietschans College in Ermelo. Zijn interesse ging uit naar onderwerpen als religie- en cultuurgeschiedenis, oorlogen, migratie, en de geschiedenis van Noord-Amerika, Nederland en Duitsland. Publiceerde vele artikelen op Historiek. Zie ook: In memoriam

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 50.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×