Exotische luxe in de Gouden Eeuw

4 minuten leestijd
Foto Erik Smits/Monique Bröring
Foto Erik Smits/Monique Bröring

Het Rijksmuseum in Amsterdam komt komend najaar met een tentoonstelling over de exotische luxe die in de zeventiende eeuw naar de Nederlanden kwam. Lakwerk, ivoor, zilver, zijde, ebbenhout, sieraden en heel veel porselein werden door de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) naar Amsterdam gebracht en verspreidden zich vervolgens over heel Europa.

De tentoonstelling, getiteld Azië in Amsterdam. Exotische luxe in de Gouden Eeuw, toont volgens het museum de mooiste voorwerpen uit Azië die de interieurs van de steeds rijker wordende Hollandse elite verfraaiden en de Europese smaak van Parijs tot aan Sint-Petersburg voorgoed veranderden.

Ronde schotel van blauw beschilderde majolica, anoniem, ca. 1630 - ca. 1650
Ronde schotel van blauw beschilderde majolica, anoniem, ca. 1630 – ca. 1650
Strikbroche, anoniem, ca. 1650 - ca. 1675
Strikbroche, anoniem, ca. 1650 – ca. 1675

De Aziatische schatten, vervaardigd van bijzondere, kostbare materialen en versierd met intrigerende exotische motieven die niemand ooit eerder had gezien, veroorzaakten meteen grote opwinding in Amsterdam. Zij kleurden en verrijkten de wereld van de Nederlanders, zij prikkelden de fantasie en de nieuwsgierigheid. Het Rijksmuseum:

“Flinterdun wit porselein met blauwe motieven uit China, dozen van schitterend lakwerk en zijden stoffen uit Japan, sieraden met edelstenen uit India en Indonesië, gesneden ivoren voorwerpen uit Ceylon (Sri Lanka), bizar gevormde schelpen, zwart ebbenhout, filigrain uit India… de Hollanders vergaapten zich aan al dat moois en namen het enthousiast op in hun tot dan toe veel ingetogener interieurs.”

Bijzondere is volgens het museum dat niet alleen de allerrijksten zich deze voorwerpen konden veroorloven. Ook een groot deel van de groeiende middenklasse kon dat.

De terugkomst in Amsterdam van de tweede expeditie naar Oost-Indië, Hendrik Cornelisz. Vroom, 1599
De terugkomst in Amsterdam van de tweede expeditie naar Oost-Indië, Hendrik Cornelisz. Vroom, 1599

Porselein-sensatie

Kendi, anoniem, 1580 - 1620
Kendi, anoniem, 1580 – 1620
Het blauw-witte porselein uit China was in het bijzonder populair. Het was dunner, gladder en lichter in gewicht dan het aardewerk dat in Holland werd geproduceerd. Al snel werd de productie van het aardewerk verfijnd in Delft en ontstond het beroemde ‘Delfts Blauw’, dat dus een Chinese oorsprong heeft. Vanaf ongeveer 1660 kwam daar het gekleurde Japanse porselein bij, meegebracht door VOC-ambtenaren die terugkeerden uit het Verre Oosten. Dit zorgde voor een nieuwe sensatie en twintig jaar later was vooral het exclusieve (en dure) Kakiemon-porselein het hoogst gewaardeerd bij de Hollandse elite.

De tentoonstelling laat veel voorbeelden zien van porseleinen kommen, schalen, koppen en kannen met als hoogtepunt een schenkkan met een gouden deksel uit ongeveer 1640, met het wapen van de trotse eigenaar.

Lakwerk

Ook fascinerend vonden de Hollanders het Japans lakwerk, dat zeldzamer en kostbaarder was vanwege het complexe en tijdrovende vervaardigingsproces. Een kastje van lakwerk kostte in de zeventiende eeuw zo’n 180 gulden, waarbij een goedbetaalde VOC-ambtenaar ongeveer 54 gulden per maand verdiende. Azië in Amsterdam toont een groep lakwerk van de hoogste kwaliteit, waaronder twee zeer grote lakkisten. De één werd twee jaar geleden door het Rijksmuseum verworven en is rijk gedecoreerd met ingelegd goud, zilver, parelmoer en zelfs kristal.

De ander werd speciaal vervaardigd voor de vrouw van een gouverneur-generaal van de VOC en draagt haar naam. Alleen omdat de Hollanders zo’n vertrouwenspositie in Japan hadden konden zij aan dergelijke uitzonderlijk zeldzame objecten komen. Niet eerder was volgens het museum zoveel lakwerk van deze kwaliteit in Nederland te zien.

Kist, beschilderd met bladranken, bloemen, vogels en een wapenschild met het monogram VM, toegeschreven aan Willem Kick, 1618
Kist, beschilderd met bladranken, bloemen, vogels en een wapenschild met het monogram VM, toegeschreven aan Willem Kick, 1618

Kostbare meubelen

De meubelen die de VOC-functionarissen meenamen waren niet bestand tegen het tropische klimaat. Daarom lieten de Hollanders meubelen vervaardigen uit lokale houtsoorten. De Aziatische meubelmakers moesten wel uitgaan van westerse voorbeelden, wat leidde tot Hollandse kabinetten in een combinatie van oosterse en westerse materialen en motieven. Soms werd dat ingelegd met ivoor, zoals in een zeer zeldzame wieg die gedecoreerd is met Hindoeïstische voorstellingen.

Schommelwieg, anoniem, ca. 1650 - ca. 1700
Schommelwieg, anoniem, ca. 1650 – ca. 1700

Ivoor werd ook gebruikt in andere voorwerpen, zoals kleine kistjes uit Ceylon waarvan er één versierd is met een voorstelling van Adam en Eva: een opdracht van een VOC-ambtenaar ter plaatse.

De vormen van de Aziatische meubelen waren niet altijd geschikt voor het Hollandse interieur. Zij werden daarom aangepast aan het gebruik hier. Lage lakkabinetten werden op een voet geplaatst, soms werden ze zelfs door Hollandse meubelmakers verzaagd en hergebruikt in een nieuw kabinet. Het Hollandse interieur veranderde echter ook onder invloed van de Aziatische weelde. Porselein werd getoond op speciaal daarvoor gevormde planken en consoles. De geïmporteerde zijde en katoen bracht veel meer kleur en variatie in de vorm van beddenspreien, gordijnen en wandbespanningen.

Kabinet, 17de eeuw. Peabody Essex Museum, Salem, VS
Kabinet, 17de eeuw. Peabody Essex Museum, Salem, VS

Nieuwe luxe

Diamanten, edelstenen, filigrain, parelmoer, zilver, zijde, sits (katoen) en waaiers, maar ook peper, thee en exotische dieren als papegaaien en apen werden door de schepen naar Amsterdam gevoerd. Fe Hollandse burgers wilden zich ook vereeuwigen met al die nieuwe luxe. Vanaf het begin van de zeventiende eeuw voegden daarom de Hollandse kunstenaars deze objecten toe aan hun schilderijen. Clara Peeters, Floris van Dyck, Pieter Claesz, Willem Claesz. Heda en Willem Kalf waren meesters in het afbeelden van de textuur van het glanzende porselein.

De man die écht modieus wilde zijn, liet zich portretteren met een zijden ‘Japonse rok’, een lange, ruim zittende jas van zijde, zoals de Amsterdamse apotheker Johannes Hudde in 1686 door Michiel van Musscher. Wie daarnaast ook nog Chinese thee uit een Chinese theepot in Chinese kopjes kon schenken, geserveerd op een Japanse laktafel, had Azië écht naar Amsterdam gehaald.

De tentoonstelling Azië in Amsterdam. Exotische luxe in de Gouden Eeuw is te bezoeken van 17 oktober 2015 tot 17 januari 2016

Stilleven met kalkoenpastei, Pieter Claesz., 1627
Stilleven met kalkoenpastei, Pieter Claesz., 1627

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×