Dagelijks worden er zegswijzen en uitdrukkingen gebruikt waarvan de oorspronkelijke betekenis onbekend is. Wie denkt er bij “iemand in de luren leggen” nog aan de doeken, waarin kinderen met Engelse ziekte werden gewikkeld om het kromtrekken van armen en benen tegen te gaan?
Veel uitdrukkingen die ontleend zijn aan dergelijke voorwerpen kan men tegenwoordig alleen nog in musea bekijken. In de nieuwe rubriek Taalmuseum worden historische gebruiksvoorwerpen en praktijken gekoppeld aan Nederlandse uitdrukkingen en zegswijzen.
In zijn lobbe zijn
Betekenis: In zijn schik zijn, verheugd zijn.
Verklaring: De kraag was in de zeventiende eeuw het meest markante onderdeel van het kostuum. Aanvankelijk werd in Nederland de in de tweede helft van de zestiende eeuw uit Spanje overgebrachte, kleine, ronde, stijf gestreken plooi- of lubbenkraag gedragen. Deze had doorgaans regelmatig, in vast aangesloten golvingen gepijpte plooien (lubben of lobben).
Naast deze kragen met regelmatig gepijpte lubben kwamen ook kragen voor in lossere golving gepijpt en gesteven. Later ontstonden steeds meer variaties. De plooikraag nam daarbij zulke dimensies aan dat rond 1586 de benaming molensteenkraag ontstond, een geliefd onderwerp voor karikaturisten. De plooikraag werd van fijn linnen genaaid, gevouwen en gesteven en vaak met draad ondersteund. In Duitsland en in Vlaanderen werd zij tot in het begin van de achttiende eeuw gedragen. Tot diep in de achttiende eeuw handhaafde zij zich als oorspronkelijk verplicht onderdeel van de joodse kleding.
- Lijst van historische uitdrukkingen