Onze taal wemelt van zegswijzen en uitdrukkingen die ontleend zijn aan literaire werken en andere boeken. Behalve de Bijbel, hebben ook veel literaire werken uit de klassieke oudheid sporen in onze taal nagelaten. Verder gaan diverse uitdrukkingen en zegswijzen terug op oude volksverhalen, legenden en fabels. Tenslotte zijn in een aantal zegswijzen, passages of zelfs titels van meer recente literatuur tot leven gekomen. Vaak zijn deze uitdrukkingen inmiddels zo in onze taal ingeburgerd dat wij ons niet meer bewust zijn dat dit toespelingen op literaire werken of andere boeken zijn.
De komende weken behandelt Historiek de achtergrondverhalen van zegswijzen en gevleugelde woorden die aan boeken en literaire werken zijn ontleend. Dat gebeurt aan de hand van historische perioden. We beginnen met de Oudheid (tot 500 na Chr.)
Het is hier de ark van Noach
Betekenis: Het gaat hier om een groot gemengd gezelschap.
Verklaring: Deze uitdrukking is ontleend aan het boek Genesis van de Bijbel. Het boek begint met de schepping van de wereld en de mensen Adam en Eva, die wegens hun overtreding van Gods gebod uit het paradijs verdreven worden. Vervolgens verhaalt Genesis van de groeiende boosheid op aarde, die met de zondvloed gestraft wordt, waardoor alle mensen omkomen behalve Noach en zijn gezin. Noach overleeft doordat hij van God opdracht krijgt een ark te bouwen en daarin alleen van het reine vee zeven paren mee te nemen en van het vee dat niet rein is één paar, en ook van het gevogelte zeven paren (Genesis 7:1-3.)
Het paard van Troje binnenhalen
Betekenis: Iets doen waardoor men argeloos zijn eigen ondergang of ongeluk bewerkstelligt.
Verklaring: De aanleiding tot dit spreekwoord is het verhaal van de inname van Troje door middel van het Trojaanse paard. Na een negenjarige vruchteloze belegering bedachten de Grieken een list om zich meester te maken van de stad. Zij maakten een groot houten paard en verborgen soldaten in de buik van dit paard. Zij trokken zich vervolgens terug en lieten het paard achter. Zij hielden zich echter met hun vloot verborgen achter het eiland Tenedos. De Trojanen meenden verheugd een Grieks heiligdom te veroveren, braken een gedeelte van de stadsmuur af en trokken de buit zegevierend de stad in. ’s Nachts kwamen de Griekse soldaten echter in alle stilte uit het paard tevoorschijn, openden de poort en lieten de andere soldaten binnen, die daarop een verschrikkelijk bloedbad aanrichtten.
De belegering van Troje is uitgebreid beschreven in de “Ilias” van Homerus, een epos uit de 8e eeuw v.Chr. waarin de Griekse dichter de lotgevallen van Troje uiteenzet.
Zijn leven hing aan een zijden draadje
Betekenis: Het minste dat erbij kwam zou hem het leven hebben gekost.
Verklaring: Deze zegswijze is spreekwoordelijk geworden door een verhaal in “Tusculanae disputationes” van Marcus Tullius Cicero. Daarin bewijst de tiran Dionysius de Oudere (405-376 v.Chr.) zoveel eer aan zijn gunsteling Damocles, dat deze naast hem aan het feestmaal mocht zitten. Damocles was blij met deze onderscheiding maar toen hij omhoog keek, zag hij dat boven hem een scherp zwaard aan een zijden draadje was opgehangen. “Het zwaard van Damocles” is nog altijd het zinnebeeld van groot gevaar dat iemand voortdurend bedreigt als hij in grote voorspoed verkeert. “Tusculanae disputationes” is in 45 v.Chr. als filosofisch werk geschreven door de Romeinse schrijver en redenaar Cicero (106-43 v.Chr).