Iedereen kent de vraag “wat eten wij vandaag” En het antwoord is meestal: “een soepje, aardappelen, vlees en groente en een toetje”. De werkelijkheid is vaak grappiger. Want ook al staan wij er niet bij stil, met een bintje, een chateaubriand met bismarckgarnituur en een pêche melba verorberen wij in feite een bord met beroemdheden.
In deze rubriek worden de achtergrondverhalen van diverse culinaire woordmakers beschreven.
John Jacob Astor-Waldorfsalade
De Waldorfsalade werd in 1894 gecreëerd in het nieuwe Waldorf Astoria Hotel in New York. Dit hotel was geopend door John Jacob Astor (1763-1848), een eenvoudige slagerszoon uit het dorpje Waldorf bij Heidelberg in Duitsland. Toen Astor in 1848 stierf was hij veruit de rijkste man van de Verenigde Staten.
Door speculatie bezat Astor het grootste deel van de gronden van New York en de huizen, die daarop stonden. De bijnaam van zijn zoon en opvolger was dan ook de “huisbaas van New York”. John Astor gold als hardvochtig tegenover de duizenden huurders, vaak arme pas geïmmigreerde Europeanen. De vrek liet in zijn testament ook nog nauwelijks iets aan een goed doel na. In 1828 kocht Astor voor honderdduizend dollar het mooiste hotel van New York. Maar hij wilde meer, namelijk het grootste en chicste hotel van Amerika. Op 4 juli 1834 werd de eerste steen van dit Astor huis gelegd.
Zwitserse chef
In 1894 werd de Zwitserse chef Oscar Tshirsky in het nieuwe Waldorf Hotel aangesteld als meester kok. Culinair-historici geven hem de eer de waldorfsalade te hebben bedacht, die de specialiteit van het hotel werd. Een waldorfsalade is een salade van selderij, appel, rozijnen, walnoten, mayonaise en war citroensap. Astor stierf, op 29 maart 1848, vijfentachtig jaar oud.
www.buistbelevingsprojecten.nl
Boek: The Waldorf Astoria Bar Book