Het Jubelpark in Brussel is in menig opzicht uniek. Aangelegd in de voor die tijd typische āBeaux-Arts parkstijlā en door zijn centrale ligging in het verlengde van de Europese wijk is het park uitgegroeid tot een publiek recreatiedomein waarin kunst en architectuur centraal staan. De talrijke bezienswaardigheden, de vele musea, alsook het feit dat het een decorum vormde voor allerlei nationale en internationale tentoonstellingen zijn daar natuurlijk niet vreemd aan.
Enkele beeldhouwwerken en sculpturen in het park
De āDoornikse Torenā
Deze toren is een restant van de nationale tentoonstelling van 1880 en diende toen als promotie voor Doorniks blauw hardsteen. Het is een ontwerp van de architect Hendrik Beyaert (1823-1894), de man die eveneens de Hallepoort in Brussel restaureerde en die de Belgen onbewust nog wel kennen omdat zijn afbeelding op de vroegere bankbiljetten van 100 BEF prijkte.
De sculptuur āDe Maaierā:
Het standbeeld āDe Maaierā, is een werk van de beeldhouwer, schilder en graficus Constantin Meunier (1831-1905). Meunier was een artistieke duizendpoot en ook hij is indirect bij veel Belgen bekend. Meunier ontwierp het beeld van de mijnwerker op het voormalig Belgische muntstuk van 50 centiem BEF.
Het beeld āDe stedenbouwersā
Deze bronzen sculptuur stelt twee steenbakkers voor tijdens hun middagpauze en is het werk van Charles Van der Stappen, dezelfde kunstenaar die ook de āMysterieuze sfinxā ontwierp (zie het artikel: āHet witte goud in de kunstā).
Het āCongostandbeeldā
Deze vrij monumentale beeldsculptuur werd ingehuldigd in 1921 door koning Albert I en is een werk van Thomas Vincotte. Onderaan wordt de Congostroom symbolisch voorgesteld door een krokodil en een zwarte vrouw. Bovenaan op het eigenlijke beeldhouwwerk zien we een beeldengroep die de dankbaarheid van de Congolezen moet uitbeelden.
Het centrale gedeelte is een bas-relief met daarop een voorstelling van de Belgische helden: zendelingen, militairen en ontdekkers die hulde brengen aan een zittende man met baard: Leopold II.
Aan de rechterkant bemerken we een beeld dat de militaire deugden symboliseert, terwijl links een Belgische officier onder de hiel van zijn laars een getulbande arabier het hoofd verplettert, hetgeen symbolisch de strijd tegen de slavenhandel moet uitbeelden. EĆ©n en ander wordt echter de jongste jaren door de Maghrebijnse bevolking in Brussel niet echt gesmaakt, want reeds verscheidene malen werd het Franstalig verklarend onderschrift LāhĆ©roisme militaire belge anĆ©antit lāarabe esclavagist (vertaling: De Belgische militaire heldenmoed verdelgt de Arabische slavendrijver) met hamer en beitel verwijderd. Pittig detail hierbij: de Nederlandstalige versie bleef ongemoeid…
Enkele markante gebouwen in het park
Het āPaviljoen der menselijke driftenā
Het tempelachtige gebouwtje, ietwat in een uithoek van het Jubelpark, werd ontworpen door de Gentse Art Nouveau architect Victor Horta (1861-1947). Deze liet zich bij zijn realisatie inspireren door de vroegere Griekse tempels maar realiseerde uiteindelijk een meer modernere en minder strakke uitvoering.
Het paviljoen herbergt het reliĆ«f āDe Menselijke driftenā van Jef Lambeaux. De 1ste versie in gips was te bewonderen op de wereldtentoonstelling van 1897. De definitieve versie, uitgevoerd in wit cararamarmer was al in 1899 af, maar slechts drie dagen te zien omwille van de negatieve reacties die er op het kunstwerk kwamen vanuit sommigen puriteinse middens. De ineengestrengelde naakte vrouwen- en mannenlichamen, een onverbloemde voorstelling van de menselijke lusten en driften, werden immers door de clerus en de goegemeente als immoreel beschouwd.
De āGrote Moskeeā:
Wat nu bekend staat als de āGrote Moskeeā was oorspronkelijk het āPavillon Orientalā van de wereldtentoonstelling āBrussel-Tervurenā in 1897 opgetrokken volgens de plannen van de Belgische architect Ernest Van Humbeek. Je kon er het 114 meter lang panoramisch schilderij van de Brusselse schilder Emile Wauters (1846-1933) bewonderen dat de Nijl bij CaĆÆro voorstelde.
Toen in 1967 de Saoedische koning Faisal (1903-1975) in Brussel op bezoek kwam, kreeg hij van koning Boudewijn (1930-1993) het paviljoen ten geschenke. Na een aanzienlijke restauratie op kosten van de Saoediās, uitgevoerd door de Tunesische architect Boubaker, werd het gebouw in 1978 in gebruik genomen als hoofdmoskee van Brussel.
Musea en instellingen in het park
Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis (KMKG)
De oorsprong van het KMKG gaat terug tot 1835 met de oprichting van een museum in de Hallepoort. Het huidige museum in het Jubelpark omvat ƩƩn van de grootste en meest omvangrijke kunstcollecties van Belgiƫ onderverdeeld in verschillende collecties, afkomstig van legaten, schenkingen of aankopen.
Op 60.000 mĀ² worden zoān 600.000 voorwerpen uitgestald. De meest tot de verbeelding sprekende zalen zijn deze van het Nabije Oosten, de Klassieke Oudheid, de Europese sierkunsten en de zaal van de niet-Europese beschavingen waarvan Ć©Ć©n van de bekendste voorwerpen ongetwijfeld het houten beeldje uit Latijns-Amerika is dat de Belgische striptekenaar HergĆ© (schuilnaam voor Georges Remi 1907-1983) inspireerde bij zijn Kuifjesalbum Het gebroken oor.
Naast de permanente tentoonstelling worden eveneens geregeld tijdelijke exposities ingericht. Voorts beheert het KMKG onder meer het Chinees Paviljoen, de Japanse Toren, de Hallepoort en het Muziekinstrumentenmuseum. Zie ook: www.kmkg-mrah.be
Het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium
Ook de wetenschappelijke studie van kunstobjecten heeft sinds 1962 in het Jubelpark onderdak gevonden. Het KIK, zoals het instituut vaak wordt genoemd, staat in voor de studie, inventarisatie, conservering en restauratie van het Belgisch roerend en onroerend kunstpatrimonium. Het KIK beschikt over een fototheek, toegankelijk voor het publiek, en bevat een verzameling van meer dan Ć©Ć©n miljoen fotoās over het Belgisch artistiek erfgoed. Zie ook: www.kikirpa.be
Autoworld
Autoworld, ook wel eens het Musuem van de Automobiel genoemd, is ondergebracht in Ć©Ć©n van de hallen gebouwd voor de wereldtentoonstelling van 1897. Het museum omvat meerdere collecties en telt alles samen meer dan vijfhonderd waardevolle en uiterst zeldzame oldtimers, maar ook een interessante collectie van motorfietsen en zelfs koetsen. Zie ook: www.autoworld.be
Het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis
Het museum werd opgericht ter gelegenheid van de wereldtentoonstelling van 1910 en in 1923 ondergebracht in het Jubelpark. Het museum telt meer dan 100.000 objecten, opgesplitst in verscheidene collecties die zowel in grootte als in diversiteit uniek zijn. De bezoeker wordt er geconfronteerd met meer dan tien eeuwen militaire krijgsgeschiedenis gaande van een indrukwekkende collectie harnassen, bewerkte degens, vuurwapens en uniformen tot hedendaagse pantsers en vliegtuigen.
Recentelijk, in 2004, werd in het museum het āForum van hedendaagse conflictenā geopend dat de bezoeker een overzicht biedt van alle conflicten uit de 20ste eeuw. Zie ook: www.legermuseum.be
In de onmiddellijke omgeving:
De beeldvorming van het Jubelpark zou onvolledig zijn, als we geen aandacht zouden besteden aan het āPaul Gauchie huisā dat zich recht tegenover, in de Frankenstraat 5, het park bevindt.
Paul Cauchie (1875-1952) was Ć©Ć©n van de meest vermaarde Art Nouveau architect-decorateurs. Hij zorgde voor de heropleving van de Sgraffiti-techniek, een decoratietechniek waarbij in de pas aangebrachte pleister op de gevel lijntekeningen of patronen werden aangebracht om vervolgens ingekleurd te worden volgens de frescotechniek. Als motief werden vaak gracieuze vrouwenpersonen, gestileerd fruit of groenten gebruikt.
Het Cauchiehuis dateert van 1905 en is sinds 1975 geklasseerd. Het hoofdtafereel vertoont de negen muzen, de beschermgodinnen van kunsten en wetenschappen in de Oudgriekse mythologie.
- Lees ook: Geschiedenis van het Jubelpark