Het museum zal niet alleen de geschiedenis tonen van de NSB vanaf de oprichting in Utrecht in december 1931 tot de opheffing in 1945, maar ook aandacht schenken aan de lotgevallen van de (klein)kinderen van NSB-ouders na de Tweede Wereldoorlog.
Volgens de briefschrijver zijn veel mensen vergeten dat de NSB voor de oorlog een “uitgesproken vaderlandslievende en oranjegezinde” partij was. Het museum wil ook onbekende aspecten van het verleden belichten en zou de beschikking hebben over veel objecten uit depots van andere Nederlandse musea. Omdat “door het jarenlange taboe op de de Nationaal-Socialistische Beweging” veel materiaal verloren is gegaan vraagt de briefschrijver aan personen die beschikken over NSB-memorabilia zich te melden.
Misplaatste grap
Tegenover RTV Utrecht zegt een bewoner van de Maliebaan dat hij zich rot schrok toen hij de brief op de deurmat vond. “Als je zo’n brief krijgt, dan gaan de rillingen door je heen,” aldus Piet Hein van Kessel.
Volgens het kinderdagverblijf dat nu op gevestigd is op Maliebaan 35, is er niets waar van de komst van een museum. De crèche heeft inmiddels aangifte gedaan bij de politie en briefjes op de ramen gehangen waarop staat dat de komst van het museum onzin is. Volgens historicus Ad van Liempt is de brief vermoedelijk een misplaatste grap.
Historiek en Historizon hebben voor zaterdag 25 oktober een NSB-dag georganiseerd waarbij onder meer de Maliebaan en de Muur van Mussert bezocht worden >>>
De brief over het NSB-museum:
