Voltaire – Biografie van een radicale Verlichtingsfilosoof

7 minuten leestijd
Voltaire (1694-1778)- Radicale Verlichtingsfilosoof
Voltaire (1694-1778)- Radicale Verlichtingsfilosoof

Voltaire was het pseudoniem van François-Marie Arouet (1694-1778), een van de grootste schrijvers en filosofen uit de geschiedenis van Frankrijk. Voltaires gedachtegoed kenmerkte zich door een vooruitstrevend humanisme, rationalisme en felle kritiek op onrecht en de kerk.

Voltaire
Voltaire
Voltaire wees alle vooroordelen, bovennatuurlijke en dogmatische verklaringen af, kwam op voor de mensenrechten en legde het accent op de rede. Ook onderscheidde Voltaire, die regelmatig de gevestigde orde uitdaagde, zich door zijn ambivalente gedachtegoed. Hij was een felle godsdienstcriticus, maar liet zich ook kennen als deïst: iemand die gelooft dat God de transcendentale oorsprong van de natuurwetten is maar daarna zijn goddelijke handen van de wereld aftrekt.

Voltaires denken was voor zijn tijd zeer progressief en had grote invloed op de filosofie in Europa. Voltaire heeft het gedachtegoed over veel belangrijke kwesties veranderd. De Duitse filosoof Goethe stelde dat Voltaire de aanjager was van de Franse Revolutie, omdat hij de oude banden van de mensheid had losgeweekt.

Samen met filosofen als Jean-Jacques Rousseau, Denis Diderot, Charles Montesquieu, René Descartes, John Locke en Adam Smith behoort Voltaire tot de bekendste en invloedrijkste filosofen van de Verlichting. De hoeveelheid werken die hij publiceerde – romans, toneelstukken, gedichten, filosofische verhandelingen en essays – was met 700 aanzienlijk.

Voltaires Lettres sur les Anglois - cc
Voltaires Lettres sur les Anglois – cc

Tot Voltaires bekendste werken behoren Oedipe (1718), Lettres philosophiques (Filosofische brieven) (1734), Essai sur les mœurs et l’esprit des nations (Essay over de gewoonten en geest van naties) (1756), Candide ou l’Optimisme (Candide of het optimisme) (1759), Traité sur la tolérance (Verhandeling over de tolerantie) (1763) en Dictionnaire philosophique (Filosofisch woordenboek) (1765).

Jeugd van Voltaire

François-Marie Arouet werd geboren op 21 november 1694 in Parijs. Zijn vader was notaris. Over zijn moeder, die overleed toen François-Marie nog maar zeven was, weten we weinig tot niets. In zijn jeugd kreeg Arouet onderwijs op de hoog aangeschreven jezuïetenschool Lycée Louis-le-Grand – Lyceum ‘Lodewijk de Grote’, vernoemd naar koning Lodewijk XIV (1638-1715) – in Parijs, dat nog steeds bestaat en een van de meest veeleisende scholen in Frankrijk is. Op deze school raakte Voltaire geïnteresseerd in literatuur (hij begon humoristische gedichten en epigrammen te schrijven), theater en ‘socializen’ in aristocratische kringen. Hij werd steeds sceptischer tegenover het religieuze onderwijs dat hij op deze school kreeg en tegenover de religieuze vervolgingen in Frankrijk.

Achttiende-eeuwse tekening van de Bastille
Achttiende-eeuwse tekening van de Bastille
Na deze opleiding kon Arouet rechten studeren, maar in 1713 kreeg hij de kans als secretaris van de Franse ambassadeur naar Den Haag in de Nederlanden te gaan, waar hij tot 1716 werkte. Voltaire kwam in deze tijd in opspraak vanwege een affaire met een jong meisje. In 1716 publiceerde hij een satire waarin hij de regent Philippe van Orléans (1674-1723) – de oomzegger van Lodewijk XIV en de regent van de minderjarige Lodewijk XV – op grove wijze en zonder bewijs betichtte van incest met zijn dochter, de hertogin van Berry. De autoriteiten verbanden Voltaire uit Parijs en sloten hem bijna een jaar lang op in de Bastille.

In de Bastille schreef Voltaire het theaterstuk Oedipe (1718), dat kritiek leverde op de kerk maar toch gedoogd werd vanwege de vorm als klassiek drama. Hierna begon Arouet het pseudoniem Voltaire te gebruiken. Dit was een anagram van de hoofdletters uit de naam ‘AROUET Le Jeune’ (waarbij hij geen verschil maakte tussen de ‘u’ en de ‘v’ en de ‘i’ en de ‘j’).

Émilie du Châtelet
Émilie du Châtelet
Van 1726 tot 1729 verbleef Voltaire in Engeland. Volgens hemzelf waren deze jaren een van de belangrijkste episodes in zijn leven. Hij verdiepte zich hier in het gedachtegoed van de Britse filosoof John Locke en de ideeën van de wis- en natuurkundige Sir Isaac Newton. Hij bestudeerde de constitutionele monarchie van Engeland en de relatieve religieuze tolerantie in dat land.

Voltaires geliefde was de natuurkundige Émilie du Châtelet (1706-1749), die onder meer Isaac Newtons Principia Mathematica (1687) in het Frans vertaalde. Over deze liefdesrelatie publiceerde de Amerikaanse populair-wetenschappelijke schrijver David Bodanis in 2006 Emilie & Voltaire. Een liefdesgeschiedenis in de Verlichting.

Kern van Voltaires gedachtegoed: Candide

Onder invloed van het rationalisme en de Verlichting ontpopte Voltaire zich tot een felle godsdienstcriticus. Wat die felheid betreft is hij vergelijkbaar met Friedrich Nietzsche, hoewel Nietzsche – anders dan Voltaire – een anti-humanist en nihilist was. En, ook daarin verschilden beide filosofen, tegelijk liet Voltaire zich kennen als deïst: iemand die gelooft dat God de transcendentale oorsprong van de natuurwetten is, maar daarna zijn handen aftrok van de wereld. God was in de visie, die tijdens de Verlichting populair was, een horlogemaker die de wereld in gang had gezet en zich daarna niet meer met de aarde bemoeide. Wellicht, biografen en historici verschillen hierover van mening, stelde Voltaire dit zo nu en dan om zich in te dekken als ‘gelovige’. De autoriteiten zaten namelijk geregeld achter Voltaire aan, wat leidde tot een verbanning uit Parijs (1716), een vlucht naar Engeland (1726) en een escape naar Genève in 1755.

De kern van Voltaires gedachtegoed komt wellicht het duidelijkst naar voren in diens beroemde werk Candide ou l’Optimsime. Naast de door onder meer Diderot, Voltaire en Montesquieu verzorgde Encyclopédie geldt Candide als een van de hoofdwerken uit de Franse Verlichting. In dit werk nam Voltaire de optimistische Verlichtingsfilosofie van zijn Duitse collega-filosoof Gottfried Wilhelm Leibniz (1646-1716) op de hak. Maar ook de kerk, uitspattingen van naties, wreedheden van personen, denkbeelden en instanties.

Candide ontmoet een Surinaamse slaaf
Candide ontmoet een Surinaamse slaaf
Hij valt de sociale omstandigheden van zijn tijd aan, die zichtbaar werden in het kolonialisme, militarisme, de slavernij, religie, hebzucht en in allerlei irrationele denkbeelden. Candide wilde, dat was de pointe van dit boek, de lezer doen uitkomen bij de conclusie dat het individu niet de standaard instanties of denkbeelden van kerk en overheid moet navolgen, maar zijn/haar eigen gezonde verstand moet gebruiken. Voltaire kiest daarbij om woordvoerder te zijn van de partij van de mensheid, tegen het ancien régime met haar misdadige verbond van aristocratie en kerk tegen de grote massa arme mensen.

De pragmatische les van Candide was dat wij mensen ‘ons eigen tuintje moeten cultiveren’. Voltaire maakt dit duidelijker in zijn latere werk Le philosophe ignorant (De onwetende filosoof) uit 1766. Deze cultivering moest komen van de eindeloze humanistische strijd om de onwetendheid uit te roeien, met steeds een ironische glimlach op het gezicht.

Candide is vanwege de aanval op de gevestigde orde in verscheidene landen op de zwarte lijst van boeken gezet. Onder meer in 1929 in de Verenigde Staten – de douane vond het boek te obsceen – , in 1935 in de Sovjet-Unie en in 1953 door Nederlandse rooms-katholieke instanties die Candide strijdig vonden met de goede katholieke moraal.

Vroeg postmodernisme

Interessant en verrassend actueel is Voltaires metafysische denken, de wijsgerige leer die het wezen van de werkelijkheid onderzoekt en probeert te duiden. Metafysica kan, aldus Voltaire, in een kort zinnetje samengevat worden:

“Het is niet duidelijk.”

In Voltaires Filosofische woordenboek uit 1765 poneert Voltaire de stelling dat alle metafysische debatten bestempeld kunnen worden met de oude Romeinse rechterlijke uitspraak ‘non liquet’, oftewel: ‘Het is niet duidelijk’. Daarbij kwam nog dat Voltaire een hekel had aan gesloten en alomvattende systemen, zoals het christendom, omdat deze systemen mensen een dogmatische absolutisme oplegden. Wie de werkelijkheid tegemoet treedt en de waarheid wil ontdekken, moet volledig vrij zijn en onbelemmerd kunnen redeneren.

Zoals het postmodernisme van mening is, stelde Voltaire dat ‘dé waarheid’ vermoedelijk altijd onvolledig is. ‘Dé waarheid’ is altijd slechts voorlopig en daarnaast ook veranderlijk, aldus Voltaire.

Laatste levensjaren en overlijden

Beeld van Voltaire in het Pantheon
Beeld van Voltaire in het Pantheon
Kort voor zijn dood woonde Voltaire in Parijs nog de uitvoering bij van zijn eigen toneelstuk Irène (1778) bij in het Franse staatstheater Comédie-Française. Na het slotakkoord van dit toneelstuk volgde een staande ovatie voor de Franse filosoof. Ook had Voltaire in Parijs nog een ontmoeting met het Amerikaanse multitalent Benjamin Franklin, die hem ondersteunde en binnenleidde in een loge van de vrijmetselaars.

Voltaire overleed op 30 mei 1778; hij ging de geschiedenisboeken in met een paar opmerkelijke laatste woorden. Volgens de overlevering werd de Franse filosoof kort voor zijn dood bezocht door een priester. Toen die hem vroeg de duivel af te zweren, schijnt hij gezegd te hebben:

“Dit is niet het moment om vijanden te maken!”

Vanwege zijn scherpe kritiek op de kerk besloten de autoriteiten dat Voltaire niet in kerkelijke grond begraven mocht worden. Volgens de bisschop van Parijs konden zijn restanten maar beter op een mesthoop gegooid worden. Voltaire werd ter aarde besteld in de buurt van een abdij in de Champagne. In 1791 liet het revolutionaire bewind dat na de Franse Revolutie aan de macht was gekomen, zijn overblijfselen met een waardige ceremonie overbrengen naar het Pantheon in Parijs.

Meteen na de dood van Voltaire kocht de Russische tsarina Catharina de Grote – naast de boekencollectie van de filosoof Diderot – de enorme bibliotheek van Voltaire op. De collectie bestond uit 22.000 brieven en 6.000 boeken. Deze verzameling is momenteel nog steeds te vinden in de Russische Nationale Bibliotheek in Sint-Petersburg.

Beroemde citaten van Voltaire

Onze priesters zijn niet wat het dwaze volk denkt. Op onze goedgelovigheid berust hun hele wetenschap. – Uit: Oedipe (1718)

Écrasez l’infâme: ‘Verpletter wat eerloos is’ . – Dit was Voltaires favoriete motto, waarmee hij al zijn brieven beëindigde.

“Zodra het mooie, het verhevene, algemeen goed wordt, schijnt het niet meer mooi en verheven.” – Uit: Essai sur les mœurs et l’esprit des nations (1756).

De enige visie van het christendom, is eenvoud, naastenliefde, nederigheid. Wie probeert haar metafysisch te behandelen, zou er slechts een bron van eindeloze vergissingen van kunnen maken. – Voltaire in reactie op de filosoof Blaise Pascal.

Met spijt spreek ik over de Joden: dit volk is, in menig opzicht, het verwerpelijkste dat ooit de aarde heeft bevuild. – Uit: Dictionnaire philosophique (1765).

Het aardse paradijs is waar ik ben. – Slotregel van zijn gedicht Le Mondain (1736).

Il faut cultiver notre jardin: ‘We moeten onze tuin cultiveren’ . – Slotregel van de vertelling Candide (1759).

Wanneer het om geld gaat, belijdt iedereen dezelfde godsdienst.

Wie zich aanhoudend met historische studies bezighoudt, is niet meer bekwaam om met ware vreugde het leven aan te zien.

Boekentip: 25 eeuwen westerse filosofie – Jan Bor

Bronnen

Boeken
-Roger Pearson, Voltaire Almighty: A Life in Pursuit of Freedom (2005).

Internet
-http://www.humanistischecanon.nl/verlichting/voltaire
-https://www.britannica.com/biography/Voltaire. zie ook (oudere biogrfie) dit wat oudere stuk over Voltaire in de Encyclopedia Britannica.
-http://mens-en-samenleving.infonu.nl/filosofie/59857-voltaire-het-centrum-van-de-verlichting.html
-http://recensies.infonu.nl/kunst-en-cultuur/59546-candide-of-het-optimisme-voltaire.html

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×