Dark
Light

Godsdienstwaanzinnigen die beelden vernietigen; dat gebeurt bij ons niet

5 minuten leestijd
Deel van het vernietigde retabel in de Dom (CC BY 3.0 - Sailko - wiki)

Tot verbijstering van vrijwel heel het ‘beschaafde’ Westen hebben strijders van IS, de Islamitische Staat, in de Noord-Iraakse stad Nineve een groot aantal eeuwenoude kunstschatten onherstelbaar vernietigd. Nineve was in de achtste eeuw voor Christus een vooraanstaande stad in Mesopotamië, aan de oostelijke oever van de Tigris en hoofdstad van het Nieuw-Assyrische Rijk.

Algemeen werden de vernielingen veroordeeld als vandalisme van barbaren zonder enig historisch besef. De islamitische furie was volgens een verklaring in een IS-video gericht tegen ‘afgodsbeelden’, die ooit door de bewoners werden aanbeden, in plaats van God (Allah). Het feit dat de religie waarbinnen dat gebeurde al eeuwen uitgestorven is, dat niemand de beelden meer aanbidt en dat ze bewaard zijn gebleven als cultureel erfgoed speelde geen enkele rol. Islamitische Staat streeft naar een kalifaat, waarin de eenheid van de Oemma, de wereldwijde islamitische gemeenschap die sinds de val van Damascus in 750 verloren ging, wordt hersteld. Daar geldt de sharia en is iedere uiting van modernisme of andere godsdiensten taboe, behalve het gebruik van de kalasjnikov.

Andersdenkenden

De nietsontziende vernielingen deden denken aan de zinloze vernietiging van de reusachtige Boeddha’s van Bamyan in Afghanistan in 2001. Die werden in de zesde eeuw uitgehouwen uit de rotsen, waarna het boeddhisme verdween uit Bamyan. Toch werden de beelden door de Taliban tot ontploffing gebracht. Binnen de interpretatie van de sharia door de Taliban waren alle soorten afbeeldingen, muziek en sporten, inclusief televisie, immers verboden.

In de discussie die de vernielingen van de IS op onder meer Twitter losmaakte werd terecht en duidelijk verwezen naar de onverzoenlijkheid van ook andere moslim-groeperingen, die het leven van ‘andersdenkenden’ in een groot deel van het Midden-Oosten onmogelijk maken. Daarbij werd ook verwezen naar de duidelijke aankondiging van de Grootmoefti van de westerse bondgenoot Saoedi-Arabië, de opperste islamitische rechtsgeleerde in het land, die in 2012 aankondigde dat alle christelijke kerken op het Arabische schiereiland zouden moeten worden vernietigd omdat Mohammed had gezegd dat er ‘op het schiereiland geen twee godsdienstgen mochten zijn’. Dus… Dat de man ook in eigen land zeer omstreden is bleef meestal buiten de discussie.

Still YouTube
IS-strijders vernielen beelden in Nineve – Still YouTube

Hongersnood

Godsdienstwaanzinnigen die beelden vernietigen; dat gebeurt bij ons niet. Niet meer, althans. Sinds 1566; het enige jaar dat daarop een uitzondering vormde, nu 449 jaar geleden. Want in dat jaar vond in Zuid- en Noord-Nederland de Beeldenstorm plaats. Toen stormde in het hele land woedende protestanten de katholieke kerkgebouwen binnen.

In het onlangs verschenen boek De Opstand in de Nederlanden, 1568-1648 vertelt Anton van der Lem hoe de Beeldenstorm ontstond. In het uiterste zuiden van de Nedelanden, het platteland van Arsetië en de Vlaamse zuidwesthoek, leidden duizenden mensen een karig bestaan in de plattelandsindustrie. Toen de aanvoer van wol stopte door een handelsconflict met Engeland, had dit onmiddellijk een massale werkloosheid tot gevolg. Bovendien werd het scheepsverkeer over de Sont geblokkeerd door een militair conflict tussen Zweden en Denemarken waardoor de aanvoer van het levensnoodzakelijke graan uit de Oostzeegebieden stokte. Daarnaast veroorzaakte de buitengewoon strenge winter van 1566 (pdf) een regelrechte hongersnood.

“Dat was in de Nedelanden sinds mensenheugenis niet meer voorgekomen. De rijkdom van de rooms-katholieke kerk wekte juist daar jaloezie en ergernis waar de ellende het grootst was, en ook daar vond het calvinisme het gretigst gehoor.”

Beeldenstorm in een kerk, 1630, Dirck van Delen
Beeldenstorm in een kerk, 1630, Dirck van Delen

Beeldenstorm 1566

Schade in de Domkerk na de revolutionaire overval van 1795.
Schade in de Domkerk na de revolutionaire overval van 1795.
In Steenvoorde, in het uiterste zuidwesten van Vlaanderen; nu net in Frankrijk gelegen, hield de predikant Matte op 10 augustus 1566 een opzwepende preek. Toen hij was uitgesproken gingen twintig van zijn toehoorders het klooster binnen en vernielden er beelden. Drie dagen later gebeurde hetzelfde in het St. Anthonieklooster te Billieu, niet ver van Steenoorde. Een dag later preekte Matte in het even noordelijker gelegen Poperinge en daarna sloegen honderd man in de kerk de boel kort en klein. Daarna trokken groepen van enkele tientallen beeldenstormers door Vlaanderen en Brabant om er de kloosters en kerken onder handen te nemen.

Volgens Van der Lem is het onmogelijk om de beeldenstorm onder één noemer te vatten.

“Op de ene plaats verliep het beeldenstormen in razernij door groepen van werkloze en hongerige mensen die al tijden onder het bestaansminimum leefden. Op andere plaatsen ging het er gedisciplineerd aan toe door efficiënte groepen van stormers, die in de eerste plaats de kerkgebouwen wilden zuiveren.”

Onherstelbare schade

Dat is nu bijna 450 jaar geleden. De Beeldenstorm verspreidde zich razendsnel over de Lage Landen en er werd een ontelbaar aantal kunstschatten vernietigd. Slechts in een enkele kerk is de sfeer van vòòr 1566 nog terug te vinden’, constateert Van der Lem. De meeste beelden verdwenen en de meeste muurschilderingen werden gewit na de overwinning van de hervorming in de jaren zeventig.

Behalve de blijvende soberheid in veel kerkgebouwen zijn er weinig tastbare herinneringen meer aan de Beeldenstorm. Toch is in de Domkerk van Utrecht een indrukwekkend reliëf bewaard gebleven, dat duidelijk maakt dat ook Nederlanders ooit geen enkel ontzag hadden voor afbeeldingen die voor anderen een welhaast heilige waarde hadden. De Beeldenstorm raasde ook door de toen nog complete Dom van Utrecht, die 108 jaar later werd getroffen door een tornado. In 1674 stortte het schip van de kerk in; het gedeelte tussen de Dom en de huidige Domkerk. De puinhopen bleven anderhalve eeuw de Utrechtse binnenstad ontsieren.

Onthoofde heiligenbeelden

Deel van het vernietigde retabel in de Dom (CC BY 3.0 - Sailko - wiki)
Deel van het vernietigde retabel in de Dom (CC BY 3.0 – Sailko – wiki)
In die Domkerk is nog altijd één van de duidelijkste herinneringen van heel Nederland aan de Beeldenstorm te vinden: een retabel, een wand met schilder- of beeldhouwwerk dat ooit een plaats vond tegen een muur boven een altaar, met onthoofde heiligenbeelden.

In de retabel zijn de hoofden van acht beelden duidelijk afgehakt, terwijl er ook andere beschadigingen werden aangebracht. Voor de protestanten die de beelden vernielden was het vereren van de afgebeelde heiligen een gruwel. De Heidelbergse Catechismus van 1563 maakte immers duidelijk:

“Wij moeten niet wijzer zijn dan God. Christenen moeten niet door stomme beelden, maar door de levendige verkondiging van Zijn Woord worden onderwezen.”

De onrust van 1566 ebde snel weg. Het verdwijnen van de meeste vervloekte heiligenbeelden werd nauwelijks betreurd door de inmiddels leidende protestantse elite. Pas heel veel later drong het besef door dat in 1566 een zeer betreurenswaardige aanslag had plaatsgevonden op het Nederlandse religieuze erfgoed.

Dat zal nooit meer kunnen worden goedgemaakt; de schade is onherstelbaar. Maar ook daarna waren de kerkelije inventarissen niet veilig. In 1795, toen stadhouder Willem V werd weggejaagd, in ballingschap ging in Engeland en op Nederlands grondgebied de Bataafse Republiek ontstond, werd de Domkerk opnieuw door vernielingen getroffen. In februari bestormde een groep radicale revolutionairen, onder invloed van de Franse revolutie (waardoor kerken in Frankrijk buiten de wet waren gesteld) de Domkerk, om aristocratische symbolen zoals graftombes en wapenschilden te vernielen.

~ André Horlings

Lees ook: IS-strijders vernietigen duizenden jaren oude monumenten

André Horlings (1945-2023) was journalist en van 'vlak na de oorlog', wat mogelijk zijn interesse voor onder meer de Tweede Wereldoorlog verklaarde. Schreef het boek Arnhem Spookstad en verzorgde de (eind)redactie voor een publicatie over het Duitse dwangarbeiderskamp Rees (1944-1945). Verzorgde in 2011 twee uitvoerig gedocumenteerde verhalen: Bruidegom achter prikkeldraad en Het drama van de SS Pavon. Bladerde graag in Google Books. Zie ook archief sinds 1995.

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×