De Russisch-Japanse Oorlog (1904-1905) is in het Westen, anders dan bijvoorbeeld de Koreaanse Oorlog of de Vietnamoorlog, niet de meest bekende oorlog die in Aziƫ uitgevochten werd. Eigenlijk is dat onterecht, want de Russisch-Japanse Oorlog heeft in meerdere opzichten een flinke impact gehad op de wereldgeschiedenis. Daarom geven we in dit korte historische artikel de kernpunten weer van de Russisch-Japanse Oorlog. Wat waren de oorzaken van dit conflict? Hoe verliep de strijd? En wat waren de belangrijkste gebeurtenissen en gevolgen van deze oorlog?
De Russisch-Japanse Oorlog begon op 8 februari 1904, toen de Japanners een verrassingsaanval uitvoerden op een Russische vloot die in de haven Lu Shun in China lag. Na ruim anderhalf jaar oorlog, waarbij Mantsjoerije en de Gele Zee het voornaamste gevechtsdecor vormden, eindigde de Russisch-Japanse Oorlog formeel toen beide landen op 5 september 1905 het Verdrag van Portsmouth ondertekenden. In die tijd waren er tussen de 130.000 en 180.000 doden en ongeveer 320.000 gewonden gevallen. De oorlog resulteerde in een grote Japanse overwinning.
Oorzaken van de Russisch-Japanse Oorlog: de strijd om invloed in het oosten
De belangrijkste oorzaak van de Russisch-Japanse Oorlog waren de territoriale aanspraken die beide landen maakten op Mantsjoerije (een gebied dat deels in Rusland en deels in China ligt) en het Keizerrijk Korea. De Russen wilden koste wat kost een ijsvrije haven in de regio, die toegang bood tot de Grote Oceaan. Ze hadden hiervoor Vladivostok, maar deze haven was drie maanden per jaar dichtgevroren en lag tevens aan de Japanse Zee. Hierdoor kon Japan de Russische vloot in de gaten houden en die sturen.
In 1891 gaf de Russische tsaar Alexander III zijn zoon – de latere tsaar Nicolaas II – opdracht om te beginnen met de aanleg van de Trans-Siberische Spoorlijn. Deze spoorlijn, die van Moskou naar Vladivostok (deze naam betekent letterlijk ‘beheers het oosten’) liep en 9289 kilometer lang was, kwam in 1900 in gebruik en liep deels door China. De Russen hadden hiervoor in 1896 een verdrag gesloten met China, zodat ze zonder problemen in Chinees Mantsjoerije konden komen. In maart 1898 kregen de Russen het verder voor elkaar om voor een periode van vijfentwintig jaar de stad LĆ¼shunkou met de haven Port Arthur – Liaotung-schiereiland – van China te pachten (middels een pachtverdrag), waardoor ze de ijsvrije haven van Port Arthur konden gebruiken om de Gele Zee op te komen.
De Japanners hadden problemen met deze Russische ‘Drang nach Osten’. Kort daarvoor hadden ze de Eerste Chinees-Japanse Oorlog (1894-1895), ook wel bekend als de Eerste Sino-Japanse Oorlog, gewonnen, uitgevochten op Koreaans grondgebied, en waren daarmee in bezit gekomen van het Liaotung-schiereiland, waarop de belangrijke haven van Port Arthur lag. Samen met Duitsland en Frankrijk oefende Rusland zware diplomatieke druk uit op de Japanse keizer om het schiereiland op te geven. Op 10 mei 1895 werd hiervoor het Verdrag van Shimonoseki gesloten: China betaalde Japan een geldbedrag, terwijl Japan het schiereiland met Port Arthur teruggaf aan China. Toen de Russen drie jaar later via een pachtcontract alsnog de controle kregen over Port Arthur, was dat uiteraard enorm tegen het zere been van Japan.
Diverse andere factoren en ontwikkelingen zorgden voor groeiende spanningen tussen Rusland en Japan. Zo was er in Japan sprake van een sterke modernisering. Tussen 1875 en 1902 vertwaalfvoudigde de Japanse buitenlandse handel. Korea en Mantsjoerije vormden steeds belangrijker (afzet)markten voor het land. Verder deden Rusland en Japan net als andere moderne landen in die tijd volop mee aan de wapenwedloop. Japan kocht massaal Britse oorlogschepen op en sloot in 1902 een bondgenootschap met Groot-Brittanniƫ. Bij een verdedigingsoorlog zouden beide landen elkaar helpen en steunen in betreffend conflict.
Oplopende spanningen omtrent invloedssferen in Mantsjoerije en Korea leidden tot oorlog
Rusland breidde in de jaren 1902 en 1903 zijn invloed in Mantsjoerije steeds verder uit, tot grote frustratie van Japan. Op 13 januari 1904 deed Japan een territoriaal voorstel aan Rusland om Mantsjoerije binnen de Russische invloedssfeer te laten vallen, in ruil voor Japanse invloed in Korea. De Russen reageerden niet op dit voorstel, waarna op 5 februari de Russische minister van Buitenlandse Zaken, Vladimir Lamsdorf, gesommeerd werd om Japan te verlaten.
Troepensterkte van beide kampen
Het Russische leger bestond op het moment dat de Russisch-Japanse Oorlog begon uit ongeveer 1,3 miljoen militairen. Als er gemobiliseerd werd kon het land van de tsaar dit aantal snel uitbreiden naar ongeveer 3,5 miljoen manschappen, kozakken en grenadiers. De Russische Pacifische Vloot bestond uit 25 torpedobootjagers, 7 kruisers, 7 slagschepen en 27 kleinere schepen. Deze vloot was relatief slecht bepantserd. Een interessant gegeven is verder dat alcoholisme een groot probleem vormde binnen de Russische marine. Met name wodka-gebruik was wijdverbreid.
De Japanse troepenmacht was met een paraat aantal militairen van circa 325.000 aanzienlijk kleiner. Wel waren veel van deze militairen ervaren, omdat ze tien jaar eerder in de Eerste Chinees-Japanse Oorlog hadden gevochten. Toen begin februari 1904 de oorlog met Rusland uitbrak, wist Japan de troepengrootte snel op te schalen tot ongeveer 450.000 man. De Japanse marine had de beschikking over 6 slagschepen, 10 kruisers, 40 fregatten en 40 kleinere schepen. Deze vloot was van Britse makelij en goed onderhouden.
Een tijdlijn met de belangrijkste gebeurtenissen
- 5 februari 1904 – Japan beĆ«indigt de diplomatieke betrekkingen met Rusland. Een dag later zet het land de Russische minister van Buitenlandse Zaken het land uit.
- 8 februari 1904 – Japanse verrassingsaanval op een Russische vloot in de haven Port Arthur in China, kort voor middernacht, met torpedoboten. Hiermee begint de Russisch-Japanse Oorlog. Meerdere Russische schepen worden uitgeschakeld. De Japanse aanvalsvloot weet zich snel terug te trekken. Voor het Russische moreel is deze aanval desastreus.
- 9 februari 1904 – Slag bij Chemulpo. De Japanners winnen deze zeeslag en zetten vervolgens landtroepen af die Korea intrekken.
- 30 april – 1 mei 1904 – Slag bij de Yalu-rivier in het huidige Noord-Korea, nabij de grens met Mantsjoerije. Dit is de eerste belangrijke slag uit de Russisch-Japanse Oorlog, die gewonnen wordt door Japan. De Japanners maken tijdens de gevechten onder meer gebruik van houwitsers van de Duitse producent Krupp.
- 24 mei – 26 mei 1904 – Slag bij Nanshan. De Japanners landen op 5 mei met een leger van zo’n 38.500 man op het schiereiland Liandong, op 90 kilometer van Port Arthur. Vanaf daar rukken ze op. Op 24 mei komt het tot een treffen bij in de heuvels van Nanshan, bij de stad Chinchou. De Japanners, onder leiding van generaal Oku Yasukatu, winnen deze slag. Het is in zeker zin wel een Pyrrusoverwinning: de Russen hebben 1400 doden en vermisten te betreuren en de Japanners bijna 6200 man.
- 1 augustus 1904-3 januari 1905 – Beleg van Port Arthur. Na een maandenlange belegering en diverse Japanse offensieven komen de Russen in en rond Port Arthur steeds meer in het nauw te zitten. Door een gebrek aan medicatie en voedsel ontstaan er in het Russische kamp onder meer tyfus, scheurbuik en dysenterie. Op 10 augustus 1904 proberen de Russen via de Gele Zee uit te breken, tijdens de Slag op de Gele Zee, wat echter mislukt. Op twaalf kilometer afstand bestoken de vijanden elkaar met zware mortiergranaten. Deze slag staat bekend als de eerste grote zeeslag tussen stalen slagschepen. In december 1904 krijgen de Japanners Port Arthur in handen. De Russen blijven zich fel verzetten, maar geven zich uiteindelijk op 3 januari 1905 over. Er vallen tijdens het beleg tienduizenden slachtoffers: Japan verliest ruim 57.000 manschappen, de Russen meer dan 31.000. Na deze Russische nederlaag groeit in Rusland de oppositie tegen de oorlog met Japan enorm.
- 22 januari 1905 – ‘Bloederige Zondag’: in Rusland breekt de Revolutie van 1905 uit, een voorloper van de Russische Revolutie van 1917 (die eveneens in belangrijke mate door een oorlog, de Eerste Wereldoorlog, ‘gevoed’ werd). Er vallen tienduizenden doden. De revolutionairen verliezen en de tsaar, Nicolaas II, blijft aan de macht.
- 20 februari – 10 maart 1905 – Slag bij Mukden. Deze veldslag vindt plaats bij Mukden, Mantsjoerije, tussen twee enorme legermachten. Het Russische leger bestaat uit 330.000 soldaten, onder leiding van generaal Aleksej Koeropatkin, en vecht tegen 270.000 Japanners onder veldmaarschalk prins Oyama Iwao. De Japanners winnen de slag en verdrijven de Russen uit Mantsjoerije.
- 27 en 28 mei 1905 – Slag in de Straat van Tsushima. De Russische vloot wordt in deze slag nagenoeg geheel vernietigd door de Japanse marine onder leiding van admiraal Togo Heihachiro. Deze slag geldt als de beslissende en bepalende slag in de Russisch-Japanse Oorlog. De Japanners verliezen 117 zeelieden, terwijl de Russen bijna 4400 doden en circa 5900 gewonden hebben.
- 5 september 1905 – Verdrag van Portsmouth. Dit verdrag komt tot stand op initiatief van de Amerikaanse president Theodore Roosevelt die aanbiedt om als mediator op te treden tussen de strijdende partijen. Hiervoor krijgt Roosevelt in 1905 de Nobelprijs voor de Vrede. De onderhandelingen vinden plaats in Portsmouth, New Hampshire, in de Verenigde Staten. Er worden enkele belangrijke afspraken gemaakt. Zo moeten Japan en Rusland zich allebei terugtrekken uit Mantsjoerije en de soevereiniteit over dit gebied gunnen aan China. Verder moet Rusland de Japanse invloedssfeer in Korea erkennen en komen het schiereiland Liaodung met Port Arthur, via pacht, in Japanse handen, naast enkele andere gebieden. Ten slotte krijgt de Japanse visserij het recht om voor de Russische kust van Rusland te vissen.
De belangrijkste gevolgen van de oorlog
De Russisch-Japanse Oorlog staat bekend als de eerste moderne oorlog waarin een Aziatisch land een Europese grootmacht wist te verslaan. De Japanse overwinning gaf in eigen land, maar ook in andere Aziatische landen, een flinke impuls aan het nationalisme en het verzet tegen het westerse imperialisme.
Omgekeerd veroorzaakte de Russische nederlaag in Europa angst voor Japan. De door de Russen verloren oorlog voedde het ondergangsdenken in het Westen. Niet voor niets waarschuwde de Duitse keizer Wilhelm II de Russische tsaar nog voor de oorlog voor ‘het gele gevaar’, zoals hij het etiket noemde dat op landen als Japan en China geplakt kon worden.
De Russische Revolutie van 1917 kan zeker ook als een (indirect) gevolg van de Russisch-Japanse Oorlog worden beschouwd. De Revolutie van 1905 vormde als het ware een soort van generale repetitie voor die van 1917.
Gevolgen waren er ook op militair gebied. Zo gebruikte men in deze oorlog op vrij grote schaal mitrailleurs ofwel machinegeweren, die een decennium later tijdens de Eerste Wereldoorlog een zeer verwoestende uitwerking op het slagveld hadden.
Bronnen ā¼
Boeken en artikelen
-Geoffrey Jukes, The Russo-Japanese War 1904ā1905 (Oxford: Osprey/Bloomsbury Publishing, 2014)
David Schimmelpenninck van der Oye, ‘ The Russo-Japanese War 1904 190) in: Gordon Martel (ed.), The Encyclopedia of War (Hoboken, NJ: Blackwell Publishing, 2011).
Internet
-https://www.britannica.com/event/Russo-Japanese-War
-https://isgeschiedenis.nl/longreads/de-russisch-japanse-oorlog-1904-1905
-https://www.historischnieuwsblad.nl/nl/nieuws/3243/weinig-aandacht-voor-100-jaar-russisch-japanse-oorlog.html
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Russisch-Japanse_Oorlog
-https://www.macalester.edu/russian/about/resources/miscellany/vodka/