De Frankische vorst Karel de Grote (ca.745-814), afkomstig uit het geslacht van de Karolingers, werd in 800 de eerste West-Europese keizer sinds de ondergang van het West-Romeinse Rijk in 476. Hij was koning, keizer en staatsvormer: zowel Frankrijk en Duitsland beschouwen Karel als grondlegger van hun natie. Tevens onderscheidde Karel zich als verspreider van het christelijk geloof, onderwijshervormer en militair genie. Wie was Karel de Grote?
Jeugd en privé

Vermoedelijk kreeg hij, net als zijn broer Carloman (751-771), zijn opvoeding en onderwijs in Saint-Denis, tegenwoordig een voorstad van Parijs. Het onderwijs dat hij genoot moet degelijk zijn geweest, vanwege Karels afkomst, maar ook omdat hij op latere leeftijd blijk gaf van het beheersen van Latijn, literatuurkennis had en zich ook mengde in allerlei theologische en filosofische discussies. Maar echt op hoog niveau lezen en schrijven lukte Karel niet.
In 770 arrangeerde Karels moeder een huwelijk voor haar zoon met de Longobardische prinses Desiderata (750-?). Het huwelijk, Karels tweede (eerder was hij gehuwd met Himiltrude), duurde niet lang want Karel verstootte zijn vrouw al spoedig. Hij zou daarna nog vier keer trouwen en had naast zijn huwelijkspartners talloze minnaressen. Bij deze vrouwen verwekte Karel minstens achttien kinderen.
Groot man
Wat weten we nog meer over de persoon Karel? In elk geval dat hij niet alleen in naam, maar ook fysiek-letterlijk een groot man was. Berekend is dat hij de voor zijn tijd enorme lengte van 1 meter 84 had. Verder hield Karel veel van zwemmen en jagen. Zijn biograaf Einhard noteerde dat Karel een uitstekende zwemmer was. Over Karels uiterlijk vermeldde deze biograaf dat hij ‘een ronde schedel’ had, met ‘grote en levendige ogen, een vrij lange neus, blond haar, en een goedlachs en vrolijk gezicht.’ Karel was een joviale, gulle man, geen zuinigerd. Hij deelde uit als hij dat kon. Daarnaast was hij, zoals we zo dadelijk zullen zien, uitermate wreed richting vijanden en mensen die niet deden wat hij van ze verlangde.
Koning en militair (768-800)
Na de dood van Pepijn de Korte, in 768, trad Karel aan als Frankische vorst. Karels moeder Bertrada – vanwege haar klompvoet “Bertha met de Grote Voet” genoemd – kwam vanaf dit moment bij Karel inwonen. Aanvankelijk regeerde Karel samen met zijn broer Carloman (met wie hij op slechte voet stond), waarbij Karel vooral de noordwestelijke gebieden van het Rijk bezat en Carloman de meer zuidelijke en oostelijke gebieden, evenals delen van het huidige Nederland en Frankrijk. Toen Carloman in december 771 stierf, accepteerden diens onderdanen Karel als hun vorst en niet Carlomans zoontjes.
De zomer erop, in 772, begonnen de zogeheten Saksische Oorlogen, die tot 804 zouden duren. In een periode van enkele decennia veroverde Karel grote gebieden in met name het oosten van Europa, waarbij hij de voortdurend opstandige Saksen dwong om zich te bekeren tot het christendom. De meest heftige gebeurtenis was het zogenoemde Bloedbad van Verden in 782, bij het Duitse riviertje de Aller. Hier konden de Saksen kiezen voor het christendom of voor onthoofding. Historici schatten dat de Karolingers bij dit bloedbad uiteindelijk 4500 mensen executeerden.

Rondreizen
Belangrijk was dat Karel de Grote in de gaten had dat hij een goede band met zijn onderdanen moest onderhouden, zodat hij van hun loyaliteit verzekerd was. Ieder jaar maakte Karel de Grote een rondreis door zijn enorme rijk, dat zich uitstrekte van de Noordzee tot aan de Middellandse Zee. Dit deed hij om de band met zijn leenmannen goed te houden en op rijks- of landdagen nieuwe wetten en besluiten voor te leggen aan de edelen.

Politieke hervormer en onderwijsvernieuwer (780-790)
De uitbreiding van Karels Rijk vroeg ook om een efficiënte(re) bestuursinrichting. In 782 voerde Karel in zijn Frankische Rijk daarom het systeem van de graafschappen in.
Rond diezelfde tijd kwam aan zijn hof een paleisschool tot stand, waar de clerici en hofhouding – en ook Karel zelf – leerden schrijven, rekenen en een algemene vorming in de taal en letteren kregen. In 789 werden dit soort scholen algemeen beleid binnen zijn Rijk, uitgevaardigd via een serie onderwijswetten onder de naam Admonitio generalis (Algemene vermaning) en persoonlijke brieven zoals de Epistola de litteris colendis (Brief over de studie van de letteren) aan abt Baugulf van de Abdij van Fulda. Karel hechtte belang aan correcte, foutloze tekstkopieën geschreven in kloosters, zag de noodzaak van bibliotheken in en richtte veel kloosterscholen op. De onderwijs- en studiecultuur die hierna in het Frankische Rijk opbloeide, staat bekend als de Karolingische Renaissance. Feitelijk hielp deze onderwijspolitiek Karel om – dit keer met zachte hand – de bevolking van zijn rijk te kerstenen.
Inhoudelijk zette Karel zich op onderwijsgebied in voor het herstel van de septem artes liberales, de zeven vrije kunsten. Deze heten ‘vrij’ omdat ze de opvoeding tot vrije mensen beoogden. De septem artes liberales werd de basis van het middeleeuwse onderwijs en bestond uit zeven vakken, onderverdeeld in het trivium (drie ’taalvakken’: grammatica, dialectica en retorica) en quadrivium (vier ‘rekenvakken’: aritmetica, geometrica, musica en astronomia)
Karel de Grote als Keizer (800-814)

Dood en daarna
Karel stierf op 28 januari 814 in Aken, wellicht aan een borstvliesontsteking, na een ziekbed van een week, en werd nog diezelfde dag begraven. Zijn graf aldaar, in de Dom van Aken is ondanks uitvoerig archeologisch onderzoek nooit exact gelokaliseerd. Zijn enige nog levende zoon Lodewijk de Vrome volgde hem op. Toen deze troonopvolger stierf in 840, brak er een burgeroorlog uit over de troonopvolging. Daarna deelde het Verdrag van Verdun (843) het Frankische Rijk onder de nakomelingen van Karel de Grote in drie delen op, waarmee er een einde kwam aan het grote rijk van Karel.
Boek: Karel de Grote. Stamvader van Europa
Bronnen ▼
Raoul Bauer, Karel de Grote. Een keizer op de grens tussen twee werelden (Zwolle: WBooks, 2013).
Rosamond McKitterick, Charlemagne. The Formation of a European Identity (Cambridge: University of Cambridge, 2008).