Het Plantin-Moretusmuseum in Antwerpen kreeg in 2005 als eerste museum ooit een plek op de lijst van werelderfgoed van Unesco. Dit vanwege de drukkerij uit de zestiende eeuw die uitzonderlijk goed bewaard is gebleven.
Het Plantin-Moretusmuseum is een historisch museum over de drukkersfamilie Plantin-Moretus. De drukkerij wordt in de zestiende eeuw opgericht door Christoffel Plantijn. In die tijd is Antwerpen een metropool en de belangrijkste stad in de ontwikkeling van de Europese typografie. Na de dood van Plantijn word de zaak overgenomen door zijn schoonzoon, Jan I Moretus.
Verschillende grote namen laten hun boeken drukken in de drukkerij, waaronder humanist Justus Lipsius en natuur- en wiskundige Simon Stevin. Het pand wordt in 1878 – als het al enkele jaren niet meer in bedrijf is – verkocht aan de stad Antwerpen en de Belgische staat. Een jaar later is het woonhuis en de drukkerij open voor publiek.
Oudse drukpersen ter wereld
In 1575 waren er in de drukkerij 56 mensen aan het werk met minstens 16 drukpersen. Het bedrijf was in die tijd de grootste typografische onderneming ter wereld. Van deze tijd zijn nog twee drukpersen bewaard gebleven die nog steeds in het huis staan, de twee oudste drukpersen ter wereld.
Bijzonder aan het museum – naast de uitgebreide bibliotheek – is het vrijwel complete archief en de boekhouding van de periode waarin de drukkerij wereldberoemd werd. Dit geeft een goed beeld van de arbeidsomstandigheden in die tijd en de sociale geschiedenis van Antwerpen.
Verder zijn er ruim zeshonderd manuscripten bewaard gebleven (o.a. de wereldberoemde Kronieken van Jean Froissart uit de vijftiende eeuw) en zijn er een aantal cartografische wereldbollen naar het model van Gerardus Mercator en enkele atlassen (o.a. het Theatrum Orbis Terrarum van Ortelius).
Daarnaast herbergt het museum kostbare schilderijen, waaronder één van schilder Peter Paul Rubens (1577–1640)