Carnaval verboden?

4 minuten leestijd
Afbeelding van een nar uit een middeleeuws handschrift – Eerste historiebijbel; KB: 78 D 38, ca. 1450
Afbeelding van een nar uit een middeleeuws handschrift – Eerste historiebijbel; KB: 78 D 38, ca. 1450

Carnaval vieren gebeurde in Europa volop in de Late Middeleeuwen. Het viel samen met de al eeuwen bestaande lentefeesten. Door de Reformatie raakte in veel landen het katholieke carnaval in het gedrang, ook werd carnaval verboden omdat het de openbare orde verstoorde. Rechtgeaarde fatsoenlijke katholieken moesten er in de achttiende eeuw niets meer van hebben.

Het gevecht tussen Carnaval en Vasten – Pieter Brueghel de Jonge (detail)
Een heropleving van het feest begon in het Duitsland van de negentiende eeuw. Van daaruit kwam het carnaval overwaaien naar vooral Noord-Brabant en Limburg, de meest katholieke Nederlandse provincies. De kerkelijke instanties namen het feest op in de kerkelijke kalender, namelijk als het begin van de veertigdaagse vasten.

Na de Tweede Wereldoorlog

Het carnaval zoals dat nu in Nederland wordt gevierd ontstond na de Tweede Wereldoorlog. In de jaren vijftig en zestig werden in de steden beneden de rivieren carnavalsverenigingen opgericht die het feest zijn massale karakter gaven. Voor de populariteit van carnaval zijn diverse verklaringen gegeven: men wil eens uit de band springen, de middenstand verdient er goed aan, de toegenomen welvaart maakt carnaval (met mooie kleding en veel drank) betaalbaar. Ook boven de rivieren zijn er tegenwoordig carnavalsverenigingen, het ‘gonst’ niet alleen in het zuiden. Maar wat hebben de Historische kranten te melden over de jaren vóór 1940, was het feest toen bescheidener?

Terugkeer van carnaval in Duitsland

De Overijsselsche Courant van 20 januari 1837 nam een bericht over uit Keulen: “De voorbereidingen tot onzen Karnaval, dit jaar, worden met ijver voortgezet” en het feest zal bestaan uit een gemaskeerde optocht en een groot bal. De organisatie streefde ernaar dat “voor alle temperamenten, grillen en luimen geen mangel aan tijdverdrijf, verlustigingen en snakerijen zal zijn.”

Een kwart eeuw later stond er in het Algemeen Handelsblad van 6 februari 1863 weer een bericht over ‘de feesten van het carnaval te Keulen’. Waarom lezen we zo weinig over carnaval in Nederland?

Carnaval in strijd met nationaal karakter

Voorplat met verklede kinderen uit de kinderboekencollectie van de KB

Een verklaring gaf De Noord-Brabanter van 17 februari 1864. In een opiniestuk uitte de krant zijn zorg “door openlijk protest aan te tekenen tegen een hier veldwinnend volksvermaak, geheel in strijd met het nationaal karakter”. “De lezer heeft reeds het gemaskerd bal geraden.” Daarmee werd carnaval bedoeld, dat als een verwerpelijk feest gold. Het ging verder: “onze vaderen ook kenden feesten, maar feesten, onzen landaard waardig”. Veelzeggend is dat een Noord-Brabantse (katholieke) krant zo te keer ging.

Het tij gekeerd?

Op 7 februari 1883 stond in De Amsterdammer een overgenomen Carnavalsmanifest aan de burgers van Den Bosch. Daarin stond “De carnaval lag in het slijk. Eenigen van hen die het goed met u meenden, staken de hoofden bij elkaar en de hand in den geldzak. De groote meerderheid juichte hen in stilte toe.” Carnaval was weer tot leven gekomen, maar het ging om “vermaak, geen losbandigheid.”

‘Proletariërs van Oeteldonk, vereenigt u’

Enkele carnaval-foto’s in de Nieuwe Tilburgsche Courant van 10 februari 1934

Eind februari 1919 kon carnaval nog problematisch verlopen. Onder het kopje ‘Carnavalsonlusten te ’s-Bosch’ schreef Het Centrum van 1 maart 1919: “twee jaar geleden nam de Bossche [gemeente]raad het besluit om deze feestviering geheel af te schaffen.” Tijdens de Eerste Wereldoolog – tot november 1918 – was er nauwelijks carnaval gevierd. In Den Bosch waren die maand twee besloten gekostumeerde bals geweest en het was rustig gebleven. Maar er broeide iets. Er kwamen strooi- en aanplakbiljetten waarop stond: “Proletariërs van Oeteldonk, vereenigt u”, alsmede de oproep om zondagmiddag te verzamelen in de stad. Die middag was er veel volk, maar ook politie en marechaussee op de been. Plots liep de zaak uit de hand en moest de bereden marechaussee met charges de orde herstellen. Carnaval was nog niet ‘helemaal terug’.

Jaren dertig

Zestien jaar later lag het heel anders: “De politie viert feest” aldus een kop in de Limburger Koerier van 16 februari 1935. Namelijk het Venlose politiekorps, dat “maar éen keer per jaar feest” vierde. Ondanks de crisis werd in Nederland toch carnaval gevierd. Veel feesten boden gelegenheid om geld in te zamelen voor armlastigen. Tot boven de rivieren heerste de carnavalskoorts, want in Het Nieuwsblad van het Noorden (4 maart 1935) las men: ‘Prins Carnaval regeert over het jolige rijk van Groningsche zotten en dwazen.’

Carnavalsoptocht   in Betekoppenstad (Sas van Gent), 2007
Carnavalsoptocht in Betekoppenstad (Sas van Gent), 2007 – (CC BY-SA 3.0 – Robendop – wiki)

Vlak voor de Tweede Wereldoorlog

Begin 1940 was Nederland weer gemobiliseerd. Dat betekende beperkingen voor het carnaval. Zo meldde De Tijd van 31 januari 1940 over Het Bossche Carnaval dat om veiligheidsredenen “niemand zich … vermommen of onkenbaar maken” mocht. Enkele dagen later stond in Veritas (3 februari 1940) een bericht onder de titel Limburg zonder Carnaval. De gespannen situatie in Europa maakte dat de militaire bevelhebbers niet anders konden dan massale festiviteiten beperkingen opleggen. Toch was het mooi dat het volk even “op een gepaste wijze zijn zorgen aan kant kan zetten”.

Tot zover deze terugblik naar de vorige eeuw. Zoals eerder opgemerkt, tegenwoordig is carnaval springlevend en gaat men in het zuiden – en daar niet alleen – een paar dagen ‘helemaal los’.

~ Ron van der Schee – Koninklijke Bibliotheek

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×