Erik Hazelhoff Roelfzema wordt door veel mensen beschouwd als de bekendste verzetsstrijder uit de Nederlandse geschiedenis. Naast een prominent verzetsman was Hazelhoff Roelfzema, die later het alias ‘de Soldaat van Oranje’ zou krijgen, ook een gerenommeerd schrijver, gevechtspiloot en tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij geregeld te horen op de radio, waar hij het Nederlandse volk moed insprak via Radio Oranje.
Jonge jaren & jeugd op Java (1917-1930)
Erik Hazelhoff Roelfzema zag het levenslicht op 3 april 1917 in Soerabaja op het toenmalige Nederlands-Indische eiland Java. Zijn ouders behoorden tot een oud patriciërsgeslacht. Eriks vader, Siebren Erik Hazelhoff Roelfzema (1890-1962), had in Soerabaja een betrekking als directeur van een administratiekantoor, dat allerlei koffie- en rubberplantages in eigendom had, en werd hierdoor snel rijk. Vader Siebren Erik was opgegroeid in Amsterdam en de zoon van mr. Karel Hazelhoff Roelfzema (1849-1921), een advocaat die – aldus Erik in zijn autobiografie De Soldaat van Oranje – de eerste Nederlander was die een auto (een Spijker) in zijn bezit had.
De vader van Erik, Siebren Erik, was religieus opgevoed, maar nam in zijn jeugd afscheid van de Nederlandse Hervormde Kerk. Kort voor de Eerste Wereldoorlog uitbrak, vestigde hij zich op Java, waar in 1917 zoon Erik geboren werd. Het was het tweede kindje van het jonge stel, want op 27 januari 1915 had Eriks oudere zus Ellen daar al het levenslicht gezien. Over zijn jonge jaren op Soerabaja schreef Hazelhoff Roelfzema in zijn autobiografie onder meer:
“Toen ik zes jaar oud was, had ik geen enkele klacht over het leven. Alles liep naar wens. (…) Vrouwelijke bedienden, baboe Pah en baboe Pih, pasten op mij, maar als gelukkig kind had ik een minimum aan discipline nodig. (…) In Soerabaja woonden we op Kajoon, met uitzicht op de kali Brantas. Als na de moessonregens de brede, bruine rivier wild tekeer ging, dan knipoogde onze tuinjongen, de kebon, tegen me en zei: ‘Ze zijn weer aardig bezig, die twee. Ik wist natuurlijk precies waarover hij het had – de haai (soera) die uit de zee omhoog zwemt, en de krokodil (boeaja), die de bergaf komt drijven, hadden hun monsterstrijd hervat om de oppermacht van de rivier. Soera – Boeaja: Soerabaja…’ “
Financieel ging het de familie Hazelhoff Roelfzema tijdens het interbellum in Nederlands-Indië voor de wind. Vader verdiende veel geld en belegde dat in aandelen, waardoor het familiaire vermogen nog verder groeide. Met enig geluk cashte hij alle aandelen slechts drie maanden voor de fatale Beurskrach van oktober 1929, die leidde tot de internationale economische crisis van de jaren 1930.
Van Nederlands-Indië naar Den Haag, Amerika & Finland (1930-1940)
Met het geld uit de aandelen konden Eriks ouders hem en zijn zus Ellen naar Nederland sturen om daar te studeren. Ellen zou in Den Haag de HBS gaan bezoeken, terwijl Erik kon intrekken bij een zekere ‘professor Geerts’ om het gymnasium af te ronden. Op het schip de “Sibajak” vertrokken broer en zus in augustus 1930 naar Nederland.
Enige tijd na de vestiging van Erik en Ellen in Den Haag, kwamen ook hun ouders over naar Nederland en werden ze als gezin herenigd. De vader van Erik vond een baan als directeur van een destilleerderij in Zaandam. Erik zelf werd lid van de Haagse voetbalclub HVV. De club stond bekend als eliteclub voor de aristocratie en was daarom in de wijde omtrek vrij gehaat. Erik werd tijdens het nemen van een corner een keer pootje gehaakt door een toeschouwer met een paraplu en geregeld waren er opstootjes en trammelant als de club speelde. Naast voetballen deed Erik in zijn puberjaren wat veel andere jongens ook deden en doen: naar het strand gaan, achter de meisjes aangaan en gitaar leren spelen.
Na het afronden van zijn gymnasium maakte Erik in de zomer van 1936 een reis naar Zuid-Amerika. Hij wist niet of hij nu advocaat, zakenman of schrijver wilde worden – al dan niet in Nederland of toch in het buitenland – en maakte deze reis, zo schreef hij in zijn autobiografie, als een soort tussenfase tussen de middelbare school en de universiteit. Erik vertrok naar Argentinië, waar hij ruim vier maanden verbleef bij een vroegere vriend van zijn vader.
Na zijn terugkeer uit Zuid-Amerika, in het najaar van 1936, begon Erik – na eerst nog een weekje skiën met zijn ouders in Zwitserland – aan een rechtenstudie aan de Universiteit Leiden. Hij sloot zich aan bij een studentencorps, maakte de ontgroening door en genoot van alles wat het studentenleven te bieden had. In 1937 kreeg hij een oproep voor militaire dienst voor het Regiment Jagers in Waaldorp, maar al na vier dagen kreeg hij ontslag ‘wegens gebreken’. Vermoedelijk had dit te maken met het feit dat hij kort ervoor een discussie had met een militaire arts, die ging over het al dat niet mogen weigeren van militaire orders.
In de zomer van 1938 ontmoette Erik in Leiden een Amerikaans meisje. Hij beloofde voor de grap om haar op haar verjaardag, in augustus, te komen bezoeken. Erik hield woord en bezocht die maand de Verenigde Staten. Erik wist het Rotterdamsch Nieuwsblad zover te krijgen om, in ruil voor een column (onder het pseudoniem ‘Erik Zwerver’), de reis te bekostigen. In totaal publiceerde deze krant vijfentwintig columns van Erik Hazelhoff Roelfzema over zijn Amerikaanse avonturen. De columns werden later – onder de titel Rendez-vous in San Francisco (1939) – ook in boekvorm uitgegeven en stonden garant voor een bestseller. Overigens kwam Erik niet in de stad San Francisco in Californië terecht, waar het jarige meisje woonde, maar trok hij een deel van Amerika door.
Begin september 1938 keerde Hazelhoff Roelfzema terug naar afwisselend Leiden (waar hij studeerde) en Den Haag (waar zijn ouders tot kort voor de oorlog woonden, in 1939 verhuisden ze naar Wassenaar). Intussen nam op internationaal niveau de oorlogsdreiging steeds verder toe. Nadat Adolf Hitler op 30 januari 1933 in Duitsland aan de macht was gekomen, breidden de nationaal-socialisten hun macht steeds verder uit. Via de Anschluss van Oostenrijk in maart 1938 en de daaropvolgende Duitse annexatie van het Sudetenland, die door de berucht geworden Conferentie van München in september 1938 niet veroordeeld werd, kwam een mogelijke oorlog op het Europese vasteland steeds dichterbij. Met de Duitse aanval op Polen in september 1939 brak uiteindelijk de Tweede Wereldoorlog uit.
In het voorjaar van 1940 liet Erik zich, ook omdat bleek dat zijn eerste boek een bestseller was, door zijn uitgever A.W. Sijthoff overhalen om een boek te schrijven over de Fins-Russische Oorlog, die eind november 1939 begon en tot maart 1940 duurde. Hiervoor trok de 22-jarige Erik als oorlogsverslaggever naar de frontlinie. Maar na een Russisch bombardement op korte afstand meegemaakt te hebben, besloot hij het vege lijf te redden en keerde hij weer terug naar Nederland. Zijn boek kwam overigens wel uit, in april 1941, onder de titel Het smeulende vuur. Dit anti-Russische boek zou vanaf 1941 gebruikt worden voor de Duitse oorlogspropaganda tegen de Sovjet-Unie. Vrij bizar is, zo schreef Hazelhoff Roelfzema later in zijn autobiografie, dat hij na de oorlog hiervoor netjes een royaltycheque uit Duitsland kreeg, met een geldbedrag voor het gebruik van zijn boek.
De Tweede Wereldoorlog: verzet, arrestatie & ontsnapping naar Engeland (1940-1945)
Toen de Duitsers in mei 1940 Nederland binnenvielen, maakte dat een grote indruk op iedereen die er getuige van was en dus ook op Erik Hazelhoff Roelfzema. Erik sloot zich kort na de Nederlandse capitulatie aan bij verzetsbeweging Contact Holland, een groepering die zich onder meer bezighield met het transporteren van Engelse zendapparatuur naar Nederland. Net als een paar vrienden probeerde hij in juli en augustus tot twee keer toe per boot over te steken naar Engeland, maar deze pogingen slaagden niet. Vermoedelijk pakte Erik hierna zijn studie weer op.
Op 26 november 1940 zat Erik rustig op zijn balkon aan het Rapenburg in Leiden met een glas sherry in de hand, toen hij op afstand commotie zag onder studenten die uit het Academiegebouw kwamen. Hij liet zich informeren door een vriend, die hem vertelde wat er gebeurd was. Het bleek dat de Leidse hoogleraar Rudolph Cleveringa net een openbare protestrede had gehouden tegen het ontslag van zo’n twintig Joodse collega’s. Hun ontslag was begin oktober 1940 aangekondigd met de Ariërverklaring voor Nederlandse ambtenaren.
Tijdens zijn rechtenstudie schreef Erik, in februari 1941, het zogenoemde ‘Leids Manifest’ (een pamflet zoals in die tijd door meer studenten geschreven en verspreid werd). In dit manifest keerde Hazelhoff Roelfzema zich tegen de Duitse bezetter. De nazi’s hadden namelijk aangekondigd de Universiteit Leiden te gaan sluiten. Erik sprak zich in het manifest tegen deze aankondiging uit. In de avond en nacht van 14 op 15 februari 1941 plakten Erik en elf vrienden dit pamflet overal in Leiden op en stopten het bij inwoners in de brievenbus. Naar wat moderner Nederlands omgezet, bevatte het Leids Manifest de volgende zes punten en stellingen:
- Hervatting van de colleges op oude voet;
- Géén verplichte colleges, vakken of bijvakken;
- Uitbanning van de politiek binnen de muren der academie; een verbod op insignes, kentekenen en gebaren kenmerkend voor enig staatkundig streven;
- Erkenning van een vertegenwoordigend lichaam van studenten, gevormd door vijf leden, te kiezen naar algemeen stemrecht door de cives academici, dat zal worden gekend in alle zaken die het belang van hun universiteit betreffen;
- Garantie van de overheid tegen enig toekomstige maatregel indruist tegen, of ingrijpend in vanouds geëerbiedigde principes binnen de Nederlandse studentenwereld;
- Officieel antwoord van de bevoegde autoriteiten, gevolgd door heropening van de universiteit, binnen een termijn van twintig dagen na openbaarmaking van dit manifest.
Het pamflet veroorzaakte de nodige consternatie op de universiteit, omdat aan meerdere eisen simpelweg niet voldaan kón worden. Na een speurtocht door de politie, arresteerde men Erik op 2 april 1941 en kwam hij een week gevangen te zitten in het Huis van Bewaring te Scheveningen. Hierna dook hij een tijd onder, om op 10 juni zijn doctoraal examen Rechten en daarmee zijn studie af te ronden. Vervolgens besloot Erik op avontuur te gaan en pakte hij, vanuit Schiedam, een boot naar het Verenigd Koninkrijk. Als Engelandvaarder hield hij zich daar bezig met diverse soorten verzetsactiviteiten. Zo voerde hij tal van succesvolle en minder succesvolle overzeese missies uit, bijvoorbeeld om verzetslieden uit Nederland naar Engeland te halen of om zendapparatuur op de Nederlandse kust te droppen die door het verzet gebruikt kon worden.
In 1942 sloot Erik zich aan bij het 193e squadron van de Britse Royal Air Force (RAF). Als piloot voerde hij 72 verkenningsmissies uit in een Havilland Mosquito-vliegtuig. Het ging om zogenoemde Pathfinder Missions, waarbij Eriks taak was om herkenningspunten te verzamelen, die gebruikt konden worden op routekaarten voor Engelse bommenwerpers. Aanvankelijk kwam Erik vanwege zijn verminderde gezichtsvermogen (hij droeg een bril) niet door de pilotenselectie, maar doordat hij met de keuringen wist te sjoemelen kon hij alsnog RAF-piloot worden.
Tegen het einde van de oorlog, in april 1945, benoemde koningin Wilhelmina hem tot adjudant. In deze functie was Erik Hazelhoff Roelfzema verantwoordelijk voor het begeleiden van de vorstin naar Nederland, na de Duitse capitulatie.
Een coupplan, emigratie, de Molukken & Hawaii (1945-2007)
Na afloop van de Tweede Wereldoorlog bood koningin Wilhelmina aan Erik een vaste functie als adjudant aan, maar deze bedankt hiervoor met als motivatie dat hij….
“….niet eeuwig tweede viool wilde spelen.”
In 2015 onthulde Sytze van der Zee in het boek Harer Majesteits loyaalste onderdaan. François van ’t Sant (1883-1966) dat Erik Hazelhoff Roelfzema in 1947 betrokken was bij een poging tot staatsgreep. Deze werd gepland na het Akkoord van Linggadjati, dat een deel van Indonesië soevereiniteit moest verlenen. Tot het complotteam behoorde ook de conservatieve oorlogspremier Pieter Sjoerds Gerbrandy (1885-1961), terwijl – zo ontdekte Van der Zee – de complotteurs ook plannen hadden om de sociaaldemocratische politicus Koos Vorrink te vermoorden. De coupplannen konden worden verijdeld, doordat de militaire inlichtingendienst vooraf getipt werd.
Net als honderdduizenden andere Nederlanders in de eerste na-oorlogse decennia, besloot Erik Hazelhoff Roelfzema kort na de oorlog – nog in 1945 – te emigreren naar Noord-Amerika. Hij vestigde zich in Californië en deed een poging om in Hollywood als filmster en later filmschrijver carrière te maken. Dit lukte echter niet. Wel kreeg Erik in 1951 een baan bij NBC Television. In 1955 trad hij aan als programmaleider van het (nu nog steeds bestaande) Radio Free Europe (RFE). Dit was een Amerikaanse anticommunistische propagandazender, waarvan het hoofdkantoor in München gevestigd was. Via de ether liet Radio Free Europe de boodschap van democratie en vrijheid horen aan de communistische kant van het IJzeren Gordijn.
Erik was in 1950 op de Molukken betrokken bij wapenleveranties aan Molukse vrijheidsstrijders van de RMS. Hij zou hierbij met een watervliegtuig van de Filipijnen naar Ambon zijn gevlogen, maar over dat laatste bestaan twijfels. Zeker is wel dat hij in februari 1951 Nederland bezocht om met de autoriteiten de Molukse zaak te bespreken.
Soldaat van Oranje
Grote landelijke bekendheid kreeg Erik Hazelhoff Roelfzema pas echt in de jaren 1970. In 1968 was hij namelijk begonnen aan een autobiografie – met een sterke focus op de oorlogsjaren – die in 1970 verscheen als Het hol van de ratelslang. De verkoopcijfers van dit boek vielen tegen, waarop Hazelhoff besloot om zelf in te grijpen. Hij kocht de copyrights terug van de uitgever en gaf het boek in 1971 opnieuw uit, onder de door zijn vrouw bedachte ronkende titel De Soldaat van Oranje. Nu werd het boek wél een bestseller. Nog bekender werd Erik toen regisseur Paul Verhoeven dit werk in 1977 verfilmde, met acteur Rutger Hauer in de hoofdrol. In 1979 volgde in vier delen een filmbewerking getiteld ‘Voor Koningin en Vaderland’ die op de nationale televisie uitgezonden werd. En de kers op de taart volgde in 2010, toen in Katwijk de musical ‘Soldaat van Oranje’ in première ging. Deze populaire muzikale bewerking draait nog altijd en heeft inmiddels de grens van drie miljoen bezoekers doorbroken.
Première van de speelfilm Soldaat van Oranje (1977)
In 1973 verhuisde Erik Hazelhoff met zijn partner Karin Steensma naar Hawaii. Karin was een binnenhuisarchitecte, met wie Erik in 1968 was getrouwd Ze was niet zijn eerste vrouw, want van 1945 tot 1965 was Erik verbonden aan Margaret Cooper. Cooper en Hazelhoff Roelfzema kregen in 1947 een zoon: Erik Hazelhoff Roelfzema jr. (1947-2010).
Erik onderging in 2006 een hartoperatie. Hij overleed op 26 september 2007 in Ahualoa, Hawaii, en werd gecremeerd. In 2008 brachten nabestaanden een deel van zijn as over naar het bekende oorlogsmoment Voor hen die vielen in Wassenaar. Bij het monument kwam toen een nieuwe plaquette, met als tekst:
“VRIJ, ONVERVEERD”
ERIK HAZELHOFF ROELFZEMA
SOERABAJA, 3 APRIL 1917 HAWAII, 26 SEPTEMBER 2007
Boek: Het leven van de Soldaat van Oranje – Erik Hazelhoff Roelfzema
Gerbrandy en ‘Soldaat van Oranje’ beraamden een staatsgreep in 1947
Bronnen ▼
Gedrukte bronnen
-Erik Hazelhoff Roelfzema, Het leven van de Soldaat van Oranje (10e druk; Utrecht: Het Spectrum, 2010 [2000]).
Internet
-https://www.oranjehotel.org/nl/bekende-gevangenen/erik-hazelhoff-roelfzema/
-https://www.liberationroute.com/nl/stories/25/siebren-erik-hazelhoff-roelfzema
-https://www.canonvannederland.nl/nl/page/67674/erik-hazelhoff-roelfzema
-https://www.genealogieonline.nl/genealogie-richard-remme/I558400.php
-https://www.leiden4045.nl/hazelhoff-roelfzema-erik/
-http://www.historien.nl/erik-hazelhoff-roelfzema/