Dark
Light

Nederlandse stereotypen over Polen in de zeventiende eeuw definieerden Oost- en West-Europa

2 minuten leestijd
Poolse vlaggen in Krakau
Poolse vlaggen in Krakau (CC0 - Pixabay - JerzyGorecki )

In Nederland bestaan veel vooroordelen over Polen. Zo zouden ze overlast veroorzaken, corrupt zijn en te veel drinken. Dit soort stereotypen kent een lange voorgeschiedenis, volgens letterkundige en historicus Paul Hulsenboom, die op 24 oktober promoveert aan de Radboud Universiteit.

‘De gevoelsmatige tegenstelling tussen Oost- en West-Europa van nu komt voort uit de zeventiende eeuw.’

Net als tegenwoordig onderhielden Nederland en Polen al in de zeventiende eeuw nauwe contacten op allerlei terreinen: van handel en diplomatie tot religie en wetenschap. Tegelijkertijd ontwikkelden Polen en Nederlanders verschillende ideeën over elkaar. Letterkundige en cultuurhistoricus Paul Hulsenboom schreef een proefschrift over die Pools-Nederlandse wederzijdse beeldvorming.

Boeren en barbaren

Hij onderzocht onder meer Nederlandse, Poolse en Latijnse reisverslagen, gedichten en pamfletten, prenten, kaarten en schilderijen. Veel van deze bronnen zijn nooit eerder onderwerp geweest van studie. Samen laten ze goed zien op welke manieren beide landen gerepresenteerd werden. Waar sommige Polen de Nederlanders wegzetten als ketterse boeren, schilderden Nederlanders de Poolse bevolking regelmatig af als ongecultiveerde wilden.

Naast deze negatieve verhalen bestond er echter ook een positievere beeldvorming. Zo prezen Nederlanders Polen als cruciale handelspartner en beschermer van het christendom tegen het Ottomaanse Rijk. Anderzijds waren veel Polen onder de indruk van Nederlandse natuur en de rijke steden, of de militaire kunde en vrijheidsdrang van de Nederlanders. Hulsenboom: ‘Welk narratief een auteur of kunstenaar gebruikte, hing vooral af van zijn of haar achtergrond en belangen.’

Hulsenboom benadrukt dat beeldvorming vaak bewust werd ingezet met politieke en commerciële doeleinden, bijvoorbeeld door diplomaten, maar ook op subtiele wijze doorwerkte.

‘Sommige Nederlandse geleerden prezen hun Poolse studenten of collega’s door te zeggen dat zij verrast waren dat Polen überhaupt zo slim en erudiet konden zijn.’

Oost en West

Cruciaal is bovendien dat de mentale indeling van Europa in de zeventiende eeuw begon te kantelen. ‘Oorspronkelijk deelde men Polen in bij de noordelijke landen,’ zegt Hulsenboom, ‘waar de adel veel alcohol nuttigde, buitensporig veel van weelde hield en gewelddadig was, en waar de gewone bevolking onderdrukt werd en leefde in belabberde omstandigheden.’

Deze beeldvorming kwam nog voort uit de Klassieke Oudheid. In de zeventiende eeuw begonnen Nederlanders Polen echter ook voor te stellen als een oostelijk land, dat zij associeerden met de exotische Oriënt. Hiermee leverden zij een wezenlijke bijdrage aan de mentale tweedeling van het continent tussen West en Oost, die doorwerkt tot op de dag van vandaag. Hulsenboom:

‘Hoewel Polen ook wel wordt gerekend tot Centraal-Europa, ligt de nadruk veelal op de vermeende verschillen tussen Oost en West.’

Inclusieve geschiedschrijving

Volgens de onderzoeker kijken veel West-Europeanen neer op hun oosterburen en worden Polen regelmatig gediscrimineerd. ‘Zo introduceerde de PVV in 2012 het zogenaamde Meldpunt Midden- en Oost-Europeanen, dat Nederlanders aanspoorde om overlast van Oost-Europeanen te melden. Daarmee mobiliseerde de partij een negatief, stereotiep beeld van onder meer Polen.’

Dit soort beeldvorming heeft volgens de onderzoeker nadelige gevolgen voor de economische en sociale positie van Polen. Wat Hulsenboom betreft moeten we ons daarom ontdoen van ingesleten stereotypen over Oost-Europeanen. Met zijn onderzoek hoopt hij daaraan bij te dragen en pleit hij voor een inclusievere geschiedschrijving.

‘Westerse historici moeten meer oog hebben voor het Pools-Litouwse Gemenebest. Dat leidt tot een beter begrip van Centraal- en Oost-Europa – iets wat extra hard nodig is in het licht van de Russische oorlog tegen Oekraïne.’

×