Aartshertog Leopold II van Oostenrijk kon op het einde van zijn leven een indrukwekkend naamkaartje met vorstelijke titels voorleggen. Zo was hij niet alleen keizer van het Heilig Roomse Rijk, maar eveneens koning van Hongarije en Bohemen, groothertog van Toscane en heerste hij als soeverein over onze contreien. Door zijn korte regeerperiode als keizer kreeg hij in de meeste geschiedenisboeken echter slechts een bescheiden plaats toebedeeld.
Leopold’s jeugdjaren
De jonge Leopold werd op 5 mei 1747 geboren op het kasteel Schönbrunn nabij Wenen, als derde zoon van aartshertogin Maria Theresia en keizer Frans I Stefan. Aanvankelijk was Leopold voorbestemd om binnen de katholieke Kerk een geestelijke carrière te maken. Die plannen veranderden echter toen in januari 1761 zijn twee jaar oudere broer Karel Jozef kwam te overlijden aan de gevolgen van pokken. Leopold, nu plots tweede in lijn voor de keizerlijke erfopvolging, kreeg van zijn vader het bezit over het groothertogdom Toscane toegewezen.
In februari 1764 huwde de toen nog zestienjarige Leopold met Marie Louise van Bourbon (1745-1792), de dochter van koning Carlos III van Spanje. Het was een huwelijk per volmacht of een zogenaamde ‘Trouw met de handschoen’1. De eigenlijke huwelijksceremonie vond pas het jaar daarop plaats in de kathedraal van Innsbruck en hoewel het, zoals zo vaak in adellijke en koninklijke kringen, een gearrangeerd huwelijk betrof, kreeg het echtpaar niet minder dan zestien kinderen.
Een onvoorziene wending
Toen op 20 februari 1790 onverwachts Leopold’s oudste broer, keizer Jozef II overleed, werd hij de nieuwe titelvoerende keizer van het Heilig Roomse Rijk. In onze gewesten ontpopte Leopold zich als een volleerd diplomaat en wist hij het Habsburgs gezag te herstellen door met besprekingen en onderhandelingen een einde te maken aan de Brabantse Omwenteling die het jaar voordien was ontstaan tijdens de regering van zijn broer. Binnen de rest van Europa lagen de politieke kaarten heel wat moeilijker. Zowel de in Frankrijk aan de gang zijnde revolutie als de Russisch-Ottomaanse oorlog die aan de oostgrens van zijn rijk al enige tijd tot onrust leidde, baarden Leopold grote zorgen, maar bleven onder zijn bewind verder uitdijen.
Verkeerde inschatting met verstrekkende gevolgen
Op 14 juli 1789 had in Parijs een woedende menigte de Bastille bestormd en daarmee het begin van de Franse revolutie ingeluid. De macht van de adel en de clerus werd drastisch aan banden gelegd en de Franse koning Lodewijk XVI verloor vrijwel al zijn vorstelijke privileges. Toen de situatie steeds grimmiger werd en de koninklijke familie na hun mislukte vlucht uit Frankrijk in de zomer van 1791 door de revolutionairen onder huisarrest waren geplaatst, stuurde de zus van Leopold, koningin Marie Antoinette, vertwijfeld een smeekbede naar haar broer in Wenen met het verzoek hen ter hulp te komen. Leopold onderschatte de revolutionaire krachten die Frankrijk in de greep hielden echter en beperkte zich om met de Pruisische koning Frederik Willem II de “Verklaring van Pillnitz” af te sluiten. Het verdrag, eerder een intentieverklaring, was bedoeld als waarschuwing aan de nieuwe Franse machthebbers dat een Oostenrijks-Pruisische coalitie en hun bondgenoten desnoods bereid waren tussenbeide te komen, mocht het leven van Lodewijk XVI in gevaar zijn.
De Franse revolutionaire “Assemblée nationale”, aangepord door enkele radicale Girondijnen2, beschouwde dit evenwel als een dreigement en gebruikte het als voorwendsel om in april 1792 de oorlog te verklaren aan Oostenrijk en Pruisen. Het conflict dat zich spoedig zou verspreiden over het hele Europese vasteland ging de geschiedenis in als de eerste van een reeks coalitieoorlogen.
Vroegtijdige dood van Leopold
Leopold zou de gevolgen van zijn beoordelingsfout niet meer meemaken. Hij kwam geheel onverwachts op 1 maart 1792 op amper vierenveertigjarige leeftijd te overlijden. Zijn plotse dood gaf al vlug aanleiding tot allerlei speculaties. Hoewel de juiste toedracht van zijn overlijden tot op heden niet met zekerheid gekend is, werd hij volgens sommigen vergiftigd. Anderen meenden dan weer dat hij het slachtoffer was geworden van een complot opgezet door vrijmetselaars. Zijn stoffelijk overschot werd te Wenen bijgezet in de keizerlijke grafkelder Kapuzinergruft waar sinds 1633 de Oostenrijkse Habsburgers begraven liggen. Hij werd opgevolgd door zijn oudste zoon Frans II die de laatste keizer van het Heilig Roomse Rijk zou worden…
Bronnen ▼
2 – Binnen de verschillende machtsgroepen die in de ‘Assemblée nationale’ zetelden, wilden de Girondijnen desnoods met geweld het revolutionaire ideeëngoed uitbreiden naar de rest van Europa.