De ‘Afrikaanse Messias’ ging tragisch ten onder

Haile Selassie, de laatste keizer van Ethiopië
8 minuten leestijd
Haile Selassie, graffiti in Cordón, Montevideo, Uruguay
Haile Selassie, graffiti in Cordón, Montevideo, Uruguay (CC BY-SA 3.0 - Andrés Franchi Ugart - wiki)

In 1974 kwam na vierenveertig jaar een einde aan de regering van Haile Selassie. Hij was de laatste keizer van het nooit gekoloniseerde Ethiopië, als telg van een dynastie die haar origine terugvoerde op de oudtestamentische koning Salomo en de koningin van Sheba. Als ijveraar voor modernisering was Haile Selassie geliefd in het Westen. De Jamaicaanse Rastafari-beweging kende hem zelfs een goddelijke status toe. Toch groeide gaandeweg kritiek vanwege zijn autoritaire stijl van regeren en uitblijvende sociale hervormingen. Armoede en hongersnood leidden in 1974 tot een staatsgreep. Het daaropvolgende jaar werd de ‘Afrikaanse messias’ vermoord.

Jeugd

De toekomstige keizer werd op 23 juli 1892 geboren als Lij (‘kind van’) Tafari Makonnen, de enige overlevende (en wettige) zoon van Ras Makonnen, gouverneur van Harar. Ras Makonnen was een vertrouweling van keizer Menelik II. Deze heerser legde de grenzen van het huidige Ethiopië vast, nadat hij als koning zijn rijk drie keer groter had gemaakt. De nieuwe hoofdstad Addis Abeba werd in 1886 gesticht in het door Menelik veroverde gebied van de Oromo in het zuiden. Dit veroorzaakte voortdurende opstandigheid van de Oromo, die nu de grootste etnische groep van het keizerrijk vormden. Qua omvang volgen hierop de Amharen, wier taal de officiële taal in Ethiopië is.

Menelik had geen mannelijke erfgenamen. Mede hierom werd Tafari na de dood van zijn vader in 1906 onder de keizerlijke vleugels genomen. Tafari bleek een ijverige en getalenteerde student. De keizer benoemde hem tot gouverneur van de regio’s Sidamo en Harar, in welke positie de jonge Tafari een progressieve reputatie opbouwde. In de praktijk betekende dit vooral het streven naar inperking van de feodale macht van de adel ten gunste van het centrale gezag.

Portret van Menelik II en keizerin Taytu omstreeks 1912, muurschildering Addis Abeba
Portret van Menelik II en keizerin Taytu omstreeks 1912, muurschildering Addis Abeba

Menelik II overleed in 1913 en werd opgevolgd door zijn kleinzoon Lij Iyasu. Diens impopulariteit was een belangrijke factor voor de verdere opgang van Tafari. Iyasu was onevenwichtig en had regelmatig last van depressies, terwijl politieke gevoeligheid hem vreemd was. Bovendien had hij nauwe banden met de islam, terwijl de Ethiopiërs in meerderheid christenen waren. Het verzet tegen de nieuwe keizer centreerde zich rond Tafari, die Iyasu in 1916 wist af te zetten. Zauditu, een dochter van Menelik II, werd nu keizerin. Tafari werd aangewezen als regent en troonopvolger met de titel kroonprins.

Van koning tot keizer

Tafari was nu de feitelijke leider van Ethiopië, maar kreeg bij zijn hervormingspogingen veel tegenwerking te verduren van het politieke establishment en de elite aan het hof. Hierom positioneerde hij zich in het buitenland meer en meer als het progressieve gezicht van Ethiopië, terwijl hij in het binnenland jonge, goed opgeleide ambtenaren aanstelde. Door zijn toedoen trad Ethiopië in 1923 toe tot de Volkenbond. Het daaropvolgende jaar reisde Tafari als eerste Ethiopische heerser naar het buitenland (Europa).

Kaart van Abessinië/Ethiopië in 1922
Kaart van Abessinië/Ethiopië in 1922. National Geographic Society (U.S.).

Thuis heerste onrust, doordat de reactionaire edelen hun persoonlijke milities inzetten om hun belangen te handhaven. Deze privélegertjes bleken echter geen partij voor het gemoderniseerde keizerlijke leger. In 1928 benoemde Tafari zichzelf tot koning. Na Zauditu’s dood werd hij op 2 november 1930 tot keizer gekroond onder de naam Haile Selassie (‘Macht van de Drie-eenheid’).

Een lange traditie

Ruiterportret van Haile Selassie tijdens een parade, 1934
Ruiterportret van Haile Selassie tijdens een parade, 1934. Foto Walter Mittelholzer.
In 1931 stelde Haile Selassie een grondwet in: een moderne ingreep van de volgens de traditie 225ste vorst van een dynastie, die sinds 1270 over Ethiopië regeerde en claimde af te stammen van de bijbelse koning Salomo en de koningin van Sheba. Een belangrijke rol in deze traditie speelt de Kebra Nagast, een dertiende-eeuwse verzameling van overleveringen en legenden. De vroegst gedocumenteerde aanwezigheid van het christendom in Ethiopië dateert al uit de vierde eeuw, toen koning Ezana werd bekeerd door de Heilige Frumentius, ook bekend als Abba Salama, Vader van de Vrede.

Ethiopië of Abessinië, zoals het land voor de Tweede Wereldoorlog ook werd genoemd, was een van de oudste zelfstandige naties van Afrika die nooit door een westerse macht was bezet. Dit was een uitzonderlijke situatie: op Marokko (tot 1906), de Derwisjstaat (tot 1920) en Liberia na waren alle andere gebieden in Afrika aan het eind van de negentiende eeuw gekoloniseerd.

Wel probeerde Italië Ethiopië in 1895/96 in te lijven. Een zware Italiaanse nederlaag in de Slag bij Adwa maakte een voorlopig eind aan dit streven. Voor de jonge Tafari was deze dreiging vanaf 1916 een belangrijk motief om moderniseringen door te voeren.

Onder de hoede van Sint-Joris, de Drie-eenheid, generaal Baratieri, keizer Menelik en keizerin Taytu verslaan de Ethiopiërs de Italianen bij Adwa (1896).
Onder de hoede van Sint-Joris, de Drie-eenheid, generaal Baratieri, keizer Menelik en keizerin Taytu verslaan de Ethiopiërs de Italianen bij Adwa (1896). Coll. St. Nationaal Museum van Wereldculturen.

Ballingschap en terugkeer

In 1935 viel het intussen fascistische Italië van Benito Mussolini Ethiopië tijdens de Tweede Italiaans-Ethiopische Oorlog opnieuw binnen. Als propagandistisch argument voor de inval diende de opheffing van de slavernij, die in Ethiopië nog steeds legaal was. Wel was Haile Selassie al voorzichtig bezig dit systeem te ontmantelen, mede omdat dit een voorwaarde was geweest om tot de Volkenbond toe te treden. In oktober 1935 en april 1936 namen de Italianen twee wetten aan die slavernij in Ethiopië formeel afschaften, waardoor in theorie 420.000 mensen hun vrijheid kregen.

Italiaanse propagandistische publicatie over ‘Abessinië,
Italiaanse propagandistische publicatie over ‘Abessinië, het laatste bolwerk van slavernij’ uit 1935, die vertaald werd in het Nederlands, Duits, Frans, Engels en Spaans.
De oorlog duurde zeven maanden. Een echte kolonisatie kwam niet van de grond. Haile Selassie week uit naar het buitenland en werd het gezicht van het Ethiopische verzet. Hij wendde zich tot de Volkenbond en verkreeg de hulp van de Britten, die vanaf maart 1941 Ethiopië en de rest van Italiaans Oost-Afrika vanuit Soedan en Kenia veroverden. Selassie keerde terug en herstelde zijn positie als keizer.

Internationale relaties

In 1955 voerde Haile Selassie bij zijn zilveren jubileum een nieuwe grondwet in, die alle burgers gelijkheid voor de wet verschafte, maar ook weer zijn eigen positie versterkte. Zijn rol als boegbeeld van de Afrikaanse emancipatie versterkte intussen zijn internationale populariteit, die toch al vergroot was door zijn strijd tegen het Italiaanse fascisme. Hij was, naast tientallen andere onderscheidingen, ridder in de Orde van de Kousenband en ridder-grootkruis in de Militaire Willems-Orde.

‘The Lion of Judah’, spotprent van Arthur Szyk (1941) over Haile Selassie die Mussolini het land uitschopt.
‘The Lion of Judah’, spotprent van Arthur Szyk (1941) over Haile Selassie die Mussolini het land uitschopt.
De laatstgenoemde onderscheiding kreeg Selassie in 1954, toen hij Nederland bezocht. Als gevolg van het Nederlandse bezoek ontwikkelde zich een vriendschappelijke verhouding met koningin Juliana. in 1969 bezochten koningin Juliana, prins Bernhard en prinses Beatrix Ethiopië. In 1959 had Haile Selassie ook België bezocht. Het Belgische koningspaar Boudewijn en Fabiola werd in 1973 bij een tegenbezoek in Ethiopië onthaald.

Haile Selassie had veel invloed in de Organisatie van Afrikaanse Eenheid, die in zijn eigen hoofdstad Addis Abeba zetelde. Hij zat de oprichtingsvergadering voor in 1963, en sprak in oktober van dat jaar de Verenigde Naties toe. Ook bracht hij als eerste Afrikaanse leider een staatsbezoek aan de Verenigde Staten.

Afscheid en vertrek van het Ethiopisch keizerlijk paar uit Amsterdam, 6 november 1954
Afscheid en vertrek van het Ethiopisch keizerlijk paar uit Amsterdam, 6 november 1954. Foto J.D. Noske, coll. Nationaal Archief/Anefo.

De Rastafari-beweging

De Jamaicaanse reggaezanger Bob Marley gebruikte in 1976 een deel van Selassie’s toespraak voor de Verenigde Naties in 1963 voor zijn lied War. Dit vloeide voort uit een andere, zeer merkwaardige internationale invloed van de Ethiopische keizer: zijn naam was ook de naam van een religieuze beweging in Jamaica geworden. Deze Rastafari-beweging beschouwde Haile Selassie sinds de jaren dertig als een god, een zwarte koning die was gekomen om de nazaten van Afrikaanse slaven te verlossen.

Aan de bron van dit geloof stond de Jamaicaanse prediker Leonard Percival Howell. Hij zag in de kroning van Haile Selassie in 1930 het teken dat Selassie de ‘naar de aarde teruggekeerde Messias’ was. De Britse koloniale autoriteiten zetten hem twee jaar vast voor opruiing, hetgeen juist een stimulans betekende voor de groei van de Rastafari-beweging.

Haile Selassie zelf wees de goddelijke status af. Tijdens een staatsbezoek aan Jamaica in 1966 verklaarde hij:

Wij zijn geen God. Wij zijn geen profeet. Wij zijn de slaaf van God.

Deze verklaring had weinig invloed. Het feit van Selassie’s dood in 1975 werd door veel Rastafari-aanhangers dan ook ontkend. Bob Marley schreef zelfs het nummer Jah Live (‘God leeft’).

Schaduwzijden

Fotoportret van Haile Selassie, ca. 1960
Fotoportret van Haile Selassie, ca. 1960
Gaandeweg tekenden zich ook de schaduwzijden af van Selassie’s bewind. Dit was en bleef autoritair, de hervormingen waren traag of bleven steken op papier. Etnische spanningen en discriminatie woekerden voort, de werkeloosheid was schrikbarend en in de late jaren zeventig woedde een hongersnood. Een mislukte couppoging tegen de keizer vond al plaats in 1960.

Een belangrijke conflictbron was de voormalige Italiaanse kolonie Eritrea. Dankzij een beslissing van de Verenigde Naties werd dit land met Ethiopië verbonden in een federatie (1950), waarbij Haile Selassie koning van Eritrea werd. In 1962 annexeerde Haile Selassie Eritrea echter volledig, waarop de Eritrese Onafhankelijkheidsoorlog uitbarstte, die zou duren tot 1991.

Het einde

Terwijl de guerrillaoorlog in Eritrea voortwoedde, braken in februari 1974 muiterijen uit in het leger vanwege de lage beloning. Een hierop volgende staatsgreep maakte een eind aan het bewind van de keizer en de eeuwenoude dynastie waartoe hij behoorde. Haile Selassie werd in zijn paleis onder huisarrest gehouden. Hij stierf op 27 augustus 1975, naar eerst werd aangenomen onder natuurlijke omstandigheden. Het nieuwe communistische regime verhinderde elke poging tot onderzoek, maar later werd duidelijk dat Haile Selassie hoogstwaarschijnlijk was gewurgd. Zijn stoffelijk overschot kwam terecht onder een toilet in het keizerlijk paleis. Al in november 1974 waren leden van de keizerlijke familie op last van het nieuwe bewind geëxecuteerd. In 1975 overleed ook de patriarch van de Ethiopisch-orthodoxe kerk onder verdachte omstandigheden.

Ethiopië na Haile Selassie

Ethiopië werd in 1977 uitgeroepen tot volksrepubliek. Aanvankelijk was brigadegeneraal Tafari Benti voorzitter van de Dergue of Derg, de Provisionele Militaire Bestuurlijke Raad. Hij werd in 1977 vermoord. Mengistu Haile Mariam, die een sleutelrol bij de staatsgreep had vervuld, nam het voorzitterschap over. Twee jaar nadien werd hij eveneens voorzitter van de Partij van de Arbeiders van Ethiopië (COPWE), in 1984 opgevolgd door de Arbeiderspartij van Ethiopië. Mengistu werd in 1987 ook president van de Democratische Volksrepubliek Ethiopië.

Sarcofaag van Haile Selassie in de kathedraal van de H. Drie-eenheid, Addis Abeba.
Sarcofaag van Haile Selassie in de kathedraal van de H. Drie-eenheid, Addis Abeba. (CC BY 3.0 – Sailko – wiki)

Hij had zich al snel tot een ware tiran ontpopt, die zijn tegenstanders genadeloos vervolgde. Tussen februari 1977 en juni 1978 vonden alleen al in de hoofdstad ongeveer tienduizend politieke moorden plaats. Om meer steun onder de bevolking te krijgen, brak Mengistu in de late jaren tachtig met het marxisme-leninisme. Het gruwelijke recente verleden werd hiermee niet weggewist; in 1991 zag Mengistu zich dan ook genoodzaakt uit te wijken naar Zimbabwe. In mei 2008 werd hij in Ethiopië bij verstek ter dood veroordeeld.

Het stoffelijk overschot van Haile Selassie werd in 1992 ontdekt. Acht jaar nadien werd het bijgezet in de kathedraal van de H. Drie-eenheid in Addis Abeba. Selassie’s sarcofaag staat naast die van zijn in 1962 overleden echtgenote, keizerin Menen Asfaw. De voormalige kroonprins Amha Selassie, ‘keizer in ballingschap’, stierf in 1997 in de Verenigde Staten.

Literatuur

– Saheed A. Adejumobi, The History of Ethiopia (Westport CT 2007).
– Asfa-Wossen Asserate, King of Kings. The Triumph and Tragedy of Emperor Haile Selassie I of Ethiopia (London 2017).
– Ryszard Kapuscinski, De keizer. Macht en ondergang van Ras Tafari Haile Selassie I: zoals door ooggetuigen verteld aan Ryszard Kapuscinski (Haarlem 1984).
– Harold G. Marcus, Haile Sellassie I: The Formative Years, 1892-1936 (Berkeley 1987).
– Alberto Sbacchi, Ethiopia under Mussolini. Fascism and the colonial experience (London 1985).

Jan J.B. Kuipers (1953) publiceerde meer dan 80 boeken over veelal historische onderwerpen. Hij won verschillende prijzen en was stadsdichter van Middelburg. Bij Walburg Pers verschenen o.m. boeken over de Beeldenstorm, de VOC, de Franse tijd, de Hanze en tegenculturen in de twintigste eeuw.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×