Ieder jaar herdenkt de Orange Order op 12 juli de slag bij de Boyne. In 1690, technisch gesproken was het 1 juli 1, versloeg stadhouder Willem III van Oranje hier zijn schoonvader, de ex-koning Jacobus II. Jacobus kon niet op tegen zijn neef en schoonzoon die zich onverschrokken in de strijd wierp. Ondanks een schouderwond, opgelopen de avond ervoor toen hij het slagveld voor de strijd inspecteerde, bleef Willem negentien uur in het zadel en voerde zijn troepen persoonlijk aan.
Deze veldslag speelde zich af bij de rivier Boyne, ongeveer anderhalve kilometer van de moderne Boyne River Bridge die in 2003 werd opengesteld. De rivier maakt hier, vlak voor Oldbridge, een opmerkelijke buiging in het Ierse landschap. Niet ver hier vandaan ligt Newgrange, een overblijfsel uit de Neolitische periode. Het stuk land bij Drogheda waar Willem tegenover de legers van zijn schoonvader kwam te staan is nu een toeristische attractie met een parkeerterrein. Het is een favoriete film- en fotografielocatie waar regelmatig re-enactments worden opgevoerd. De herdenking van de slag bij de Boyne heeft mythische vormen aangenomen en is beladen in Ierland. Is het terecht dat Willem III, de Koning-Stadhouder, door de Orange Order werd gemonopoliseerd tot held?
Orange Order
De traditie van de oranjemarsen van de Ulster protestanten is terug te voeren op de stichting van de Orange Order in 1795. Willems overwinning bij de Boyne werd herdacht vanwege de door de Glorieuze Revolutie verkregen religieuze vrijheid. De orangisten hechten van oudsher grote waarde aan het recht om te mogen paraderen. Maar in de loop van de daarop volgende twee eeuwen raakten de marsen omstreden. Mijn generatie (opgegroeid in de jaren 60 en 70) herinnert zich de beelden uit Portadown uit de jaren negentig. De orangisten marcheerden door een katholieke wijk en dit leidde tot veel geweld tussen protestanten en katholieken. En in de daarop volgende jaren liepen protestantse paramilitaire organisaties mee, met alle gevolgen van dien. Noord-Ierland werd het strijdtoneel van terroristische aanslagen. Tot op de dag van vandaag is de IRA actief. Het gaat buiten de kaders van dit artikel om hier verder op in te gaan. Terug naar het onderwerp waar dit blog aan is gewijd: de slag bij de Boyne en de rol van Willem als held bij de Orange Order.
De realiteit was dat de Ierse kwestie Willem gestolen kon worden. En geef hem eens ongelijk. Ierland was, letterlijk, 180 graden verwijderd van het grote plan dat hij voor ogen had. Dus toen Willem in het voorjaar van 1689 vernam dat Jacobus met een oorlogsvloot de haven van Brest was uitgevaren, liet hij admiraal Herbert met de Channel Fleet mobiliseren om deze Franse vloot, want dat was het feitelijk, te onderscheppen. Jacobus wist Herbert te omzeilen en zes dagen later landde hij bij Kinsale in het zuiden van Ierland. Willem ging over tot plan B en stuurde zijn meest ervaren veldmaarschalk, de oorlogsveteraan Frederik van Schomberg. Willem vertrouwde er op dat Schomberg ook deze klus zou klaren en ging verder met de urgente problemen van Europa, waar de oorlog woedde. Het waren sombere en onzekere tijden waarin de kersverse koning van Engeland werd verscheurd door heimwee naar Holland en, nog altijd leed aan een zwakke gezondheid.
Poolshoogte
Een jaar verder in de Ierse campagne van Schomberg bereikten Willem verontrustende berichten. Schomberg klaagde steen en been over de onbekwaamheid van zijn officieren en het gebrek aan wapens en schoenen. Op deze wijze zou hij Jacobus niet aanvallen. Willem besloot daarop om zelf poolshoogte te nemen. Hij schreef een persoonlijke brief naar de Beierse keurvorst, een van de bondgenoten in de Grote Alliantie, waarin Willem zijn ontevredenheid over zijn besluit uit de doeken deed:
“Ik vind het vreselijk dat ik dit jaar zo weinig kan bijdragen aan de zaak der Geallieerden en dat ik verplicht ben naar Ierland te gaan, waar ik als het ware van de beschaafde wereld ben afgesneden. 2
Willems vloot bereikte zonder complicaties de Ierse kust bij Carrickfergus en ging voor anker. Met een sloep werd hij aan land geroeid en zette voet aan wal bij de oude kade, in de schaduw van het Normandische fort. Van hier reed hij naar Whitehouse waar hij zich bij Schomberg en diens zoon Meinhard voegde. Van daar verder zuidelijk.
Een sprong nu naar de plaats van handeling bij de Boyne. Willem positioneerde zijn artillerie aan de noordoever van de rivier bij het plaatsje Tullyallen. De legers van Jacobus waren aan de overzijde en waren dus in het voordeel. Ervan uitgaande dat Willem met 36.000 troepen in de meerderheid was, Jacobus had ‘slechts’ 25.000 man onder de wapenen, leek het voor Willem een kat in het bakkie. Maar schijn bedriegt.
De avond voor de veldslag kwam de prins van Oranje onder vijandelijk vuur te liggen. Toen een kanonskogel hem bij zijn linkerschouder raakte, en ‘tore his Coat and shirt, and made his skin all black’3, waren de infanteristen van Jacobus er van overtuigd dat zij Willem hadden uitgeschakeld. Willem zelf deed het af als een niemendalletje en duwde zijn officieren met een ongeduldig gebaar van hem af. ‘Waarom gaan jullie niet gewoon door waar jullie mee bezig zijn?’4
Het nieuws verspreidde zich als een lopend vuurtje, tot aan het Vaticaan en het Hof van Versailles toe. In de straten van Parijs hielden de mensen nepbegrafenissen voor de kleine man in zijn fluwelen jas, en ook de paus kon zijn opluchting niet verbergen. Waarschijnlijk kon hij zich niet vereenzelvigen met zijn deelname aan de Grote Alliantie, het Europese bondgenootschap waar Willem en de zijnen zich sinds 1672 voor hadden ingezet. Willem was nu eenmaal protestant…
De volgende ochtend, 12 juli 1690, verscheen Willem gezond en wel te paard. Stralend als het krieken van de zomerdag zelf. De legers, in drie secties verdeeld, werden aangevoerd door Willem, Schomberg en diens zoon Meinhard die de rivier overstak bij Rosnaree, ten westen van het Jacobitische kamp. Toen Jacobus deze beweging zag, stuurde hij het merendeel van zijn troepen erheen in een poging de vijand tegen te houden en verzwakte hiermee zijn rechterflank. Hierop stak Willem de rivier over bij Oldbridge. Onder de dreiging van een aanval aan beide flanken, raakten de Jacobitische troepen in paniek, lieten hun wapenen vallen en trokken zich hals over kop terug. Net als Jacobus zelf die zich zo snel hij kon naar Dublin haastte. Onder het Jacobitische kamp heerste nu consternatie.
Tim Harris schrijft dat de Ierse protestanten zich na hun nederlaag bij de Boyne verraden voelden door Jacobus.5 Volgens hen had Jacobus meer interesse in het heroveren van de Engelse kroon en het sussen van de protestantse opinie in Engeland dan in de problemen van Ierland. En net als in januari 1689 vluchtte Jacobus naar Frankrijk. De meesten van zijn soldaten hadden hem niet eens gezien op het slagveld. De Ierse legers omschreven Jacobus als ‘Séamus an chaca’ – James the beshitten.6 Het is veelzeggend.
Weinig boodschap aan religie
De militaire zege van Willem was trouwens niet helemaal zonder slag of stoot gegaan al werd er, relatief, weinig bloed vergoten. Aan de kant van Jacobus lieten ongeveer 1500 tot 2000 mannen het leven. Bij oranje vonden ongeveer 400 mannen de dood en de meesten daarvan waren het slachtoffer geworden van het zogenaamde ‘friendly fire.’
Voor Schomberg werd de slag bij de Boyne zijn laatste. Gilbert Burnet beweert dat de maarschalk te overmoedig was en zich niet voldoende had beschermd tegen een Ierse aanval. Bij de oversteek maakte een klein groepje Ieren zich los, daarbij enkele schoten lossend. In de hierdoor ontstane chaos nam een Ier zijn kans waar en schoot Schomberg dood. Wie die man was, is nooit opgehelderd.7
Wanneer de slagen van de lambeg drums of ‘killymans’ door de straten van Belfast golven dwing ik mijzelf te denken aan een traditie die zijn oorsprong heeft in het jaar 1795 toen Ierse unionisten zich verenigden in de Orange Order. Ik forceer mijzelf te aanvaarden dat de herdenking slechts overlevering is, gestoeld op feit en fictie. Niet meer dan een onschuldige misinterpretatie. Willem was immers protestant en hij eigende zich de troon toe van een katholiek. Maar het is niet vol te houden. Want de werkelijkheid was genuanceerder en Willem had, zoals ik eerder schreef, weinig boodschap aan religie. Wat overigens niet wil zeggen dat hij er geen handig gebruik van wist te maken in de propaganda. Polarisatie heeft zijn voordelen. Maar dat is een onderwerp op zich. Net als Wout Troost ben ik van mening dat het geen kwaad zou kunnen wanneer de orangisten hun beeld van Willem zouden herzien. “Ze zouden zich meer bewust moeten zijn van de tolerantie die Willem tegenover andersdenkenden aan de dag legde.”8
Niet alleen in Ierland is Willem een held. Orangisten zijn overal. Zo tref je ze in Schotland, de Verenigde Staten en landen van het Gemenebest. De Orange Order is zoiets als de vrijmetselaren: alleen mannen mogen lid worden. Verder moet je natuurlijk protestant zijn. Het schijnt dat er de laatste jaren vrouwen en katholieken worden toegelaten. Wie had dat ooit kunnen denken?
Protestantse suprematie
Voor de orangisten is Willem hét bewijs van een protestantse suprematie. En omdat Willem op 12 juli hier de katholieke Jacobus versloeg, is de herdenking van de slag als het toefje slagroom op een verjaardagstaart gebakken van een eeuwenoud Iers conflict tussen protestanten en katholieken. Als ik kijk naar de vaandels met afbeeldingen van een triomferende Willem op een wit paard, dan voel ik een golf van ‘onze Willem’ trots, eerlijk is eerlijk. Al maken de orangisten waarschijnlijk een vergissing. Henri en Barbara van der Zee hebben het over een zwart paard 9 en ik stel me Willem hier altijd voor met een donkerbruin paard. Het witte paard laat zich verklaren als een verwijzing naar het Huis van Hannover. Ten tijde van de oprichting van de Orange Order was George III immers koning van Engeland.
De slag bij de Boyne werd voor Willem het begin van zijn Ierse campagne die pas in de herfst van 1691 tot een eind kwam met het Verdrag van Limerick. Maar op de keper beschouwd kwam het nooit tot een permanente oplossing van het Noord-Ierse conflict zoals de recente geschiedenis ons helaas heeft laten zien. Dat de slag bij de Boyne mythische vormen heeft aangenomen wordt elk jaar weer duidelijk wanneer de hemel boven Ulster oranjerood kleurt en de orangisten hun marsen houden.
Tot slot. De uitkomst van de slag bij de Boyne was significant voor de verhoudingen tussen Ierland en Engeland. Het instituut Willem en Mary zat nu stevig in het zadel, of toepasselijker gezegd, op de troon van Engeland en dit had grote gevolgen. De dagen van de absolute Koninklijke overheersing waren geteld. Willem was de eerste koning van Engeland die niet zonder een parlement regeerde. En wie er zo naar kijkt kan concluderen dat de slag bij de Boyne, hoewel vanuit militair oogpunt totaal onbelangrijk, een mijlpaal is geworden in Britse en Ierse aangelegenheden en de Glorieuze Revolutie vervolmaakte.
Boek: De Roofkoning – Prins Willem III en de invasie van Engeland
2 – Japikse, Correspondentie, tweede deel, iii, p. 158
3 – Tim Harris, Revolution: The Great Crisis of the British Monarchy, 1685 – 1720, p. 446
4 – Henri en Barbara van der Zee, William and Mary, p. 314
5 – Tim Harris: Revolution: The Great Crisis of the British Monarchy, 1685 – 1720, p. 474
6 – Ciardha, Ireland and the Jacobite Cause, p. 83.
7 – Gilbert Burnet, From the restoration of Charles II to the Treaty of Peace at Utrecht, in the reigh of queen Anne, p. 554
8 – Wout Troost: Stadhouder-koning Willem III; een politieke biografie, p. 289
9 – Henri en Barbara van der Zee, William and Mary, p.314