De vijf prentenkabinetten op elke verdieping van het Rijksmuseum zijn opnieuw ingericht met prenten en tekeningen uit de collectie van het Rijksprentenkabinet. Rond het thema ‘prenten en consumenten’ zijn het komende kwartaal werken te zien van bekende en minder bekende kunstenaars uit de zestiende tot de negentiende eeuw zoals Hans Liefrinck I, Willem Janszoon Blaeu en Otto Greiner.
Hoewel de onderwerpen van de prenten zeer uiteenlopen staat dit keer de omgang van de consument met de prent centraal. De presentatie toont hoe de prent van de drukpers in de winkel terecht kwam en hoe de consument met de prent omging. Door de eeuwen heen was het gebruikelijk de prent in te kleuren, uit te knippen en op te plakken. Inkleuren had in de zestiende eeuw als doel de voorstellingen aantrekkelijker te maken en het prestige te verhogen. Uitknippen was een rage in de zeventiende eeuw. Uitgevers maakten zelfs speciale knipprenten en gedrukte handleidingen.
Het Rijksmuseum toont onder andere een zeldzame groep handgekleurde Nederlandse houtsneden uit de Gotha-Albums uit de zestiende eeuw. Houtsneden werden vaak aan de muur geplakt en na verloop van tijd weggegooid. De getoonde exemplaren werden bewaard in een album en zijn als enige gekleurde houtsnedes bewaard gebleven.
Een ander hoogtepunt is een kaart van Willem Janszoon Blaeu. Hierop zijn de verschillende gebieden anders ingekleurd en zijn de grensscheidingen duidelijk afgezet met kleur en cartouches. Deze kaarten waren bestemd voor luxe-uitgaven van de zogenaamde Blaeu-atlas.
