Het fenomeen tatoeage is duizenden jaren oud. Al in de Prehistorie liepen er mensen rond met tatoeages. Meestal werden ze gebruikt als versiering, maar de Tweede Wereldoorlog heeft geleerd dat tattoos ook een nummertje van mensen kunnen maken en kwaadaardig kunnen zijn. Waarom worden er al millennialang tattoos gezet? Wat was vroeger en wat is tegenwoordig het doel van tatoeages? Hoe werden deze lichaamsdecoraties gezet? In dit artikel lees je alles over de historische ontwikkeling van tatoeages.
Tatoeages zijn huidversieringen die via een naald met inkt onder de huid worden aangebracht. Deze versieringen gaan niet uit zichzelf weg en zijn dus blijvend. Tatoeages worden in de loop van de tijd wel vaak minder scherp, wat natuurlijk een nadeel is. Tattoos zijn om allerlei redenen gebruikt: vaak als versiering, maar ook religieuze, politieke of ideologische motieven speelden een rol. In elk geval is het fenomeen van de tatoeage mondiaal wijdverspreid. In zijn boek The Descent of Man (1871) schreef de bioloog Charles Darwin al dat hij geen culturen kende die niet bekend waren met tatoeëren of het maken van lichaamsbeschilderingen.
Betekenis en herkomst van het begrip tatoeage
De term ’tatoeage’ is in de Nederlandse taal bekend sinds het begin van de negentiende eeuw. Een van de eerste vermeldingen van ’tattoueren’ of ’tattoweren’ komt uit 1824, waarbij als betekenis werd vermeld:
“…het ligchaam met figuren beplakken en beschilderen, gelijk vele wilde volkeren in Amerika gewoon zijn te doen.”
Qua oorsprong is het woord ’tattoo’ afkomstig uit het Tahitiaans en Samoaans. De Britten namen hun ’tattoo’ (via ontdekkingsreiziger James Cook, over wie straks meer, die het begrip vermeldde in een van zijn reisverslagen uit 1769) over van het Tahitiaanse tatau, wat zoveel betekent als ’teken’ of ‘schildering’.
De eerste tatoeages uit de Prehistorie en de Oudheid
De oudste bewijzen van tatoeages komen uit prehistorisch Japan, waar aanwijzingen zijn gevonden dat tatoeëren omstreeks 5000 v.Chr. bekend was. Er zijn namelijk beeldjes van klei aangetroffen, met daarop personen die ‘getatoeëerd’ waren. Het is discutabel of het de pottenbakkers om een weergave van de realiteit ging, of dat er sprake was van kunst cq. fantasie. Want mensen zélf met tatoeages werden in Japan niet aangetroffen.
Anders ligt dit bij de beroemde ijsmummie Ötzi, een goed geconserveerd lichaam van een persoon die rond 3300 v.Chr., tijdens de Bronstijd, in de Ötztaler Alpen overleed. Ötzi werd in september 1991 aangetroffen door een Duits echtpaar in een gletsjer, precies op de grens tussen Oostenrijk en Italië. Onderzoekers vonden op zijn lichaam 57 tot 61 tatoeages (bronnen noemen verschillende getallen), die van roet gemaakt lijken te zijn. Sommige onderzoekers menen dat het hier gaat om een vroege vorm van acupunctuur. Archeologen en historici zijn het er over het algemeen over eens dat de oude Egyptenaren een van de oudste culturen hadden waarin tatoeages een vrij breed gebruik waren. Er zijn met name uit de periode van het Middenrijk (globaal tussen 2040 en 1780) veel mummies aangetroffen die tatoeages hadden. Redenen voor het aanbrengen van decoraties in de huid waren bij Egyptenaren niet alleen decoratief van aard. Mannen geloofden ook dat als ze hun vrouwen een tattoo gaven, die hielp om de pijn bij bevallingen te verlichten én om mannen met foute bedoelingen op afstand te houden.
In 1993 vond een Russische archeologe in het Altajgebergte (Siberië) in Rusland een mummie, die bekend is als de ‘Oekokprinses’. De Oekokprinses was een vrouw die ergens tussen de vijfde en derde eeuw v.Chr. leefde. Op haar schouders en armen zaten enkele zeer goed herkenbare tatoeages. Het betrof ornamenten van dieren, symbolen en bijzondere patronen.
De reden voor het plaatsen van de tatoeages was in de Prehistorie en de Oudheid vermoedelijk medisch, religieus en/of symbolisch van aard. Archeologen vermoeden dat tatoeages in de Prehistorie gebruikt werden om pijnen te beheersen. Er werden hierbij snedes in het lichaam gemaakt, waar het as van overleden voorouders of familieleden in gestopt werd. De asresten zorgden voor zwarte vlekjes op de huid. Naast asresten van doden gebruikten mensen in de Prehistorie en Oudheid ook houtskool om zwarte versieringen in de huid aan te brengen.
Gedurende de Griekse en Romeinse Tijd hadden vooral Germanen (‘barbaren’) tatoeages. Gevangengenomen vijanden, criminelen en slaven markeerde men via tatoeages, zodat zij herkenbaar bleven na een ontsnapping. Deze informatie is bekend via de Griekse historicus Herodotus, die dit beschreef. De Grieken keken de kunst van het tatoeëren af van de Perzen, terwijl de Romeinen deze techniek weer van de Grieken afkeken. De Grieken – naast Herodotus waren ook Xenophon, Aristophanes, Aelius Aristides en Aeschines die mening toegedaan – stonden afwijzend tegenover het vrijwillig laten zetten van tatoeages, want die praktijk behoorde toe aan het rapaille, ofwel de barbaren.
De filosoof Plato daarentegen was een voorstander van tatoeëren, maar dan wel om dieven en heiligschenners te brandmerken en daarna te verbannen. Zo gebruikte de Griekse keizer Theophilus van Byzantium (ca.804-842) tatoeages om twee Palestijnse monniken te straffen die hem publiekelijk beledigd hadden. Ze kregen elf Griekse verzen op hun voorhoofd getatoeëerd als straf. De Romeinen namen deze praktijk van de Grieken over, maar op nog grotere schaal. Van tal van Romeinse keizers, onder wie Julius Caesar en Caligula, en via geschiedwerk van Cicero, Seneca en Suetonius, is bekend dat tatoeëren als straf vaak toegepast werd in het Romeinse Rijk.
De Middeleeuwen
De eerste christelijke keizer van het Romeinse Rijk, Constantijn de Grote, verbood in het begin van de vierde eeuw het tatoeëren als onchristelijke praktijk. Zijn argument was dat de mens naar Gods beeld was geschapen. En daar hoorden tattoos niet bij. Andere argumenten die vanuit het christendom werden aangedragen, was een verwijzing naar de ‘hoer van Babylon’, die in het Bijbelboek Openbaring 17 vers 5 wordt aangehaald:
“En op haar voorhoofd stond een naam met een geheime betekenis: ‘Het grote Babylon, moeder van alle hoeren en van alle gruwelijkheden ter wereld’.”
Ook ha(a)l(d)en christelijke opiniemakers teksten aan als Leviticus 19:28 om tatoeëren af te wijzen:
“Gij zult om een dood lichaam geen snijding in uw vlees maken, noch schrift van een ingedrukt teken in u maken; Ik ben de HEERE.”
Van de Vikingen is niet met honderd procent zekerheid te zeggen dat ze tatoeages hadden, maar er zijn summiere aanwijzingen. Archeologen hebben geen lijken of mummies van Vikingen gevonden met tatoeages. Wel wordt er in een schriftelijke bron van de Arabische reiziger Ibn Fadlan, uit 922, melding gemaakt van lichaamsdecoraties, die als tatoeages geïnterpreteerd kunnen worden. Ibn Fadlan schreef over de lichaamsversieringen van Vikingen die hij ontmoette het volgende:
“Van top tot teen zijn ze versierd met bomen, figuren en diverse andere tekeningen.”
Gedurende de Middeleeuwen was tatoeëren voor zover bekend een nauwelijks voorkomende praktijk, omdat het christendom dit verbood. Wel zijn er voorbeelden bekend van slaven en misdadigers die getatoeëerd werden. Dit gebeurde in die tijd ook in Japan, waar vanaf de achtste eeuw voorbeelden bekend zijn van criminelen die als straf tatoeages kregen op hun gezicht.
Tatoeages van de vroegmoderne tijd tot heden (1500-heden): enkele hoofdlijnen
Pas na de Middeleeuwen, in de vroegmoderne tijd, herontdekten de Europeanen het tatoeëren. Dit had vooral te maken met de ontdekkingsreizen, waardoor de Europeanen in contact kwamen met inheems Amerikaanse, Oceanische en Aziatische culturen die gebruikmaakten van tatoeages. Zo gebruikten de Maori’s in Nieuw-Zeeland tatoeages om belangrijke levensgebeurtenissen te markeren en was tatoeëren een veelvoorkomend gebruik onder indianen in Amerika. In 2019 werd in Amerika door archeologen een 2000 jaar oude tattoo-injectienaald gevonden, die in Utah gebruikt is binnen de Pueblocultuur. En Europese zeelui kwamen van hun wereldreizen terug met tattoos, zoals ankers, zeemeeuwen, een afbeelding van de zeegod Poseidon of allerlei exotische figuren en symbolen.
Het was met name de Britse avonturier James Cook die in de achttiende eeuw Tahiti ontdekte (waar het begrip tatoeage aan ontleend is), die het tatoeëren in Europa weer nieuwe bekendheid gaf. Op de eilanden die Cook en zijn mannen afstroopten, zagen ze tal van lokale stammen die tattoos op hun lichaam hadden. Volgens het magazine Historia was een omslagpunt in het acceptatieproces van tatoeages het feit dat de Britse koning George V…
“…eind negentiende eeuw terugkeerde van een bezoek aan Perzië en Japan met kruisen en draken op zijn huid. Dat was het begin van een ware rage onder vorsten.”
De vroegst bekende tattoozetter was de Amerikaan Martin Hildebrandt. Tijdens de jaren 1861 tot 1865 tatoeëerde hij in Boston militairen van beide kanten van de Amerikaanse burgeroorlog, dus zowel Yankees als Rednecks. De eerste Britse tattoeerder opende in 1870 een praktijk in Liverpool. In dat decennium, de jaren 1870, liep ongeveer 20 procent van de Engelse adel met een of meer tatoeages rond.
Verder hielp de technologie een handje, want in 1891 werd de eerste elektrische tatoeëermachine uitgevonden en gepatenteerd door Samuel F. O’Reilly. Daarvoor sinds 1880, waren er ook al handmatige tatoeermachines beschikbaar. O’Reilly’s machine was gebaseerd op de elektrische penmachine die Thomas Edison vijftien jaar ervoor had gepatenteerd. Hierna ging het snel en ging de aristocratie in Londen en New York over tot het plaatsen van tattoos. Binnen de Angelsaksische high society werd tatoeëren eind negentiende eeuw een enorme rage. Reeds in 1897 had al zo’n 75 procent van alle New-Yorkse elitaire vrouwen een tatoeage. Vaak betrof het initialen van hun partner(s), belangrijke data en andere symbolen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden tatoeages berucht in concentratiekampen. Gevangenen in Auschwitz* kregen nummers in hun armen getatoeëerd. Diverse beruchte twintigste-eeuwse dictators verboden het zetten van tattoos voor ‘de gewone mens’, onder wie Adolf Hitler, Ferdinand Macros en Soeharto.
Van tal van historische beroemdheden is bekend dat ze tatoeages droegen. Zo had tsaar Nicolaas II een gekleurde draak op zijn arm (die hij in 1891 tijdens een bezoek aan Japan had laten zetten) en had de Amerikaanse president Teddy Roosevelt een familiewapen als tattoo. Stalin droeg een doodshoofdtatoeage op zijn borst, terwijl Winston Churchill een ankertje op zijn arm liet tatoeëren. Andere bekende tattoodragers waren de Turkse nationalist Kemal Atatürk, de Britse veldmaarschalk Bernard Montgomery en de Amerikaanse president John F. Kennedy.
Sinds de jaren 1970 zijn tatoeages in het Westen gemeengoed geworden en ook beschikbaar voor ‘de gewone man en vrouw’. Dit had te maken met de groeiende welvaart waardoor het voor iedereen mogelijk werd een tatoeage te zetten.
IJsman Ötzi had 61 tatoeages
Boek: Vergeten verhalen van de zee – Katrien Vervaele
Bronnen ▼
Gedrukte bronnen
-‘Waren krijgers getatoeëerd?’, Vikingen. Historische hoogtepunten [special van Historia] (2020), p.12.
Internet
-https://www.bbc.com/news/science-environment-43230202
-https://www.oldest.org/artliterature/tattoos/
-https://lichaamsversiering.jouwweb.nl/3-1
-http://etymologiebank.ivdnt.org/trefwoord/tatoeage
-https://www.newscientist.nl/nieuws/ijsmummie-zat-onder-de-tattoos/
-https://www.tattoo.com/blog/tattoos-dark-days-ancient-greece-rome/
-https://thinkglobalschool.org/the-culture-of-tattoos-in-japan/
-https://isgeschiedenis.nl/nieuws/geschiedenis-van-de-tatoeage
-https://www.bizarregeschiedenis.nl/post/tatoeages-een-fenomeen-dat-al-sinds-mensenheugenis-bestaat
-https://www.soelden.nl/zomer/otzi_de_ijsmummie
-https://www.snizoo.nl/tattoo-informatie/algemeen/tattoo-geschiedenis
-https://kunst-en-cultuur.infonu.nl/diversen/62858-de-geschiedenis-van-de-tatoeage.html
-https://www.irishtimes.com/life-and-style/abroad/the-irish-american-who-invented-the-modern-tattoo-machine-1.3634717