Via het Britse rijk verspreidde het voetbal zich als een olievlek over de wereld. Zeelieden, handelaren, industriëlen, ingenieurs; als ze ergens aan wal stapten, trapten ze een balletje. Als ze zich ergens vestigden, richtten ze een sportclub op. De lokale elite volgde vaak hun voorbeeld, en daarna de rest van de bevolking. Met een verbazingwekkend tempo veroverde voetbal een vaste plek in de meest uiteenlopende culturen. Dat gebeurde in Britse koloniën, maar vooral in de talloze havens en handelsposten die handel dreven met het Britse rijk.

‘De Britten hebben hun rijk verloren en nog geen nieuwe rol gevonden’,
…constateerde de voormalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Dean Acheson. Gelukkig voor de Britten speelden ze op het voetbalveld tenminste nog wel een hoofdrol. In 1966 bijvoorbeeld, op het WK in Engeland. Maar voordat het voetbal thuiskwam, klopte de geschiedenis aan. In de aanloop naar het WK werd de FIFA geconfronteerd met de gevolgen van de dekolonisatie.
Afrika tegen Europa
De grote verschuivingen in de wereld drongen maar langzaam door tot de wereldvoetbalbond. De FIFA was nog steeds een kleine, ouderwetse, eurocentrische organisatie. Zelfs de Zuid-Amerikanen moesten vechten om genoeg aandacht te krijgen van de Europeanen. Maar door de dekolonisatie waren de Europese voetbalbonden binnen de FIFA al lang niet meer in de meerderheid. Direct na de Tweede Wereldoorlog telde de FIFA zo’n 60 leden; in 1964 was dat aantal meer dan verdubbeld. Die stijging was vooral een gevolg van de toetreding van 30 voetbalbonden uit Afrika. Nieuwe landen als Ghana, Algerije en Nigeria wilden dolgraag door de rest van de wereld worden erkend. Ze waren na hun onafhankelijkheid dan ook zo snel mogelijk lid geworden van de Verenigde Naties, de FIFA en de Afrikaanse voetbalconfederatie (CAF).

Het verzet werd geleid door Ghana. Kwame Nkrumah, de eerste president van het land en een voorvechter van Afrikaanse eenheid, had van dichtbij gezien hoe Nigerianen het voetbal hadden gebruikt om zich af te zetten tegen Britse kolonisten. Meteen na de onafhankelijkheid van Ghana zette hij de geliefde sport dan ook hoog op zijn agenda. Via het voetbal wilde Nkrumah populariteit winnen bij jonge mannen en bouwen aan Ghanese en pan-Afrikaanse solidariteit. Hij investeerde in de Black Stars (het nationale elftal) en in Afrikaanse competities zoals de Kwame Nkrumah Gold Cup. Maar het WK was de mooiste plek onder de zon, een plek waar nieuwe landen hun bekendheid en prestige konden vergroten. Nkrumah weigerde daarom te accepteren dat Afrika met Azië en Oceanië moest strijden om één WK-ticket. Zijn vertrouweling Ohene Djan, vice-president van de CAF, stuurde een woedend telegram naar de FIFA:
“Afro-Asian countries struggling through painful expensive qualifying series for ultimate one finalist representation is pathetic and unsound STOP
At the worst, Africa should have one finalist STOP
Urgent – reconsider

Ondertussen speelde ook de Zuid-Afrikaanse kwestie een belangrijke rol. De CAF had Zuid-Afrika verwijderd vanwege de Apartheid, en verwachtte dat de FIFA hetzelfde zou doen. De reactie van de bond ging alle kanten op. In 1961 nam de FIFA inderdaad het revolutionaire besluit om Zuid-Afrika te schorsen. Destijds was dat een van de eerste internationale sancties tegen het Apartheidsregime. Maar tot afgrijzen van de CAF werd die beslissing twee jaar later weer teruggedraaid. Voorzitter Stanley Rous had zelf het land bezocht en geconcludeerd dat de Zuid-Afrikaanse voetbalbond niets te verwijten viel. De FIFA moest sport en politiek gescheiden houden, benadrukte hij.

Om hun onvrede te uiten besloten de Afrikanen hun dreigementen waar te maken: een gezamenlijke boycot van het WK van 1966 in Engeland. Ghana, Ethiopië, Algerije en twaalf andere CAF-leden gingen unaniem akkoord met het voorstel om zich terug te trekken uit de WK-kwalificatie. Een paar jaar later bleek hoe effectief de boycot was: Rous liet weten dat hij wilde voorkomen dat de CAF-leden zich nog een keer zouden terugtrekken. Vanaf 1970 kreeg het continent een vaste plek op het wereldkampioenschap. Een Afrikaanse overwinning in het post-imperiale tijdperk.
Daar hoorden zij Engelsen zingen
Ironisch genoeg werd het WK van 1966, ondanks de Afrikaanse boycot, gedomineerd door een speler van Afrikaanse afkomst. Eusébio, bijgenaamd ‘De zwarte parel’, was geboren in Mozambique, toen nog een Portugese kolonie. Met negen goals kroonde hij zich tot topscorer van het toernooi.

Op een volgepakt Wembley schoten de Duitsers uit de startblokken: al na 12 minuten maakten ze de openingstreffer. In de Engelse huiskamers raakte echter niemand in paniek. In 1914 en 1940 hadden de Duitsers ook verrassend snel toegeslagen en alsnog verloren, zeiden mensen tegen elkaar. Waarom zou het dit keer anders gaan? BBC-commentator Kenneth Wolstenholme, een voormalig RAF-piloot die meer dan honderd vluchten over bezet Europa had overleefd, ging kalm door met zijn verslag. En jawel, een minuut of vijf later maakte Geoff Hurst de gelijkmaker.
In de zestig minuten die volgden waren de twee teams aan elkaar gewaagd, met kansen over en weer. Pas in de 78e minuut maakte Martin Peters de 2-1 voor het thuisland. Bijna waren de uitvinders van het voetbal officieel de besten van de wereld. Maar West-Duitsland gooide er een slotoffensief uit en Wolfgang Weber scoorde vlak voor tijd. 2-2, verlenging, alles was nog mogelijk. In die verlenging viel misschien wel de meest legendarische goal uit de WK-geschiedenis.

Zijn grensrechter, Tofiq Bahramov, wist het wel. Met strakke armgebaren, resoluut met zijn hoofd knikkend, wees hij naar de middenstip. Goal voor Engeland. Binnen tien seconden was Bahramov de beroemdste grensrechter aller tijden geworden. Zo hoog rees zijn ster dat het Vladimir Lenin Stadion in Baku in 1993 werd omgedoopt tot het Tofiq Bahramov Stadion.
De ommekeer van de wedstrijd zat er niet meer in. In de laatste minuut onderschepte Bobby Moore koeltjes een Duitse voorzet met de borst, om vervolgens Geoff Hurst weg te sturen met een verre trap. Hurst rende erachteraan met de intentie om tijd te winnen door de bal zo ver mogelijk het publiek in te schieten. Als het had gekund, had hij ‘m helemaal naar Kaap de Goede Hoop getrapt. In plaats daarvan schoot hij de bal per ongeluk in de kruising. 4-2, einde wedstrijd.
Een recordaantal van 32 miljoen tv-kijkers deelde samen in de roes van de overwinning. Op straten en pleinen in heel Engeland brak een enorm feest uit. Parliament Square, Leicester Square en Piccadilly Circus stroomden vol. Op Trafalgar Square sprongen jongeren met de Union Jack in de fontein. Britse soldaten in West-Duitsland vierden uitbundig de wereldtitel.

De dag van gisteren
De finale tegen West-Duitsland werd miljoenen keren overgespeeld, in films en documentaires, kinderboeken en autobiografieën, en in de steeds sterkere verhalen van mensen die erbij waren. De Engelsen kunnen geen genoeg krijgen van foto’s en fragmenten van ‘66. Bobby Moore en Queen Elizabeth, in haar goudgele jurk, bij de prijsuitreiking. Old Trafford, Villa Park en de andere klassieke stadions. Het oude Wembley, met de twee opvallende witte torens, geïnspireerd door architectuur uit India.

Twee dagen na de WK-finale, in de nacht van 1 augustus 1966, eindigde het Britse wereldrijk. In die nacht sloot het Colonial Office, het Londense departement dat eeuwenlang het imperium had bestuurd. Er werd nauwelijks aandacht aan besteed. Er waren belangrijkere dingen in de wereld.
Bekijk dit boek bij: