Jean-Paul Marat, de Franse revolutionair die vermoord werd in zijn bad… door een vrouw

3 minuten leestijd
De dood van Marat door Jacques-Louis David, 1793
De dood van Marat door Jacques-Louis David, 1793

Een naakte man, zieltogend in zijn bad. Het mes waarmee hij in de borst gestoken werd, ligt bebloed op de grond. In zijn hand klemt hij een papier met de naam van zijn moordenares. Het schilderij van die politieke moord behoort tot de iconen van de kunstgeschiedenis en is nog altijd een inspiratiebron voor hedendaagse kunstenaars.

Portret van Marat door Joseph Boze, 1793
Portret van Marat door Joseph Boze, 1793
Jeuk, voortdurende jeuk, moet Jean-Paul Marat (1743-1793) hebben gehad. Daarom meende hij als arts soelaas te vinden in baden. Maar het belette hem niet om zijn werkzaamheden – in bad – voort te zetten. Op de houten plank die over zijn bad lag, schreef hij onverdroten zijn journalistieke stukken en sociologische pamfletten. De revolutie mocht immers niet stilvallen maar de revolutie vrat ook haar kinderen op.

Want de (Franse) revolutie was voor de in Zwitserland geboren denker-geneesheer (zonder diploma) een prioriteit. De krant die hij publiceerde, heette niet voor niets L’Ami du Peuple (vriend van het volk). Zijn democratische drang was evenwel radicaal en de ‘vijanden van het volk’ sabelde hij met agressieve woorden en geschriften neer. Zoals zijn eveneens onwrikbare en bloeddorstige kompanen Danton en Robespierre van de Nationale Conventie eindigde het ook voor hem slecht.

In deze wetgevende vergadering zetelden drie strekkingen (nog geen politieke partijen): de Girondijnen (liberalen of conservatieven), de Montagnards (links tot extreem links, eerder de Jakobijnen genoemd) en de Marais (eerder neutrale middenmoot). Montagnards en Girondijnen zaten elkaar voortdurend in de haren. En buiten het ‘parlement’ speelden de Sansculotten, een linkse stadsbeweging van arbeiders, ambachtslui en kleine winkeliers, eveneens stokebrand. Zij wilden een directe democratie. Niet dat de Sans-culotten geen broeken drogen, maar ze droegen een lange ‘pantalon’ en geen kniebroek, een culotte, met daaronder zijden kousen zoals de adel.

Marat die overigens lid was van de Amsterdamse vrijmetselaarsloge La Bien Aimée, speelt de brug tussen de progressieve bewegingen binnen en buiten de assemblée. Maar hij werd eveneens verantwoordelijk geacht voor de moord op talloze politieke tegenstanders.

Charlotte Corday d’Amont kort na de moord - Paul-Jacques-Aimé Baudry, 1860
Charlotte Corday d’Amont kort na de moord – Paul-Jacques-Aimé Baudry, 1860
Duizenden slachtoffers vielen in die revolutionaire tijden, soms willekeurig. Het bewind werd niet toevallig de Terreur genoemd. Die arbitraire slachtpartijen moesten stoppen, meende Charlotte Corday d’Amont. De jonge adellijke vrouw was het gedachtegoed van de Girondijnen genegen. In haar eentje trok ze naar de woning van Marat met het verzoek een onderhoud met de politicus te hebben. Onverhoeds plantte ze een dolk in zijn borst.

“Het is volbracht; het monster is dood”,

…zei ze simpelweg toen ze zich gewillig liet wegvoeren. Haar geboorteacte had ze bij zich om haar identiteit te bewijzen en ze legde het tribunaal kalm en redelijk uit waarom ze die moord had begaan. Een dag later werd ze terechtgesteld. Over Charlotte Corday en haar gemotiveerde daad wordt zelden gepraat. Ze wordt meestal weggezet als een hysterica.

De arrestatie van Charlotte Corday - Jean Joseph Weerts, ca. 1882
De arrestatie van Charlotte Corday – Jean Joseph Weerts, ca. 1882

Maar de vermoorde Marat werd een volksheld, een martelaar. Zijn begrafenis was geïnspireerd door die van… Caesar en georganiseerd door Jacques-Louis David (1748-1825). De schilder, die de radicale Jakobijnen genegen was en met Marat lid was van de grondwetgevende vergadering, maakte bovendien een schilderij De dood van Marat. Het propagandawerk werd een van de bekendste schilderijen van de kunstgeschiedenis. En het hangt nu in Brussel, een schenking van de kleinzoon van David. Want de schilder had de benen moeten nemen en asiel gevraagd in de Belgische hoofdstad. Daar overleed hij aan de gevolgen van een ongeval. Bij het oversteken van de straat werd de beroemde David overreden door een koets. Hij werd begraven op de vrijzinnige begraafplaats van Brussel maar zijn hart werd naar Parijs gevoerd en ligt in een pompeus graf op Père-Lachaise.

Een multimediale tentoonstelling in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België met nieuwe wetenschappelijke inzichten, vertelt momenteel over het ontstaansproces van het beroemde schilderij. Ook zijn kopieën en recente artistieke herinterpretaties te zien.
Het beroemde schilderij van Jacques-Louis David. Marat liggend in de badkuip, kort na de aanslag
Het beroemde schilderij van Jacques-Louis David. Marat liggend in de badkuip, kort na de aanslag

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×