Ontstaan en oorzaken van de Eerste Wereldoorlog

30 minuten leestijd
Verdediging van Antwerpen in 1914
Verdediging van Antwerpen in 1914

De Eerste Wereldoorlog was een der verschrikkelijkste oorlogen uit de geschiedenis vooral ook omdat de strijdende partijen al heel snel in een soort dodelijke omstrengeling terechtkwamen van waaruit ze zich gedurende bijna vier jaren, niet meer konden losmaken.

Na een aanvankelijk snelle opmars van de Duitsers lagen gigantische legers in haastig gegraven loopgraven tegenover elkaar in een linie die liep van de Zwitserse grens tot aan de Noordzee over een breedte van soms maar enkele kilometers. Bij verwoede aanvallen over en weer lieten miljoenen soldaten het leven zonder dat ook maar een meter terreinwinst werd gerealiseerd. Een hele generatie jonge mensen bloedde letterlijk op het slagveld dood.

In totaal, u weet het, kostte de Eerste Wereldoorlog ruim 30 miljoen doden, gewonden en vermisten, verdwenen keizerrijken en koninkrijken en veranderde de wereld totaal van aanzien. Ze zette verder een proces in gang dat al snel (zo’n 20 jaar later) tot een nog vreselijker oorlog zou leiden, de Tweede Wereldoorlog met wederom miljoenen en miljoenen slachtoffers.

Hoe kon dat allemaal gebeuren? Hoe was het mogelijk dat de mensheid zichzelf zo uitroeide en vernietigde? Een vraag die ook vandaag de dag nog recht overeind staat want als we bezien hoe de wereld zich ontwikkelt, ik denk daarbij dan aan de financiële crisis, de economische crisis, de Europese crisis, de godsdienstcrisis, de milieucrisis, de crisis in Afrika en in de Arabische landen enzovoort enzovoort, dan lijkt me een volgende wereldoorlog welhaast voorspelbaar, maar daarover zal ik het nu maar niet hebben.

Voor wat het ontstaan van de Eerste Wereldoorlog betreft heb ik een wat andere visie dan de doorsnee historicus en ik wil u daar hier graag iets over vertellen. Vóór ik dat echter doe, wil ik graag eerst nog een opmerking maken.

Vraagt men de doorsnee burger in Nederland wie schuldig was aan het ontstaan van de Eerste Wereldoorlog, dan noemt men over het algemeen Duitsland als de grote schuldige. Als goede tweede hoort men vaak ook de mening dat alle landen een beetje schuldig waren maar Duitsland, en in elk geval de Duitse keizer, toch wel het meeste. Tenslotte zijn er dan nog enkelingen die vinden dat het moeilijk is de ware schuldige aan te wijzen omdat die oorlog eigenlijk onvermijdelijk zou zijn geweest! Graaft men wat dieper, dan wordt vaak het feit dat Duitsland trachtte Groot-Brittannië voorbij te streven door het bouwen van een grote oorlogsvloot, de oorlogszuchtige taal van de Duitse keizer, de Duitse buitenlandse politiek die steeds probeerde het machtsevenwicht in de wereld te verstoren en de Duitse lust naar Weltmacht en werelddominantie, als voorname redenen genoemd.

De Andere Waarheid – Hans Andriessen
De Andere Waarheid – Hans Andriessen
Waar men echter veel minder over spreekt, is bijvoorbeeld het feit van de Britse werelddominantie, de Britse zucht tot uitbreiding van haar koloniale rijk, de Britse buitenlandse politiek die geen concurrentie wenste, de Britse tegenwerking toen Duitsland trachtte zich op vreedzame wijze een plaats op de wereldmarkt te veroveren. Ook hoort men heel weinig over de Franse manipulaties in bijvoorbeeld Algerije en later in Marokko en nog minder over de aard en strekking van de Frans Russische geheime militaire alliantie, die toch de vernietiging van Duitsland als doelstelling had. Ook over de rol van Rusland in die tijd, bij haar machtspolitiek op de Balkan om maar niet te spreken van de rol van Servië dat in die Russische politiek een zeer kwalijke rol heeft gespeeld, uitmondend in de moord op de Oostenrijk-Hongaarse troonopvolger Franz Ferdinand en zijn echtgenote, met alle gevolgen van dien.

Welnu, juist daarom wil ik die, veel minder bekende, kant van de zaak voor het voetlicht brengen.
Onvermijdelijk betekent dat, dat ik, mede gezien de ruimte die ik ter beschikking heb, de Duitse rol in het conflict voor een groot deel buiten beschouwing moet laten. Die rol was natuurlijk ook essentieel maar hier heb ik het dus voornamelijk over de rol van de andere aan die oorlog deelnemende landen. Wilt u een totaalbeeld krijgen van de oorzaken die tot het ontstaan van de Eerste Wereldoorlog hebben geleid, dan mag ik u misschien verwijzen naar mijn boek “De andere waarheid” waarin de rol van alle betrokken landen uitvoerig wordt behandeld.

‘Voorspel’

De Eerste Wereldoorlog dus en de rol die de entente-landen daarbij speelden. We moeten dan even terug naar een ver verleden, naar 1870 om precies te zijn. Frankrijk verklaarde de oorlog aan Pruisen (ja u hoort het goed: Frankrijk verklaarde de oorlog aan Pruisen en niet andersom) omdat een Pruisische prins zich kandidaat had gesteld voor de vacante Spaanse troon. Frankrijk eiste van de koning van Pruisen dat die dit zou verbieden en toen de koning daar gehoor aan gaf en de prins zich terug trok, eiste Napoleon III dat Pruisen zou beloven nooit een Pruisische prins op de Spaanse troon te zullen toelaten. Dit kon de Pruisische koning natuurlijk niet beloven en dat was aanleiding voor Frankrijk om Pruisen de oorlog te verklaren. Dat had Frankrijk beter niet kunnen doen want in een serie hevige veldslagen werd het Franse leger in de pan gehakt en keizer Napoleon III gevangen genomen (hij stierf enkele jaren later in ballingschap) En, wat nog erger was, in de Spiegelzaal te Versailles werd het Duitse Rijk uitgeroepen en de Pruisische koning, Wilhelm, tot Keizer van Duitsland benoemd. Tot overmaat van ramp lijfde Duitsland ook nog de rijke Franse provincies Elzas Lotharingen, provincies die overigens enkele eeuwen eerder door de Fransen van Duitsland waren afgenomen, weer bij het Duitse Rijk in.

De spiegelzaal van het Kasteel van Versailles (cc - Myrabella)
De spiegelzaal van het Kasteel van Versailles (cc – Myrabella)

In de kern komt het er op neer dat het Duitse Rijk (Bismarck) door een serie geheime verdragen met de toenmalige giganten Rusland en Oostenrijk-Hongarije, een Europees blok vormde dat zo enorm sterk was dat welhaast niemand het in z’n hoofd zou halen die macht aan te vallen. Direct na de Frans Pruisische oorlog had Bismarck er zo voor gezorgd dat Frankrijk als supermacht zou zijn uitgeschakeld en geïsoleerd raakte. Hij wilde met die geheime verdragen voorkomen dat Frankrijk bondgenoten zou vinden en nog ooit een bedreiging voor Duitsland zou kunnen worden. U ziet, dat leek hem aardig te zijn gelukt. Maar Bismarck, de grondlegger van het Duitse Rijk en de man die deze enorme macht had samengesmeed, had natuurlijk ook niet het eeuwige leven. De door hem gesloten geheime verdragen waren dan wel briljant, maar men kon op z’n vingers natellen dat op een goede, of zo u wilt kwade dag, die geheime verdragen zouden worden opengebroken en dat gebeurde dan ook. Na een ruzie met de jonge Duitse keizer Wilhelm II, waarbij deze overigens het gelijk, in tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, wel degelijk aan zijn kant had (Bismarck ontpopte zich al snel als een alleenheerser die zich niet ontzag de keizer, achter z’n rug om, tegen te werken en later, na z’n ontslag er zelfs niet voor terugschrok staatsgeheimen te laten uitlekken) of het geheime verdrag met Rusland werd door Bismarck’s opvolger, Caprivi, niet verlengd. (De keizer kon niet anders dan zich daarmede akkoord verklaren) De reden tot die beslissing was dat Caprivi er achter kwam dat het verdrag in strijd was met de bepalingen uit het geheime verdrag met Oostenrijk-Hongarije.

Bismarck had in het geheim aan Rusland beloofd neutraal te zullen blijven als dat land de Turkse Zeestraten zou bezetten (ik kom daar nog nader op terug) en dat was een flagrante schending van de eveneens geheime afspraken met Oostenrijk Hongarije waarin juist het tegendeel geregeld was. Bismarck had daar geen probleem mee gehad, hij nam het niet zo nauw en dacht: ”Komt tijd,komt raad”. Maar Caprivi nam verdragen wel degelijk zeer serieus. Hij was vooral bang dat Rusland Duitsland zou kunnen chanteren als ze, als haar dat zo zou uitkomen, de geheime clausule zou laten uitlekken. Duitsland zou dan natuurlijk in grote problemen komen. Hoe het ook zij, zodra Frankrijk in de gaten kreeg dat het bondgenootschap tussen Rusland en Duitsland niet meer bestond probeerde het Rusland over te halen nu zo’n verdrag met haar te sluiten. In 1893 lukte dat en sloten beide landen een geheim militair verdrag dat in de grond gericht was tegen Duitsland. De betekenis van deze geheime militaire alliantie was enorm zoals uit bijgaand kaartje heel duidelijk te zien is:

Bron: BBC
Bron: BBC

U ziet hier een enorme verschuiving van de machtsbalans. Ineens is de kaart van Europa totaal veranderd. Politiek gezien is het eigenlijk onbegrijpelijk dat Duitsland het verdrag met Rusland liet verlopen, hoe nobel dat ook ten opzichte van Oostenrijk-Hongarije wel was. Het niet verlengen van het verdrag betekende feitelijk het opheffen van Frankrijk’s isolement dat Bismarck zo uitermate belangrijk had gevonden. Frankrijk was ineens weer een Grootmacht en telde weer mee in de vaart der volkeren. Maar er was meer, in het Frans-Russische verdrag lag al de kiem verborgen voor het ontstaan van de Eerste Wereldoorlog. En wel hierom:

In het verdrag beloofden beide landen elkaar militair te steunen als een van beiden door een derde land werd aangevallen. Dat klinkt vrij onschuldig en redelijk maar was dat ook zo? Ik zei het al, Frankrijk had een motief om zich met bondgenoten te omringen, het wilde Elzas Lotheringen terug maar kon dat militair gezien nooit op eigen kracht realiseren en zocht daarom aansluiting bij een sterke partner waarmee ze haar doel wel hoopte te kunnen realiseren. Maar gold dat dan ook voor Rusland? Waarom zou Rusland, dat al die jaren een verbond met Duitsland had, zich nu plotseling agressief tegen dat land willen keren?
Het motief voor Rusland was tweeledig:

– Het eerste was dat Rusland de Balkan als haar interessegebied beschouwde, als haar achtertuintje als het ware. Ze kwam daarbij steeds meer Oostenrijk-Hongarije tegen die dezelfde interesse had. Men wist dat Duitsland en Oostenrijk-Hongarije bondgenoten waren en dat als Rusland op de Balkan iets zou willen, ze automatisch Oostenrijk en dus ook Duitsland tegen zou komen.

– Het tweede en mogelijk nog belangrijker motief was dat het na de Krimoorlog van 1856 voor Russische oorlogsschepen de doortocht vanuit de Zwarte Zee door de Turkse zeestraten, de Dardanellen en Bosporus dus, naar de Middellandse Zee verboden was. Daardoor lag de Russische Zwarte Zeevloot opgesloten in de Zwarte Zee. U weet dat tijdens de Russisch-Japanse oorlog van 1904, de Russische vloot helemaal buitenom naar Japan moest varen omdat de veel kortere weg via de Middellandse Zee voor haar gesloten was. Wilde Rusland in die situatie verandering brengen, dan had ze daarvoor de medewerking van de andere Grootmachten nodig en Frankrijk had zich tijdens de onderhandelingen over het verdrag bereid getoond die medewerking, als de tijd rijp was, te verlenen.

U begrijpt dat het voor Rusland dus aantrekkelijk was om met Frankrijk tot samenwerking te komen, temeer daar Oostenrijk-Hongarije die bereidheid met betrekking tot de zeestraten, duidelijk niet had.

We zien nu het ontstaan van twee nieuwe machtsblokken. Aan de ene kant Frankrijk en Rusland, aan de andere kant Duitsland en Oostenrijk-Hongarije en natuurlijk was er dan ook nog het machtige Britse imperium dat de ontwikkelingen met argusogen volgde. Significant hierbij was dat Frankrijk het Duitse Rijk als haar aartsvijand nummer één beschouwde terwijl Rusland diezelfde gevoelens koesterde ten opzichte van Oostenrijk-Hongarije. Een oorlog tussen twee van die landen, bijvoorbeeld tussen Oostenrijk-Hongarije en Rusland, zou als gevolg van de bondgenootschappen die men gesloten had, dus een oorlog betekenen tussen de twee machtsblokken. Maar het zou nog ingewikkelder worden.

Wankele Driebond

Medaille van de Driebond met de beeltenis van Wilhelm II, Umberto I en Franz Joseph I. - cc
Medaille van de Driebond met de beeltenis van Wilhelm II, Umberto I en Franz Joseph I. – cc
Italië, dat zich bedreigd voelde door de groeiende macht van Frankrijk in Noord-Afrika, waar het overigens zelf ook z’n oog op had laten vallen, zocht aansluiting bij het bondgenootschap van Duitsland en Oostenrijk-Hongarije. In 1882 trad ze tot dat bondgenootschap toe en zo ontstond de Triple Alliance of Driebond. Maar in 1902, toen de spanningen tussen Italië en Frankrijk weer wat waren verminderd, wist Frankrijk Italië met mooie woorden en afspraken over de verdeling van beider invloedssferen in het Middellandse Zeegebied, over te halen om ook met haar een geheim verdrag te sluiten, een niet-aanvalsverdrag, en dat was natuurlijk totaal in strijd met het tussen Italië, Duitsland en Oostenrijk-Hongarije gesloten Driebondsverdrag.

Italië at dus van twee walletjes. Voor Frankrijk was dit verdrag echter een diplomatieke zege van formaat. Tijdens een eventuele oorlog met Duitsland had ze van Italië immers niets meer te vrezen en behoefde ze dus ook geen troepen aan de Frans-Italiaanse grenzen te stationeren en die troepen zouden derhalve vrij komen voor inzet elders. De Driebond daarentegen had een verrader in huis en zou dat waarschijnlijk pas merken als het te laat was.

Toch voelde Frankrijk zich nog steeds niet sterk genoeg om te trachten Elzas Lotharingen met militaire middelen terug te nemen. Ze zocht naarstig verder naar nieuwe bondgenoten. Zoekt en gij zult vinden luidt een oude Bijbelse spreuk. Ik weet niet of de toenmalige Franse staatslieden zo Bijbelvast waren maar ze brachten deze spreuk wel in de praktijk. Ze zochten en ze vonden die extra bondgenoot, en wel in Groot-Brittannië.

Groot-Brittannië had de “Splendid Isolation” politiek juist verlaten. Het was bezig z’n problemen met Rusland over Perzië en Azië op te lossen en keek tegelijk met argusogen naar Duitsland, een Duitsland dat een economische macht van jewelste aan het worden was, een Duitsland ook dat grondstoffen nodig had voor haar snel groeiende industrie, een Duitsland tenslotte dat zich onder keizer Wilhelm II steeds meer als een Europese macht manifesteerde en de behoefte kreeg aan een eigen handelsvloot om de stroom van producten van en naar het land te kunnen vervoeren. Dat vervoer geschiedde nog steeds voornamelijk met schepen van de Britse koopvaardij en Duitsland werd daarmee steeds afhankelijker van Groot-Brittannië. Het besloot dan ook een eigen koopvaardijvloot te gaan bouwen, ze werd een enorme concurrent van Engeland en exporteerde in een aantal gevallen, meer naar voorheen zuiver Britse exportlanden dan Engeland zelf. Dat namen de Britten hen natuurlijk niet in dank af.

Duitse oorlogsvloot

De tegenstellingen werden echter pas echt duidelijk toen Duitsland ter bescherming van haar handelsroutes en koloniën begon te denken aan een eigen grote oorlogsvloot. Tot op dat moment was Duitsland voor de ontwikkeling van haar economie, voor het verkrijgen van koloniën en voor de aanvoer van grondstoffen, in feite voornamelijk afhankelijk geweest van de goodwill van Engeland. Daar wilde men verandering in brengen. Een eigen oorlogsvloot die in staat zou zijn de eigen koopvaardij, de handelsroutes, de aanvoer van grondstoffen en de koloniën naar behoren te kunnen beschermen. Zo’n vloot zou verder groot genoeg moeten zijn om andere landen af te schrikken Duitsland niet lichtzinnig aan te vallen of een blokkade tegen haar op te werpen op zee. Een grote oorlogsvloot, zo dacht men, zou eventuele aanvallers nog wel eens even doen nadenken alvorens naar de wapenen te grijpen.

Een eskader van de Duitse Hochseeflotte
Een eskader van de Duitse Hochseeflotte

Even terzijde. De Duitse oorlogsvloot werd niet gebouwd om Engeland aan te vallen, zelfs niet met de bedoeling om een grotere vloot te verkrijgen dan Engeland zoals zo vaak is beweerd en tenslotte ook niet om agressie mee te plegen. Maar wilde Duitsland zich economisch kunnen ontwikkelen, dan was een oorlogsvloot, zeker in die dagen waarbij het voeren van een buitenlandse politiek zonder de ondersteuning van een krachtige vloot onmogelijk werd geacht, een absolute must.

Toch had de bouw van een grote oorlogsvloot wel degelijk consequenties want Engeland, dat Duitsland als een economische bedreiging begon te zien, begon haar politiek van splendid isolation nu langzaam maar zeker overboord te zetten. Ook dit land ging nu omzien naar een bondgenoot op het vaste land en, u begrijpt het al, Frankrijk leek daartoe een goede keus.

“De grootmacht die als eerste een algemene mobilisatie zou uitroepen, besloot definitief tot het starten van de oorlog.”

In 1904 kwam het tot een overeenkomst en ontstond de Frans-Britse entente, een ogenschijnlijk vreedzame en slechts op handel gericht verdrag. Ogenschijnlijk, omdat beide landen al in 1904 begonnen waren met uiterst geheime militaire besprekingen over samenwerking in geval van oorlog met Duitsland. Die besprekingen werden overigens gevoerd zonder dat het Britse parlement en zonder dat de meeste Britse ministers daarvan op de hoogte waren. Jaarlijks kwamen hoge Britse en Franse militairen bijeen en vervolmaakten het samenwerkingsplan en het is wellicht interessant te vermelden dat nog in juni 1914, twee maanden voor dat de oorlog uitbrak, Britse en Franse officieren in Frankrijk, nabij Amiens, voorbereidende mobilisatieoefeningen hielden waarbij de landing van een Brits expeditieleger in België en Frankrijk werd geoefend, compleet met de vaststelling van de tijd en plaats van ontscheping, het vervoer van de Britse troepen per trein naar hun oorlogsbestemming en zelfs de maaltijden en verversingen die hen daarbij zouden worden verstrekt en dat alles zonder medeweten van het Britse parlement en de meerderheid van de Britse regering.

Het zal u niet verwonderen dat Engeland, na de ondertekening van het entente-verdrag met Frankrijk, nu ook toenadering tot Rusland zocht. In 1909 bezocht de Britse koning Rusland en in zijn gevolg nam hij enkele hoge officieren mee. Bij die gelegenheid werd de fundering gelegd voor een mogelijke militaire samenwerking tussen Engeland en Rusland als er een oorlog zou uitbreken met Duitsland. Vlak voor het uitbreken van die oorlog voerden beide landen nog besprekingen over een marineverdrag en werden afspraken gemaakt over hulp van de Britse Marine in de Botnische golf als de Duitsers daar zouden aanvallen. Zo was de politieke situatie in Europa in enkele jaren drastisch gewijzigd en duidelijk niet ten gunste van Duitsland. Er waren vóór 1914 dus een aantal landen die al dan niet geheime bondgenootschappen met elkaar hadden gesloten en die zich op oorlog aan het voorbereiden waren. Zo’n oorlog zou er zeker komen, zo dacht men en daarbij wilde men dan zo sterk mogelijk voor de dag kunnen komen. Waarom was men er in die tijd zo zeker van dat zo’n oorlog moest worden verwacht? Het hier volgende kaartje geeft daar mogelijk een indruk van:

De Frans-Pruisische oorlog en zijn gevolgen

U ziet, een wir-war van verdragen, allemaal strikt geheim, allemaal bedoeld om zo sterk mogelijk te zijn als die oorlog zou uitbreken en dat die oorlog zou uitbreken, daar was men zeker van. Wat waren dan toch wel de motieven, zult u zich misschien afvragen? Wellicht geeft het volgende schema u daar een antwoord op:

motieven

Ja, zult u misschien zeggen, maar al die verdragen waren toch defensieve verdragen? Elk verdrag begon toch met een artikel dat het enige doel er van was de vrede te verzekeren en/of te handhaven? Ja, maar dat is dan maar hoe je er tegenaan kijkt. Wat het allemaal wel defensief? Laten we eens een blik werpen op het geheime Frans-Russische militaire verdrag van 1894. In artikel 1 lezen we:

“Frankrijk en Rusland, gedreven door de wens de vrede te handhaven en slechts tot doel hebbende voorbereid te zijn op de eventualiteit van een niet door hen geprovoceerde aanval door de landen van de Driebond (Duitsland,Oostenrijk-Hongarije of Italië) gezamenlijk of van een van hen, zijn de volgende maatregelen overeengekomen”.

Dat klinkt natuurlijk onschuldig genoeg, de wens de vrede te handhaven, niet geprovoceerde aanval enzovoort. Ik neem u dan echter mee naar artikel twee, luidende:

“Indien de strijdkrachten van de Driebond, of van een van de landen die daartoe behoren, gaan mobiliseren, dan zullen Rusland en Frankrijk, op het eerste bericht daarvan, eveneens onmiddellijk en gelijktijdig hun gehele strijdmacht mobiliseren en zo dicht mogelijk naar de grenzen transporteren”.

En artikel 3 vervolgt dan:

“De strijdmacht die tegen Duitsland zal worden ingezet zal aan Franse kant 1,3 miljoen man bedragen en aan Russische kant 700 a 800.000 man. Deze troepen zullen dan met de meeste spoed de strijd aanbinden zodat Duitsland gelijktijdig op 2 fronten zal moeten vechten, in het oosten en in het westen”.

Het significante van deze twee artikelen zit hem nu in het feit dat Frankrijk en Rusland toen al, in 1894, besloten dat zodra een van de landen van de Driebond zijn leger mobiliseerde, dit definitief als een oorlogsverklaring zou worden opgevat. Frankrijk en Rusland zouden dan onmiddellijk hetzelfde doen om dan niet eerst nog rustig af te wachten wat er zou gebeuren maar direct en onmiddellijk Duitsland aan te vallen, ook als Duitsland zelf nog helemaal niet zou hebben gemobiliseerd. De grootmacht die als eerste een algemene mobilisatie, niet te verwarren met een beperkte mobilisatie, zou uitroepen, besloot definitief tot het starten van de oorlog. Dat was een door iedereen erkend axioma.

Het gevolg zou zijn dat, stel dat Oostenrijk-Hongarije als eerste zou gaan mobiliseren, Frankrijk en Rusland niet alleen onmiddellijk Oostenrijk, maar direct ook Duitsland zouden aanvallen, ook als Duitsland die oorlog zelf bijvoorbeeld niet wilde. Dat klinkt natuurlijk vreemd maar zo vreemd is dat nu ook weer niet want men wist dat er een militair verbond was tussen Duitsland en Oostenrijk en dat als Oostenrijk zou worden aangevallen, Duitsland onmiddellijk ter hulp zou moeten snellen dus een aanval op Duitsland zag men dan als onvermijdelijk. Sterker nog, het doel van de Frans-Russische alliantie was de vernietiging van Duitsland, niets meer en niets minder. Dat blijkt uit de notulen van de jaarlijkse stafvergaderingen tussen de Franse en Russische generale staven. We lezen in die van 1913:

“De twee chefs van Staven bevestigen de afspraken van de vorige vergaderingen van 1911 en 1912 waarin volledige overeenstemming werd bereikt met betrekking tot de gezamenlijke doelstelling, namelijk de vernietiging van de Duitse legers.”

De betekenis van de Russische algemene mobilisatie

Tsaar Nicolaas II
Tsaar Nicolaas II
Een belangrijk facet van de drie artikelen uit de notulen van het Frans-Russische stafverslag van 1913 die ik aan u voorlas, is het feit dat hieruit duidelijk werd dat als dus een van de landen van de Driebond de algemene mobilisatie zou uitroepen, dit voor Rusland en Frankrijk direct eveneens tot mobilisatie zou leiden en oorlog dan dus een feit zou zijn. Het ging er nu dus om welk land als eerste de algemene mobilisatie zou uitroepen!. Dat feit werd nog eens onderstreept door de Russische generaal Obruchev die in een nota aan zijn minister van Oorlog schreef:

“Succes op het slagveld is afhankelijk van wie het snelst de grootste hoeveelheid manschappen op het slagveld kan brengen, derhalve kan mobilisatie niet langer gezien worden als een handeling om de vrede te bewaren maar moet ze integendeel beschouwd worden als de meest duidelijke oorlogsdaad. Mobilisatie is dus het begin van de feitelijke oorlogshandeling en zodra tot mobilisatie is besloten zullen diplomatie activiteiten uitgesloten moeten worden. De minister moet zich dan ook realiseren dat, gezien de huidige spanningsvelden in Europa, het praktisch onmogelijk is de oorlog op het continent nog gelokaliseerd te houden.”

Dat het uitroepen van de algemene mobilisatie echt oorlog betekende wordt nog duidelijker uit het bevel van de Tsaar van 11 april 1912 dat luidde:

“Zodra de troepen het telegrafisch mobilisatiebevel zullen ontvangen wegens politieke verwikkelingen aan de westgrenzen, dan moet dat bevel tegelijkertijd worden beschouwd als een bevel tot het openen van de vijandelijkheden tegen Duitsland en Oostenrijk-Hongarije.”

Duidelijker kan het haast niet! Zo’n mobilisatiebevel zou de facto dus alleen worden gegeven als de tegenstander als eerste zou mobiliseren. Dat was dus de casus belli.

Zoals gezegd, het ging er dus om welk land nu uiteindelijk als eerste ging mobiliseren en het was natuurlijk de bedoeling het zo te regelen dat de vijand dat als eerste zou gaan doen en dus als de schuldige kon worden aangemerkt. Tot grote schrik echter van Frankrijk, en tegen alle afspraken in, bleken de haviken in Rusland het van de gematigden te winnen en ging Rusland als eerste land mobiliseren en derhalve was het dat land dat de definitieve beslissing nam tot het starten van de oorlog.

In de periodieke stafbesprekingen tussen de Fransen en Russen was namelijk een geheel ander plan opgesteld. Men wilde de tegenstander dwingen om als eerste te mobiliseren waardoor die automatisch de schuld van het ontstaan van de oorlog zou krijgen. De zojuist geciteerde twee artikelen boden daartoe alle kans. Frankrijk en Rusland konden immers, op een door hen vast te stellen moment, bij voorkeur op de Balkan, zonder moeite een incident uitlokken. Als dan een der Driebondlanden Oostenrijk, Italië of Duitsland daarbij zou gaan mobiliseren, dan gaf dat Frankrijk en Rusland een reden dat zelf ook te doen en, mede als gevolg van het bevel van de Tsaar, direct tot vijandelijkheden, tot de aanval over te gaan.Zo’n incident zou men natuurlijk pas uitlokken als men zelf geheel klaar zou zijn om een oorlog te voeren. In de Balkan lag de conflictstof inmiddels al hoog opgestapeld. Men behoefde alleen maar de lont aan te steken om een oorlog te doen ontstaan, bijvoorbeeld tussen Servië en Oostenrijk, twee landen die bijna bij voortduring in grote onmin met elkaar leefden. Er behoefde maar iets te gebeuren en Oostenrijk zou gaan mobiliseren en Servië aanvallen. Zo’n mobilisatie van Oostenrijk zou dan definitief oorlog met Frankrijk en Rusland tot gevolg hebben waarin dan uiteraard Duitsland ook direct betrokken zou raken. Als Oostenrijk Servië zou aanvallen dan zorgde het verdrag tussen Rusland en Servië er immers voor dat Rusland in die oorlog betrokken raakte en door het verdrag tussen Rusland en Frankrijk dus ook direct Frankrijk. Aan de andere kant, door het verdrag tussen Duitsland en Oostenrijk zou ook Duitsland in die oorlog verwikkeld raken en zo was het plaatje dan rond.

Ik heb al gewezen op het feit dat Frankrijk en Rusland beiden een motief hadden om oorlog te voeren. Voor Frankrijk was dat het terugwinnen van Elzas Lotharingen, voor Rusland haar positie op de Balkan (die bedreigd werd door Duitslands bondgenoot Oostenrijk-Hongarije) en haar wens tot een vrije doorgang door de Bosporus en de Dardanellen.

Maar inmiddels had Engeland zich aangesloten bij dit edele tweetal. Wat was dan wel het motief van Engeland, waarom sloot ze zich bij beide landen aan? Welnu, Engeland en vooral haar minister van Buitenlandse Zaken Lord Grey, zag de groeiende economische macht van Duitsland met lede ogen aan. Door samen te werken met Frankrijk en Rusland zag hij een goede kans om zich van een gevaarlijke economische concurrent te kunnen ontdoen, een concurrent die haar positie als wereldkolonisator in gevaar bracht en die bovendien nog een grote vloot bouwde ook, hetgeen ze terecht of ten onrechte, als een rechtstreekse bedreiging van haar heerschappij ter zee beschouwde.

Britse imperialisme

Het plaatje was dus rond. Drie grootmachten, elk met een motief om zich van Duitsland te ontdoen, maar dan natuurlijk wel pas op een moment dat zijzelf daartoe sterk genoeg zouden zijn. En tot het zover zou zijn, moest de vrede zoveel mogelijk worden bewaard. Alle aandacht en alle inspanningen moesten worden gericht op dat ene heilige doel.

Zover was het echter nog niet. Met name Rusland was, na haar oorlog met Japan in 1904, militair zeer verzwakt en haar strijdkrachten moesten weer van de grond af aan worden opgebouwd. Men dacht dat het nog wel tot in 1917 zou kunnen duren voordat men weer sterk genoeg zou zijn. Maar men trof wel voorbereidingen. Met Franse financiële steun en enorme Franse leningen werden de Russische spoorwegen gemoderniseerd en verlengd zodat de Russische mobilisatie sneller zou kunnen verlopen dan de circa 2 maanden die men tot dan toe dacht nodig te hebben. In het geheim werd later nog afgesproken dat de Russen, als het zover was, binnen twee weken na het uitroepen van de mobilisatie al met een troepenmacht Oost Pruisen zou binnenvallen waardoor het Duitse oorlogsplan (dat rekende met een verschil tussen de Russische en Franse mobilisatietijd) tot in den wortel werd aangetast.

Maar ook in Frankrijk was men nog niet klaar. Het Franse volk wilde Elzas Lotharingen wel terug, maar om daarvoor oorlog te gaan voeren, dat was een andere zaak. Het ook in Frankrijk ontluikende socialisme verfoeide de oorlog en er waren vrij grote pacifistische stromingen in het land. De Franse Pers tenslotte was fel anti-Russisch en men zou daarin eerst verandering moeten brengen alvorens men het volk zover zou kunnen krijgen dat het oorlogvoeren zou accepteren. Deze kwestie werd echter voortvarend ter hand genomen. Met de Russische regering werd afgesproken dat die een deel van het geld dat ze van Frankrijk te leen kregen, weer zou terugsluizen naar de Russische ambassadeur in Parijs, Iswolski. Die zou dan, in overleg met de Franse president Poincaré, het geld doorsluizen naar de Pers en er daarmee voor zorgen dat die zich pro-Rusland en dus pro-oorlog zou gaan opstellen. Het plan gelukte volkomen en in korte tijd was de Franse pers omgeschakeld en verkondigde luidkeels de revanchegedachte.

Omkoping franse pers

En dan nu nog Groot-Brittannië. Ook dit land was nog niet geheel klaar voor de grote slag. Het land beschikte slechts over een relatief klein landleger. De Britse vloot echter was de sterkste ter wereld maar het leger was niet geschikt om een grootschalige oorlog op het continent te voeren. Daarom begon men met de opbouw van een Brits expeditieleger en in 1914 was men al in staat om snel zo’n 160.000 man en 67000 paarden, in België en Frankrijk te doen landen om zich aan de linkerflank van het Franse leger op te stellen. In 1912 werden ook afspraken gemaakt met de Franse Marine. Die trok zich geheel terug uit de Noordzee en verzamelde zich in de Middellandse Zee terwijl de Britse Marine haar eigen Middellandse Zeevloot voor het grootste deel naar de Noordzee verplaatste waarbij Frankrijk beloofd werd in geval van oorlog haar Noordzeekust te beschermen.

Zo waren de vloten van de drie grootmachten goed en efficiënt verdeeld, de Russische vloot in de Zwarte Zee, de Franse in de Middellandse Zee en de machtige Britse vloot in de Noordzee en langzamerhand was men klaar, of dacht men gereed te zijn voor het grote moment, het moment van de afrekening. Overigens, dit alles geschiedde zonder dat het Britse Parlement en zelfs zonder dat de meeste Britse ministers daarvan op de hoogte waren (dit gold ook voor het feit van de Frans-Britse militaire besprekingen en de militaire oefeningen van beide landen). Toen dan ook de oorlog op het punt van uitbreken stond en de ministers op de hoogte werden gesteld van al die regelingen en besprekingen, dreigden zes Britse ministers met aftreden. Twee van hen, Morley en Burns alsmede het Lagerhuis-lid Morel, deden dat ook daadwerkelijk.

Ik zei het al, geen van de genoemde grootmachten wilde natuurlijk naar buiten toe als de verantwoordelijke worden genoemd voor het uitbreken van de oorlog, een oorlog waarvan men wist dat ze niet gelokaliseerd kon blijven en dus zou leiden tot een wereldoorlog. Ook de eigen volkeren zouden dat waarschijnlijk niet accepteren. Er zou dus een plausibele reden moeten komen, een reden waardoor het volk een oorlog gerechtvaardigd zou vinden en z’n regering zou willen steunen. Het creëren van een incident lag daarbij dan voor de hand, een incident waarbij de tegenpartij gedwongen werd als eerste de wapenen te trekken. Zo’n land zou dan de schuld krijgen van het ontstaan van die oorlog waardoor de andere landen de edele rol van aangevallenen cq verdedigers zouden kunnen spelen.

Dat incident, u weet het, kwam er op 28 juni 1914, toen de Oostenrijk-Hongaarse troonopvolger, Aartshertog Frans Ferdinand met zijn echtgenote door Servische terroristen werden vermoord. Oostenrijk-Hongarije, dat al jaren in onmin met Servië leefde en zich door diens voortdurende terroristische activiteiten in Bosnië-Herzegovina in haar bestaan bedreigd voelde, besloot dit keer tot ingrijpen. Men aarzelde nog een maand maar op 23 juli 1914 overhandigde de Oostenrijkse ambassadeur in Servië een ultimatum dat door de Serviërs van de hand werd gewezen.

De volgende dag, vrijdag 24 juli werd het Oostenrijkse ultimatum in Rusland bekend. De Russische regering kwam onmiddellijk bijeen en besloot tot het uitroepen van een beperkte mobilisatie. Dit was natuurlijk voorbarig omdat Oostenrijk zelf nog niet had gemobiliseerd. De volgende dag, 25 juli werd het Russische besluit tot gedeeltelijke mobilisatie formeel bevestigd. Pas daarna, diezelfde avond om 21:23 uur, tekende de Oostenrijk-Hongaarse keizer het bevel tot gedeeltelijke mobilisatie tegen Servië waarbij het district Gallicië nadrukkelijk werd uitgezonderd om Rusland niet te provoceren.

Het Russische mobilisatiebevel hield de mobilisatie in van 1,1 miljoen man. Opvallend feit daarbij was dat het Russische aanvalsplan helemaal geen “gedeeltelijke” mobilisatie kende, maar uitsluitend een algemene mobilisatie. Technisch kon men geen gedeeltelijke mobilisatie uitvoeren maar de Tsaar aarzelde en wilde nog geen definitieve beslissing nemen omdat hij voor de gevolgen ervan terugschrok. Nog kon de oorlog worden voorkomen. Maar op 30 juli kondigde Rusland nu de algemene mobilisatie af, gericht niet alleen tegen Oostenrijk maar nu ook tegen Duitsland. Oostenrijk had nu geen keus meer en de volgende dag, 31 juli, één dag later dus, en niet eerder, kondigde ook zij de algemene mobilisatie af. Daarmee was de oorlog een feit en vastgesteld moet dan ook worden dat Rusland, dat als eerste de algemene mobilisatie afkondigde, daarmede formeel ook als eerste het besluit om de oorlog te beginnen, moet worden aangerekend.

Mobilisaties grote mogendheden

Rusland30 juli 18:00 uur
Oostenrijk-Honagrije31 juli 12:30 uur
Frankrijk1 augustus 15:30 uur
Duitsland1 augustus 17:00 uur
Engeland4 augustus 11:00 uur

We moeten ons nu de vraag stellen: nam Oostenrijk-Hongarije niet te lichtvaardig het besluit om Servië een ultimatum te stellen waarvan men wist dat dit land zo’n ultimatum niet zou accepteren omdat de eisen niet reëel waren en expres zo waren opgesteld dat Servië ze wel zou moeten weigeren? De Oostenrijkse stap was zeker niet verstandig maar wel begrijpelijk gezien in het licht van de voortdurende Servische terroristische acties op Oostenrijk-Hongaars grondgebied, acties die het voortbestaan van de Oostenrijk-Hongaarse Dubbelmonarchie inderdaad bedreigden en waartegen uiteindelijk wel opgetreden moest worden.

Daarbij ging de Oostenrijk-Hongaarse regering er verder van uit dat Rusland nog niet klaar was voor een groot wereldconflict en zo ze zich daarin zou vergissen, dan voelde ze zich verzekerd van de steun van Duitsland als ze toch door Rusland werd aangevallen. Ook Duitsland dacht dat Rusland nog niet klaar was (en dat was ze uiteindelijk ook niet) en dat de oorlog dus gelokaliseerd kon blijven. Derhalve steunde ze haar nog enige overgebleven bondgenoot in diens beslissing om Servië de les te lezen (de zogenaamde blanco cheque). Beide landen vergisten zich helaas in de Russische houding. De haviken in Rusland, die zich op hun beurt gesteund wisten door Frankrijk en Engeland, grepen het Oostenrijks-Servische conflict echter aan om de “grote afrekening” te laten beginnen zonder te wachten tot Oostenrijk had gemobiliseerd waardoor automatisch artikel 2 van het geheime Franse Russische militaire verdrag van kracht zou zijn geworden, maar begonnen, eerst nog in het geheim, hun troepen te mobiliseren en kozen daarmee voor oorlog.

Toen de mobilisatie van Rusland op 31 juli bekend werd, begreep Duitsland dat er nu definitief oorlog zou komen en men geen moment meer te verliezen had. De Russische mobilisatie betekende voor Duitsland immers dat ze nu een oorlog op twee fronten zou moeten voeren en men wist dat men zo’n oorlog absoluut niet kon winnen. Inmiddels riep ook Frankrijk, nog vóór Duitsland, de mobilisatie uit. De Frans-Russische mobilisatie stelde automatisch het plan van de Duitse generale staf in werking.

Von Schlieffenplan

Alfred von Schlieffen
Alfred von Schlieffen
Dit zogenaamde Von Schlieffenplan voorzag in het gebruik maken van het veronderstelde verschil in mobilisatietijd tussen Frankrijk en Rusland. Frankrijk zou namelijk veel eerder met haar mobilisatie klaar zijn dan Rusland. De Duitse generaal Alfred von Schlieffen had een plan ontwikkeld dat op dat feit gebaseerd was. Het Duitse leger zou zich eerst tegen Frankrijk keren, dat land zo snel mogelijk verslaan omdat het de eerste tijd nog niet zou kunnen rekenen op Russische steun. Als Frankrijk dan was verslagen kon men het de rug toekeren om de Russen op te vangen. Zo behoefde men het niet tegen twee machten tegelijk op te nemen maar kon men eerst met de ene en daarna met de andere afrekenen.

Het von Schlieffenplan betekende wel dat men de keuze moest maken tussen zelf als eerste aanvallen of het aanvaarden van de totale vernietiging, met andere woorden: men kon niet wachten tot de vijand klaar zou zijn met haar mobilisatie, dat zou zelfmoord betekenen, dus men was wel verplicht om zelf als eerste de strijd aan te binden. Ook voor Duitsland gold de wetenschap dat de algemene mobilisatie definitief oorlog betekende. We spreken hier dan van de “doctrine van de strijd op de binnenlijnen” en ter vergelijking noem ik dan de Israëlische actie in de vijftiger jaren tegen de Arabische legioenen. Israël voerde een strijd op de binnenlijnen. Het werd met andere woorden omringd door vijanden en kon zich niet veroorloven af te wachten tot die tot de aanval zouden overgaan. Ze zou dan zeer zeker van de kaart geveegd zijn en geen schijn van kans hebben gehad. Het was dus een ‘act of self defence, ‘een military necessity, om zelf als eerste een klap uit te delen en door bliksemsnelle acties eerst het ene land aan te vallen en te verslaan om zich daarna tegen de andere te keren. Het was de enige manier om te overleven en zo’n actie werd destijds internationaal dan ook niet algemeen veroordeeld al is men daar later wel weer over gaan discussiëren. Duitsland nu, voelde zich in een zelfde positie als hierboven beschreven en België werd van dit alles uiteindelijk de dupe.

De ‘doctrine van de binnenlijnen’ een militair begrip, kent men vandaag de dag overigens nog en wordt tevens als legale mogelijkheid genoemd in het handvest van de Verenigde Naties.

Welnu. Duitsland was zich in 1914, nadat haar vijanden Frankrijk en Rusland gingen mobiliseren, bewust dat haar positie uitermate precair was. Een gelijktijdige aanval van beide landen kon het niet weerstaan. Ze was omring door vijanden, vooral toen bleek dat ook Engeland zich aansloot bij de entente en ook Italië onbetrouwbaar bleek. Nog stelde men de definitieve beslissing uit. Nadat de algemene mobilisatie van Rusland op 30 juli bekend werd stelde Duitsland haar een ultimatum waarin ze van Rusland eiste die mobilisatie te stoppen. Daarop werd niet gereageerd. Duitsland herhaalde haar ultimatum. En Rusland negeerde dit opnieuw. Duitsland was nu van mening geen keus meer te hebben. Twee dagen na de Russische algemene mobilisatie, mobiliseerde ze haar troepen en ging over tot de aanval. De consequentie daarvan was wel dat Duitsland nu als aanvaller te boek stond en zo de schuld aan de Eerste Wereldoorlog kreeg toegespeeld.

De werkelijkheid was, dat Rusland zich jarenlang had voorbereid op oorlog en met name op de Balkan steeds actief was geweest om middels onruststoker Servië, dat een “Groot Servië” nastreefde en daarbij door terroristische acties op Oostenrijk-Hongaars grondgebied (Bosnië-Herzegovina) een voortdurende brandhaard op de Balkan vormde, haar eigen positie aldaar wilde uitbreiden. Frankrijk, dat zo haar eigen motieven had, ondersteunde Rusland en beide landen bereidden zich voor op oorlog met Duitsland.

Toen Groot-Brittannië Duitsland als een ernstige economische concurrent ging beschouwen sloot ze zich bij Frankrijk en Rusland aan, overtuigd als ze was dat men gezamenlijk Duitsland zou kunnen elimineren als grootmacht. Duitsland zelf, dat in internationale kwesties helaas niet altijd even tactisch optrad en daarbij ook nog eens de wil tot oorlog voeren bij Frankrijk en Rusland schromelijk onderschatte, kan in dit mondiale conflict moeilijk als hoofdschuldige worden aangemerkt. Ik beweer niet dat Duitsland helemaal onschuldig was maar hoofdschuld had ze niet. De oorlog had mogelijk voorkomen kunnen worden indien Engeland haar positie vanaf het begin had duidelijk gemaakt. Dat deed ze echter niet waardoor bij Duitsland de indruk werd gewekt dat Engeland zich mogelijk buiten het conflict zou houden. Dat was niet het geval.

Toen de oorlog uitbrak sloten steeds meer landen zich bij de geallieerden aan. En tenslotte moest Duitsland, dat nu alleen nog steun kreeg van Oostenrijk-Hongarije, Turkije en het zwakke Bulgarije, het opnemen tegen bijna de gehele wereld. Toch leek het er in 1917 op dat ze de oorlog uiteindelijk zou winnen. In april 1917 gingen de Amerikanen aan de oorlog deelnemen maar hun militaire macht moest nog geheel worden opgebouwd en toen Duitsland in maart 1918 weer een aantal offensieven opende, de Marne weer overstak en Parijs weer naderde brak er onder de geallieerden paniek uit. Maar de Duitse slagkracht was toen al gebroken. In augustus 1918 zag Ludendorff in dat Duitsland de oorlog niet meer kon winnen. Hij drong nu aan op een wapenstilstand met de bedoeling zijn legers terug te kunnen trekken achter de Antwerpen-Maas linie, dan de winter af te wachten om daarna de geallieerden voor de keus te stellen, de strijd te hervatten, opnieuw ten koste van duizenden slachtoffers, of vredesonderhandelingen te beginnen waarbij hij dan dacht, niet meer de oorlog te kunnen winnen maar mogelijk nog gunstige voorwaarden te kunnen bedingen. Dat zou echter niet meer lukken want de revolutie brak uit in Duitsland waardoor verder vechten onmogelijk werd. Tijdens de daaropvolgende wapenstilstandsonderhandelingen grepen de geallieerden hun kans en stelden niets meer of minder dan volledige capitulatie-eisen. Duitsland, dat hoopte dat er uiteindelijk een vrede kon worden gesloten op basis van president Wilsons 14 puntenprogramma (vrede zonder overwinnaars) accepteerde ten slotte deze eisen met het mes op de keel maar kwam ook nog eens bedrogen uit toen het eveneens gedwongen werd het verdrag van Versailles te ondertekenen. Dat verdrag maakte in 1919 weliswaar officieel een eind aan de oorlog maar daarbij werd het zaad voor de volgende oorlog al gezaaid. Dat is echter een ander verhaal.

Wilhelm II met punthelm
Keizer Wilhelm II met punthelm
Hiermee is mijn verhaal dan min of meer ten einde. Het is mogelijk voor velen van u toch wat moeilijk hier te moeten vernemen dat Duitsland misschien toch minder schuldig is geweest aan het ontstaan van die oorlog dan u mogelijk altijd heeft aangenomen. Het valt immers niet te ontkennen dat het Duitsland was dat de oorlog begon en dat het Duitse troepen waren die zich, met name in België, zo hebben misdragen. Maar de inval in België enerzijds en de wandaden van Duitse troepen anderzijds zijn wel twee verschillende zaken. De inval heeft duidelijk te maken met de kwestie van de schuldvraag en daarover zijn niet alle historici het eens. De inval zou juridisch mogelijk verdedigd kunnen worden vanuit het destijds volgens het internationale recht geldende principe van “military necessity”. De wandaden zijn natuurlijk in geen enkel opzicht te verdedigen en bij de vredesbesprekingen heeft Duitsland dat ook moeten erkennen. Het heeft toen voorgesteld om oorlogsmisdaden, begaan door alle partijen, te doen berechten door een onafhankelijk tribunaal. Hierop werd door geallieerden echter negatief besloten. Men concludeerde dat er wel een tribunaal zou moeten komen maar dan samengesteld uit rechters van Frankrijk, Engeland, Italië en Amerika. Daarbij ging men uit van de gedachte dat oorlogsmisdaden alleen en uitsluitend waren gepleegd door Duitsland en de Duitse keizer en dat alleen die terecht zouden moeten staan. De schuldvraag is nimmer voor het gerecht uitgevochten en derhalve loopt de discussie daarover nog tot de dag van vandaag voort.

~ Hans Andriessen

Hans Andriessen (1937-2022). Eerste Wereldoorlogkenner en auteur van verschillende boeken over de Grote Oorlog. Oprichter van de Stichting Studiecentrum Eerste Wereldoorlog (SSEW).

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×