Afgelopen zondag werd de eerste aflevering van een nieuw seizoen van O’Hanlons Helden uitgezonden. Zolang de serie loopt verblijft Redmond O’Hanlon in Nederland en houdt hij kantoor in de Artis Bibliotheek. Historiek zocht hem daar op.
Voor we aan de serie toekomen vertelt O’Hanlon over een boek dat hij heeft meegenomen: British Birds door rev. Morris – een negentiende-eeuws boek met prachtige prenten van vogels (de inkleuring werd verzorgd door jongens en meisjes in weeshuizen van de Anglicaanse kerk) en voor hem extra bijzonder omdat hij het als zevenjarige jongen kreeg van de dames van de boekenwinkel in Salisbury. Zijn vader, een Anglicaanse priester, liet hem daar altijd achter als hij met de bisschop ging praten.
“Mijn vader was nogal conservatief en heeft later al mijn boeken van Darwin verbrand. Maar hier kon hij wel volledig achter staan; het is een prachtig staaltje natuurlijke theologie,” vertelt O’Hanlon. “Het boek is geschreven met het idee dat de hele schepping een soort les is voor de mens. Hier, moet je horen.” Hij slaat het boek open bij de ‘dunnock’, de heggenmus: “De heggenmus is bescheiden en stil maar niet verlegen, keurig en huiselijk in zijn gedrag, en gaat onopvallend maar netjes gekleed. Een vogel, kortom, waar ook schepselen van een hogere orde nog een voorbeeld aan kunnen nemen,” grinnikt hij. Ook zag men in de heggenmus een toonbeeld van monogamie en huwelijkstrouw. Dat laatste, vertelt O’Hanlon, is complete onzin. De vrouwtjes houden er vaak een mannetje op na dat eten brengt voor de kuikens, maar belazeren hem meestal aan de lopende band. Ze laten hun eieren liever bevruchten door een stoerder mannetje van verderop in de heg.
In de rest van de leeszaal staan vitrines met daarin allerlei objecten die samenhangen met de serie: schedels van olifanten en alligators, kleding, reisbenodigdheden en tekeningen van de dames Tinne die de hoofdrol in de eerste afleveringen spelen, een boek met een afbeelding van de gesnelde Papua-kop die een Italiaanse zanger mee terug nam uit Nieuw-Guinea. “De meeste boeken die je hier in de vitrines ziet zijn van mij,” vertelt O’Hanlon. “De meeste andere dingen komen uit verschillende museumcollecties, zoals al die prachtige opgezette dieren en de spullen van de familie Tinne.”
Er wordt steeds gezegd dat deze bibliotheek zo’n beetje uw tweede huis is. Klopt dat?
Wat gebeurt hier nu de serie wordt uitgezonden?

De eerste aflevering ging over twee Nederlandse vrouwelijke ontdekkingsreizigers, moeder en dochter Tinne. Wie waren zij en waarom zijn ze zo bijzonder?
De dames Tinne zijn dus niet puur en alleen ‘held’
Wie van de hoofdpersonen in de serie komt voor u het dichtst in de buurt van een echte held?

In de serie gaan we op zoek naar misschien wel het meest ‘onbetamelijke’ stuk dat hij heeft geschreven: de Karachi Papers. In Karachi in het huidige Pakistan waren indertijd talloze bordelen met niet alleen vrouwen, maar ook jonge jongens, eunuchen, transgenders… En die werden nogal goed bezocht door Britse soldaten. De koloniale overheid zette Burton, een meesterlijke spion, in om onderzoek te doen. Zijn eindverslag was echter geheel naar zijn gewoonte in zulke sprekende en specifieke seksuele details, dat het schandelijk gevonden werd en de koloniale autoriteiten het in een diepe la lieten verdwijnen. In de serie proberen we het terug te vinden.”
U hebt de reputatie uzelf altijd in de nesten te werken als u op reis gaat. Wat ging er het meest gruwelijk mis tijdens het opnemen van deze serie?

Wat is u, behalve die storm, het meest bijgebleven?
Onze ontvangst in Karachi heeft ook indruk op me gemaakt – we werden op het vliegveld onthaald door een gewapende politie-escorte van rond de 10 man, met Kalasjnikovs en twee trucks. Er ging rond dat de Taliban van plan waren een westerse cameraploeg gevangen te nemen en publiekelijk te onthoofden. Tijdens ons verblijf schoten de Taliban in de Karakoram, de Pakistaanse uitlopers van de Himalaya, tien bergbeklimmers door het hoofd, jongens nog, die niemand iets hadden misdaan. Ook waren er in Karachi zelf bomaanslagen terwijl we daar waren, waarbij veel politiemensen omkwamen. Het was erg heftig en gespannen allemaal.”
U bent in Nederland ondertussen bekender dan in Engeland. Wat vindt u daarvan?

In de serie is er de running gag dat u in de verkeerde eeuw bent geboren, en eigenlijk gewoon een 19de-eeuwer bent. Vindt u dat echt? Had u liever toen willen leven?
Ook zouden heel veel dingen aan de negentiende-eeuwse samenleving me helemaal niet bevallen – het sociale klassensysteem, de diep bekrompen moraal van de Victoriaanse tijd, de ongelijkheid… Allemaal dingen die nog nagalmden op de kostscholen waar ik mijn jeugd doorbracht in de jaren ’50 en ‘60, en waar ze ons nog steeds voorbereidden op het verdedigen van het British Empire. Blijkbaar hadden ze even gemist dat dat toen net was verdwenen. Voor dat soort dingen heb ik een gezonde afkeer ontwikkeld. Ik ben blij dat ik nu leef en kan terugblikken op die dingen in de negentiende eeuw die me fascineren.”
Lees ook: Redmond O’Hanlon treedt opnieuw in de voetsporen van zijn helden
O’Hanlons helden wordt t/m 19 januari elke zondag rond 20u20 uitgezonden op Nederland 2. Voor de speciale avonden in de Artis Bibliotheek (onderdeel van de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam) zijn kaarten te bestellen via de site van de Bijzondere Collecties. Deze avonden beginnen elke zondag om 19u30. O’Hanlon is steeds aanwezig.
De UvA en TwentseWelle hebben rondom de helden van O’Hanlon bijzondere objecten verzameld in een soort ‘Wunderkammern.’ Deze zijn in de Artis Bibliotheek te zien in steeds wisselende samenstelling in de loop van de serie. Vanaf 1 februari zijn ze gezamenlijk te zien in TwentseWelle – alle helden bijeen, ook die uit het eerste seizoen plus Darwin, Wallace, en O’Hanlon zelf. Zie: www.twentsewelle.nl
