De Frans-Zwitserse romanschrijfster, geschiedkundige en politiek activiste Germaine de Staël (1766-1817), ook bekend als Madame de Staël, wordt beschouwd als een van de meest geniale en slimme vrouwen uit de geschiedenis. Ze was een zogenoemde homo universalis – een breed georiënteerde intellectueel -, die leefde tijdens de turbulente periode van de Industriële Revolutie, de Verlichting en de Franse Revolutie. De Staël behoorde tot de aristocratie uit die tijd. Hieronder lees je een korte biografie van Anne-Louise-Germaine Necker, Baronne (barones) de Staël-Holstein, zoals de volledige naam van deze bijzondere dame luidde.
De Staël was in haar tijd een van de invloedrijkste Europeanen. In 1814 stelde een hooggeplaatst persoon, aldus historicus Aurelian Craiutu (zie het filmfragment onderaan) het volgende:
“Er zijn drie personen in Europa met wie je rekening moet houden: tsaar Alexander I, paus Pius VII en Madame de Staël…”
Madame de Staël verdiepte zich als letterkundige in de historische periode van het Neoclassicisme tot de Romantiek. De Staël verwierf in haar tijd bekendheid binnen de ‘Vereniging van intellectuelen. Ze schreef talrijke romans, poëzie, toneeluitvoeringen, geschiedkundige werken, politiek manifesten en een autobiografie. Intellectueel gezien kon ze zich meten met de grootste denkers van haar tijd, onder wie René Descartes, Denis Diderot en Jean-Jacques Rousseau. Tijdgenoten uit de wetenschap en politiek elite prezen haar en zagen haar als een van de grote herauten de Franse Romantiek, vooral omdat ze openstond voor andere culturen en alternatieve opvattingen over het leven.
Madame de Staël had een ijzersterk karakter. De Engelse romantische dichter en schrijver Lord Byron (1788-1824), met wie De Staël vanaf 1816 goed bevriend raakte, noemde Germaine de Staël een…
“…overdonderende persoonlijkheid. (…) Ik bewonderde én bewonder haar literaire werken.”
De Staël was een veelzijdige vrouw, maar ook een echte kenau. Zo lezen we in het boek Zij namen het woord: Rebelse schrijfsters in de Franse letteren (2020) van Margot Dijkgraaf. Ze was een…
“…vrouw van haar eeuw, van de ratio, van het verstand, geïnspireerd door de ideeën van de Verlichting. Tegelijkertijd is ze een vrouw die haar hart laat spreken, die op het ene moment een hartstochtelijke brief aan haar minnaar kan schrijven, vol liefdesverklaringen, wanhoop en zelfmoordgedachten; en het volgende moment de pen ter hand neemt voor een zakelijk schrijven aan haar notaris. (…) Het is een vrouw die naar roem streeft (…) Benjamin Constant, een van haar minnaars en de vader van haar vierde kind, schreef dat het heerlijk was met haar, ‘zolang je alles doet wat zij wil’. (…) Haar gedrag, haar uitspraken wekken steevast verbazing, bewondering of ontzetting, waar ze ook is, ze charmeert of veroorzaakt een schandaal.
Jeugdjaren van Madame de Staël: invloeden, huwelijk & beginnend schrijfster (1766-1788)
Anne-Louise-Germaine Necker, Baronne (barones) de Staël-Holstein werd geboren in 1766. Ze was de dochter van de Zwitserse bankier en politicus Jacques Necker (minister van Financiën onder de Franse koning Lodewijk XVI) en diens vrouw Suzanne Curchod, een Zwitserse predikantsdochter. Beide ouders van Germaine hingen de kerkelijke richting van Johannes Calvijn aan, maar stonden bekend als vrijzinnige calvinisten. Via haar moeder, die ooit gehuwd was geweest met de beroemde historicus Edward Gibbon (nog steeds bekend door zijn werk Verval en ondergang van het Romeinse Rijk uit 1766), kwam Germaine de Staël in contact met de ideeën van de Verlichting. Suzanne stimuleerde haar dochter om zich te verdiepen in de werken van verlichte filosofen als Jean-Jacques Rousseau, Jean le Rond d’Alembert en Denis Diderot. De laatste twee zijn bekend vanwege hun serie Encyclopédie. De moeder van Germaine was eigenaresse van een salon in Parijs, waar belangrijke Franse verlichte denkers samenkwamen, de zogenoemde nouveaux philosophes. Hierdoor stond de familie Necker in direct contact met de nieuwste Verlichtingsideeën.
In 1781, acht jaar voor het uitbreken van de Franse Revolutie, diende de vader van Madame de Staël bij de Franse koning Lodewijk XVI zijn ontslag in. Dit deed Jacques Necker vooral omdat hij geschrokken was van de geldverslindende begroting van het Franse hof. De familie Necker vertrok naar een kasteel in de buurt van Lausanne in Zwitserland, waar ze enkele jaren verbleven. In 1785 keerde de familie weer terug naar Parijs.
Intussen was Germaine in haar tienerjaren begonnen met het schrijven van literatuur. In 1786 bracht ze, onder een pseudoniem, het in verzen gegoten drama Sophie ou les Sentiments secrets uit. Datzelfde jaar trouwde ze, ondanks eerdere belangstelling van de Britse premier William Pitt de Jongere, met de 37-jarige Zweedse ambassadeur in Parijs, Erik-Magnus, baron van Staël-Holstein. Germaine was toen zelf twintig, maar een stuk intelligenter dan haar man. Het betrof een klassiek verstandshuwelijk, dat vooral sociale status en financiële voordelen opleverde.
Germaine ging dan ook regelmatig vreemd, voornamelijk met bezoekers van de salon van haar moeder. Deze salon nam ze rond die tijd slim van haar moeder over. Tussen 1787 en 1797 kreeg Germaine vier kinderen. Alleen het eerste kind was naar verluidt met honderd procent zekerheid door haar man verwekt.
Madame de Staël als literair genie & begin Franse Revolutie (1788-1795)
In 1788 publiceerde Germaine de Staël een werk getiteld Lettres sur les ouvrages et le caractère de J.J. Rousseau, dat beschouwd wordt als het startschot van haar literaire loopbaan. Dit werk was een ode aan de filosoof Rousseau en zijn betekenis als pionier van de Romantiek.
Toen een jaar later de Franse Revolutie uitbrak, vluchtten Germaines ouders – in 1790 – vanuit Parijs naar Coppet in Zwitserland. Madame de Staël bleef aanvankelijk in Parijs wonen, maar sloeg tijdens de Septembermoorden in 1792 alsnog op de vlucht naar Coppet. Daar begon ze een eigen salon om verlichte politiek denkers en filosofen (de nouveaux philosophes) te verzamelen. In augustus 1793 bracht ze – als ooggetuige van de revolutiewoelingen in Frankrijk – een indringend verslag uit van de executie van Marie-Antionette, de vrouw van de Franse koning Lodewijk XVI (1754-1793): Réflexions sur le procès de la reine. Toen in juli 1794 het Terreur-bewind onder Robespierre viel, toog Germaine weer naar Parijs, waar ze in 1795 opnieuw een eigen salon begon.
Scheiding, belangrijkste werken & ruzie met Napoleon (1796-1810)
In 1797 vond de scheiding met haar man plaats, die daarna naar Zweden vertrok. In deze jaren, zo rond 1800, bracht Germaine de Staël enkele belangrijke literaire werken uit, die haar naam als romanschrijfster, literator en geschiedschrijver definitief vestigden. Met name de werken De l’influence des passions sur le bonheur des individues et des nations uit 1796 en De la littérature considérée dans ses rapports avec les institutions sociales uit 1800 verdienen een vermelding. In het eerste werk waarschuwde De Staël voor het ongeremd loslaten van hartstochten en verlangens. Zowel in het leven van individuen, maar ook in de internationale politiek en landelijke politiek, zou dit leiden tot chaos. Dit betekende niet dat De Staël de romantiek niet bejubelde, want dat deed ze vaak wel.
Zo publiceerde ze in 1810 haar belangrijkste werk De l’Allemagne, waarin geschiedenis en literatuur van Duitsland, Engeland en Frankrijk centraal stonden. Dit werk, waar allerlei ideeën uit de Verlichting en Romantiek in voorkomen, toont aan hoezeer De Staël een vrouw van haar tijd was. In het werk uit 1800 getiteld De la littérature considérée dans ses rapports avec les institutions sociales diepte Madame de Staël de literatuurgeschiedenis op diverse vlakken uit. In het boek besteedde ze onder meer aandacht aan de invloed van religie, zedelijke overtuigingen en (natuurlijke) wetmatigheden op de literatuur. Dit werk geldt als een van de belangrijkste boeken uit het oeuvre van De Staël.
Naast bovengenoemde literaire en historische werken, publiceerde ze nog andere belangrijke literatuur. Met name de romans Delphine (1802) en Corinne ou l’Italie (1807) waren invloedrijk, maar ook haar werken over zelfmoord, Réflexions sur le suicide (1812) en haar beschouwingen op de gebeurtenissen tijdens de Franse Revolutie, Considérations sur les principaux événements de la Révolution française (1817), vestigden haar naam als uitmuntend schrijfster.
De Staël was naast politiek influencer en activiste ook politiek theoreticus. Zo vormde Delphine als briefroman een politiek pleidooi voor meer liberalisme. In de roman gaat De Staël in op hoe het ancien régime, de oude aristocratie, zich afzette tegen de vernieuwende maatschappelijke ontwikkelingen.
Via haar mannelijke contacten, die niet zelden ook haar minnaar waren, had Madame de Staël veel contacten en invloed in de hoogste Franse politieke kringen. Omstreeks 1800 kwam ze in conflict met de eerste consul van het driemanschap, generaal Napoleon Bonaparte. Aanvankelijk probeerde De Staël Napoleon te verleiden, maar dat lukte niet. Ze vond hem te rationeel, ongevoelig en te strategisch in zijn denken, zo gaf ze later aan. Toch had ze enige sympathieën voor hem. Napoleon vond De Staël, die een pleidooi voerde voor een “gematigde” republiek, maar een schreeuwlelijk en was het niet eens met haar politieke ideeën. Op 13 oktober 1803 besloot Napoleon Bonaparte om Madame de Staël uit Parijs te verbannen. Vanaf toen mocht ze niet dichter in de buurt van de stad komen dan 40 mijl (zo’n 64 kilometer). Hierop begon Madame De Staël, die zeer ontdaan was door Napoleons ‘Parijse Rijksban’, aan een trektocht door Europa.
De Staël trekt door Europa (1803-1817)
Madame de Staël trok hierna door Europa. Ze begon haar reis in het huidige Duitsland, toen het Heilige Roomse Rijk. Daar ontmoette ze onder meer de romantische en classicistische filosofen Johann Wolfgang von Goethe, Friedrich Schiller en Christoph Martin Wieland. Tijdens haar zwerftocht, die haar in onder meer steden als Berlijn, Bern, Wenen, Sint-Petersburg, Stockholm en Londen bracht, schreef Germaine de Staël driftig verder aan haar romans en literaire werken.
Uiteindelijk, in mei 1814, keerde ze terug naar Parijs. Dit kon omdat Napoleon was verbannen naar Elba. Na de definitieve nederlaag van Napoleon bij Waterloo in juni 1815 ging ze naar Italië, waar ze opnieuw in het huwelijksbootje stapte, met een zekere John Rocca, een jonge en invalide Zwitsers-Italiaanse officier, met wie ze voor hun huwelijk een zoon had gekregen.
De gezondheid van Madame de Staële ging in deze jaren achteruit. Uiteindelijk overleed ze op 14 juli 1817, na een ziekbed, in Parijs.
Ook interessant: Susanne Noël – Franse pionier van de plastische chirurgie
…of: Julie d’Aubigny (‘La Maupin’) – Rebelse Franse operazangeres en schermster
Boek: Zij na,en het woord. Rebelse schrijfsters in de Franse letteren – Margot Dijkgraaf
Citaten van Madame de Staël
“Het genie is in wezen scheppend.”
“Poëzie is de natuurlijke taal van alle religies.”
“Reizen is een van de droevigste geneugten van het leven.”
“Wie te veel zelfvertrouwen heeft, maakt fouten, maar wie te veel wantrouwen heeft, doet dat ook.”
“Alleen in de eenzaamheid vindt men zichzelf terug.”
“Men moet in onze moderne tijden de Europese geest hebben.”
“Van alle mannen die ik niet leuk vindt, prefereer ik het liefste mijn man.”
“De heidenen hebben het leven vergoddelijkt en christenen hebben de dood vergoddelijkt.”
“Religieus fanatisme is zowel de vijand van de kunsten als van de filosofie.”
“Liefde is egoïsme voor twee.”
Bronnen ▼
Boeken
-Margot Dijkgraaf, Zij namen het woord: Rebelse schrijfsters in de Franse letteren (Amsterdam: Atlas Contact, 2020).
Internet
-https://www.britannica.com/biography/Germaine-de-Stael
-https://biography.yourdictionary.com/germaine-de-stael
-https://citaten.net/zoeken/citaten_van-mme_de_sta%C3%ABl.html
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Madame_de_Sta%C3%ABl