Dark
Light

Oudoom Harry als symbool voor onbekend gebleven slachtoffers Eerste Wereldoorlog

Mijn oudoom Harry – Michael Palin
Auteur:
6 minuten leestijd
Detail van de boekcover van 'Mijn oudoom Harry' van Michael Palin

Harry Palin is iemand over wie normaal gesproken geen boek zou zijn geschreven. Hij studeerde niet aan een prestigieuze universiteit, doorliep geen opmerkelijke carrière en schopte het in het Nieuw-Zeelandse leger niet hoger dan korporaal. Toen hij in 1916 aan het front van de Somme op 32-jarige leeftijd sneuvelde, haalde dat het nieuws niet. Hij was een van de vele onbekend gebleven slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog, zonder graf en zonder historische betekenis.

De enige reden dat er over het korte en onopvallende leven van Harry Palin toch een boek is geschreven, schuilt in zijn achternaam. Hij is namelijk de oudoom van komiek, acteur en reisprogrammamaker Michael Palin (1943), die bekend werd als lid van het legendarische BBC-sketchprogramma Monty Python’s Flying Circus.

Michael Palin in 2018
Michael Palin in 2018 (CC BY 2.0 – The National Churches Trust – wiki)
Toen hij in 2008 tijdens het maken van een documentaire over de laatste dag van de Eerste Wereldoorlog Harry’s naam zag op de muur van een oorlogsmonument, besefte hij dat hij meer wilde weten over diens leven. Vijftien jaar later leverde dat het boek Mijn oudoom Harry op, dat een combinatie vormt tussen een familiekroniek en biografie en een periode van ongeveer honderd jaar omspant. Het bevat twee fotokaternen, een tijdlijn, stamboom en bibliografie. De Nederlandse vertaling is het werk van Ineke van den Elskamp en Pon Ruiter.

Overgrootvader Edward

De eigenlijke naam van Harry was Henry William Bourne Palin, geboren op 19 september 1884. Hij was het jongste kind van Edward Palin en Brita Gallagher. Oudste zoon Edward of ‘Eddy’ is de grootvader van Michael Palin. Laatstgenoemde besteedt in zijn boek eerst veel aandacht aan zijn in 1825 geboren overgrootvader Edward. Die trouwde pas op latere leeftijd, want hij wijdde zijn leven jarenlang aan God. Na zijn studie aan St John’s College in Oxford liet hij zich tot priester wijden en bleef hij op de universiteit werken als ‘fellow’.

Weliswaar hield hij zich aan zijn gelofte van celibaat, maar zijn achterkleinzoon Michael concludeert uit Edwards dagboekaantekeningen dat hij wel oog bleef houden voor vrouwelijk schoon en ten slotte een ander leven verkoos. “Een bestaan waarin het celibaat toereikend moest zijn was niet langer geschikt voor een man die zoveel van vrouwen hield”, schrijft Palin. Tijdens een vakantie in Zwitserland in 1861 ontmoette Edward de bijna twintig jaar jongere Brita met wie hij in 1867 trouwde.

Nakomelingetje

Edward moest vanwege zijn huwelijk zijn werk aan de universiteit opgeven, maar werd hiervoor in de plaats benoemd als predikant in Linton, een plattelandsdorpje in Herefordshire. Met zijn sociale inborst werd hij hier een geliefde vertrouwenspersoon van de bevolking. Het was in en om de beschermde wereld van de pastorie waar de zeven kinderen van het echtpaar opgroeiden. Oudste zoon Edward werd arts en zijn drie jaar jongere broer Richard – een sportieve kostschoolleerling aan Shrewsbury School – overleed op achttienjarige leeftijd aan tyfus. Drie dochters trouwden en één bleef ongetrouwd. Michael Palin beschrijft Harry als een nakomelingetje dat een minder conventioneel leven leed als de andere gezinsleden. Hij leefde volgens de schrijver…

“…een leven dat nooit een rechte lijn zal volgen, dat vol wendingen zit, conventies tart, doodlopende wegen inslaat en onverwachte kanten op gaat”.

Academische ambities zoals zijn vader en broer had hij niet: al na twee jaar verliet hij de kostschool om te gaan werken.

Harry was niet iemand die invloed had op het verloop van de geschiedenis. Hij was volgens Palin iemand die ging “waar de wind hem blies”. Hij liet tijdens zijn leven weinig sporen na. Het lukte de schrijver desondanks om voldoende snippers aan informatie te verzamelen om Harry’s rusteloze levensloop tot leven te wekken.

De jongeman verkoos het om in buitenland te gaan werken, eerst in India en daarna in Nieuw-Zeeland. Met zijn ervaring als reisprogrammamaker weet de schrijver de locaties en omstandigheden beeldend te beschrijven, tegen de achtergrond van de geschiedenis van het Britse imperium. India fungeerde indertijd in de woorden van de auteur nog als “werkezel van het Britse Rijk”, waarvandaan stoffen, thee en hout geëxporteerd werden naar het moederland. Harry werkte er eerst als spoorwegbeambte en daarna als werknemer op theeplantages.

Vaak kan Palin slechts gissen naar de belevenissen en ervaringen van Harry, maar aan de hand van diens personeelsbeoordelingen kan hij wel concluderen dat hij moeite had met autoriteit en nergens echt in uitblonk. Hij beschouwt Harry…

“…als een van die mensen die om de een of andere reden geen plek kunnen vinden om zich te settelen. Misschien zijn ze ergens voor op de vlucht, of misschien zijn ze nog steeds ergens naar op zoek. Bij Harry, de laatstgeborene, was het een beetje van allebei.”

Kampement van ANZAC-soldaten tijdens de Eerste Wereldoorlog
Kampement van ANZAC-soldaten tijdens de Eerste Wereldoorlog,1915

ANZAC

Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog werkte Harry als landarbeider op een boerderij in Nieuw-Zeeland. Bij het uitbreken van de oorlog meldden 14.000 vrijwilligers uit dat land, onder wie Harry, zich om mee te vechten aan Britse zijde. Nieuw-Zeelandse en Australische militairen maakten onderdeel uit van het Australian and New Zealand Army Corps (ANZAC) dat zijn vuurproef beleefde tijdens de Slag om Gallipoli. Palin legt uit dat de geallieerden het doel hadden om via het Turkse schiereiland Gallipoli de Osmaanse hoofdstad Constantinopel (tegenwoordig Istanboel) op de Turken te veroveren en een zeeroute naar Rusland veilig te stellen. De geallieerde landing vond plaats op 25 april 1915. Een maand later, schrijft Palin…

“…bleek de overwinning onhaalbaar en was de strijd ontaard in een verbitterde worsteling”.

De gevechten op Gallipoli duurden bijna een jaar. Beide strijdende partijen hadden zich ingegraven aan het rotsachtige front. “Op één plek waren de tegenstanders niet meer dan twee meter van elkaar verwijderd”, aldus Palin. Permanent lagen er lijken op het slagveld, overdekt met vliegen die dysenterie overbrachten op de levenden. De auteur citeert de Nieuw-Zeelandse filmregisseur Peter Jackson, een kenner van de Eerste Wereldoorlog, die schrijft dat de strijd plaatsvond op een klein gebied, bestaande uit heuvels en ravijnen.

“Elke bult, kloof, rotswand en helling heeft een naam, en ze hebben stuk voor stuk een verhaal te vertellen.”

De bloedige slag vergrootte het nationale bewustzijn in Nieuw-Zeeland en Australië. In beide landen vindt tegenwoordig nog elk jaar op 25 april Anzac Day plaats, de nationale gedenkdag voor alle oorlogsslachtoffers.

Dagboekaantekeningen

De expeditie mislukte en aan geallieerde zijde vielen ongeveer 250.000 doden. Harry’s bataljon, dat oorspronkelijk 1.000 man sterk was, telde nog slechts 9 officieren en 230 manschappen. Zelf hoorde hij bij de overlevenden. Bij het beschrijven van zijn oorlogservaringen heeft Palin gebruik kunnen maken van zijn dagboekaantekeningen. Harry was echter een man van weinig woorden, of hij nou schreef over zijn vriendin Margie, die tijdens zijn verlof in Engeland zijn huwelijksaanzoek afwees, of over zijn ervaringen in de loopgraven:

Harry’s bondige, onopgesmukte aantekeningen gaan over het ogenblik zelf, en hij heeft geen tijd voor analyse en hij gunt zich geen blik achterom. En hoewel hij doorgaans emotioneel ongrijpbaar blijft, heb ik toch gezien dat er af en toe scheurtjes ontstaan in die afstandelijkheid en dat hij er van alles uit gooit, of het nou gaat over de dood van een vriend of een onverwacht fel gevecht, of zijn teleurstelling dat hij niet naar huis kan.

De summiere teksten van zijn hoofdpersoon vult Palin aan met meer sprekende getuigenissen van andere militairen die aan dezelfde fronten vochten. Na de gruwelen van Gallipoli waren de omstandigheden aanvankelijk kalm op de plek waar Harry en zijn kameraden op 20 mei 1916 werden gestationeerd, het Noord-Franse Armentières. Harry hield zich bezig met reparatie- en onderhoudswerkzaamheden in de loopgraven. Er was alle tijd om brieven naar huis te sturen en elke ochtend kwam een plaatselijke winkelierster emmers zwarte koffie brengen.

In een badhuis konden Harry en zijn kameraden zich zelfs wassen met warm water. Palin schrijft dat aan die rust al snel een einde kwam, want “de gruwelijkste zomer van een gruwelijke oorlog was aanstaande”. Daarmee doelt de schrijver op de Slag om de Somme die duurde van 1 juli tot 18 november 1916. Hij schrijft:

“De slag had een eind moeten maken aan achttien maanden loopgravenoorlog, maar draaide uit op een rampzalige mislukking.”

Mijn oudoom Harry - Michael Palin
Mijn oudoom Harry – Michael Palin
Het was gedurende gevechten in de buurt van Morval dat Harry op 27 september 1916 sneuvelde. Volgens de getuigenis van de kameraad die op dat moment bij hem was, werd hij geraakt door een kogel en was hij op slag dood – een uitleg waar Palin aan twijfelt, omdat uit piëteit met de nabestaanden de werkelijkheid vaak werd verdoezeld. Het lichaam van de op 31 juli tot korporaal bevorderde militair werd nimmer gevonden. “Oudoom Harry is een van de vele duizenden geworden achter wiens naam ‘Vermist geraakt bij de Somme staat”, schrijft Palin. “Ja, ik zou het mooi hebben gevonden als hij een oorlogsheld was geweest, als hem het Victoria Cross was toegekend” en “dat hem net zo veel bewondering was toegevallen als zijn vader en zijn broer”.

Palin had ervoor kunnen kiezen een boek te schrijven over zijn grootvader aan moederzijde, die in dezelfde tijd luitenant-kolonel was. Hij koos er echter voor om zijn ‘onbeduidende’ oudoom te eren met een biografie. Dat heeft een fraai boek opgeleverd dat eer bewijst aan de hoofdpersoon, die symbool staat voor de onbekend gebleven slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog.

Boek: Mijn oudoom Harry. Een verhaal over oorlog en familie

Kevin Prenger (1980) is hoofdredacteur artikelen van TracesOfWar.nl. Zijn aandacht gaat vooral uit naar de 20ste eeuw, in het bijzonder de geschiedenis van de Holocaust en nazi-Duitsland. In 2015 publiceerde hij het boek Oorlogszone Zoo, over de geschiedenis van de Berlijnse dierentuin tijdens de naziperiode en de Tweede Wereldoorlog. Verschillende boeken over minder bekende verhalen uit de Tweede Wereldoorlog volgden: De boodschapper uit de hel, Een rechter in Auschwitz, Het masker van de massamoordenaar, Kerstmis onder vuur en Kolberg. In 2021 verscheen zijn boek Meer dan alleen Auschwitz, gevolgd door In de schaduw van Schindler in 2022. Momenteel werkt hij aan een boek over onderwijs en indoctrinatie van de jeugd in nazi-Duitsland. Zie ook zijn website of X-account.

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×