Het Verdrag van München uit 1938 is een van de belangrijkste politieke verdragen uit de twintigste eeuw. Wat spraken de Europese mogendheden van die tijd in dit verdrag af? Wie waren de hoofdrolspelers? Waarom en hoe kwam het Verdrag van München tot stand? En welke gevolgen heeft dit verdrag gehad?
Het Verdrag van München kwam tot stand op 30 september 1938 en vormde de afsluiting van de Conferentie van München, een internationale politieke vergadering waarbij de grote mogendheden Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Italië knopen doorhakten over wat er met Tsjecho-Slowakije moest gebeuren, nadat het Tsjechische deelgebied Sudetenland door nazi-Duitsland was geannexeerd.
Het Verdrag van München wordt wel beschouwd als het hoogtepunt van de appeasementpolitiek die Groot-Brittannië en Frankrijk in het interbellum voerden. Vaak wordt in het verband van de Conferentie van München de uitspraak van Neville Chamberlain (1869-1940), de Britse minister van Buitenlandse Zaken aangehaald, die meende dat de internationale vrede met het Verdrag van München gegarandeerd was. Toen hij in de middag van 30 september 1938 op Heston Airport in Londen uit het vliegtuig stapte en kort erna bij 10 Downing Street arriveerde, sprak Chamberlain tegen de pers tweemaal zijn beroemd geworden Peace for our time-speech uit:
“My good friends, for the second time in our history, a British Prime Minister has returned from Germany bringing peace with honour. I believe it is peace for our time… Go home and get a nice quiet sleep.”
De aanloop naar München (1933-1938): hoofdlijnen uit de binnenlandse en buitenlandse politiek van nazi-Duitsland
Toen Adolf Hitler op 30 januari 1933 Rijkskanselier van Duitsland werd, kwam er een einde aan de instabiele Weimarrepubliek. In de eerste jaren van zijn regering focuste Hitler vooral op het regelen van binnenlandse aangelegenheden. Hij bouwde een dictatoriale staat op (via Gleichschaltung), schakelde politieke tegenstanders uit (via concentratiekampen en tijdens de Nacht van de Lange Messen in juni 1934), voerde anti-Joodse wetgeving in (zoals de Neurenberger Rassenwetten, 1935) en hervormde de economie via het Neue Plan van Hjalmar Schacht (vanaf september 1934) en vanaf 1937 Walther Funk, waarbij het economische accent op autarkie, de opbouw van de (oorlogs)industrie en meer export kwam te liggen.
De koers van Hitlers buitenlandse politiek was voor andere grote mogendheden in Europa niet meteen helder. Maar al enkele dagen na zijn machtsovername maakte Adolf Hitler intern aan zijn militaire staf duidelijk wat zijn intenties waren. In Hitlers zogenoemde ‘geheime tafelrede’ van 3 februari 1933, gehouden voor de hoogste generaals van de Wehrmacht, maakte hij duidelijk wat de bedoeling was. Hitler sprak in deze rede over zijn wens om nieuw Lebensraum im Osten te vinden en gaf aan dat de te veroveren gebieden zo snel mogelijk gegermaniseerd dienden te worden.
Vanaf 1935 kregen Hitlers agressieve internationale plannen stap voor stap vorm. In maart 1935 ging na een volksstemming het Saarland weer van Franse in Duitse handen over, conform het Verdrag van Versailles. Halverwege diezelfde maand voerde Hitler de dienstplicht weer in, een maatregel die linea recta tegenover de afspraken uit het Verdrag van Versailles stond. Internationaal provocerend was zeker ook de Duitse bezetting van het Rijnland op 7 maart 1936, waarop andere Europese grootmachten niet reageerden. Intussen ging nazi-Duitsland ook op zoek naar bondgenoten. Op 1 november 1936 kwam de As Rome-Berlijn tot stand, gevolgd door het Antikominternpact tussen Duitsland en Japan een drietal weken later. In november 1937 trad ook Italië toe tot dit laatstgenoemde pact. Onderling werd afgesproken dat de drie landen neutraal zouden blijven als een van hen in een militair conflict met de Sovjet-Unie zou raken.
Op 5 november 1937 werd tijdens een hoge militaire vergadering van Hitler met de legertop, marinetop en luchtmacht-generaals het Hossbach Memorandum opgesteld. Tijdens de bijeenkomst onthulde Hitler zijn plannen om, als het kon in de zomer van 1938, Oostenrijk en Tsjecho-Slowakije te annexeren. Hitler sprak hierbij de verwachting uit – en kreeg daarin gelijk – dat Groot-Brittannië en Frankrijk niet zouden ingrijpen bij dit Duitse landjepik. Op de achtergrond was de Wehrmacht inmiddels, sinds mei 1937, bezig om het militaire plan Fall Grün uit te werken, de codenaam voor een aanval op Tsjecho-Slowakije. Dit aanvalsplan was op 21 december 1937 klaar. De nazi’s waren om drie redenen geïnteresseerd in Tsjecho-Slowakije en specifiek het Sudentenland: vanwege de bijna drie miljoen Sudeten-Duitsers daar (90 procent van de totale bevolking), historisch gezien omdat Bohemen en Moravië (Tsjechië) deel uitgemaakt hadden van het Heilige Roomse Rijk – door Hitler ‘Das Erste Reich’ genoemd (het ‘Zweite Reich’ was het Keizerrijk (1871-1918) en het ‘Dritte Reich’ was het aanstaande duizendjarige Groot-Duitsland) – en omdat de meeste industrie van Tsjecho-Slowakije in het Sudetenland was gevestigd.
Vanaf 1938 ging Hitler over tot een meer praktische agressieve veroveringspolitiek. De eerste ‘grote daad’ was de Anschluss van Oostenrijk, in maart 1938. Jaren eerder al had Hitler geprobeerd om via een interne machtsovername Oostenrijk in handen te krijgen. Op 25 juli 1934 vermoordden Oostenrijkse nazi’s kanselier Engelbert Dolfuss, maar omdat Benito Mussolini troepen richting de Brennerpas stuurde, mislukte de poging van de nazi’s om de macht over te nemen. In 1938 stond nazi-Duitsland er in dit opzicht een stuk sterker voor, vanwege het bondgenootschap dat in november 1936 met fascistisch Italië was gesloten.
Kort na deze succesvolle gebiedsuitbreiding – Frankrijk, Engeland en Italië grepen niet in – besloot Hitler dat de volgende annexatie moest volgen: Tsjecho-Slowakije. Op 28 maart 1938 had Hitler een gesprek met Konrad Henlein, de leider van de Sudetendeutscher Partei in Tsjecho-Slowakije die de circa drie miljoen Duitsers in het Sudetenland vertegenwoordigde. Henlein zette de regering in Praag in april onder druk en eiste autonomie voor de Sudeten-Duitsers. De spanningen tussen Berlijn en Praag liepen hierdoor snel op.
Op 20 mei 1938 besloot het Tsjecho-Slowaakse leger over te gaan tot mobilisatie, omdat men vermoedde dat een Duitse inval aanstaande was. Deze gebeurtenis wordt ook wel aangeduid als de ‘Wochenendekrise’. Tien dagen later, op 30 mei 1938 liet Hitler aan de Wehrmacht doorschemeren dat er een militaire actie aanstaande was en zei hij, in het openbaar, dat het Sudetenland de laatste gebiedseis van Duitsland was. Enkele maanden later, op 15 september, ging Chamberlain tot ieders verrassing naar Berchtesgaden, waar hij Hitler ontmoette voor een onderonsje over Tsjecho-Slowakije. In dit gesprek zette Hitler Chamberlain onder druk en eiste hij het Sudetenland op. Chamberlain gaf toe, in de hoop dat een oorlog hiermee van de baan zou zijn. Een week later, van 22 tot 24 september 1938, ontmoetten Hitler en Chamberlain elkaar opnieuw in het Rheinhotel Dreesen in Bad Godesberg (een wijk in Bonn). In dit gesprek ging Hitler een stapje verder door te eisen dat het Duitse leger direct het Sudetenland zou mogen intrekken.
Nu hield Chamberlain halt. De Britse regering besloot, samen met de Amerikaanse president Franklin Roosevelt, om de Italiaanse leider Mussolini als bemiddelaar om hulp te vragen. Deze belegde op 29 en 30 september de Conferentie van München.
De Conferentie van München & het Verdrag van München
Op de Conferentie van München waren de vertegenwoordigers van vier Europese grootmachten aanwezig: Engeland (Neville Chamberlain), Duitsland (Adolf Hitler), Italië (Benito Mussolini) en Frankrijk (Édouard Daladier). De opvallendste afwezige in München was Tsjecho-Slowakije, het land waarover de beslissingen zouden vallen. Om deze reden werd het uiteindelijke Verdrag van München ook wel aangeduid als het ‘Diktat von München’ of het ‘Münchner Diktat’. Ook de Sovjet-Unie onder Jozef Stalin had geen uitnodiging voor het congres in München ontvangen, terwijl verder de Verenigde Staten (Roosevelt) niet aanwezig waren.
Op de Conferentie van München werd besloten dat Duitsland een dag later het Sudetenland mocht annexeren en af zou zien van verdere territoriale expansie. Tegelijk kregen ook Polen en Hongarije, die – daartoe eerder door Hermann Göring aangespoord – ook gebiedseisen op tafel hadden gelegd, ook een stuk Tsjechisch-Slowaakse grond: de Těšín-regio (ook het Olsa-gebied genoemd) voor Polen en het zuiden van Slowakije en een stuk Karpaten voor Hongarije.
In de vroege nacht van 30 september 1938, omstreeks 2.00 uur, kwam de tekst van het Verdrag van München (in het Duits ‘Münchner Abkommen’ geheten) tot stand, dat als volgt luidde [eigen vertaling]:
Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Italië hebben – rekening houdend met de overeenkomst die in principe al is bereikt voor de overdracht van het Sudeten-Duitse grondgebied aan Duitsland – overeenstemming bereikt over de volgende voorwaarden die van toepassing zijn op de genoemde overdracht en de daarna te nemen maatregelen. Door deze overeenkomst houden zij zich ieder verantwoordelijk voor de stappen die nodig zijn om de uitvoering ervan te verzekeren:
1. De evacuatie begint op 1 oktober.
2. Het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Italië komen overeen dat de evacuatie van het grondgebied op 10 oktober voltooid dient te zijn, zonder dat bestaande instellingen opgeheven worden en dat de Tsjecho-slowaakse regering verantwoordelijk zal worden gehouden voor het uitvoeren van de evacuatie zonder schade aan de genoemde instellingen.
3. De voorwaarden voor de evacuatie zullen in detail worden vastgesteld door een internationale commissie, samengesteld uit vertegenwoordigers van Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië en Tsjecho-Slowakije.
4. De bezetting in fasen van het overwegend Duitse grondgebied door Duitse troepen begint op 1 oktober. De vier gebieden die op de bijgevoegde kaart zijn aangegeven, zullen in deze volgorde worden bezet door Duitse legereenheden: het gebied met nr. I op 1 en 2 oktober, het gebied met nr.II op 2 en 3 oktober; het gebied gemarkeerd met nr.III op 3, 4 en 5 oktober; het grondgebied gemarkeerd met nr.IV op 6 en 7 oktober. Het resterende gebied met een overwegend Duits karakter zal zo snel mogelijk worden vastgesteld door de bovengenoemde internationale commissie en tegen 10 oktober worden bezet door Duitse troepen.
5. De in het derde lid bedoelde internationale commissie stelt de grondgebieden vast waar een volksraadpleging wordt gehouden. Deze gebieden zullen worden bezet door internationale instellingen, totdat de volksraadpleging is afgelopen. Dezelfde commissie stelt de voorwaarden vast waaronder de volksraadpleging gehouden zal worden, uitgaande van de voorwaarden van de Saarraadpleging. De commissie stelt ook een datum vast, niet later dan eind november 1938, waarop de volksraadpleging zal plaatsvinden.
6. De definitieve vaststelling van de grens wordt bepaald door de internationale commissie. Deze commissie zal ook het recht hebben om aan de vier mogendheden, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Italië, in bepaalde uitzonderlijke gevallen kleine wijzigingen aan te bevelen in de strikt etnografische afbakening van de zones die zonder volksraadpleging moeten worden overgedragen.
7. Er is een optierecht in en uit de over te dragen gebieden. Deze optie moet worden uitgevoerd binnen zes maanden na de datum van deze overeenkomst. Een Duits-Tsjecho-Slowaakse commissie zal de details van de optie bepalen, methoden voorstellen om de overdracht van bevolking te vergemakkelijken en principekwesties oplossen die uit de genoemde overdracht voortvloeien.
8. De Tsjecho-Slowaakse regering zal binnen een periode van vier weken na de datum van deze overeenkomst alle Sudeten-Duitsers die de wens hebben van hun politieambt of militaire functie te worden ontheven, hen die ruimte bieden. En de Tsjecho-Slowaakse regering zal binnen dezelfde periode Sudeten-Duitse gevangenen vrijlaten die een gevangenisstraf uitzitten voor politieke misdrijven.
Adolf Hitler
Neville Chamberlain
Edouard Daladier
Benito Mussolini
In de ochtend die volgde hadden Neville Chamberlain en Adolf Hitler nog een gezamenlijk onderhoud, waarin het volgende op schrift werd gesteld. Feitelijk betrof het een Brits-Duits niet-aanvalsverdrag:
“Wij, de Duitse Führer en bondskanselier en de Britse premier, hebben vandaag nog een bijeenkomst gehad en zijn het erover eens dat we erkennen dat de kwestie van de Anglo-Duitse betrekkingen van het grootste belang is voor de twee landen en voor Europa.
Wij beschouwen de overeenkomst die gisteravond is ondertekend en de Anglo-Duitse Marine-overeenkomst als symbolisch voor de wens van onze twee volkeren om nooit meer oorlog met elkaar te beginnen.
We zijn vastbesloten dat de methode van overleg de methode is die gebruikt kan worden om alle andere kwesties te behandelen die onze twee landen aangaan. En we zijn vastbesloten om onze inspanningen voort te zetten om mogelijke bronnen van verschillen weg te nemen en zo bij te dragen aan het verzekeren van de vrede in Europa.
Adolf Hitler
Neville Chamberlain30 september 1938”
Gevolgen van en reacties op het Verdrag van München (1938-1939)
Op 30 september 1938 reageerde Tsjecho-Slowaakse minister van Buitenlandse Zaken, Kamil Krofta, op de voor zijn land uitzichtsloze situatie in het bijzijn van de Britse, Franse en Italiaanse ambassadeurs:
“Namens de president van de republiek en mijn regering verklaar ik dat we ons zullen onderwerpen aan de beslissingen die in München zijn genomen zonder ons en tegen ons. […] We willen geen kritiek leveren, maar dit is een ramp voor ons die we niet verdienen. We onderwerpen ons en we zullen proberen om onze inwoners een vredig leven te verzekeren. Ik weet niet of uw landen zullen profiteren van de beslissing die in München is genomen. Maar wij zijn niet het laatste land, andere landen zullen na ons volgen.”
Op 1 oktober 1938 bezetten Duitse troepen het Sudetenland en werd dit gebied geannexeerd en bij Duitsland gevoegd. Tussen 2 en 11 oktober 1938 trokken ook Poolse en Hongaarse legerdivisies Tsjecho-Slowakije binnen en eisten hun gebiedsdelen op: de Těšín-regio door Polen, en Zuid-Slowakije en het Oekraïense deel van de Karpaten (Hongarije).
Duitsland nam geen genoegen met het Sudetenland, maar wilde het volledige Tsjecho-Slowaakse gebied annexeren. Dat gebeurde binnen een half jaar na de inlijving van het Sudetenland. Op 15 maart 1939 trok de Duitse Wehrmacht Tsjecho-Slowakije binnen en annexeerde ook de rest van het land. Deze schending van het Verdrag van München leidde tot niet meer dan enkele verontwaardigde protesten van de westerse grootmachten. Opnieuw zo’n half jaar later, op 1 september 1939, viel het Duitse leger Polen binnen en begon een nieuwe wereldoorlog.
De internationaal-politieke reacties op het Verdrag van München van 30 september 1938 waren wisselend. Winston Churchill sprak van een grote blunder. In het Britse Lagerhuis (House of Commons) stelde hij in een speech op 5 oktober:
“We hebben een totale en regelrechte nederlaag geleden… Jullie zullen zien dat in een periode van enkele jaren, of enkele maanden, Tsjecho-Slowakije zal worden overspoeld door het naziregime. We zijn op weg naar een ramp van de eerste omvang.”
In Nederland zei SDAP-voorzitter Koos Vorrink februari 1939 dat hij ‘geen zucht van verlichting heb geslaakt na dat akkoord van München’. Vorrink vervolgde zijn speech met de woorden:
“Het ware gezicht van den vrede van München is (…) dat honderdduizenden menschen tegen hun wil onder de tirannie van het nationaal-socialisme werden gebracht.”
Toenmalig minister-president Hendrikus Colijn sprak aan de vooravond van de Conferentie van München: ‘We behoeven, naar mijn vaste overtuiging, thans in eerste instantie geen schending van ons grondgebied te duchten.’ De ARP-voorman wilde het Nederlandse volk vooral geruststellen. De meeste periodieken reageerden hetzelfde en waren bovenal opgelucht, zo lezen we in het Historisch Nieuwsblad:
‘München bracht redding,’ kopte het katholieke dagblad De Tijd. De Telegraaf sprak van een ‘kolossale opluchting’ en benadrukte dat ook Hitler belangrijke concessies had gedaan. De liberale Haagse krant Het Vaderland beschreef hoe de stemming in de residentie zichtbaar was opgeknapt, en dat er in de loop van de dag bij steeds meer woningen en bedrijven de vlag werd uitgestoken: ‘Kennelijk bracht de een den ander op de goede gedachte.’ De Standaard, het blad van Colijns Anti-Revolutionaire Partij, ging ervan uit dat iedereen die ‘niet elk Godsgeloof verloren heeft, de Koning der Koningen gedankt [zal] hebben voor deze schier ongedachte uitredding’. En enkele dagen later beschreef Anton Mussert in Volk en Vaderland de inlijving van het Sudetenland als ‘overwinning van gerechtigheid en vrede’.
Pas in 1973, toen de Koude Oorlog al decennialang gaande was, werd het Verdrag van München officieel nietig verklaard. West-Duitsland (BRD) en de Tsjecho-Slowaakse Socialistische Republiek sloten toen het Verdrag van Praag (11 december 1973), dat het jaar erop geratificeerd werd.
Duitse Rijnlandbezetting: voorgeschiedenis, tijdlijn & gevolgen
De geboorte van Tsjecho-Slowakije
Boek: Adolf Hitlers nationaalsocialisme. Van ideologie tot massamoord – Luc Vanhixe
Kader: Tijdlijn met belangrijke gebeurtenissen (1933-1938)
- 30 januari 1933 – Adolf Hitler wordt Rijkskanselier van Duitsland en schaft de democratie af.
- 1 maart 1935 – Duitsland krijgt weer zeggenschap over het Saarland, na een volksstemming.
- 7 maart 1936 – Duitse troepen bezetten het Rijnland.
- 1 november 1936 – Totstandkoming van de As Rome-Berlijn.
- Mei 1937 – De Duitse Wehrmacht begint met het opstellen van Fall Grün, een aanvalsplan op Tsjecho-Slowakije. Dit plan was op 21 december 1937 afgerond.
- 5 november 1937 – Hossbach Memorandum. Tijdens een militair topoverleg maakt Hitler duidelijk dat hij binnen een jaar Oostenrijk en Tsjecho-Slowakije wil annexeren.
- 11 en 12 maart 1938 – Duitse troepen trekken Oostenrijk binnen en annexeren hun buurland. Deze gebeurtenis is bekend als ‘Die Anschluss’ of ‘Die Anschluß’ (de aansluiting).
- 28 maart 1938 – Hitler dringt er bij Konrad Henlein, de leider van de Sudetendeutscher Partei in Tsjecho-Slowakije, op aan om van de Tsjecho-Slowaakse regering autonomie voor de Sudeten-Duitsers te eisen. Henlein doet dit in april.
- 6 tot 15 juli 1938 – Conferentie van Évian in de plaats Évian-les-Bains, in het oosten van Frankrijk. Vertegenwoordigers van 32 landen bediscussieerden, op initiatief van de Amerikaanse president Franklin Delano Roosevelt, het probleem van Joodse vluchtelingen uit nazi-Duitsland. Grote mogendheden als de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Frankrijk boden Joodse vluchtelingen geen significante extra ruimte om naar hun land te komen.
- 20 mei 1938 – Mobilisatie van het Tsjecho-Slowaakse leger tijdens de ‘Wochenendekrise’.
- 30 mei 1938 – Hitler meldt de Wehrmacht dat er binnenkort een militaire campagne volgt. Tegelijk zegt hij in een speech dat het Sudetenland de laatste territoriale Duits wens is.
- 3 augustus tot 5 september 1938 – De Britse politicus Lord Runciman is in Tsjecho-Slowakije en probeert daar te bemiddelen tussen de Duitsers en de Tsjecho-Slowaken. Tot teleurstelling van de regering onder Edvard Beneš liet Runciman zijn oren vooral hangen naar de argumenten van de Sudeten-Duitsers.
- 12 september 1938 – Op een partijbijeenkomst van de NSDAP in Neurenberg haalt Hitler fel uit naar Tjsecho-Slowakije. Hij stelt dat de Praagse regering de Sudeten-Duitsers onderdrukt. Hierna breekt er in het Sudetenland een opstand tegen de Tsjecho-Slowakije regering uit, met tientallen dodelijke slachtoffers. De Amerikaanse radiozender CBS Radio zendt Hitlers speech live uit. Voor veel Amerikanen is dit de eerste keer dat ze Hitlers stem horen.
- 13 september 1938 – Chamberlain bericht Hitler dat hij bereid is om hem direct te ontmoeten.
- 15 september 1938 – Adolf Hitler en Neville Chamberlain ontmoeten elkaar voor het eerst in levenden lijve in Hitlers residentie in Berchtesgaden in het uiterste zuiden van Duitsland. Hitler maakt zijn wensen bekend: de annexatie van het Sudetenland. Een week later, van 22 tot 24 september, ontmoeten Hitler en Chamberlain elkaar nogmaals in Duitsland. Hitler voert de druk flink op en eist dat de Wehrmacht Tsjecho-Slowakije direct mag binnentrekken.
- 23 september 1938 – De algehele mobilisatie van het Tsjecho-Slowaakse leger vindt plaats.
- 25 september 1938 – Chamberlain wijst namens Groot-Brittannië de Duitse annexatie-eisen van de hand.
- 26 september 1938 – Gedeeltelijke mobilisatie van het Franse leger. Diezelfde dag houdt Hitler in de Sportpalast in Berlijn een vlammende rede, waarin hij met een aanval op Tsjecho-Slowakije dreigt. Een Duitse aanval kan alleen worden afgewend als de Tsjecho-Slowaakse regering voor 28 september 14.00 uur aan Hitlers eisen tegemoet zou komen, zo maakt de Führer duidelijk.
- 27 september 1938 – Joegoslavië, de Verenigde Staten en Roemenië waarschuwen Duitsland om geen actie te ondernemen. Deze dag mobiliseert Duitsland 19 Wehrmacht-divisies. Chamberlain en Roosevelt benaderen de Italiaanse dictator Mussolini met de vraag om te bemiddelen.
- 28 september 1938 – Mussolini slaagt erin Hitler te overtuigen om een internationaal overleg te houden. Dit leidt tot de Conferentie van München op 29 en 30 september 1938.
- 29 september 1938 – De Conferentie van Berlijn begint en leidt nog diezelfde nacht tot het Verdrag van München, waarbij het Sudetenland Duitsland toekomt. Tsjecho-Slowakije kreeg een internationale garantie dat de rest van het grondgebied van het land autonoom zou blijven.
- 30 september 1938 – Hitler en Chamberlain hebben nog een afzonderlijk gesprek en zetten extra afspraken op papier. Diezelfde dag keert Chamberlain terug op Britse bodem en spreekt in Londen de historische woorden ‘Peace for our time’ uit.
- 1 oktober 1938 – Duitse troepen marcheren het Sudetenland in en voegen het gebied bij Duitsland.
- 15 maart 1939 – Duitse troepen bezetten de rest van Tsjecho-Slowakije en annexeren daarmee, in strijd met het Akkoord van München, het complete land.
- 23 augustus 1939 – Stalin en Hitler sluiten het Molotov-Ribbentrop Pact, een non-aanvalsverdrag tussen nazi-Duitsland en de communistische Sovjet-Unie.
- 1 september 1939 – Duitsland valt Polen binnen. Hierop verklaart Engeland Duitsland de oorlog en begint de Tweede Wereldoorlog.
Boeken
-Frits Boterman, Moderne geschiedenis van Duitsland 1800-1990 (Amsterdam & Antwerpen: De Arbeiderspers, 1996) p.323-346.
Internet
-https://duitslandinstituut.nl/naslagwerk/68/conferentie-van-munchen
-https://www.britannica.com/event/Munich-Agreement
-http://www.geschiedenisbeleven.nl/het-verhaal-achter-het-verdrag-van-munchen/
-https://de.wikipedia.org/wiki/M%C3%BCnchner_Abkommen
-https://www.ushmm.org/learn/timeline-of-events/1933-1938
-https://www.theguardian.com/world/from-the-archive-blog/2018/sep/21/munich-chamberlain-hitler-appeasement-1938
-https://de.wikipedia.org/wiki/Sudetenkrise
-https://en.wikipedia.org/wiki/Munich_Agreement
-https://www.historischnieuwsblad.nl/zo-reageerde-nederland-op-het-verdrag-van-munchen/
-https://www.ru.nl/cpg/publicaties/blogs-rubrieken/handelingentegeltje/peace-for-our-time/