Prins Willem-Alexander heropent dinsdag de gerestaureerde verdedigingswerken van Hellevoetsluis.
Sinds het voorjaar van 2010 is gewerkt aan de restauratie van de Hellevoetse verdedigingswerken. De gemeente, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) en Europa investeerden gezamenlijk zes miljoen euro in het project.
Onder meer de kazematten,
de projectielenmagazijnen en de Kazerne Haerlem zijn onder handen genomen.
De vesting Hellevoetsluis werd in de zeventiende eeuw aangelegd. De stad lag strategisch aan het Haringvliet en was in het begin van deze eeuw een thuishaven voor de Hollandse oorlogsvloot geworden. Doordat de haven steeds meer werd versterkt ontstond de combinatie van vestingstad en oorlogshaven.
In 1667 vertrok vanuit Hellevoetsluis een vloot om de Engelse marinehaven Chatham aan te vallen. Na deze succesvolle operatie keerde Michiel de Ruyter terug in Hellevoetsluis met het veroverde vlaggenschip, The Royal Charles. Om te voorkomen dat de Republiek ooit zelf slachtoffer zou worden van een zelfde soort aanval, werd besloten de haven nog verder te versterken. In deze tijd werden de eerste vestingwerken aangelegd, bestaande uit houten palen en aarden borstweringen.
In 1688 verzamelde stadhouder Willem III in Hellevoetsluis en Rotterdam een grote vloot waarmee hij vervolgens naar Engeland voer om daar koning te worden, de zogenaamde Glorieuze Revolutie. De stadhouder bepaalde dat Hellevoetsluis een stelsel van moderne vestingwerken moest krijgen.
Bijzondere ontdekkingen
Tijdens de restauratie van de vesting zijn onlangs enkele bijzondere ontdekkingen gedaan. Zo zijn er bijvoorbeeld geschutsbeddingen en mortierputten uit zowel de Eerste als uit de Tweede Wereldoorlog gevonden. Daarnaast werd er in Kazerne Haerlem een ingenieus waterleidingssysteem ontdekt.