Het Van Gogh Museum in Amsterdam heeft in samenwerking met het Musée d’Orsay een tentoonstelling samengesteld over de verbeelding van prostitutie in de Franse kunst uit de jaren 1850-1910. Titel van de tentoonstelling luidt kortweg: ‘Lichte zeden’.
Volgens het museum is het onderwerp niet eerder in een tentoonstelling op grote schaal gepresenteerd. Er zijn straks meer dan 100 schilderijen en werken op papier te zien, van grote namen als Degas, Toulouse-Lautrec, Van Gogh en Picasso. Ook curieuze objecten zoals een negentiende-eeuws rijk gedecoreerd bed, worden getoond. De afgelopen tijd was de tentoonstelling in Parijs te zien.
Prostitutie was in de tweede helft van de negentiende eeuw een favoriet onderwerp in de beeldende kunst. Gretig verbeeldden kunstenaars de prostitutie als aspect van het moderne stadsleven in Parijs en schilderden tippelende vrouwen op de boulevards, rijke courtisanes in hun salon en de afgeleefde prostituees in het bordeel.
Het thema was ook actueel door de talrijke maatschappelijke discussies over de gevaren van prostitutie en de voor- en nadelen van regulering. De tentoonstelling laat volgens de samenstellers zien wat kunstenaars aantrok in het prikkelende, complexe en gevoelige onderwerp.
Danszalen en cafés
Lichte zeden bevat een groot aantal topstukken van kunstenaars als Manet, Degas, Toulouse-Lautrec, Picasso en Van Gogh (bruiklenen uit internationale musea en privécollecties), aangevuld met objecten zoals een negentiende-eeuws politieregister met foto’s van veroordeelde prostituees. De bezoeker van de tentoonstelling wordt meegevoerd van de danszalen en cafés waar vrouwen hun klanten oppikten tot de gesloten wereld van de bordelen en de gevangenis waar illegale prostituees en vrouwen met geslachtsziektes werden opgesloten.
La Païva
Courtisanes stonden bovenaan de ladder van de prostitutie. Zij waren de sterren van de haute prostitution en pronkten met hun maatschappelijk succes door zich te laten portretteren in schilderijen, beelden of foto’s, die ze wijd en zijd verspreidden. De bekendste was La Païva (1819-1884). Geboren als Hélène Lachmann in een arme Joodse familie in Moskou, trok zij naar Parijs en werkte zich daar op tot de meest succesvolle courtisane van de negentiende eeuw.
Beroemd waren de feesten en diners die zij voor de Parijse beau monde gaf en waar politici, adel en schrijvers als Gustave Flaubert en Emile Zola vaste gasten waren. Haar grandioze herenhuis aan de Champs-Élysées in Parijs, met z’n zilveren kranen (waaruit zowel water als champagne stroomde), is nog steeds te bezichtigen. Enkele meubels uit dit huis zijn in Lichte zeden te zien. De tentoonstelling bevat ook een negentiende-eeuws bed, gedecoreerd met een Venus en engeltjes, dat waarschijnlijk van een courtisane is geweest of afkomstig is uit een van de vele bordelen in Parijs.
‘Lichte Zeden’ is van 19 februari t/m 19 juni in het Van Gogh Museum te zien