De Grote Moskee in het Jubelpark heeft een lange en bewogen geschiedenis achter de rug. Het van oorsprong profane gebouw kreeg pas in de jaren zeventig van de vorige eeuw zijn sacrale functie. Recent kwam het islamitisch gebedshuis vanwege de verspreiding van een salafistisch1 ideeëngoed zwaar onder vuur te liggen. Een relaas en historische schets:
De voorgeschiedenis
In de aanloop naar de Wereldtentoonstelling van 1897 werd in het Jubelpark onder impuls van koning Leopold II (1835-1909) een paviljoen in Arabische stijl opgetrokken. Het cirkelvormig gebouw, ontworpen door architect Ernest Van Humbeek (1839-1907), was bedoeld om de bezoekers kennis te laten maken met de Egyptische cultuur. Een honderdveertien meter lang panoramisch schilderij op doek van de Brusselse kunstschilder Emile Wauters (1846-1933) met de tot de verbeelding sprekende titel: “Caïro en de oevers van de Nijl” vormde er de publiekstrekker. Na de expo werd het paviljoen gesloten en raakte het bij gebrek aan onderhoud langzamerhand in verval2.
Een onverwachte wending
In mei 1967 bracht de Saoedi-Arabische koning Faisal (1906-1975) een bezoek aan België. Nog datzelfde jaar schonk koning Boudewijn (1930-1993) het paviljoen dat Van Humbeek had ontworpen ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling in 1897 voor negenennegentig jaar in erfpacht aan de Saoedische vorst.
Officieel een gebaar uit erkentelijkheid voor de financiële steun die Faisal verleende aan de slachtoffers van de vreselijke brand in het Brusselse warenhuis Innovation, maar volgens hardnekkige geruchten ter compensatie voor een aanzienlijke bestelling van allerlei wapentuig en munitie bij het Belgische bedrijf FN Herstal.
Een herbestemming voor het gebouw
De concessie bepaalde dat de Saoedi’s op eigen kosten het paviljoen zouden herinrichten als cultureel centrum voor de moslimgemeenschap in België en het gebouw mochten omvormen tot een moskee. Hiervoor werd een beroep gedaan op de Tunesische architect Mongi Boubaker. De oorspronkelijke ronde structuur van het paviljoen werd door hem grotendeels behouden, maar de binnenkant van het gebouw werd aangepast aan de geldende traditionele islamitische geloofsnormen.
Op het gelijkvloers werd naast verschillende lokalen voorbehouden aan jongeren en moslima’s een kleine gebedsruimte ingericht voor de ‘salat’3. Op de eerste verdieping voorzag Boubaker de bureau’s van het cultureel centrum, administratieve ruimtes, plaats voor een bibliotheek en een leslokaal voor het onderricht van de Arabische taal.
De tweede verdieping herbergt de eigenlijke zaal voor het vrijdaggebed waar tot tweeduizend moslims hun geloof kunnen belijden. De muren ervan zijn bekleed met groene en witte mozaïeksteentjes mede gefinancierd door de Marokkaanse koning Hassan II (1929-1999). Het complex werd in 1978 met het nodige ceremonieel officieel ingehuldigd in aanwezigheid van de Saoedische koning Khalid die na de moord op Faisal in 1975 de troon had bestegen.
Een broeihaard van radicalisme
Rapporten van de Staatsveiligheid maakten al vlug melding van grote geldstromen die vanuit Saoedi-Arabië aan de moskee werden overgemaakt om de verspreiding van een ultraconservatieve interpretatie van de islam te promoten. In juni 2014 riep de tot dan toe onbekende theologische volksmenner Abu Baki Al-Baghdadi in grote delen van Irak en Syrië éénzijdig een islamitisch kalifaat uit waarin volgens hem het salafistisch gedachtengoed en de invoering van de sharia desnoods ‘manu militari’ moesten ingevoerd worden.
Algauw bleek dat ook in vele westerse landen jonge moslims zich tot deze ideologie voelden aangetrokken. Wanneer het aantal jongeren die in het Midden-Oosten gingen strijden onder de banier van het kalifaat onrustwekkend toenam, begonnen de bevoegde instanties zich ernstig te beraden over de herkomst van dit opkomend radicalisme. Uit een nieuw onderzoek bleek dat binnen de muren van de moskee antisemitische lezingen en salafistische preken werden gehouden. Toen na de terroristische aanslagen in Brussel op 22 maart 2016 de imam van de Grote Moskee boudweg verklaarde dat het niet mogelijk was om te bidden voor het zielenheil van niet-islamitische slachtoffers die hierbij de dood hadden gevonden, veroorzaakte de uitspraak zowel binnen politieke kringen als bij het grote publiek enorme verontwaardiging. Het was duidelijk dat een reactie niet langer kon uitblijven.
Draconische maatregelen
Tegen de imam die met zijn verklaring over de niet-moslim slachtoffers van de vreselijke aanslagen blijk had gegeven van weinig empathie, werd een procedure opgestart om hem het land uit te zetten. Verder besliste de Belgische regering op 16 maart jongstleden unaniem om de concessieovereenkomst die wijlen koning Boudewijn met Saoedi-Arabië afsloot, te verbreken. Hoe het nu precies verder moet met de moskee zal de toekomst uitwijzen.
2 – Het panoramisch schilderij dat beschadigd geraakte door vochtinsijpeling werd in 1923 gerestaureerd door Alfred Bastien (1873-1955), een opdracht die de schilder nog eens herhaalde in 1950. Bij de herinrichting van het paviljoen naar een moskee geraakte het doek verloren. Naar verluidt bevinden zich enkele fragmenten ervan in privéverzamelingen.
3 – De ‘salat’ is het geheel van de rituele gebeden die gelovige moslims vijfmaal daags dienen te bidden. De ‘salat’ vormt naast de ‘sjahada’ of geloofsbelijdenis, de ‘zakat’ of het geven van aalmoezen, de ‘hadj’, de pelgrimstocht naar Mekka en de ‘ramaden’ of vastenmaand één van de vijf zuilen van de islam.