De aankopen van Nederlandse musea sinds 1933 worden met een groot onderzoek onder de loep genomen. Doel: achterhalen welke kunstvoorwerpen eerder eigendom waren van joodse Nederlanders en voor af na de oorlog werden geroofd of achtergelaten.
Siebe Weide, directeur van de Nederlandse Museumvereniging, liet maandag tijdens een nieuwjaarsreceptie weten dat dit onderzoek er komt, zo meldt de Telegraaf.
Het onderzoek zal vier jaar duren en vrijwel alle vierhonderd musea in Nederland werken er aan mee. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) deed eerder bij de Nederlandse Museumvereniging de sugestie voor het onderzoek. Doelstelling is dat het onderzoek in 2013 wordt afgerond en dat de musea dan een lijst publiceren met objecten waarbij twijfel bestaat over de herkomst. Eventuele erfgenamen kunnen zich dan bij de musea melden.
Eind november 2008 maakte het Joods Historisch Museum nog bekend dat het nog altijd vierhonderd objecten en documenten mist die geroofd werden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de oorlog werden vele joden gedwongen kunstvoorwerpen te verkopen. Ook roofden de nazi’s vele objecten. Veel van deze voorwerpen kwamen vervolgens via veilingen in musea terecht.