Zamora ligt in het noordwesten van Spanje vlakbij de Portugese grens aan de rivier de Duero. Zij wordt wel de ‘stad van de romaanse bouwkunst’ genoemd vanwege de vele bouwwerken uit de romaanse periode en de archeologische overblijfselen uit de tijd van de Romeinse overheersing. Er zijn in deze 65.000 inwoners tellende stad maar liefst 24 kerken, een kathedraal, een kasteel, twee paleizen, stadsmuren, huizen en een brug, alle daterend uit de tiende tot de dertiende eeuw. Daarmee is Zamora de stad met het hoogste aantal romaanse kerken van Europa.
Historie
De oudste aanwijzingen van een nederzetting op de plaats waar nu Zamora ligt dateren uit de bronstijd (3000-800 v.Chr.). Rond 700 v.Chr. werd dit gebied bewoond door de Vaccaei, een Keltische stam die een groot deel van Noord-West Spanje beheerste. Zij noemden de nederzetting Ocalam. Deze nederzetting handhaafde zich gedurende de Romeinse overheersing en wordt wel geïdentificeerd met de residentie ‘Ocelo Durii’ ofwel het ‘Oog van de Duero’.
Held van Zamora is de legendarische Viriato, een lokale edelman, die rond 140 v.Chr. de Romeinen verschillende keren wist te verslaan, maar uiteindelijk door verraders uit zijn eigen gelederen werd vermoord. Daarmee eindigde de zogeheten Lusitaanse oorlogen. De eerste keer dat een verwijzing opdoemt naar Zamora is in een Visigotisch document uit 569. Daarin wordt de nederzetting aangeduid als Senimure. Later noemden de Moren de stad Azemur (wilde olijfgaard) of ook wel Semurah (turquoise stad).
Na de ontdekking van Amerika aan het eind van de vijftiende eeuw, zagen veel Zamoranen nieuwe kansen en verlieten zij hun in verval geraakte stad om vooral in Zuid-Amerika hun geluk te beproeven. Pas in de achttiende eeuw leefde Zamora op, een proces dat onderbroken werd door de Napoleontische invasie. Drie jaar (1809-1812) duurde de Franse bezetting en gedurende die periode verloor de stad veel van zijn historisch erfgoed. Na de bevrijding ging het opnieuw bergafwaarts met Zamora en mede door het verplaatsen van het militaire hoofdkwartier naar Valladolid nam het inwoneraantal af tot 9.000. Aan het begin van de negentiende eeuw, met de komst van de spoorwegen, elektrificatie en verbeteringen in de landbouw, leefde Zamora weer enigszins op. Tegenwoordig zijn landbouw en handel de belangrijkste middelen van bestaan.
Enkele kerken
Een van de best geconserveerde kerken van Zamora is de Iglesia de Santiago del Burgo, gelegen aan de verkeersvrije winkelstraat, Calle de Santa Clara en aan de Plaza Santiago. Nadat koning Ferdinand I Zamora in de elfde eeuw had heroverd op de Moren en de stad was herbevolkt, ontstonden buiten de stadsomwalling nieuwe nederzettingen met burchten en kerken waarvan de Iglesia de Santiago del Burgo er een van was. De bouw van de kerk begon in de tweede helft van de twaalfde eeuw, maar werd pas in de dertiende eeuw voltooid toen de herbevolking van het oostelijk deel van de stad goed op gang kwam. In de tweede helft van de vorige eeuw zijn diverse gebouwen die de kerk omringden afgebroken en ontstond er ruimte rondom het gebouw.
In wat volgens historici ooit de joodse wijk is geweest van Zamora staat de Iglesia Santa Lucía aan het gelijknamige plein, waar ook het Palacio del Cordón te vinden is dat onderdeel uitmaakt van het Provinciaal Museum van Zamora. Van oorsprong is het een romaanse kerk uit de twaalfde eeuw die vijfhonderd jaar later vrijwel geheel herbouwd is en vanaf dat moment van de traditionele drie beuken er slechts één heeft overgehouden. Het is een kleine kerk met een open toren waaraan een balkon is bevestigd om de klokken te kunnen bereiken en aan de achterkant is een fraaie erker aangebracht. De kerk bevindt zich in goede staat, niet in het minst omdat de gemeente hem heeft opgenomen in zijn toeristisch programma en hij fungeert als museumwinkel.
Plaza Mayor
Links van het oude gemeentehuis komt een steile straat uit op de Plaza Mayor, de Calle Balborraz, een van de oudste straten van Zamora die al bestond in de tiende eeuw toen de stad onder druk stond van de Moorse strafexpedities. De naam Balborraz is een verbastering van de naam die de Arabieren de straat gaven: bab al ras, dat ongeveer ‘poort van het hoofd’ betekent. Destijds bestond er ook een toegangspoort met dezelfde naam die in 1555 is gesloopt. De Balborraz is onderdeel van een rechtstreekse route vanaf de Plaza Mayor tot aan de rivier de Duero en heeft altijd een belangrijke economische rol vervuld. Vanaf de middeleeuwen hebben tal van handwerkslieden hier hun ambacht uitgevoerd.
De Duero
De Duero is gedurende vele eeuwen gebruikt door de Zamoranen om waterkracht te gebruiken voor de verwerking van graan. Er zijn nog enkele groepjes watermolens te vinden, waarvan de Aceñas de Olivares de bekendste is. Kronieken vermelden dat deze molens al bestonden in het jaar 985. Veelal werden deze molens door de kroon in gebruik toegewezen aan kerkelijke ordes en waren ze dus niet in particulier bezit. De productie van meel werd beschouwd als een zaak van de gemeenschap. De molens hebben lang gefunctioneerd, want pas aan het begin van de vorige eeuw zijn ze buiten werking gesteld.

Het Kasteel
Aan het uiterste oostpunt van de oude stad liggen de ruïnes van het kasteel van Zamora. Of dit kasteel gebouwd is onder de heerschappij van de Asturiaanse koning Alfons II of later op last van Ferdinand I van León is niet duidelijk, maar zeker is dat het rond het midden van de elfde eeuw al bestond. Uit die periode zijn slechts enkele resten bewaard gebleven. Zoals aangegeven was Zamora een belangrijke strategische vestingstad in de strijd tegen de Moren die de stad weliswaar enkel keren wisten te veroveren, maar dat beschreven als een ware marteling. Later, ten tijde van de regeringsperiode van Filips V (1683-1746) is het kasteel ingericht voor gebruik van zware artillerie. In 1985 werd het kasteel toegevoegd aan de lijst van het Spaanse nationale erfgoed en momenteel is het in eigendom van het ministerie van Cultuur dat zorg draagt voor het behoud van dit monument. Na vier jaar van restauratiewerk werd het kasteel in 2009 opengesteld voor het publiek. Opvallend is de ruitvormige structuur met de drie torens en de diepe gracht die het geheel omsluit. Vanaf een van de torens is duidelijk te zien wat de betekenis is geweest van deze hooggelegen vesting voor de verdediging van het gebied tegen vijandelijke invallen.
Baltasar Lobo
Toeristen beschouwen Zamora hoofdzakelijk als attractie op doortocht, maar de vele bezienswaardigheden rechtvaardigen zeker een wat langer verblijf in de stad.
Overzichtspagina: Geschiedenis van Spanje
Overzicht van boeken over de geschiedenis van Spanje