“Het is 1947. Het jaar dat het heden begint.”

Een caleidoscopisch beeld van een bijzonder jaar
9 minuten leestijd
Augustus 2017 verschijnt bij Thomas Rap het boek ‘1947. Hier begint het heden‘. Hierin vormt Elisabeth Åsbrink een caleidoscopisch beeld van een bijzonder jaar, wanneer de fascisten na de oorlog op de vlucht zijn naar Zuid-Amerika en in Polen een half miljoen mensen worden aangeklaagd wegens collaboratie. Ondertussen zoeken honderdduizenden vluchtelingen een nieuwe plek om hun leven weer op te bouwen, waarvan een grote groep naar Israël wil. Tegelijkertijd voert Lord Mountbatten gesprekken met Nehru en Gandhi over de toekomst van India en presenteert Cristian Dior in Parijs zijn eerste collectie. Op Historiek een fragment uit het boek, waarin stilgestaan wordt bij enkele gebeurtenissen in januari 1947.


Januari 1947

‘Overal ontstaan nieuwe grenzen. Grenzen die mensen zullen slechten, omdat ze op zoek zijn naar een plek om te leven, op zoek naar een toekomst. In Europa of desnoods daarbuiten. Het is 1947. Het jaar dat het heden begint.’

Arab al-Zubayd

Hamdeh Jomá is een meisje met een sterk karakter, maar er is een grens. Die komt dichterbij. Zodra de man met zijn magische doos in het dorp verschijnt, roept hij de kinderen. De kleintjes moeten hun moeders om korrels vragen, de groten moeten stelen, maar ze moeten allemaal komen kijken naar de toverdoos waarvan de man beweert dat die suiker eet en snoepjes uitpoept. Daar moeten ze om lachen en ze betalen hem met bulgur, linzen en haver. Hij vertelt zijn verhalen en laat zijn plaatjes zien die verhalen worden zodra hij een slinger in de kartonnen doos steekt en daaraan draait.

Hamdeh is zestien jaar en kan geen genoeg krijgen van de magie van de bewegende beelden. Ze steelt haar moeders brood om de man te betalen, pakt uit de voorraad handen vol linzen. Opeens schiet haar te binnen dat haar oom een heleboel kippen en vijf hanen heeft. Als hij een middagdutje doet, sluipt ze naar binnen om eieren te stelen – allemaal om de beelden opnieuw te zien bewegen, over helden en vrijheidsstrijders te horen, te voelen hoe de wereld groter wordt. Maar als ze op het punt staat met de eieren de tent van haar oom te verlaten wordt hij wakker. Hij grijpt haar en haalt uit. De eieren vallen kapot en die nacht slaapt Hamdeh met een smoezelig schort in een grot om zijn boosheid te ontvluchten. Maar die ebt weer weg.

Elke avond als hij klaar is met vertellen sluit de man met de toverdoos met dezelfde woorden af: Dit is de duisternis, dit is de nacht.

Washington

Harry Truman
Harry Truman
In het Oval Office van het Witte Huis zit president Truman zijn dagboek bij te houden. Op 6 januari is hij vroeg wakker. Hij kan nog een paar uur werken voordat hij naar het treinstation wandelt om zijn gezin op te halen. Een goede wandeling van vijfendertig minuten, noteert hij in zijn dagboek, en het stemt hem gelukkig dat zijn vrouw en kinderen terug zijn. Het is een hel om alleen in de grote witte gevangenis te verblijven. ’s Nachts knappen en kraken de vloeren. Hij heeft er niet veel fantasie voor nodig om de oude James Buchanan te zien ijsberen, vol zorgen over een wereld die hij niet onder controle heeft. In feite lopen er een heleboel verdoemde presidentiële geesten de trappen op en af, klagend over alles wat ze beter hadden moeten doen en alles waar ze niet aan toegekomen zijn. Enkele van zijn overleden voorgangers blijven weg, schrijft Truman in zijn blauwe dagboek. Die hebben gewoon geen tijd, zijn te druk bezig met het controleren van het hemelrijk en het regeren van de hel. Maar de rest, gekwelde stakkers van presidenten die niet tot hun recht zijn gekomen, vindt geen rust. Het Witte Huis is een helse plek.

Londen

‘Alle vrouwelijke conducteurs op de Londense bussen en trams worden ontslagen. De mannen zijn terug.’

Op 7 januari wordt bekendgemaakt dat vijfhonderd vrouwen hun baan bij het London Transport System zullen verliezen. Ze worden naar huis gestuurd. De komende maanden zullen alle vrouwelijke conducteurs op de Londense bussen en trams worden ontslagen. In totaal tienduizend. De mannen zijn terug.

Malmö

Bewegingen aan de grens, bomen als een zwart lijnenspel in een wit landschap, het feit dat voetstappen op bevroren grond weinig sporen nalaten. De wereld is vol vluchtelingen die weg willen, ontsnappen willen. Sommige grenzen worden minder goed bewaakt dan andere, de wegen zijn klein en slingerend, de lokale bevolking heeft andere dingen aan het hoofd.

Een grens tussen Duitsland en Denemarken. Een tweede tussen Denemarken en Zweden. Watergrenzen, landgrenzen, strepen die op papieren kaarten zijn getrokken maar die in werkelijkheid worden aangegeven met een steen, een schutting, een duizendtal droge grassprieten die ritselen als de wind eroverheen gaat.

Velen zijn op de vlucht voor wat ze hebben meegemaakt. Anderen zijn op de vlucht voor de consequenties van hun daden. Stilte. Geheimzinnig gedoe. Gecodeerde berichten en nooit een nacht op dezelfde plek. Een stroom mannen begeeft zich van Duitsland naar Denemarken en verder naar Zweden. Helpende handen verschaffen hun onderweg voedsel en slaapplaatsen.

Quisling (midden) tijdens de achtste nationale partijbijeenkomst in het Bislettstadion (1942)
Quisling (midden) tijdens de achtste nationale partijbijeenkomst in het Bislettstadion (1942)
Per Engdahl wil zijn paspoort terug. Dat wordt hem geweigerd en hij zit opgesloten in zijn eigen land, dat hij wil houden zoals het is én uitbreiden zodat de grenzen worden doorbroken. Een tegenstrijdig visioen, maar hij zal er hard voor werken om het te realiseren. De Zweedse geheime dienst classificeert hem als nazi, en nadat hij tijdens de oorlog een bezoek aan Vidkun Quisling in Noorwegen heeft gebracht en vervolgens een reis heeft gemaakt naar Finland, waar hij een aantal hooggeplaatste vertegenwoordigers van de Wehrmacht heeft ontmoet, wordt zijn pas ingenomen. Ondanks diverse pogingen laat teruggave op zich wachten – dus laat hij anderen naar hem toe komen, naar Malmö.

Hij heeft trouwe medewerkers die voor hem reizen en regelen. Er zijn nauwelijks documenten bewaard gebleven en in de nagelaten papieren staan maar een paar namen. Je moet omwegen bewandelen om informatie bijeen te sprokkelen en erachter te komen wat er is gebeurd in deze maanden die bij elkaar het jaar 1947 vormen, een tijd waarin alles mogelijk leek omdat alles al was gebeurd.

Ze komen uit heel Europa. De meesten hebben in ss-divisies aan het oostfront gevochten, maar er is ook een groot aantal Balten die het risico lopen dat ze worden uitgeleverd aan de Sovjet-Unie. Ze hebben allemaal hulp nodig om de gevolgen van hun oorlogsdaden te ontlopen, en de man zonder paspoort vangt hen op.

Per Engdahl is de leider van de Zweedse fascisten, maar de witte stroom vluchtelingen die voor hulp bij hem aanklopt, wil hij buiten de beweging houden, in alle discretie en met codenamen. Om die reden wordt zijn eigen woning aan Mäster Henriksgatan 2 in Malmö een centraal punt voor deze activiteit en krijgt de ontvangst een literair karakter, omdat de fascist, die ook poëzie schrijft, als codewoorden voor vluchteling, schuilplaats en verplaatsing boektitels gebruikt – allemaal om de Zweedse politie in het ongewisse te houden.

Briefkaart met afbeelding van Joseph Goebbels, ca.1942
Briefkaart met afbeelding van Joseph Goebbels, ca.1942
Hoeveel mensen komen er? Dat is onduidelijk. Wie zijn het? Dat is onbekend. Maar onder deze duizenden mannen die op de vlucht zijn, zijn er enkele die méér worden dan een naam, misschien wel een vriend. Zoals professor Johann von Leers, de rechterhand en protegé van minister van Propaganda Goebbels, een van de invloedrijkste ideologen achter de haatpropaganda van de nazi’s. Binnen de nazistische leiding een wilskrachtige en betrokken Jodenhater. Een grote naam, een grote prooi. Von Leers werd door Amerikaanse troepen gevangengenomen en in Darmstadt geïnterneerd, maar is na achttien maanden gevlucht. Daarna zijn de sporen vaag en tegenstrijdig. Een paar jaar lang slaagt hij erin uit het zicht te blijven, maar vast staat dat hij in 1950 weer opduikt in Buenos Aires. Er zijn mensen die beweren dat hij zich jarenlang in Noord-Duitsland heeft schuilgehouden, anderen beweren dat hij incognito in Italië heeft geleefd.

Duidelijk is dat hij eind 1946 naar de oude koopmansstad Flensburg gaat, zo’n tien kilometer van de Deense grens. Daar wordt hij opgevangen door een Deense ss-vrijwilliger, Vagner Kristensen, die hem een kleine tien kilometer verderop brengt, naar het Deense dorp Padborg. ‘We voerden de vluchtelingen langs een pad, door een moeras en dan de grens over.’
De jonge Kristensen mag Johann von Leers wel – ze zouden contact blijven houden – en begeleidt zijn nieuwe vriend verder door Denemarken naar Kopenhagen, waar anderen het overnemen en een boot regelen over de Sont. ‘Toen ik niet kon reizen moesten ze naar mij toe komen,’ zou Engdahl zich later met een zekere trots herinneren, maar hij zorgde er wel voor dat hij geen enkele naam noemde.

Voor zo’n duizend van de nazi’s die op de vlucht zijn, kunnen Engdahl en zijn kameraden werk regelen. Scheepswerf Kockum en rekenmachineproducent Addo nemen ze graag in dienst, onder de voorwaarde dat Engdahl er niets over schrijft in zijn blad Vägen framåt, De weg voorwaarts. Iedereen begrijpt waar het om gaat: wel daadkracht, maar geen schijnwerpers.

Per Engdahl: dichter, journalist, fascistenleider. De politie in Zweden beschouwt hem als de feitelijke grondlegger van het Zweeds nazisme. ‘Al voor de oorlog stond hij erom bekend dat hij de Zweedse nazi was met de beste connecties binnen het internationale nazisme. Hij was persona grata in Berlijn en Rome. […]
Eind 1945 nam Engdahl al contact op met de in het buitenland overgebleven nazistische en fascistische cellen,’ schrijft Statspolisen, het centrale politieorgaan, in een samenvatting uit de vroege jaren vijftig.

Rome

‘Samen richten ze Movimento Sociale Italiano op, een beweging die op dezelfde denkbeelden en idealen is gebaseerd als de fascistische partij van Mussolini.’

Een paar dagen voordat 1946 in 1947 overgaat, komen vijf mannen op de Viale Regina Elena in Rome bijeen. Een journalist, een archeoloog, een accountant, een vakbondsleider en een man die beweert dat hij de buitenechtelijke zoon van Benito Mussolini is. Samen richten ze Movimento Sociale Italiano op, een beweging die op dezelfde denkbeelden en idealen is gebaseerd als de fascistische partij van Mussolini. De msi verwerft algauw een flink aantal aanhangers en grote geldbedragen uit privédonaties. Al na een maand worden er in heel Italië lokale afdelingen opgericht en kan de beweging starten met haar aanvallen op de democratie en het tegenwerken van het communisme. Maar niet alleen in Italië. Het doel is ook een nieuw Europa.

Falangisten in Spanje, peronisten in Argentinië, Britse fascisten onder leiding van Oswald Mosley, neonazi’s die illegaal in Wiesbaden bijeenkomen onder leiding van Karl-Heinz Priester. En Per Engdahl in Zweden. Onder de oppervlakte zitten ze, en terwijl de wereld een andere kant op kijkt, roeren ze zich. Nu al zetten ze een goedgeorganiseerde onderlinge koeriersdienst op om de paspoort-, visum- en valutabeperkingen te omzeilen. Het zal niet lang meer duren voordat de mannen nader tot elkaar komen, zelfs een bondgenootschap sluiten. De samengebalde stilte van een slinger voordat die terugvalt.

Polen

Conferentie van Jalta (1945)
Beroemde foto van Churchill, Roosevelt en Stalin, tijdens de conferentie van Jalta (1945). Twee maanden voor de dood van de Amerikaanse president
Op 19 januari zijn er verkiezingen in Polen, maar de afgelopen weken zijn er een half miljoen mensen aangeklaagd wegens collaboratie met de nazi’s en voor straf is hun het stemrecht ontnomen. Vlak voor de verkiezingen worden er meer dan 80.000 leden van de anticommunistische partij Polskie Stronnictwo Ludowe gearresteerd. Rond honderd van hen worden door de Poolse geheime dienst vermoord. Het gevolg is dat de communisten een monsterzege behalen. Tijdens de conferentie van Jalta in 1945 heeft Stalin vrije verkiezingen in Polen beloofd, maar het meerpartijenstelsel krijgt deze dag de doodsteek.

Al-Mahmudiyah

De zoon van een Egyptische horlogemaker, Hassan Al-Banna, zou de tijd in de richting van de islam willen draaien. Ooit was hij een leergierig kind, eigenzinnig en wilskrachtig als zijn moeder maar extroverter dan zijn vader. In zijn vaders werkplaats, waar zwijgende wijzerplaten op wijzers wachtten, tandwieltjes lagen te glimmen in doosjes, en het geluid van een gerepareerd klokje in wezen de beloning voor de moeite was, werd de tijd van de wereld afgesteld. Het duidelijke en regelmatige getik stond er garant voor dat zowel voorwerp als tijd van wanorde naar orde, van chaos naar controle was teruggebracht.

Buiten de muren van zijn vaders werkplaats lag Egypte met zijn korenvelden, met mannen die gebukt gingen onder de minachtende blikken van de Britten. Een onvrij land. En even dicht opeen als de korenaren op de akkers stonden de verzen in de Koran.

1947
1947 – Elizabeth Asbrink
Ook de jongen leerde het ambacht. Een verblijf in een ruimte vol klokken maakt van het uur zowel een vriend als een vijand. Een uurwerk uit elkaar halen, het inwendige nauwkeurig bekijken om de tijd vervolgens opnieuw te laten lopen, maakt die tijd tot een kracht die je kunt beheersen.

Parijs

Een vliegtuig met Simone de Beauvoir stijgt op naar New York. Er zitten maar tien passagiers in een toestel met veertig zitplaatsen, dus aan boord voelt ze zich al verloren. Het is alsof ze haar leven in Parijs achter zich laat. Iets anders, iets nieuws, zal zich openbaren en daar zal ze een ander mens van worden. Het vliegtuig is in de lucht. Het is 25 januari. Ze schrijft:

‘Ik ben nergens. Ik ben ergens anders. Hoe laat is het?’

~ Elisabeth Åsbrink
Vertaling: Janny Middelbeek-Oortgiesen

Boek: 1947. Hier begint het heden – Elisabeth Åsbrink

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×