De van oorsprong Spaans-Franse Maria Garcia Sitches, beter bekend onder haar artistennaam ‘La Malibran’, verwierf in het begin van de negentiende eeuw grote faam als operazangeres. Haar turbulent liefdesleven en tragische dood op amper achtentwintigjarige leeftijd spreken nog steeds tot de verbeelding.
Maria’s jeugdjaren
De weg naar het succes
In 1824 verhuisde het gezin opnieuw, deze keer naar Londen. Het was daar dat Maria haar grote doorbraak maakte. Ze mocht er in het ‘King’s theatre’ een rol zingen uit Niccolo Zingarelli’s bewerking van de opera ‘Giulietta e Romeo’ naast de befaamde castraat Giovanni Battista Velluti (1780-1861). Het publiek was dermate enthousiast over haar zangprestatie dat ze een minutenlange staande ovatie kreeg. Het leverde haar prompt de rol op van de mooie Rosina in Gioachino Rossini’s versie van de opera ‘Il barbiere di Siviglia’.
Het Amerikaans intermezzo
Eind 1825 scheepte de familie Garcia vanuit Liverpool in voor de oversteek naar New York, na een verzoek van de directeur van het ‘Park Theatre’ in Manhattan. Maria oogste ook daar enorme successen met haar vertolking van Rosina en in haar rol van het boerenmeisje Zerlina tijdens de Amerikaanse première van Mozart’s opera ‘Don Giovanni’. In die periode viel de toen nog zeventienjarige Maria voor de charmes van de veel oudere bankier Eugène Malibran met wie ze op 26 maart 1826 huwde. Van hem nam Maria de passie voor het paardrijden over, maar ze miste al spoedig het operaleven waardoor haar huwelijk algauw de eerste barsten begon te vertonen. Het jaar daarop besloot ‘La Malibran’, zoals ze zich vanaf nu noemde, dan ook om alleen terug te keren naar Parijs waar ze haar zangcarrière hervatte.
Het verdere verhaal
Na een succesvolle concertreis door Italië kreeg ze in maart 1833 onverwachts het bezoek van haar echtgenoot, Eugène Malibran, die Maria aantrof in het gezelschap van een pasgeboren kind dat weliswaar zijn naam droeg, maar onmogelijk van hem kon zijn. Het was het begin van een heuse vechtscheiding die drie jaar zou aanslepen. Toen in 1836 Maria’s huwelijk eindelijk nietig werd verklaard, hertrouwde ze prompt met Bériot. Het paar vestigde zich kort daarna in een riante villa in één van de groene buitenwijken van de Brusselse gemeente Elsene.

Een tragisch einde
Nog datzelfde jaar vertrok Maria samen met Bériot op tournee naar Engeland. Toen ze in het Londense ‘Regent’s Park’ een ritje te paard maakte, sloeg het dier om onbekende redenen plots op hol en kwam Maria zwaar ten val. Ondanks haar verwondingen trad ze toch de volgende dagen verder op. Tijdens een operaconcert in Manchester zakte ‘La Malibran’ na een zangduet met de Franse sopraan Maria Caradon Allan (1800-1865) in de coulissen ineen. Ze raakte in coma en overleed enkele dagen later.
Het grafmonument van ‘La Malibran’
“Schoonheid, genialiteit en liefde waren haar vrouwennaam neergeschreven in haar blik, hart en stem die nu met haar ziel tot de Hemel behoren. Beween haar hier en gij Hemel, begroet haar driemaal”.