In de stormachtige nacht van 16 op 17 januari 1889 stoomde een pakketboot uit Alexandriรซ de baai van Tadjoura aan de noordelijke Somalische kust in, en wierp het anker voor de gelijknamige kustnederzetting. Aan boord zaten zoโn 175 Russische passagiers en een grote partij goederen. Na zonsopgang, toen de storm was gaan liggen, ging iedereen aan land. Vandaar trokken ze met behulp van eigen en ter plekke ingehuurde lastdieren naar het dertig kilometer verderop gelegen plaatsje Sagallo. Het was het begin van zowat de enige echte poging om een Russische kolonie in Afrika te stichten. Het verhaal van een experiment dat ongeveer รฉรฉn maand duurde.
De Sagallo-episode is nauw verbonden met de figuur van de visionaire en controversiรซle avonturier Nikolaรฏ Ivanovitsj Asjinov. De man kwam uit een handelaarsfamilie uit de Russische provincie Saratov die zich in de noordelijke Kaukasus had gevestigd. In dat grensland tussen de Russische en Ottomaanse rijken ontwikkelde hij een fascinatie voor het lokale kozakkenvolk in die mate, dat hij op de duur overal ging beweren af te stammen van een oude lijn van kozakkenhoofdmannen. In 1882 raakte hij ook betrokken bij de beweging van de โvrije kozakkenโ, een beweging die in recent geannexeerde gebieden in de Cis-Kaukasische vlakte en aan de grenzen met Turkije en Perziรซ zelfbesturende paramilitaire gemeenschappen wilde vormen en daarvoor zelfs toelagen van het rijk kreeg.
Asjinov en zijn groep kwamen in aanvaring met de autoriteiten toen rijksambtenaren ook controle over die gemeenschappen wilden. In 1884, nadat een arrestatiebevel tegen hem was uitgevaardigd voor het misbruiken van overheidsgeld, pakte Asjinov samen met zijn echtgenote Sofia Ivanovna en een handvol kompanen zijn biezen en vertrok naar Constantinopel. In de Ottomaanse hoofdstad vonden zij onderdak bij Vasilii Paรฏsi, een bevriende orthodoxe priester die nog in het befaamde Griekse Athosklooster had gewoond en nu in Constantinopel een kerkpension uitbaatte voor orthodoxe pelgrims naar Jeruzalem, dat toen nog in het Ottomaanse rijk lag. Asjinov ontmoette daar ook reizigers die in Egypte en Ethiopiรซ waren geweest en raakte in de ban van hun verhalen over de vele oriรซntaals-orthodoxe christenen die in beide Afrikaanse landen leefden.
โRussisch-Ethiopische broederschapโ
Zij waren overigens niet de eerste Russen die actief contact zochten met het oude christelijke Afrikaanse rijk. In 1847 leidde luitenant-kolonel Igor Kovalevski een twee jaar durende Russische expeditie van Alexandriรซ naar de Blauwe Nijl en naar noordwest-Ethiopiรซ. Een jaar later beweerde de Russische monnik Porfiri Uspenski na een ontmoeting met Ethiopische monniken in Jeruzalem, enthousiast dat de riten en gebruiken van beide orthodoxe kerken bijna identiek waren โ wat niet zo is โ en stelde hij voor om een Russische missie naar Ethiopiรซ te organiseren. De interesse was overigens wederzijds. In 1855 stuurde de Ethiopische keizer Theodorus II een brief naar tsaar Alexander II waarin hij een gezamenlijke onderneming voorstelde om Jeruzalem van de Ottomaanse heerschappij te bevrijden. De tsaar bedankte omdat Rusland al te kampen had met zware verliezen in de Krimoorlog van 1853-1856.

Sociaal experiment
Op de koloniale conferentie van Berlijn van 1884-1885, waar de toenmalige Europese mogendheden na een lange periode van infiltratie in Afrika een groot deel van het continent opdeelden in officiรซle invloedssferen, kolonies en wingewesten, was het Russische tsarenrijk vertegenwoordigd door graaf Peter Kapnist. Het maakte echter geen aanspraken op Afrikaanse gebieden. Toch leefde in een slavofiele en kerkelijke kringen in Rusland sinds het begin van de negentiende eeuw de idee van een speciale band met Ethiopiรซ, overigens รฉรฉn van de weinige Afrikaanse rijken dat na de Berlijnse koloniale conferentie onafhankelijk bleef. Niet om het te annexeren en op te delen of er een grondstoffenwingewest van te maken, maar om het te beschermen tegen pogingen van de Europese mogendheden en de Ottomanen om dat wel te doen. Daarom had Rusland een maritiem steunpunt aan de Golf van Aden nodig.
In 1886 reisde Asjinov op eigen initiatief van Constantinopel naar Ethiopiรซ. Hij bezocht er de havenstad Massawa, de regio Tigray en de toenmalige Ethiopische hoofdstad Mekelle, in de hoop op audiรซntie te kunnen bij keizer Johannes IV. Hij ving bot, maar keerde terug naar Rusland in de overtuiging dat zijn land echt een kolonie en maritiem steunpunt in de regio moest opzetten. Die zou een draaischijf worden voor de Russische invloed. Er moest voor hem ook een formele unie komen tussen de Russische en Ethiopische orthodoxe kerken. Volgens historicus Alexander Polunov was Asjinov echter ook gedreven door de idee om met een schare volgelingen in verafgelegen contreien een maatschappij-ideaal te verwezenlijken dat thuis in de verdrukking dreigde te komen door de bemoeienissen van โbureaucraten en parvenuโsโ: een vrije en zelfvoorzienende grenslandgemeenschap die enkel verantwoording verschuldigd was aan God en de tsaar. Misschien zag hij in het oude christelijke rijk Ethiopiรซ en zijn cultuur ook een belichaming van de ware, ongerepte orthodoxie.
Geen officieel mandaat
Thuis liep overigens nog altijd een arrestatiebevel tegen hem. Maar de charismatische Asjinov kon er zich bij zijn terugkeer en arrestatie uitpraten, deed beroep op een paar relaties, en zijn verhalen over zijn belevenissen in Tigray en zijn ideeรซn voor een kolonie in de regio kregen ook het oor van een aantal hooggeplaatsten. De onderneming in Sagallo mocht dan geen officiรซle missie zijn noch over een mandaat van het keizerlijk hof, het buitenlandministerie en de orthodoxe Kerk beschikken, toch kon ze in Rusland op de interesse en steun rekenen van een aantal hooggeplaatsten, opiniemakers en bemiddelde sponsors.
Naast de aanvoerders van de expeditie en hun gezinnen, een tiental geestelijken, en een vijftigtal kozakken bestond het gros van het Russische gezelschap dat in januari 1889 in Sagallo neerstreek uit civiele kolonisten, zowel hele gezinnen als alleenstaanden. Die waren vooral geronseld in en rond Odessa. Zij waren geselecteerd uit de naar verluidt meer dan duizend kandidaten die zich hadden aangemeld na een oproep in de kranten en kroegen om kandidaat-landverhuizers. Het waren boeren, kleinhandelaars, ambachtslieden en mensen die eerder als klerk of huisbewaarder hadden gewerkt. Er zaten ook een dorpsonderwijzer, een gepensioneerde verpleger en zelfs een paar jonge leden van de provincieadel en een zoon van een hoge ambtenaar bij.

Afaars gebied
Op 22 december 1888 vertrok een schip met het hele gezelschap vanuit de haven van Odessa naar Alexandriรซ. Daar stapten ze, vervoegd door twee Ethiopische monniken die als tolk en tussenpersoon met de plaatselijke bevolking zouden optreden, over op de pakketboot die ze via het Suezkanaal en de Rode Zee naar hun uiteindelijke bestemming bracht. Sagallo zelf was een gehucht van naar verluidt een half dozijn lemen huizen bij een voormalig Ottomaans-Egyptisch fort. Het omliggende gebied werd voornamelijk bevolkt door Afaren, een herdersvolk dat zelf wel eens beweert af te stammen van de Jemenieten. Hun economie draaide op veeteelt en visserij. En omdat er langs de baai van Tadjoura een oude slavenroute liep naar Arabiรซ, werkten Afaren vaak ook als gidsen, bewakers en premiejagers voor Arabische slavenhandelaren.
De streek was over het algemeen kurkdroog en dun bevolkt. Toch moet Sagallo naar omstandigheden geen slechte vestigingsplek geweest zijn.
โOp enkele mijlen van Tadjoura ligt de laatste post, Sagallo, een klein fort op de weg tussen Tadjoura en het binnenlandโ,
…noteerde de Franse ontdekkingsreiziger Rochet dโHรฉricourt toen hij in 1842 Tadjoura en Sagallo bezocht.
โMisschien ligt hier wel het meest productieve en het meest voor landbouw geschikte land in deze streek. Hier kan zowat alles groeien: dadelbomen, palmbomen, citroenbomen, groenten, โฆ Grote kudden grazen op de heuvelflanken. Jammer genoeg heeft deze zo gunstige plek geen aanlegplaats, enkel een erg groot strand waar niets staat. De zee, die hier in sommige maanden van het jaar ronduit verraderlijk is, biedt geen toegang voor grotere vaartuigen.” Bron
Asjimov en de rest van de expeditie-leiding moeten zeker weet hebben gehad van het potentieel van de plek. Aan boord van het schip dat hen naar Tadjoura had gebracht zaten onder meer grote partijen druivenranken en stekken van abrikoos- en sinaasappelbomen, vaak soorten uit de Krim en Abchaziรซ die ook aan zee liggen en eveneens een warm tot subtropisch klimaat hebben. Het doel was dat de kolonisten wijn- en boomgaarden zouden aanleggen in Sagallo. Er moest ook zo snel mogelijk een aanlegplaats voor schepen komen. Maar door de korte duur van de onderneming โ enkele weken โ kwam er weinig vaste infrastructuur. Het oude fort werd wat versterkt en er werd een orthodox kerkje in gebouwd. Maar voor de rest leefden de kolonisten in tenten en hutten.

Botsende โsoevereine rechtenโ
Dat het project een kort leven beschoren was, kwam omdat er nog andere aanspraken bestonden op de gebieden rond Tadjoura. In 1859 hadden de Fransen vanuit hun consulaat in Aden, in Jemen, een handelspost in het gebied opgezet. In 1862 sloten ze overeenkomst met de plaatselijke Afaarse sultan om in de havenplaats Obock, naast een eigen administratief gebied, een bevoorradingspost en een steenkooldรฉpot op te zetten voor Franse schepen die langs de Rode Zee en de Golf van Aden naar en van het oosten voerden. Die post had aanvankelijk weinig succes omdat de meeste schepen liever in het grotere en relatief nabije Aden aanlegden. Er werd zelfs even overwogen om de post en het gebied over te laten aan de Ottomanen en Egyptenaren. Maar toen de Britten, die een protectoraat over Aden voerden, in 1883 hun brandstofleveringen aan niet-Britse vaartuigen beperkten kreeg Obock plots meer belang.
Aanvankelijk dacht Lรฉonce Lagarde, de Franse bevelhebber in Obock, na de Russische landing in Sagallo dat het om een orthodoxe missiepost ging die missiewerk wilde doen onder de plaatselijke Afaren. Hij verslikte zich dan ook in zijn namiddagkoffie toen hij een paar weken later van verkenners en van een weggelopen kolonist vernam dat op het fort intussen de Russische rijksvlag wapperde en dat Asjinov van de Afaarse sultan van Tadjoura soevereine rechten op het gebied in een omtrek van vijftig kilometer rond Sagallo had gekocht. De Russen in Sagallo kregen naar verluidt ook steun van plaatselijke groepen Afaren die al voor hun aankomst in het verzet waren gekomen tegen de Fransen in Obock en de inheemse clanhoofden die met hen samenwerkten.

Lagarde trok prompt naar Sagallo en stelde na een lange discussie โ waarbij Asjimovs echtgenote als tolk Frans-Russisch optrad โ voor om in afwachting van een officiรซle regeling het gebied gezamenlijk te beheren onder Russische en Franse vlag. Nadat Asjimov weigerde, begon een hectische heen-en-weercorrespondentie tussen Lagarde en zijn oversten in de Franse hoofdstad. De Russische ambassadeur in Frankrijk werd op het matje geroepen en contacteerde het kabinet van de tsaar in Sint-Petersburg om instructies. De Franse en Europese pers smulden van de hele kwestie. Alexander III en zijn regering, die op dat moment in intensieve onderhandelingen waren verwikkeld met de Franse republiek voor een politieke alliantie en voor een reeks leningen, wilden omwille van wat zij zagen als โeen privรฉavontuurโ echt geen gedoe met de Fransen.
Hardhandige ontruiming
De tsaar kon niet lachen om het internationale pr-fiasco. De kolonisten werden bij hun thuiskomst verhoord en dan onder politiebegeleiding terug naar hun dorpen gebracht. Paรฏsi werd door zijn kerkelijke oversten naar een afgelegen klooster in de zuidelijke Kaukasus gestuurd. En Asjinov werd bij aankomst gearresteerd en zat een paar maanden in hechtenis voor hij veroordeeld werd tot drie jaar interne ballingschap in een afgelegen district in zijn voorouderlijke provincie Saratov. Daarna wordt zijn levensloop wat wazig. In 1890 kreeg bij amnestie. Hij zou daarna nog รฉรฉn keer naar Ethiopiรซ getrokken zijn, in verschillende West-Europese steden zijn gesignaleerd voor lezingen en een hele tijd verbleven hebben op het landgoed van zijn schoonfamilie in noord-Oekraรฏne. Naar verluidt overleed hij in 1902.
In Sagallo zelf is er vandaag geen enkel zichtbaar spoor meer van die episode.
- Marc Ferro. ยซ Colonialisme russe-soviรฉtique et colonialismes occidentaux : une brรจve comparaison ยป. Revue dโรฉtudes comparatives Est-Ouest, 26 (4), 1995, pp. 75-80
- Catherine Hocquet-von Raesfeldt. ยซ Russie-รthiopie, XIXe -XXe siรจcles : un lien spรฉcial entre les deux
pays, des tsars aux soviets, des nรฉgus au dรคrg ? Illusions et dรฉsillusions. Histoire. ยป Institut National
des Langues et Civilisations Orientales- INALCO Paris-Langues Oโ, 2021. - Alexander Polunov. “Les ‘petits frรชres de l’empire’: le parti conservateur russe et les peuples de l’Asie et de l’Afrique: de la fin du XIX-e siรจcle et au dรฉbut du XX-e”. Slavica Occitania, 2012, 35, pp. 49-66.
- Alexander Polunov. โSpatial utopianism and Russian images of distant lands, 1880-1900โ. Kritika: Explorations in Russian and Eurasian History, 22(4), 2021, pp. 677-696.
- Patrick J. Rollins, โImperial Russia’s African colonyโ, The Russian Review, 27(4), 1968, pp. 432-451.
Volg ons: