Dark
Light

Israëlische oud-premier Ariel Sharon (85) overleden

3 minuten leestijd
Tempelberg in de oude stad van Jeruzalem
Tempelberg in de oude stad van Jeruzalem

Ariel Sharon in 2002
Ariel Sharon in 2002
De Israëlische oud-premier Ariel Sharon is zaterdag op 85-jarige leeftijd overleden. Hij lag de laatste acht jaar van zijn leven in coma.

Ariel Sharon was de elfde minister-president van Israël en oprichter van de Israëlische politieke partij Kadima. Hij werd op 27 februari 1928 geboren in Kfar Malal, een dorpje in de buurt van Tel Aviv, als zoon van immigranten uit de Kaukasus. Al op veertienjarige leeftijd begon zijn militaire loopbaan. Hij sloot zich toen aan bij het ondergrondse Joodse verdedigingsleger, de Haganah. Zes jaar later leidde hij, tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog van 1948, een infanteriecompagnie.

Later richtte hij in opdracht van David Ben-Gurion de Eenheid 101 op, een speciaal commando dat vergeldingsoperaties uitvoerde tegen infiltrerende terroristen uit Egypte, Jordanië, de Westoever en de Gazastrook. In 1953 werd door deze eenheid een actie uitgevoerd bij het op de Westelijke Jordaanoever gelegen dorpje Qibya. Hierbij vielen verschillende burgerslachtoffers.

Ten tijde van de Zesdaagse Oorlog in 1967 was Sharon generaal. Hij leidde verschillende gevechten om de Sinaï. Tijdens de Jom Kippoeroorlog van 1973 leidde Sharon een gepantserde divisie door het Egyptische front en wist hij het Suez-kanaal over te steken. Vervolgens drong hij met zijn divisie Egypte binnen.

Politieke carrière

De politieke carrière van Ariel Sharon begon nadat hij in 1974 het leger verliet. Sharon richtte de partij Shlomzion (Vrede voor Zion) op en maakte zich hard voor de vestiging van een Palestijnse staat in de plaats van Jordanië. Zijn partij ging later op in de Likoedpartij. In de periode van 1981 tot 1983 was Sharon minister van Defensie.

Eerste Libanonoorlog

Slachtoffers van het bloed van Sabra en Shatila
Slachtoffers van het bloed van Sabra en Shatila
Ariel Sharon wordt beschouwd als de ‘architect’ van de Israëlische inval in Libanon van 1982. Tijdens deze oorlog trok het Israëlische leger Libanon binnen omdat zich in de bergen in het zuiden van dat landen verzetsbolwerken van de Palestine Liberation Organization (PLO) bevonden. Vanuit deze bolwerken werd Israël geregeld bestookt. Het was de bedoeling van de regering om maximaal vijfentwintig kilometer Libanon in te trekken. Sharon besloot echter anders en liet het leger doorstoten naar Beiroet. Tijdens deze actie werd de infrastructuur van de PLO in Libanon vernietigd.

September datzelfde jaar gaf Sharon een groep christelijke falangisten toestemming de vluchtelingenkampen Sabra en Shatila bij de Libanese hoofdstad Beiroet binnen te gaan. Dit om gevluchte PLO-strijders op te sporen. De campagne liep echter uit op een bloedbad. De falangisten, geleid door Elie Hobeika, vermoordden naar schatting tussen de 700 en 3500 personen, waaronder veel burgers.

Sharon trad af toen hij militair verantwoordelijk werd gehouden voor deze wraakactie van Libanese christenen op de Palestijnen. Hem werd vooral kwalijk genomen dat hij niets had gedaan om de falangisten te stoppen.

België en de genocidewet

België bemoeide zich met de kwestie op grond van hun zogenaamde Genocidewet. Het West-Europese land wilde Sharon in 2001 tijdens diens tour door Europa vanwege zijn vermeende verantwoordelijk voor het bloedbad in Sabra en Shatila laten oppakken. Drieëntwintig aanklagers zetten een fonds op om het proces te financieren. Onder internationale druk werd de Belgische Genocidewet uiteindelijk echter zo aangepast dat een band met België vereist was om een procedure te starten. De zaak tegen Sharon werd medio 2002 door het Internationaal Gerechtshof niet-ontvankelijk verklaard.

Tempelberg in de oude stad van Jeruzalem
Tempelberg in de oude stad van Jeruzalem

Minister-president

Toen Sharon in september van 2000 de Tempelberg besteeg om deze te bezoeken, werd dit door de Arabische en islamitische wereld als een zeer grote provocatie gezien. Het was het moment waarop de Tweede Intifada (Palestijnse Opstand) begon.

Februari 2001 werd Sharon als voorzitter van de Likoed-partij de elfde minister-president van Israël. Na vele jaren van spanning tussen Sharon en de Palestijnen, deed Sharon in 2005 een stap in de richting van de Palestijnen door Gush Katif, het grootste nederzettingenblok in de Gazastrook, te laten ontruimen. Tussen 16 en 30 augustus 2005 werden ruim 8500 Israëliërs gedwongen hun huizen te verlaten. Op 11 september 2005 verliet het leger het gebied en werd de controle over de Gazastrook overgedragen aan de Palestijnse Autoriteit.

Kadima

Eind 2005 stapte Sharon uit de Likoed-partij en richtte hij Kadima (Hebreeuws voor “Voorwaarts”) op. Kadima haalde tijdens de verkiezingen in januari 2006 veertig procent van de stemmen en hierdoor werd Kadima in een klap de grootste partij van Israël. Kort hierna kwam Sharon een zware beroerte niet te boven. Ehud Olmert nam het premierschap van hem over.

De afgelopen bijna acht jaar lag Ariel Sharon in coma. Hij overleed zaterdag 11 januari 2014 op 85-jarige leeftijd.

Voormalig Israëlische premier Sharon (85) overleden

×