De CPN en de Korea-oorlog (1950-1953)

Deel 14 van de serie ‘CPN in de Koude Oorlog’
8 minuten leestijd
Amerikaanse mariniers in de aanval bij Inchon, Korea, september 1950. CC0 - Bron: Naval Historical Center, Naval History and Heritage Command, photo NH-96876 .
Amerikaanse mariniers in de aanval bij Inchon, Korea, september 1950. CC0 - Bron: Naval Historical Center, Naval History and Heritage Command, photo NH-96876 .

Eind juni 1950 vielen Noord-Koreaanse troepen Zuid-Korea binnen. Dit betekende een nieuwe fase in de Koude Oorlog; die werd toen in Oost-Azië een echte, een ‘warme’, oorlog.

Kaart van Korea - Bron: Wikipedia Commons, 2009. CC0
Kaart van Korea – Bron: Wikipedia Commons, 2009. CC0
De Koude Oorlog was een periode van gewapende vrede (in Europa) en soms oorlog (buiten Europa) tussen circa 1945 en 1991. Twee blokken stonden tegenover elkaar. Het westerse, kapitalistische en democratisch geregeerde blok, geleid door de Verenigde Staten, aan de ene kant. En het communistische en dictatoriaal geregeerde Oostblok, geleid door de Sovjet-Unie, aan de andere kant. Dit artikel gaat in op de vraag wat er gebeurde in Korea en hoe daarop werd gereageerd, in Nederland en daarbuiten. En hoe reageerde de Communistische Partij van Nederland (CPN)?

Korea

Korea was een Japanse kolonie (sinds 1910) die aan het eind van de Tweede Wereldoorlog werd bezet door strijdkrachten van de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Het noordelijke deel van Korea (ten noorden van de 38e breedtegraad) werd geregeerd door communisten onder leiding van Kim Il-sung, het zuiden door nationalisten onder Syngman Rhee. Beide leiders hadden plannen om Korea weer te verenigen, maar Rhee kreeg geen steun van de Amerikanen en Kim niet van de Russen. Tot januari 1950. Toen raakte de leider van de Sovjet-Unie, Josef Stalin, ervan overtuigd dat een ’tweede front’ in Oost-Azië (het eerste front was dat in Europa) haalbaar zou zijn. De Amerikanen hadden niet ingegrepen toen de communisten in 1949 de macht op het Chinese vasteland overnamen en in januari 1950 had de minister van Buitenlandse Zaken van de VS gezegd dat Zuid-Korea buiten de Amerikaanse ‘verdedigingslinie’ lag.

Door de Noord-Koreanen de vrije hand te geven en zelf buiten de strijd te blijven dacht Stalin, dat de Amerikanen niet zouden ingrijpen. Van zijn kant verzekerde Kim aan Stalin dat de strijd binnen enkele dagen voorbij zou zijn. Kim kreeg daarop van Stalin het groene licht om de oorlog te beginnen.

Harry Truman
Harry Truman
Op 25 juni 1950 vielen Noord-Koreaanse troepen Zuid-Korea binnen. Aanvankelijk hadden de aanvallers veel succes. Ze slaagden erin de Zuid-Koreaanse troepen terug te dringen tot het zuidoosten van het land. Maar Stalin had zich volledig verkeken op de reactie van de Amerikanen. Die kwamen Zuid-Korea meteen te hulp. De Amerikaanse president Harry S. Truman veroordeelde de inval scherp en stuurde troepen vanuit Japan naar Zuid-Korea. Verder schakelden de Amerikanen de Verenigde Naties (VN) in. De Veiligheidsraad van de VN veroordeelde de Noord-Koreaanse inval en stuurde een internationale strijdmacht naar Korea, waarvan ook Nederlandse troepen deel uit zouden maken.

Aanvankelijk verliep de strijd moeizaam voor de internationale strijdmacht, maar half september 1950 keerden de krijgskansen. Door de Amerikanen geleide troepen voerden toen een amfibielanding uit in de rug van de Noord-Koreaanse troepen, die volledig werden verrast. De Noord-Koreanen werden daarop uit Zuid-Korea verdreven. De internationale strijdmacht zette het offensief voort en leek heel Noord-Korea te gaan veroveren. Toen keerden de krijgskansen nog een keer. Begin november kwamen Chinese troepen Noord-Korea te hulp. De internationale strijdmacht werd teruggeslagen en slaagde met moeite erin een frontlijn rond de 38e breedtegraad te houden. De strijd golfde nog zo’n twee jaar heen en weer. Uiteindelijk werd eind juli 1953 een wapenstilstand gesloten tussen Noord- en Zuid-Korea. Die is nog steeds van kracht; er is nooit vrede gesloten.

Reactie CPN

De Sovjet-Unie probeerde haar eigen rol bij het conflict te verbloemen en noemde ‘het Amerikaanse imperialisme’ de aanstichter van de oorlog in Korea. De CPN volgde dit voorbeeld trouw en verkondigde dit verhaal in haar dagblad De Waarheid en op vele bijeenkomsten in het land.

In de berichtgeving van de CPN in 1950 over het Koreaanse conflict zien we twee thema’s steeds terugkomen. Het eerste thema was: de Zuid-Koreanen, gesteund door de Amerikanen, zijn de agressors. In De Waarheid van 26 juni 1950 stond dat de Zuid-Koreanen, gesteund door de Amerikanen, de aanval op Noord-Korea hadden geopend:

‘De Zuid-Koreaanse marionettenregering van Synghman Rhee heeft na een zorgvuldige voorbereiding door de Amerikaanse generale staf […] aan de demarcatielijn van Noord-Korea een grootscheepse provocatie georganiseerd’.

De volgende dag, 27 juni, berichtte de krant over een bijeenkomst van het dagelijks bestuur van de CPN. Dat had ‘met grote verontrusting kennis genomen van de misdadige Amerikaanse provocatie in Korea’. De CPN deed een oproep aan ‘[a]lle Nederlandse vredelievende krachten’. Die zouden in actie moeten komen ‘om de acute dreiging van een atoom-oorlog met de verschrikkelijkste gevolgen voor ons land, samen met alle andere vredelievende volkeren, af te wenden’. Enkele dagen later, op 29 juni, klopte de krant zich op de borst. Behalve De Waarheid, schreef ze, was…

‘…er geen krant in Nederland die de moed heeft gehad, het rechtstreekse en openlijke Amerikaanse ingrijpen in de Koreaanse oorlog af te keuren en te veroordelen. Neen, de gehele pers is in een oorlogsrazernij zonder weerga vervallen’.

De krant riep ‘alle vredesvrienden’ op die boodschap uit te dragen en ‘het net van leugens en verdraaiingen [te] verscheuren’.

En het tweede thema was: Nederland moet buiten het Koreaanse conflict blijven. In De Waarheid van 27 juni 1950 verklaarde het dagelijks bestuur van de CPN dat Nederland niet bij het conflict in Korea betrokken zou moeten raken. Twee dagen later schreef de krant: ‘Protesteert bij [minister-president] Drees over de voorgenomen inmenging in het Koreaanse conflict’. In een CPN-brochure van eind augustus 1950 met de titel ‘Handen af van Korea’ stond dat de Nederlandse arbeiders solidair moesten zijn met het strijdende Noord-Koreaanse volk en zich zouden moeten keren tegen de politiek van de regering-Drees, die ‘op Amerikaans bevel’ een oorlogsschip naar Korea stuurde.

Reactie Nederlandse regering

Cartoon in de krant De Waarheid naar aanleiding van de Korea-oorlog, 01-07-1950 (Delpher)
Cartoon in de krant De Waarheid naar aanleiding van de Korea-oorlog, 01-07-1950 (Delpher)
De Nederlandse regering gaf enkele dagen na de inval, op 29 juni 1950, een verklaring uit, waarin zij stelde bezorgd te zijn over ‘de aanranding van de vrede’ in Korea. Zij was ingenomen met de resoluties van de Verenigde Naties. Tot slot schreef ze Zuid-Korea te willen steunen ‘met het doel aan de gewapende aanval door de strijdkrachten van Noord-Korea het hoofd te bieden en bij te dragen tot het herstel van vrede en veiligheid in het betrokken gebied’.

Debat in Tweede Kamer

Over deze regeringsverklaring ging het Tweede Kamerdebat van 30 juni. De CPN ging er als enige partij in de Kamer vanuit dat de Sovjet-Unie geen blaam trof, maar dat de VS en Zuid-Korea de agressors waren. Volgens CPN-voorman Paul de Groot was de angst voor de agressieve bedoelingen van het communisme was niet terecht:

‘Het communisme wil […] geen oorlog. Het communisme is er om het volk gelukkig te maken en niet om het door een oorlog te vernietigen’.

Hij vroeg daarom de regering om af te zien van deelname aan de VN-strijdmacht voor Korea. Een door de CPN ingediende motie terzake werd echter alleen door die partij gesteund; alle andere partijen stemden tegen of onthielden zich van stemming (63 stemmen tegen; 6 stemmen vóór). Minister-president Willem Drees was tevreden over de brede steun in de Kamer voor het regeringsbeleid.

De Waarheid schreef op 1 juli over het Kamerdebat van de dag daarvoor dat ‘een lichtzinnige Tweede Kamer gisterenmiddag […] een communistische motie [verwierp], waarin afzijdigheid in het Koreaanse conflict werd aanbevolen en de regering werd ontraden om oorlogsschepen te sturen’. De rede, die Paul de Groot in de Kamer hield, werd integraal in de krant afgedrukt onder de kop:

‘Interventie betekent OORLOG!’

Paul de Groot in partijkrant De Waarheid, 01-07-1950 (Delpher)
Paul de Groot in partijkrant De Waarheid, 01-07-1950 (Delpher)

Debat in Eerste Kamer

Het conflict in Korea kwam ook in de Eerste Kamer aan de orde (op 18 juli) en was voor een belangrijk deel een herhaling van zetten. Ook in deze Kamer diende de CPN een motie in met als doel Nederland buiten het conflict te houden. En ook deze keer werd de motie met alleen de CPN-stemmen vóór verworpen (32 tegen; 2 voor).

Minister-president Drees verwoordde daar helder het standpunt van de Nederlandse regering: ‘Het is zonneklaar, dat Noord-Korea een zeer zorgvuldig voorbereide aanval is begonnen’. Volgens Drees onderzochten de communistische landen steeds weer…

‘…waar men zonder te groot gevaar […] een afbrokkeling van de niet communistische landen kan doen plaats hebben. […] Dit is nu weer geprobeerd in Korea.’

Als dat gebeurde ‘dan dienen de Verenigde Naties […] tot het uiterste de agressie te weerstaan, die heeft plaats gehad. Het is dan de plicht en het belang van Nederland om de bescheiden bijdrage te leveren, waartoe is besloten.’ Nederland stuurde daarop marineschepen en soldaten (vrijwilligers) naar Korea.

De Hr.Ms. Van Galen in het Verre Oosten, circa 1951 - Bron: U.S. Navy All Hands magazine, August 1951 , 2. CC0
De Hr.Ms. Van Galen in het Verre Oosten, circa 1951 – Bron: U.S. Navy All Hands magazine, August 1951 , 2. CC0

Wapenstilstand – 1953

Na ruim drie jaar oorlog werd op 27 juli 1953 na langdurige en moeizame onderhandelingen een wapenstilstand van kracht. De bestandslijn was ter hoogte van de 38e breedtegraad. Die dag schreef De Waarheid: ‘Vanmiddag om 2 uur zwijgen de kanonnen voor het eerst, sinds op 25 Juni 1950 de troepen van Syngman Rhee de grenzen naar het Noorden overschreden’.

In de berichtgeving in De Waarheid over de wapenstilstand van 1953 komen twee thema’s terug. Het eerste thema was: de Amerikaanse agressie heeft gefaald. In De Waarheid van 27 juli 1953 stond een kroniek van drie jaar oorlog: ‘De geschiedenis van een Amerikaanse nederlaag’. Enkele dagen later, op 29 juli 1953, schreef de krant:

‘Na drie jaar staan de agressors, en met hen de regering-Drees, voor het volslagen falen van hun agressie’.

En het tweede thema was: de kosten van de oorlog zijn voor rekening van arbeiders en kleine ondernemers. Op 29 juli 1953 schreef De Waarheid:

‘De verhoging van de oorlogsuitgaven van Maart 1951 is nog steeds van kracht. Nog steeds wordt ons volk jaarlijks beroofd van 650 millioen gulden, vanwege… de oorlog in Korea. Zo goed als de oorlog tot staan is gebracht, moet nu deze wanstaltige bewapeningsuitgave ongedaan worden gemaakt’.

Het vrijgekomen geld zou gebruikt moeten worden voor ‘belastingverlaging voor arbeiders, middenstand en kleine ondernemers’.

Tot slot

De oorlog in Korea had een grote impact op het Westen. Velen trokken de conclusie dat de inval in Zuid-Korea een voorbode was van Russische agressie in Europa; West-Duitsland zou het volgende slachtoffer zijn. Vandaar dat de Amerikanen en West-Europeanen besloten weerstand te bieden, ondanks het feit dat Zuid-Korea strategisch van relatief weinig belang was. Stalin had deze reactie totaal niet verwacht. Hij probeerde zich eruit te redden door de Noord-Koreaanse agressie en zijn eigen rol daarbij te ontkennen: ‘nepnieuws’ anno 1950. De CPN, die trouw alle oekazen uit Moskou opvolgde, deed dat ook nu weer. De Nederlandse communisten bleven volhouden dat de Zuid-Koreanen, gesteund door de Amerikanen, de agressors waren. Ze stonden daarin – zoals gebruikelijk – alleen in de Nederlandse politiek en samenleving.

~ Jan de Vetten

Dit artikel maakt onderdeel uit van de serie De CPN in de Koude Oorlog

Ook interessant: CPN (Communistische Partij van Nederland)
…of: De Koude Oorlog – Samenvatting & Tijdlijn
…of: Koreaanse Oorlog (1950-1953)
Boek: De Koreaanse Oorlog

Bronnen

Boeken, artikelen:
– Judt, Tony, Postwar. A history of Europe since 1945 (Londen 2006).
– Maas, P.F., en J.M.M.J. Clerx (eds.), Het Kabinet Drees-Van Schayk (1948-1951), Band C (Nijmegen 1996).
– Westad, Odd Arne, The Cold War. A World History (New York 2017).

Archieven:
– Handelingen Eerste en Tweede Kamer: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/uitgebreidzoeken/parlementair.
– Stichting Argus, Rapporten BVD: http://www.stichtingargus.nl/bvd/.

Kranten:
– Dagblad De Waarheid: http://www.delpher.nl.

Jan de Vetten is historicus, afgestudeerd in Leiden in 1981. In 2016 promoveerde hij in Leiden op zijn proefschrift: In de ban van goed en fout. De bestrijding van de Centrumpartij en de Centrumdemocraten (1980-1998). Het boek is uitgegeven bij Prometheus, Amsterdam. Momenteel doet hij onderzoek naar de omgang met en bestrijding van links- en rechts-radicale partijen.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×