Dark
Light

Gertrude Bell, woestijnreiziger en influencer avant la lettre

Markante reizigers
8 minuten leestijd
Gertrude Bell met haar trouwe gids Fattuh , juni 1907
Gertrude Bell met haar trouwe gids Fattuh , juni 1907

Gertrude Bell (1868-1926) was ontdekkingsreizigster, archeologe schrijfster en spionne uit Yorkshire, maar bovenal: eigenzinnig. Ze leefde regelmatig als bedoeïne, wist mannen te charmeren en volgens The Guardian speelde zij ‘een hoofdrol bij de totstandkoming van het hedendaagse Irak’.

Bell stamde uit een geslacht van staalmagnaten, een van de rijkste families van Engeland. Haar grootvader was bevriend met Darwin en haar grootmoeder niet op haar mondje gevallen. Toen een bezoeker deze vrouw complimenteerde met haar scones, reageerde ze gevat met de woorden: ‘Dat zie ik, uw hand is er nog niet van af gebleven sinds u bent aangekomen.’

Portret van Sir Hugh Bell met zijn achtjarige dochter Gertrude Bell
Portret van Sir Hugh Bell met zijn achtjarige dochter Gertrude Bell – Schilderij van Edward Poynter.
Vader Hugh huwde Mary Shield en Gertrude was hun eerste kind. Moeder overleed in 1871, kort na de geboorte van zoontje Maurice. het gezin woonde in Red Barns Garden, waar de trein op verzoek bij een miniperronnetje stopte (Gertrude’s vader was directeur van de North Eastern Railways). De jonge Britse duwde haar hond iedere dag in de vijver ‘omdat hij er zo’n hekel aan had’, reed onverschrokken pony en zat constant met haar neus in de boeken. Ze had een sterke band met haar vader en zijn tweede vrouw, Florence.

Op het Queen’s College in Londen, waar ze studeerde, was ze niet erg populair en ontwikkelde ze een denigrerende houding naar ‘gewone vrouwen’. Later, in Oxford verafschuwde ze etiquette- en handwerklessen, sportte veel en debatteerde vaak. Na haar eerste college geschiedenis vroeg de professor commentaar, waarop Gertrude reageerde: ‘Volgens mij hebben we vandaag niets nieuws geleerd. U hebt niets toegevoegd aan wat u al in uw boek geschreven hebt.’ Een bevriende klasgenote zei dat ze een tomeloze werklust had, volwassen in haar oordeel over mannen was, maar kinderlijk in haar stelligheden.

Ze ging vier maanden op vakantie bij haar oom Frank Lascelles, die ambassadeur in Boekarest was, flirtte met een van de zonen en later, in 1892, verbleef ze opnieuw bij de Lascelles in Teheran: ‘Ik ben aangekomen in The garden of Eden’. Ze maakte er kennis met de woestijn:

…en plotseling in het midden ervan, uit het niets, uit wat koud water, groeit een tuin, en wat voor tuin! Bomen, fonteinen, vijvers, rozen en een huis, zo’n huis waarover in sprookjes werd verhaald…

Ze raakte verliefd op derde secretaris Henry Cadogan, maar een huwelijk werd door haar ouders geweigerd, omdat hij over ‘onvoldoende middelen‘ beschikte.

Gertrude Bell bij een Brits vliegtuig
Gertrude Bell bij een Brits vliegtuig
Teleurgesteld thuisgekomen publiceerde Gertrude Bell haar eerste reisboek, waarin ze schreef dat ze het Oosten verkoos boven het Westen. In 1897 ging ze samen met broer Maurice op wereldreis en raakte tijdens een verblijf met haar ouders in Griekenland gefascineerd door archeologie, nadat een bevriende archeoloog hen opgravingen toonde.

In Delhi was ze in 1901 aanwezig bij de kleurrijke kroning van Edward VII tot keizer van India. Na de dood van haar grootvader verhuisde het gezin naar het familie landgoed Rounton Grange, waar Gertrude de leiding voerde over de transformatie van de tuinen. In hun Londense onderkomen, wat zij ‘het mooiste huis van Londen’ noemde, had ze haar eigen woongedeelte.

De energieke Bell beklom tussen 1899 en 1904 onder andere de Mont Blanc, terwijl de klim van de Finsteraarhorn haar bijna het leven kostte. Haar gids loofde haar techniek, kalmte, moed en oordeelsvermogen. Ze reisde eveneens door Palestina, Syrië, Libanon, Jordanië en leerde in Jeruzalem Arabisch. Ze bezocht Druzen, de ruïnes van Palmyra en sprak Hebreeuws, Perzisch, Arabisch en enigszins Turks.

Vanaf 1905 legde ze tijdens talloze tochten duizenden kilometers in woestijnen per kameel af, veelal met slechts enkele begeleiders. Onderweg een pistool vastgebonden aan haar onderbeen en slapend met haar geweer onder haar kussen (zelfs thuis in Yorkshire, waar ze het liefst in het tuinhuisje sliep, had ze die gewoonte). Ze zag fata morgana’s, naaide een mousseline slaapzak tegen zandvlooien en las boeken tijdens soms wel twaalf uur durende kameeltochten. Onderweg hield ze een dagboek bij en schroomde niet om tegen de bevelen van Turkse soldaten in verder te trekken.

Later, door hen gevangen genomen, zwierf ze nadat ze ’s nacht hun kamp was ontvlucht, drie dagen zonder gids, water of voedsel rond, zich verbergend voor bandietenbenden. Meer dood dan levend wist ze een veilige plek te bereiken.

Ze was een week te gast bij de sheikhs Audah en Harb. De neef van eerstgenoemde, Muhammed Abu Tayyi, maakte grote indruk op Gertrude (‘groot, getaand en flonkerende ogen’). Ze bracht vele uren in de harem door, sprak er met de vrouwen en reisde door een landschap bij Jebel Misma ‘dat meer afschrikwekkend, doods en leeg was’ dan ze ooit had gezien.

Lawrence of Arabia

'Lawrence of Arabia' in Djedda, Saoedi-Arabië, 1917
‘Lawrence of Arabia’ in Djedda, Saoedi-Arabië, 1917
Met haar twee glasnegatief-camera’s maakte ze (panorama)opnames van landschappen, monumenten, vondsten en ze charmeerde bedoeïenen door (groeps)portretten te maken. Ze werkte mee bij archeologische sites en ontmoette in 1909, tijdens een drie maanden durende reis van Damascus naar Palmyra, T.E. Lawrence (‘Lawrence of Arabia’), archeoloog, maar tevens Brits spion. Met hem deelde ze de bewondering voor bedoeïenen, hun onafhankelijkheid, mobiliteit, volharding en de mystiek die hen omgaf. Later stonden ze zij aan zij in hun streven Faisal tot koning van Irak te kronen.

In 1913 reisde Gertrude met een karavaan van zeventien kamelen, twee tenten (in de ene baden/slapen, in de andere eten/schrijven), een Wedgwood servies en haar canvas bad. Ze reisde vanaf Damascus naar het afgelegen Ha’il in Saoedi Arabië, mede om voor de Foreign Office informatie te verzamelen vanwege de oorlog met de Duitsers. Haar eeuwig trouwe gids Fattuh schroomde er zelfs niet voor reisdocumenten voor haar te vervalsen. Ze werd elf dagen vastgehouden door tribalen, die haar verboden verder te reizen en haar in de harem van de heersende emir wilden onderbrengen (haar redding was, dat ze beweerde getrouwd te zijn met de Britse consul). Het was onderweg koud, ze liep vanwege spierletsel strompelend door het kamp en schreef dat ze behoefte had ‘aan een jaar slaap’.

Gertrude Bell
Gertrude Bell
Tijdens zeven expedities had ze in totaal ruim twee jaar in woestijngebieden doorgebracht. Haar geografische, archeologische en antropologische kennis, evenals haar netwerk onder woestijnvolken en vaardigheid goed te documenteren maakten haar uniek.

In Konya ontmoette ze de bereisde majoor Dick Doughty-Wylie, destijds consul, die ze in brieven beschreef als een ‘charmante jonge soldaat met een tamelijk vriendelijke, kleine echtgenote.’ Ze voelden zich tot elkaar aangetrokken en Gertrude sloeg een aanbieding voor een wetenschappelijke expeditie naar China af: ‘Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen veertien maanden weg te zijn’. Wel ging ze, terug in Engeland, vanwege de uitgebroken Eerste Wereldoorlog gewonden verzorgen en moedigde landarbeiders aan te gaan vechten, wat zij ook gedaan had ‘als ik een man was geweest’.

Dick bezocht haar op het familielandgoed, waar ze teruggekeerd was. Ze vertelde hem maagd te zijn en weigerde verdere avances, maar bleef naar hem verlangen. November 1914 werd ze opgeroepen het Rode Kruis in Boulogne administratief te ondersteunen. Ze concludeerde: ‘Ik denk dat ik hier voor geboren ben.’ Gertrude en Dick schreven elkaar regelmatig. Hij: ‘Vanavond zou ik niet willen praten. Ik zou je willen liefhebben. Zou je dat willen, het verwelkomen of zou het honderd heggen opwerpen, die schrammen veroorzaken en verdelen….?’ Zij:

Liefste als je zegt dat je van me houdt en me nog steeds wilt, zingt mijn hart en hunkert ernaar bij jou te zijn.

In 1915, terug in Londen, gaf ze leiding aan een administratieve legerafdeling met twintig vrouwen. Dick vertrok naar Turkije om te vechten, waar hij omkwam. Gertrude vernam het toevallig tijdens een lunch met kennissen. Ze verlangde ernaar een gezin te hebben, maar deze hoop werd steeds de grond in geslagen. Haar zus Molly schreef:

Het heeft een einde aan haar leven gemaakt. Er is voor haar geen reden door te gaan met wat dan ook waar ze om gaf.

Gertrude was kortaf, ongeduldig en begroef zich in werk. Datzelfde jaar nog werd ‘Major Miss Bell’ ingehuurd als Oriental Secretary door de militaire inlichtingendienst, mede omdat ze eerder had rondgereisd in het Midden Oosten. Ze verbleef in het luxueuze Grand Continental Hotel in Cairo. Een vriend had haar bij High Commissionair Sir Percey Cox aanbevolen als…

…een bijzonder slimme vrouw, met de hersenen van een man.

Gertrude Bell, Percy Cox en Ibn Saud in Basra, 1916
Gertrude Bell, Percy Cox en Ibn Saud in Basra, 1916
In 1916 ontmoette ze de Arabische leider Ibn Saud. Gertrude omschreef hem als een indrukwekkende, fysiek sterke veertiger en onvermoeibare ruiter, zo’n vijfenzestig keer getrouwd en weer gescheiden. De Engelsen hadden inmiddels half Mesopotamië onder controle, maar in het noorden waren nog gevechten met de Turken, die er tijdenlang hadden geheerst. In maart 1917 vertrok Bell naar Bagdad waar Cox inmiddels gestationeerd was, die stelde dat niemand anders zoveel wist over de verhoudingen tussen de plaatselijke stammen en volkeren als zij. Gertrude betrok er een villa met dadelpalmentuin en drie vakantiehuisjes, waar ze zich erg thuis voelde.

Irak

In 1919 was ze bij de Parijse vredesconferentie aanwezig, waar gesproken werd over een zelfstandige Arabische staat, los van Engeland. Bell was voor een onafhankelijke regering en een koning. Er ontstond verzet tegen de Engelse overheersing, belasting werd niet betaald, waarop de Engelsen dorpen bombardeerden en platbrandden.

Faisal I van Irak
Faisal I van Irak
De inmiddels 53-jarige Getrude had een sterke vertrouwensband met de charmante Emir Faisal (36), die uiteindelijk koning van Irak werd. Hij noemde haar in de dagelijkse omgang ‘zuster’ en:

Een van de markantste vrouwen van haar tijd (…) Geen gevaar of onderneming die ze niet durft aan te gaan. Haar persoonlijke veiligheid is haar minste zorg.

Hij vroeg haar te helpen de nieuwe vlag te ontwerpen, verkiezingsmethoden te ontwikkelen, evenals voorstellen voor toekomstige grenzen.

Door kranten geroemd als de belangrijkste adviseur in Bagdad was ze in 1921 aanwezig bij de conferentie in Caïro, waar de grenzen van de nieuw te vormen natie werden bepaald. Ze bezocht tussendoor met Colonial Secretary Winston Churchill en Laurence de piramiden.

Ook na Faisal’s kroning was ze kind aan huis in het paleis en tijdens picknicks pestte ze hem met zijn gebrekkige zwemkunsten. Gesteund door Faisal vestigde ze een openbare bibliotheek in Bagdad. Zo lang Faisal regeerde, leefde de bevolking in vrijheid. Prins Ghazi, waarvoor Bell nog speelgoed bij Harrods had gekocht, zorgde dat deze dynastie nog tweeëndertig jaar lang na haar dood voortduurde.

Herinneringsbord bij de voormalige woonplaats van Gertrude Bell in Londen
Herinneringsbord bij de voormalige woonplaats van Gertrude Bell in Londen (CC BY-SA 4.0 – Spudgun67 – wiki)
Toen Gertrude Bell voelde dat de situatie in Irak stabiel was, richtte ze zich tot haar dood volledig op archeologie. Ze was door Faisal benoemd tot director of antiquities en richtte in 1923 het Museum van Bagdad op met duizenden archeologische vondsten. Ze leed aan bronchitis, kreeg pleuris en door de crisis was er weinig overgebleven van de familiebezittingen.

Een dag voor haar dood vroeg ze een vriend voor haar hond Tundra te zorgen ‘mocht haar iets overkomen’. Na een periode met depressies pleegde ze twee dagen voor haar achtenvijfigste verjaardag zelfmoord met een overdosis slaappillen. Ze werd op 13 juli 1926 even buiten Bagdad begraven. De stoet reed langs militaire erewachten in de straten en een enorme massa mensen (deels nomadenstammen vanuit allerlei delen van Irak). De belangrijkste vleugel van het museum in Bagdad werd naar haar vernoemd.

Film

De meningen over haar zijn verdeeld. Volgens sommigen was ze arrogant, anderen vonden haar aardig. Haar reisbrieven en dagboeken, gebundeld in acht werken, zijn, evenals haar magnus opus The Civil Administration of Mesopotamië, ‘persoonlijk, humoristisch, kristalhelder en visionair geschreven’, aldus Georgina Howell in haar biografie Queen of the desert, die stelt dat zij ‘meer dan enig ander individu verantwoordelijk was voor de vormgeving van het hedendaagse Irak.’ Haar legendarische leven werd verfilmd door regisseur Werner Herzog, met Nicole Kidman in de hoofdrol.

Trailer van de film ‘Queen of the Desert’

×