De oprichting of het ontstaan van de Anglicaanse Kerk vormt een belangrijk keerpunt in de religieuze en politieke geschiedenis van Engeland. De oorsprong van deze staatskerk ligt in de zestiende eeuw, een tijd van religieuze onrust en politieke machtsstrijd. De Reformatie die heel Europa in zijn greep had, bracht ook verdeeldheid in Engeland.
Kritiek op de katholieke kerk begon al in de Middeleeuwen, maar bereikte in de zestiende eeuw een hoogtepunt. Het gevolg was het uitbreken van Europese godsdiensttwisten tussen katholieken en protestanten. Ook in Engeland kwam de kerkhervorming of Reformatie op gang. De Tudor-dynastie leverde op dat moment de vorsten. Zij raakten intens betrokken bij de religieuze ontwikkelingen.
Hendrik VIII als drijvende kracht
Net als op het vasteland van Europa had de Reformatie in Engeland economische-, politieke- en religieuze oorzaken. De belangrijkste aanleiding van de breuk met Rome was het verlangen van Hendrik VIII (r. 1509-1547) naar een nieuwe echtgenote. Naast zijn persoonlijke motieven speelden ook andere elementen zoals machtsuitbreiding, financiële voordelen en humanistische en intellectuele invloeden een rol.
Hendrik was in eerste instantie fel tegen de ideeën van de Reformatie. Hij verdedigde de zeven sacramenten en schreef een pamflet tegen Maarten Luther waarin hij de reformator beschuldigde van ketterij. Hierdoor kreeg Hendrik van de paus de titel Fidei Defensor, verdediger van het geloof. Hendrik raakte enkele jaren later echter toch in conflict met de katholieke kerk, omdat paus Clemens VII in 1527 weigerde zijn huwelijk nietig te verklaren.
Hendrik was in 1509 getrouwd met Catharina van Aragon, dochter van de Katholieke Koningen, Ferdinand en Isabella en de weduwe van zijn oudere broer Arthur. Het trouwen met de weduwe van een broer ging tegen het kerkelijke recht in. Hendrik had hiervoor dan ook een pauselijke dispensatie gekregen. Het huwelijk had slechts één levende opvolger voortgebracht: Maria. Het gebrek aan een zoon en daarmee een mannelijke troonopvolger, bracht Hendrik aan het twijfelen over zijn huwelijk. Een mannelijke erfgenaam was immers belangrijk voor de koning. Zijn vader Hendrik VII had tijdens de Rozenoorlogen de Engelse troon veroverd, maar de Tudors moesten hun stabiliteit en continuïteit nog bewijzen.
Het was zijn eerste vrouw Catharina van Aragon dus niet gelukt hem een zoon te schenken. Uiteindelijk raakte Hendrik ervan overtuigd dat God hem op deze manier strafte voor zijn ‘zondige huwelijk’ met Catharina. Hij verzocht de paus daarom het huwelijk nietig te verklaren. Rond dezelfde tijd werd Hendrik verliefd op een hofdame genaamd Anna Boleyn en raakte hij ervan overtuigd dat zij hem wél de zoon zou schenken waar hij zo naar verlangde.
Normaal gesproken was het verkrijgen van een nietigverklaring geen groot probleem, maar op het moment dat Hendrik zijn verzoek indiende, bevonden de troepen van keizer Karel V zich in Rome, waar ze de paus gevangen hielden. Karel was de neef van Catharina van Aragon en was fel tegen een nietigverklaring. Zijn tante zou er een slechte naam van krijgen en zijn nichtje Maria zou tot bastaard worden verklaard. Onder druk van de keizer stelde de paus zijn beslissing uit.
Inmiddels was Hendrik haastig op zoek naar een oplossing voor zijn Great Matter, zoals zijn streven naar een nietigverklaring bekend kwam te staan. Uiteindelijk besloot Hendrik om de Engelse kerk van de pauselijke macht los te maken. Thomas Cranmer werd in 1533 vervolgens benoemd tot nieuwe aartsbisschop van Canterbury. Hij bewerkstelligde de nietigverklaring van het huwelijk tussen Hendrik en Catharina en tegelijkertijd verklaarde hij Hendriks huwelijk met Anna Boleyn geldig. De twee waren enige tijd daarvoor in het geheim getrouwd. De reactie van de paus liet niet lang op zich wachten. Nog datzelfde jaar werd Cranmer geëxcommuniceerd.
Via een reeks maatregelen die in de jaren 1530 werden doorgevoerd, gebruikte Hendrik het parlement om definitief een einde te maken aan het gezag van de paus en zichzelf als hoofd van de kerk in Engeland te installeren. Zij die de koning hierin tegenspraken, werden gevangengenomen of zelfs onthoofd. Een bekend voorbeeld is de humanist en auteur van het boek Utopia, Thomas More.
In 1533 werd de Act of Supremacy (Akte van Suprematie) voorgelegd aan het Engelse parlement. Hierin werd gevraagd Hendrik officieel als hoofd van de Engelse kerk aan te stellen. Daarmee zou gelijk erkend worden dat de koning van Engeland direct onder God stond en dus de meeste macht op aarde bezat. De Act of Supremacy werd in 1534 officieel aangenomen. Hiermee ontstond de Engelse of Anglicaanse Kerk als zelfstandig instituut.
Uiteindelijk slaagde Anna Boleyn er ook niet in om Hendrik een zoon te schenken. Ze werd daarop beschuldigd van overspel en incest en werd in 1536 onthoofd. Hendriks derde vrouw, Jane Seymour, schonk Hendrik VIII hierna wel de zo gewenste zoon, Eduard, maar zij stierf in het kraambed. Hendrik trouwde na haar nog drie keer met achtereenvolgens Anna van Kleef, Catherina Howard en Catherina Parr.
Theologisch gezien was Hendrik conservatief, waardoor de Anglicaanse Kerk traditionele katholieken sacramenten als de biecht, het celibaat en de transsubstantiatie – de verandering van brood en wijn in het lichaam en bloed van Christus – behield. Onder invloed van zijn eerste minister Thomas Cromwell besloot Hendrik om tussen 1535 en 1539 de Engelse kloosters te ontbinden, om zo hun land en rijkdom te vergaren. Het geconfisqueerde land werd onder de hoogste klassen verdeeld, wat hen zowel aan de Tudor-dynastie als aan de nieuwe protestantse kerk verbond. De veranderingen die dit met zich meebracht, leidden tot een efficiënter bestuur en een betere economie. Dit werkte de ontwikkeling van een modern gecentraliseerde, bureaucratische staat in de hand.
In 1536 ontstond in het noorden van Engeland verzet tegen de religieuze veranderingen. Dit leidde tot de Pilgrimage of Grace (Bedevaart der Genade), een van de grootste opstanden in de Engelse geschiedenis. In februari 1537 werd een wapenstilstand bereikt. Kort hierna werden de leiders van de opstand gearresteerd, verhoord en geëxecuteerd. Ook in Ierland bleef het overgrote deel van de bevolking loyaal aan de katholieke kerk. Toen Hendrik VIII in 1547 stierf, liet hij zijn land in politieke en religieuze chaos achter. Niet op zijn minst doordat zijn zoon en opvolger op het moment van zijn troonsbestijging minderjarig was.
Eduard VI en de versterking van het protestantisme
Tijdens het korte bewind van Eduard VI (r. 1547-1553), de enige zoon van Hendrik VIII uit het huwelijk met zijn derde vrouw Jane Seymour, werd het religieuze landschap van Engeland gekenmerkt door protestantse ideeën. Aartsbisschop Thomas Cranmer vereenvoudigde de liturgie, haalde protestantse theologen naar Engeland en bereidde het eerste Book of Common Prayer voor. Dit in het Engels geschreven boek verscheen in 1549 en werd door het parlement goedgekeurd. Het voorzag in een uniforme liturgie en een nieuwe, meer protestantse vorm van eredienst. Het verving de vroegere liturgie die onder Hendrik in gebruik was.
Eduard VI werd dus opgevoed in een tijd van religieuze hervormingen. Onder zijn vader had de Engelse kerk weliswaar gebroken met het gezag van de paus in Rome, maar het was vooral onder Eduard dat verdere theologische en liturgische veranderingen werden doorgevoerd en de Engelse kerk een stevige protestantse koers ging varen. Hoewel de praktische invloed van Eduard op de regering beperkt was, zorgde zijn intense protestantse geloof ervoor dat er een hervormingsbestuur ontstond. Die hervormingsfactie regelde de troonsbestijging van Eduard en bleef gedurende zijn bewind machtig.
De regering voerde ook maatregelen door die het katholicisme verder terugdrongen. Het verbod op de katholieke eredienst en het afschaffen van de verering van heiligen waren enkele van de maatregelen die werden genomen om de invloed van het katholicisme te verminderen. Daarnaast werden ook beelden, altaren en andere katholieke elementen uit de kerken verwijderd.
Eduard en zijn adviseurs bevorderden verder ook de verspreiding van de protestantse leer in Engeland. Nieuwe hervormde boeken en geschriften werden gepubliceerd en verspreid om de nieuwe theologische standpunten kracht bij te zetten. Ook werden er inspanningen geleverd om de Engelse bijbel toegankelijker te maken, zodat gewone mensen deze eveneens konden lezen en begrijpen.
Hoewel tijdens het bewind van Eduard belangrijke stappen werden gezet in de protestantisering van de Engelse kerk, waren deze hervormingen niet zonder tegenstand. Er bleven groepen in de samenleving die vasthielden aan het katholicisme en zich verzetten tegen de veranderingen. Daarnaast waren er ook theologische geschillen tussen verschillende protestantse facties, zoals de strijd tussen lutherse en gereformeerde theologen.
De invloed van Eduard op de ontwikkeling van de Anglicaanse Kerk was van korte duur. Hij stierf in 1553 op de jonge leeftijd van vijftien jaar en werd opgevolgd door zijn halfzus Maria I, die het katholicisme opnieuw wilde invoeren. Onder Maria’s bewind werden de hervormingen van Eduard grotendeels teruggedraaid. Het was pas onder de heerschappij van Elizabeth I (r. 1558-1603) dat de Anglicaanse Kerk een stabiele identiteit kreeg en dat er een compromis tussen katholieke en protestantse elementen werd gesloten.
Desondanks moet de rol van Eduard in de ontwikkeling van de Anglicaanse Kerk niet worden onderschat. Zijn korte heerschappij bracht belangrijke hervormingen met zich mee die de Engelse kerk richting het protestantisme stuurden. Zijn inspanningen legden de basis voor latere ontwikkelingen en de uiteindelijke vorming van de Anglicaanse Kerk zoals die vandaag de dag nog bestaat.
Maria I en de terugkeer naar het katholicisme
Maria I (r. 1553-1558), ook bekend als Maria Tudor of Bloody Mary, speelde ook een belangrijke rol in de ontwikkeling van de Anglicaanse Kerk. Als dochter van Hendrik VIII en Catharina van Aragon was Maria een toegewijde katholiek en streefde ze ernaar Engeland terug te brengen naar het katholicisme. Maria wilde de katholieke leer en rituelen herstellen en ondernam verschillende acties om dit te bereiken.
Een van de eerste stappen die Maria nam, was het herstellen van het katholicisme als de officiële religie van Engeland. Ze introduceerde wetten die de Anglicaanse of protestantse leer en praktijken verboden en stelde de katholieke eredienst weer in. Ze herstelde verder het gezag van de paus in Engeland en heropende de katholieke kerken die onder haar vader waren gesloten. Maria’s pogingen om het katholicisme nieuw leven in te blazen, leidden echter tot hevige weerstand en vervolging van protestanten.
Tijdens haar regeerperiode werden honderden protestanten, waaronder bekende personen als Thomas Cranmer en Hugh Latimer, veroordeeld en terechtgesteld. Deze bloedige vervolgingen leverden haar de bijnaam Bloody Mary op. Haar onderdrukkende maatregelen zorgden voor verzet en veel Engelsen gingen twijfelen aan de wenselijkheid van een door de overheid opgelegde staatsreligie.
Hoewel Maria’s pogingen om Engeland terug te brengen naar het katholicisme ingrijpend waren, was dit tijdperk van korte duur. Haar bewind eindigde met haar vroegtijdige dood in 1558, waarna haar halfzus Elizabeth I de troon besteeg. Onder het bewind van deze nieuwe koningin keerde Engeland terug naar het anglicanisme.
De heerschappij van Maria duurde maar kort, maar haar inspanningen om het katholicisme te herstellen hadden wel verschillende gevolgen voor de toekomst van de Anglicaanse Kerk. Haar wrede vervolging van protestanten zorgde ervoor dat veel mensen het katholicisme wantrouwden en een afkeer voor religieuze onderdrukking ontwikkelden. Het bloedvergieten droeg zo bij aan de groeiende roep om religieuze tolerantie en vrijheid in Engeland.
Bovendien werd het anglicanisme tijdens Maria’s bewind onderdeel van de Engelse identiteit. Hoewel Elizabeth I de Engelse kerk uiteindelijk weer in een protestantse richting stuurde, bleven er elementen van het katholicisme in het anglicanisme aanwezig. Dit mengsel van katholieke en protestantse tradities werd uiteindelijk een kenmerkende eigenschap van de Anglicaanse Kerk.
Elizabeth I en de Elizabethaanse vestiging
Aan het begin van de regeerperiode van Elizabeth I (r. 1558-1603) bestonden er nog scherpe tegenstellingen tussen katholieken, die het liefst een rooms-katholieke vorst op de troon zagen, en de uit ballingschap terugkerende protestanten, die alle katholieke elementen in de Anglicaanse Kerk wilden elimineren. Deze laatste groep wilde de kerk als het ware zuiveren. Aanhangers werden daarom ook wel puriteinen genoemd, naar het Engelse purify.
Elizabeth koos slim voor een middenweg tussen het katholicisme en puriteins extremisme. Zij verwees naar zichzelf als Supreme Governor van de Anglicaanse Kerk. Het gebruik van de term van gouverneur in plaats van hoofd maakte het voor katholieken mogelijk om loyaal te blijven aan de koningin, zonder de religieuze macht van de paus te ontkennen. Elizabeth vereiste wel van haar onderdanen dat zij diensten in de Anglicaanse Kerk bijwoonden. Ze bemoeide zich daarentegen niet met hun persoonlijke overtuigingen.
De Anglicaanse Kerk bewoog zich in een gematigde protestantse richting. Diensten werden in het Engels uitgevoerd, kloosters werden niet hersteld en het werd geestelijken toegestaan te trouwen. De kerk bleef wel hiërarchisch van aard, met (aarts)bisschoppen en samenkomsten die opvallend veel weg hadden van katholieke diensten. Zo droegen geestelijken nog steeds kenmerkende gewaden. De protestanten op het Europese vasteland hadden een voorkeur voor eenvoudigere diensten.
Tegen het einde van de zestiende eeuw probeerde Europese machthebbers het katholicisme in Engeland te herstellen. Filips II van Spanje had eerder gehoopt om met een huwelijk met Maria Tudor Engeland met het katholieke Europa te herenigen. Met de dood van Maria was aan deze plannen echter een einde gekomen. De troonsbestijging van Maria I van Schotland bood nieuwe kansen.
Deze Maria was een katholieke nicht van Elizabeth en was de volgende in de rij voor de Engelse troon. Elizabeth had haar gevangengenomen, omdat ze bang was voor katholieke samenzweringen om haar bewind omver te werpen. In 1587 vond een dergelijk plot plaats. Maria raakte betrokken bij een door Filips II gesteund complot om Elizabeth te vermoorden. Uiteindelijk werd Maria I door de Engelsen geëxecuteerd, waarop de paus bij Filips aandrong om wraak te nemen.
Filips stuurde hierop een enorme vloot richting Engeland. Op 9 mei 1588 vertrokken meer dan honderddertig schepen uit de haven van Lissabon richting Vlaanderen. Hier bevond zich vanwege de religieuze oorlogen in de Nederlanden een groot leger van Spaanse troepen. Onder begeleiding van Spaanse schepen zouden een aantal troepen naar Engeland verscheept worden om daar aan te vallen. Voordat de schepen Vlaanderen bereikten, stuitte de Spaanse Armada in het Kanaal op een Engelse vloot.
De Engelse schepen waren kleiner maar krachtiger. Een combinatie van storm, harde windvlagen, slecht voedsel, vervuild drinkwater en onvoldoende munitie werkte een Engelse overwinning in de hand. Veel Spaanse schepen zonken op de terugweg in de ruige zeeën rondom Ierland. De oorlog tussen Engeland en Spanje duurde nog jaren, maar na de nederlaag van de Spaanse Armada zag Filips af van het gewelddadig opleggen van het katholicisme in Engeland. In Engeland droeg de overwinning bij aan het ontstaan van een David en Goliath-legende. Deze gebeurtenis versterkte het Engelse nationale sentiment.
Evolutie en wereldwijde verspreiding
Na haar oprichting maakte de Anglicaanse Kerk zowel intern als extern een voortdurende evolutie door. In Engeland onderging de kerk belangrijke ontwikkelingen en veranderingen die haar identiteit en praktijken vormgaven. De Engelse burgeroorlogen en de daaropvolgende Restauratie hadden bijvoorbeeld een diepgaande invloed op de kerk, waarbij verschillende facties binnen de samenleving streden om religieuze dominantie. Deze conflicten resulteerden in de vestiging van de Anglicaanse Kerk als staatskerk en de bevestiging van haar positie in de Engelse maatschappij.
Ook buiten Engeland spreidde de Anglicaanse Kerk haar vleugels en groeide ze uit tot een wereldwijde religieuze gemeenschap. Tijdens de koloniale periode verspreidden Britse kolonisten het anglicanisme naar verschillende delen van de wereld, met name naar Noord-Amerika, Afrika, Azië en Oceanië. In deze nieuwe contexten nam de Anglicaanse Kerk lokale invloeden en tradities over, waardoor er een verscheidenheid aan regionale vormen van het anglicanisme ontstond.
De diversiteit binnen de Anglicaanse Kerk blijkt uit de verschillende stromingen en tradities die binnen de wereldwijde gemeenschap bestaan. Van evangelisch tot liberaal, van hoogkerkelijk tot laagkerkelijk: elke tak van het anglicanisme heeft haar eigen unieke kenmerken en theologische accenten. Deze diversiteit heeft ook geleid tot spanningen en discussies binnen de kerk, met name met betrekking tot kwesties als de rol van vrouwen in het priesterschap en de acceptatie van homoseksualiteit.
De Anglicaanse Kerk blijft evolueren en zich aanpassen naar aanleiding van moderne uitdagingen. Haar wereldwijde aanwezigheid en haar vermogen om verschillende culturen en contexten te omarmen, maken haar tot een unieke religieuze gemeenschap.
Conclusie
Het ontstaan van de Anglicaanse Kerk heeft alles te maken met de religieuze en politieke geschiedenis van Engeland. Geworteld in de religieuze onrust van de Reformatie en de politieke ambities van koningen en koninginnen, heeft de Anglicaanse Kerk een unieke identiteit verworven die zowel katholieke als protestantse elementen bevat.
De ontwikkeling van de Anglicaanse Kerk illustreert de complexiteit van religieuze en politieke veranderingen. Van de beslissingen van Hendrik VIII tot de hervormingen onder Edward VI en van de tegenreactie onder Maria I tot de uiteindelijke vestiging van de Anglicaanse Kerk onder Elizabeth I. Deze historische gebeurtenissen waren van cruciaal belang voor de vorming en ontwikkeling van de Engelse staatskerk.
De evolutie van de Anglicaanse Kerk vond niet alleen plaats binnen de grenzen van Engeland, maar leidde ook tot een wereldwijde verspreiding van het anglicanisme. In verschillende werelddelen heeft de kerk lokale invloeden opgenomen en zich aangepast aan verschillende culturele en sociale contexten. Deze wereldwijde aanwezigheid heeft ook geleid tot uitdagingen en discussies.
Als staatskerk van Engeland blijft de Anglicaanse Kerk een belangrijke rol spelen in de Britse maatschappij en politiek. Het ontstaan van de kerk heeft een blijvende impact gehad op de religieuze en politieke geschiedenis van Engeland. Haar geschiedenis biedt inzicht in de complexiteit van religieuze veranderingen en de constante wisselwerking tussen religie en politiek.
Act of Supremacy – Hendrik VIII wordt hoofd van de Anglicaanse kerk
Boek: A Brief History of the English Reformation
Bronnen â–¼
-Wilson, D., A Brief History of The English Reformation: Religion, Politics and Fear. How England was Transformed by the Tudors (London 2012).