Dark
Light

Barbe Nicole Ponsardin-Clicquot, een sprankelende dame van champagne

8 minuten leestijd
Barbe Nicole Ponsardin-Clicquot - Portret door door Léon Cogniet
Barbe Nicole Ponsardin-Clicquot - Portret door door Léon Cogniet

“Champagne is de enige drank die vrouwen mooier maakt nadat ze hebben gedronken”.

Dat beweerde Madame de Pompadour, de getitreerde minnares van de Franse koning Lodewijk XV. Vrouwen en champagne, het is een prikkelend span. Niet enkel voor reclamedoeleinden, zoals de prachtige Art Nouveau-affiches maar ook technisch stonden vrouwen hun mannetje. Eén van hen was Barbe Nicole Ponsardin-Clicquot (1777-1866); het kleine vrouwtje dat de champagne verbeterde tot het zalige bubbelsap dat we nu drinken.

Klikovskoïe, dat is Russisch voor champagne. Het woord werd – jawel – afgeleid van Clicquot, het champagnemerk dat één vrouw tot een internationale merknaam heeft gemaakt: Barbe Nicole Ponsardin-Clicquot. Een merknaam die garant staat voor luxe en kwaliteit.

Chateau Clicquot
Chateau Clicquot
Niet dat Nicole-Barbe Ponsardin in de wieg gelegd was om een bedrijf te leiden. Haar vader was wolfabrikant, bovendien bankier en burgemeester van Reims. Op haar 22ste huwt ze met François Clicquot. Ook zijn vader is een welgesteld wol- en wijnhandelaar. Hetzelfde milieu, dezelfde opvoeding. Beide families zijn très comme il faut (zoals het hoort) en Barbe zal die strenge standing altijd aanhouden.

1798, de Franse Revolutie zindert na. Het kerkelijk huwelijk tussen Barbe-Nicole en François wordt in het geniep – in een wijnkelder! – door een niet erkende priester ingezegend. De Franse revolutie had immers het burgerlijk huwelijk als enig wettelijk huwelijk ingesteld maar het jonge koppel stamt uit deftige katholieke, afgeschermde bourgeoisfamilies en trouwen gebeurt op de traditionele manier met iemand van dezelfde stand, dezelfde opvoeding, dezelfde levensopvattingen.

Magere gronden, arme schaapjes

Reims en de Marnestreek was begin negentiende eeuw nog een textielgebied. Op de schrale gronden, niet geschikt als vruchtbare landbouwgrond, graasden schapen. Maar door de Engelse concurrentie krijgen de Franse wolletjes een flinke knauw en worden van de markt geveegd. Dus wordt er uit noodzaak meer in wijnbouw geïnvesteerd.

Sprankelende wijn werd al wel eeuwen in de streek verbouwd en de link met Reims en champagne gaat al lang terug. Elke nieuwe Franse soeverein werd immers in de kathedraal gekroond en dan is het feest! Een feest vraagt feestdrank en zo werd het noordelijk gelegen Reims met feestelijke bubbels geassocieerd.

Met de internationale overproductie van wol maar ook met de opkomst van een klasse van nieuwe rijken, is die wijnbouw een gelegenheid om nieuwe inkomsten aan te boren. François Clicquot kiest resoluut voor de wijnbouw. Misschien is alcohol met bubbels wel lucratief? In een karos host het jonge koppel om samen de wijngaarden te inspecteren. Was de prille huisvrouw dan al een ‘zakenpartner’ van haar kersverse echtgenoot?

Na amper zeven jaar huwelijk overlijdt François plots na een hevige koortsaanval. Hij is amper 31. Vijftien dagen agonie en de jonge weduwe blijft achter met een dochtertje, een schoonvader die compleet instort en de zaak van zijn zoon niet wil verder zetten. Wat speelt er zich af in het hoofd van de jonge vrouw? Zij die opgegroeid is in de zakenwereld, vraagt de hulp van haar vader, intussen oprichter en voorzitter van de Kamer van Koophandel van Reims.

Jonge zakenvrouw, ongehoord

Barbe Nicole Ponsardin-Clicquot. Portret met dochter - Léon Cogniet
Barbe Nicole Ponsardin-Clicquot. Portret met dochter – Léon Cogniet
Met de ruggensteun en de connecties van haar vader besluit Barbe de projecten van haar man verder te zetten. Voorzichtigheidshalve associeert ze zich voor een termijn van vier jaar met andere wijnhandelaars. Ze leert al doende en trekt zich niets aan van de vooroordelen en roddels dat een vrouw van haar stand zich niet moet inlaten met handelszaken. Een vrouw in een bij uitstek mannenwereld, de wijnwereld.

Haar status van weduwe geeft haar een zekere vrijheid want onder de Code Napoleon staat een ongehuwde vrouw onder de voogdij van haar vader en eens de ring om de vinger, wordt ze onder toezicht van haar wederhelft geplaatst. Pas als weduwe is ze van die mannelijke plak bevrijd. Barbe zal nooit hertrouwen. Maar zij die zo op haar bewegingsvrijheid is gesteld, zal wel hemel en aarde bewegen om haar dochter een goeie – dus adellijke – partij te bezorgen. Ook al is schoonzoon Louis de Chevigné een flierefluiter die het geld – de duiten van schoonmama – langs deuren en vensters buiten gooit. Zij, de punctuele en strenge zakenvrouw, kon veel hebben van haar libertijnse schoonzoon, die nogal pikante gedichten schreef en wilde feesten organiseerde. Enige voorwaarde was dat dochter Clémentine gelukkig was. Of wou ze haar dochter het gehaaide businesswereldje besparen?

Want Barbe heeft het niet onder de markt gehad. De eerste acht professionele jaren zijn bijzonder moeilijk: het startjaar 1806 is een slecht jaar; de oogst is maar mager en de handel beknot. Bovendien is het enkel mogelijk om in de lente en de herfst koopwaar te vervoeren. In de winter is het te koud, zijn de wegen modderig en moeilijk berijdbaar, of zijn de waterwegen bevroren en in de zomer is het te warm en kan de wijn “keren”.

Ondanks die crisis behoudt vooruitziende veuve (weduwe) Clicquot haar handelsvertegenwoordigers. Ook voor hen is het moeilijk werken met de blokkade van de Franse handel. Maar Barbe gelooft in haar zaak. 1814 is een keerpunt; Napoleons veldtochten in Rusland eindigen op een schandelijk debacle maar na de val van Napoleon opent de Russische markt weer. Was het vrouwelijke intuïtie? Heeft Veuve Clicquot goed gewed? Ze had een sluwe truc uitgehaald en in het geheim al een scheepslading wijn naar het Noorden gestuurd. De Russen verzot op alles wat Frans is en al jaren verstoken van luxe én drank, slaan de 10.000 flessen binnen de kortste keren soldaat.

Brief van Barbe Nicole Ponsardin-Clicquot
Brief van Barbe Nicole Ponsardin-Clicquot

Oorlog en Vrede

Klikovskoïe heeft de harten maar vooral de markt veroverd. Alle grote Russische auteurs, Tolstoi, Gorki, Tsjechov,… bezatten zich met bubbels. Een betere mondelinge reclame bestaat er niet. Poesjkin noemde champagne wijn gezegend door de goden. Maar dat onmetelijke Oost-Europese grondgebied is voor Barbe nog niet voldoende:

“Je veux que mon vin tienne la même place à New York qu’à Saint Petersbourg.” (ik wil dat mijn wijn dezelfde plek opeist zowel in New York als Sint-Petersburg)

Om zo’n groot afzetgebied te voldoen, is een grote productie nodig. De productiecapaciteit verhoogt door aankopen van druiven bij andere telers. Nog altijd bestaat er in de Champagne-streek een onderscheid tussen négociants en producteurs. De eersten zijn handelaars die hun basismateriaal kopen van andere wijnbouwers en daarmee dan zelf wijn onder hun naam fabriceren. Er wordt wat op hen neergekeken. Sommige merken gaan er evenwel nog altijd prat op dat ze hun druiven zelf kweken en dat hun vloeibaar vocht 100% van eigen kweek is.

Veuve Clicquot besluit dus om haar wijngaarden uit te breiden en meer terrassen aan te leggen. Met de 105 hectare grondbezit is ze niet meer zo afhankelijk van leveranciers. Ze blijft alle commandes (bestellingen) nauw opvolgen. Maar niet alleen het commerciële aspect van de zaak vergt haar aandacht; ook de productie. Dagelijks ziet men haar rondscharrelen in de kelders, ze praat met de keldermeester, met de tonnenmakers. Barbe ruikt en proeft.

En ook dat is merkwaardig want in bepaalde streken – zoals in de regio van de productie van de Spaanse Cava, de Penedès – werden vrouwen tot voor kort uit het productieproces geweerd. Hun maandelijkse moeilijke dagen zouden de champagne doen keren; zoals ook de mayonaise zou schiften.

Kelder van Veuve Clicquot in Reims
Kelder van Veuve Clicquot in Reims (CC BY-SA 4.0 – ADT Marne – wiki)

Draaien maar!

Fabeltjes, vindt Barbe en ze zoekt naar procedés om champagne te verbeteren. Ze wil mousse et clarté (schuim en helderheid). Want Champagne was toen nog een troebel vocht door de restanten van druiven en suiker. Hoe daaraan verhelpen?

Remuage, het proces van het draaien van de fles met een kwartslag zodat het bezinksel zachtjes naar de kurk zinkt, is haar uitvinding. Een vernieuwing die later door alle champagnehuizen wordt overgenomen. De flessen worden omgekeerd op een staander geplaatst, zodat het depot zachtjes naar de kurk afdaalt en zo voorzichtig uit de fles verwijderd kan worden. Haar intuïtief zoeken naar een oplossing wordt op hoongelach van de arbeiders onthaald. Elke nacht zou ze met een kaars naar de kelders zijn afgedaald om er een honderdtal flessen met een zachte schok en draaibeweging te verleggen.

Fles Veuve Clicquot Ponsardin - Rosé
Fles Veuve Clicquot Ponsardin – Rosé (CC BY-SA 3.0 – Gryffindor – wiki)
Het verhaal gaat dat Barbe het mooie tafelblad van haar eetkamer, een blad in een kostbare houtsoort, ontmantelde en er gaten in liet zagen, zodat een eerste pupiter werd ontworpen.

Ook experimenteerde ze met “Rosé” om een chique champagne met een mooie kleur te bekomen. Met een strakke hand leidde ze haar bedrijf: ze bezocht de wijngaarden, keek toe op het triëren van de trossen, de organisatie van de wijnkelder die drie verdiepingen onder het stadspand verborgen zit. Tijdens de Eerste Wereldoorlog dook modeontwerper Paul Poiret er onder.

Barbe was streng, voor zichzelf en voor anderen. De Franse schrijver Prosper Mérimée die als inspecteur van historische monumenten de hexagoon rondreisde, noemde haar ooit “de koningin van Reims”.

Als gewiekste zakenvrouw weerde Veuve Clicquot evenwel cultuur niet uit haar leven; ze las veel. Haar brieven getuigen van intellectuele contacten. Ooit zei ze, doelend op haar dochter en schoonzoon:

“Je vous achèterai de l’esprit” (ik zal u wat verstand kopen)

Want als een moederkloek waakte ze over haar dochter en kleindochter en liet zelfs voor hen een buitenverblijf bouwen: le château de Boursault.

Maar Barbe Clicquot-Ponsardin heeft vooral met goud-gele bubbels de wereldmarkt veroverd. Een jaar voor haar dood – ze was toen 88 – beschreef een tijdgenoot haar:

“Madame Clicquot is eerder klein van gestalte. Haar trekken zijn tegelijkertijd delicaat en energiek. Ze draagt haar ouderdom met een zekere charme en een levendigheid die niets kan verslaan. Ondanks de leeftijd en het verzwakte lichaam, is haar ziel meester en koningin gebleven.”

De lustige weduwes

Louise Pommery
Louise Pommery
In de Champagne-streek zijn – nog altijd – veel vrouwen bedrijvig. De beroemdste zijn Veuve Pommery of Jeanne Alexandrine Melin (1819-1890), Veuve Laurent-Perrier of Mathilde Emilie Laurent-Perrier(1852–1925) en Veuve Bollinger, de kwieke Engelse Elisabeth Law de Lauriston-Boubers (1899-1977).

Toch zijn niet alle champagnemerken met het etiket Veuve / Weduwe in werkelijkheid gebrouwen door dames. ‘Weduwe’ werd een handelsmerk, een verkoopargument. Dames wellustig nippend waren erotiserende lokkers op affiches. Maar dat een woord als ‘weduwe’ – met een verdoken, trieste bijklank van “afgesloten dossier zonder verder gevolg” – een promotionele zet zou kunnen zijn, is nieuw in de negentiende eeuw. En toch, rond 1900 – wanneer er sloten bubbels verhandeld worden – worden merknamen, met dames als verkoopargument, uitgevonden. Het is een slimme marketingtruc.

Vanaf 1870 kentert de maatschappij immers: een tweede industrialisatiegolf, nieuwe stedelijkheid, meervoudig stemrecht, technologische vernieuwingen, massaproductie,… De tijden zijn hard maar modern. Met die veranderingen voelen mensen behoefte aan zekerheden, aan aanknopingspunten, aan een houvast, de goeie ouwen tijd die niet voorbij is maar doorloopt: confituur op grootmoeders wijze moet de brokken (s)lijmen. Tradities worden derde kwart van de negentiende eeuw uitgevonden: de Schotse geruite kilt, Moederdag, de Ronde van Frankrijk, voetbal… Feesten die elk jaar terugkeren, competities die met regelmaat terugkeren,… moeten het groepsgevoel aanzwengelen, een sociaal cement vormen. Tradities zijn veilig. Die “veuves de champagne” zijn eveneens symbool voor het verder zetten van de tradities. En dat hebben ze ook met verve gedaan. Na de dood van hun man hebben ze hun verdriet niet verdronken maar stevig de teugels in handen genomen en het familiebedrijf niet alleen gered, maar ook vernieuwd en een nieuw elan gegeven. Met een kwinkslag en niet zonder zakelijk inzicht liet Veuve Bollinger optekenen:

“Ik drink champagne wanneer ik gelukkig ben, en ook wanneer ik triest ben. Ik drink er soms wanneer ik alleen ben. En wanneer ik niet alleen ben, beschouw ik het als een verplichting. In andere omstandigheden kom ik er nooit aan, behalve wanneer ik dorst heb.”

×