Het Amsterdam Museum beheert een grote collectie tegels en tegeltableaus. Een categorie apart zijn de Bijbeltegels. Zeer geliefd en zeer gewild door de eeuwen heen. Eén daarvan toont een meer dan schaars geklede jongedame in bad in het bijzijn van twee verlekkerd toekijkende oudere heren. Is dat niet een ietwat té pikante scène voor de Heilige Schrift? Niets is wat het lijkt; de badende Susanna is het toonbeeld van eerbaarheid.
Volgens de heiligenkalender is 19 december haar feestdag; de dag waarop zij zes eeuwen vóór Christus, het aardse met het eeuwige verwisselde. Een mooie gelegenheid om haar verhaal uit de baddoeken te doen en onze Bijbeltegels onder de aandacht te brengen.
Bijbeltegels
De tegelschilders van het eerste uur beschilderen al wandtegels met Bijbelse voorstellingen. De meeste worden echter tussen 1750 en 1850 vervaardigd naar het voorbeeld van prenten uit rijk geïllustreerde uitgaven van de Bijbel. Ze zijn enorm populair, zowel in protestantse als in katholieke kringen, onder alle lagen van de bevolking, van arm tot rijk. Of beter, van iets minder arm tot rijk, want ze zijn kostbaar. Een teken van welstand. Niet alleen omdat ze bewerkelijker zijn – zeker als er Bijbelteksten bij geschreven moeten worden – maar ook omdat in de meeste tegelbakkerijen de ‘eerste schilder’ zich van deze taak kwijt. In de zeventiende eeuw al worden de eerste series, van soms meer dan 100 exemplaren, op de markt gebracht. Er zijn in totaal zo’n 600 verschillende Bijbelverhalen vastgelegd. De tegels worden ingemetseld in de achterwand van de openhaard, de plek waar men samenkomt. Er wordt niet alleen gekookt, het is ook vaak de enige bron van licht en warmte in de koude wintermaanden. Er bestaat geen geschiktere plek want geglazuurde tegels zijn niet alleen vriendelijk in onderhoud – doekje erover en klaar – maar je kunt er ook – en niet alleen tijdens lange wintermaanden – je ogen op uitkijken. Bijbelse voorstellingen ’ter leering ende vermaeck’.
Het museum heeft 47 bijbeltegels in zijn collectie. Oud- en Nieuwtestamentisch. Van Adam en Eva en de verdrijving uit het Paradijs tot de Verrijzenis van Christus. Onder hen bevinden zich Susanna en de Ouderlingen. Beide tegels zijn afkomst uit het Gildehuis, aan de Voetboogsteeg in Amsterdam. Ze dateren uit de achttiende eeuw en zijn voorzien van een blauw decor.
De kuise Susanna
Het verhaal van de “kuise Susanna” behoort tot de deuterocanonieke boeken; tot de boeken die pas later door de Katholieke Kerk aan de Bijbel zijn toegevoegd. In dit geval aan het Oude Testament. Daniël 13:1-64 beschrijft de benarde positie waarin de jonge vrouw verkeert. Het verhaal speelt zich af tijdens de Babylonische Ballingschap.
De rijke jood Joakim is gehuwd met Susanna. In de tuin van de echtelieden komen met zekere regelmaat joden bijeen om zaken te regelen. Twee ouderlingen hebben hun oogje op Joakims beeldschone echtgenote laten vallen. Zij besluiten om haar te verleiden en laten zich daartoe ongemerkt insluiten. Als Susanna de volgende dag een bad wil nemen in haar hof springen de beide mannen op hun argeloze slachtoffer af. Zijn maken avances, maar Susanna weigert hen te ontvangen. Als zij hen afwijst zullen de mannen in het openbaar zweren dat zij haar op heterdaad op overspel met een jonge Adonis hebben betrapt. Haar wacht dan dood door steniging. Susanna laat zich echter niet bedreigen en schreeuwt uit volle borst om hulp. Eén van de ouderlingen zet vervolgens de tuindeur open en wijst het toegestroomde publiek erop dat de jonge verleider zojuist door deze deur is gevlucht. Susanna beweert dat het juist haar beklagers zijn die om haar gunsten dongen. Niemand gelooft haar. Immers de heren bekleden belangrijke posities binnen de gemeenschap en worden niet tot zoiets in staat geacht. Er rest Susanna niets anders dan haar vertrouwen in God te stellen.
De mannen nemen wraak. Susanna wordt voor de rechtbank gevoerd en op grond van valse getuigenissen ter dood veroordeeld. Op weg naar de ‘slachtbank’, maakt ene Daniël (de profeet) zich los uit het publiek. Hij is ervan overtuigd dat Susanna onschuldig is en vraagt om toestemming om beide ouderlingen afzonderlijk te verhoren. Eén enkele vraag volstaat om haar onschuld te bewijzen: onder welke boom werden de tortelduifjes gesignaleerd. De één zag haar onder de terebint de ander onder de sycomore. De ouderlingen worden ontmaskerd en niet Susanna maar zij worden gestenigd totdat de dood erop volgt. Susanna’s onschuld is bewezen en haar vertrouwen in God niet beschaamd.
Susanna en de schone kunsten
In het Hebreeuws betekent Susanna lelie, het symbool van de reinheid. Ze is een geliefd onderwerp in de beeldende kunst. De eerste voorstellingen worden in de vroegchristelijke kunst in de Romeinse catacomben aangetroffen. Mogelijk om de vervolgde christenen voor te houden dat de rechtvaardigen verlost zullen worden van het kwaad. Middeleeuwse kunstenaars daarentegen geven de voorkeur aan Daniëls inzet voor een juiste gerechtelijke gang. Vanaf de Renaissance wordt de badende Susanna afgebeeld soms gekleed, maar vaak niet. Ze is een prachtig excuus om het vrouwelijk naakt weer te geven. Zo treffen we haar in onze tegelcollectie aan. En voor wie er, zittend bij de haard stilletjes van moest blozen? Dat ligt niet aan Susanna maar aan de warmte van het vuur.
~ Amsterdam Museum – Suzette van ’t Hof
Verhalenboek: De Bijbel voor ongelovigen
Overzicht van geschiedenisboeken over Amsterdam
– Bijbeltegels, Bijbelse voorstellingen op Nederlandse wandtegels van de 17de tot de 20ste eeuw, Jan Pluis, München 1994
– www.nederlandstegelmuseum.nl