Gezicht op Nieuw-Amsterdam door Johannes Vingboons, 1664

Nieuw Nederland als proeftuin voor Utopia

Het gebied dat tegenwoordig de Amerikaanse deelstaten New York, New Jersey en Delaware omvat was tussen 1624 en 1664 een Nederlandse kolonie. Om dat Nieuw Nederland te koloniseren werden in het thuisland allerlei initiatieven opgezet. Een merkwaardige getuigenis daarvan is het ‘Kort bericht over Nieuw Nederland’ waarin de zeventiende-eeuwse vrijdenker Franciscus van den Enden zijn ideeën voor een nieuw Utopia
4 minuten leestijd

Geschiedenis zoeken:

De resten van de walvis werden op het vleesdek tot kleine hompen vlees verwerkt. (Afbeeldingen: boek / AUP)

De traanjagers – Herinneringen van naoorlogse walvisvaarders

Als scholier werkte Anne-Goaitske Breteler in café ‘De Bûnte Bok’ in het Friese dorpje Lioessens, voorheen een walvisvaarderscafé. De ornamenten in het café en de sterke verhalen en bijnamen van de stamgasten maakten dat ze gefascineerd raakte door het recente walvisvaartverleden. Breteler bezocht een handvol nog levende walvisvaarders thuis, en beschrijft op stilistisch fraaie wijze de herinneringen die zij op hoge leeftijd nog hebben. Deze verhalen zijn gebundeld in het boek De traanjagers – Herinneringen van naoorlogse walvisvaarders (Amsterdam University Press). Op Historiek een fragment uit het boek.

Tweede Wereldoorlog

Meer

Boekfragmenten

Meer
De eerste negentien artikelen van de Duitse grondwet, afgebeeld op het Jakob-Kaiser-Haus in Berlijn

Hoe Duitsland na de oorlog (met horten en stoten) een democratisch land werd

Na de Tweede Wereldoorlog begon Duitsland met de opbouw van een democratische staat, daarbij gesteund door een nieuwe grondwet die individuele rechten en vrijheden centraal stelde. Door debat, burgereducatie en uitwisselingsprogramma's ontstond uiteindelijk een nieuwe politieke cultuur waarin open dialoog en respect voor diversiteit meer centraal kwamen te staan.
Portret van Marie Catherine

Ook vrouwen beheerden in de achttiende eeuw adellijke familiebezittingen

In de achttiende eeuw speelden adellijke vrouwen soms een actieve rol in het beheer van landgoederen en familiebezit, ondanks de wettelijke beperkingen die hen vaak werden opgelegd. Zo was Marie Catherine, gravin van Merode en prinses van Rubempré en Everberg, bijvoorbeeld jarenlang verantwoordelijk voor het beheer van een groot aantal landgoederen.
×