Overal in Europa herinneren locaties en monumenten aan de Holocaust, ook wel de Shoah genoemd. Meest bekend is het concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz in Polen. Een pretpark, daar wordt het wel eens mee vergeleken gezien de massa toeristen die een bezoekt brengt aan deze plek, waar meer dan 1 miljoen Joden en leden van andere bevolkingsgroepen tijdens de Tweede Wereldoorlog vermoord werden door de nazi’s.
Maar wie kent plaatsen als Gurs, Maly Trostenets en Rumbula? Het zijn alle drie eveneens locaties die onderdeel uitmaakten van het netwerk van kampen en moordplaatsen van het Derde Rijk, respectievelijk in Frankrijk, Wit-Rusland en Letland. De Britse schrijver en medewerker van het Holocaust Educational Trust Martin Winstone bracht dit erfgoed van het kwaad in kaart in zijn boek “De Holocaustmonumenten van Europa”.
Historische feiten worden afgewisseld met praktische informatie, zoals openingstijden van musea en tips met betrekking tot (openbaar) vervoer richting soms lastig te vinden plaatsen. De lezer komt ook veel te weten over de grote verschillen in hoe er na de oorlog in de Europese landen omgegaan is met Holocausterfgoed. Zo duurde het in de voormalige Oostbloklanden vaak tot na de val van de Sovjet-Unie voordat de Holocaust op een waardige manier herdacht werd. Wanneer er al een monument te vinden was op een moordlocatie dan werd daarop zelden expliciet verwezen naar de Joden, maar slechts naar “slachtoffers van het fascisme”. Niet zelden werden Joodse architectuur en Joodse begraafplaatsen, die in het nazitijdperk beschadigd maar niet vernietigd waren, alsnog door communisten met de sloopkogel verwoest of met de bulldozer platgewalst.
De auteur treedt in dit boek buiten de gebaande paden en weet informatie te geven die in toeristengidsen niet voorkomt. Zo vertelt hij dat de bekende “Arbeit macht frei”-poort van Auschwitz gedurende slechts een deel van de kampgeschiedenis de hoofdingang vormde en dat de poort zich in latere jaren bevond binnen het kampterrein dat veel groter was dan de tegenwoordige herinneringsplaats. Hij moedigt de lezer ook aan om plaatsen te bezoeken die nog niet zijn ingericht voor bezoekers, zoals het voormalige interneringskamp Rivesaltes in Zuid-Frankrijk, dat in 2015 eindelijk voor het publiek geopend moet gaan worden. Een andere in het boek genoemde locatie die ter plaatse niet in verband met de Holocaust wordt gebracht, is bijvoorbeeld het hoofdkwartier van Aktion Reinhard in Lublin. Het gebouw waarvandaan de uitroeiing van de Poolse Joden werd aangestuurd, herbergt tegenwoordig de rechtenfaculteit van de plaatselijke universiteit.
~ Kevin Prenger – Go2War2