De zin van het Duitse verzet tegen Hitler

‘De aanslag moet er komen, koste wat koste’
6 minuten leestijd
Walhalla in Beieren
Walhalla in Beieren (CC BY-SA 4.0 - SimonWaldherr - wiki)

Wie de kans krijgt om in Beieren ‘Walhalla’ te bezoeken (‘Tempel Deutscher Ehren’) zal zijn ogen uitkijken. Niet alleen vanwege het grootse uitzicht vanaf de marmeren trappen over het Donaudal, maar ook vanwege het gebouw en de tentoonstelling zelf. In deze omgeving verwacht je geen neoclassicistisch tempel naar het model van de Parthenon. Vlakbij ligt Regensburg dat met zijn gave binnenstad en oude bruggen de oorlog ongeschonden doorkwam, dankzij laat verzet van een kleine groep burgers. In het gebouw representeert een verzameling van een kleine 200 plaquettes en bustes een vroeg negentiende-eeuwse visie op de Duitse geschiedenis.

Onder die bustes van kunstenaars, militairen en wetenschappers bevinden zich ook allerlei Nederlanders. De adviseurs van koning Ludwig I van Beieren, die dit bouwwerk tussen 1840-41 liet bouwen, lijfden voor dit Pantheon bijvoorbeeld Erasmus, Willem van Oranje en Hugo de Groot in. Het waren jaren waarin Rudolf Thorbecke zijn best deed de Duitsers ervan te overtuigen dat Nederland echt nog wel levensvatbaar was en niet paste in de Groot Duitse dromen.1

Buste van Sophie Scholl in het Walhalla bij Regensburg
Buste van Sophie Scholl in het Walhalla bij Regensburg (CC BY-SA 4.0 – Figurator – wiki)
Nog opvallender is echter de buste waarmee deze protserige toonzaal afsluit: een eenvoudig beeld van Sophie Scholl. Deze filosofiestudente uit München werd op haar eenentwintigste onthoofd door de nazi’s, nadat ze met haar broer Hans op 23 februari 1943 in München was opgepakt wegens het verspreiden van anti-nazistische pamfletten. Haar beeld op deze plek toont hoezeer het Duitse verzet deel is gaan uitmaken van de canon van de Duitse geschiedenis en sterker nog, fundament is geworden van de Duitse geschiedenis.

Dit voorjaar verscheen bij uitgever Vrijdag het boek van de Vlaamse auteur Dirk Rochtus over het Duitse verzet tegen Hitler, Naar de hel met Hitler – verzet in het derde Rijk. Deze hoofddocent van de katholieke universiteit Leuven/Campus Antwerpen, jaargang 1961, wil deze geschiedenis ‘nuchter en objectief’ analyseren en is daar goed in geslaagd. Rochtus beperkt zich tot diegenen die in woord en daad het nationaalsocialisme bestreden en daarbij enorme risico’s namen. Dat verzet kwam van communisten en sociaal-democraten, van dominees als Karl Barth, Martin Niemöller en Dietrich Bonhoeffer en de Munsterse bisschop Clemens August Graf Van Galen en van conservatieve politici als Carl Friedrich Goerdeler en Johannes Popitz en hoge officieren als Claus Schenk Graf von Stauffenberg, Hans Paul Oster en Ludwig Beck. Het boek gaat over “moedige en soms ook overmoedige mensen”, aldus de Vlaamse schrijver, die ook veel vrouwen en jongeren noemt.

Te slap

Dat verzet was er natuurlijk vanaf het begin. De eerste gevangenen in de concentratiekampen en de eerste slachtoffers waren… Duitsers. Het verzet in 1933 was door de bank genomen slap en voorzichtig. Zo weigerden communisten (KPD) en sociaal-democraten (SPD) om nu eens voor één keer samen te werken. De algemene staking waartoe de KPD opriep kwam niet van de grond. De SPD verzuimde om haar eigen militie, de Reichsbanner Schwarz-Rot-Gold, in te schakelen tegen SA en SS. De Rijksbanier telde bijna drie miljoen leden, beschikte over wapendepots, maar wachtte vergeefs op bevelen. De SPD wilde binnen de wet blijven opereren. Toen de nazi’s het parlement op 23 maart – dus zowat een maand na de Rijksdagbrand – feitelijk ontbonden, stemde de SPD als enige tegen. Partijleider Otto Wels onderstreepte de SPD-beginselen als menselijkheid, rechtvaardigheid, vrijheid en socialisme, maar accepteerde in zekere zin ook de nederlaag.

“Vrijheid en leven kan men ons ontnemen, niet de eer”

…was de prachtige slotzin van deze (te) sportieve verliezer. Natuurlijk, ik zeg het er maar bij, de druk was op dat moment al gigantisch en er waren al 26 SPD parlementariërs en duizenden communisten gevangen genomen, maar toch.

De KPD verging het nog beroerder. In 1933/34 werden 61.000 communisten gearresteerd, in ‘35 nog eens 15.000. Liefst 2000 communisten werden vermoord. Duizenden anderen zouden emigreren naar de Sovjet-Unie. Dat achterblijvers in Duitsland in de jaren daarna succesvol verzet boden, zoals de DDR claimde, was een fabel. Verzet was ook niet eenvoudig, Hitler boekte in eerste jaren grote successen en dat maakte het er niet makkelijker op. Delen van zijn voornemens werden breed gedeeld, zoals het ongedaan maken van het verdrag van Versailles. In de late jaren ’30 werd echter ook steeds duidelijker dat de Führer ongehoorde risico’s nam, in ‘36 met de bezetting van het Rijnland en daarna met de annexaties van Oostenrijk, Sudetenland en Tsjechië. Die va banque politiek in ’38 ging veel militairen te ver. Ze steunden wel de doelen, maar schatten de risico’s anders in. Plannen voor een staatsgreep vonden in de zomer van 1938 geen doorgang. Uit Engeland kwam geen steun, Hitler triomfeerde, en het momentum vergleed.

Schuldig

Carl Friedrich Goerdeler
Carl Friedrich Goerdeler (CC BY-SA 3.0 – wiki)
Na de aanval in juni 1941 op de Sovjet-Unie kwam er voor sommige officieren een motief bij: ze waren getuige van de massamoorden aan het Oostfront en schaamden zich. Naast hun minachting voor de nazi’s en de vrees voor een onvermijdelijke nederlaag, speelde nu een moreel motief. Tegenstanders hielden onderling contact via diverse netwerken. Eén ervan ontstond rond de oud-burgemeester van Leipzig, Carl Friedrich Goerdeler, een Colijnachtige figuur, die niets moest hebben van het antisemitisme en van oorlog een totale nederlaag vreesde. In nota’s pleitte hij voor een programma van heropvoeding voor het Duitse volk, na de oorlog. Duitsland moest weer deel nemen aan wereldwijde samenwerkingsorganisaties. Politiek gezien was deze patriot conservatief, in vredesvoorstellen aan de Britten hield hij vast aan de grenzen van 1914.

Een ander netwerk was de Kreisauer Kreis, genoemd naar de plaats van samenkomst in Silezië. Daarin was de aristocraat Helmuth James von Moltke de spilfiguur. Deze groep streefde naar een: eenheidsfront van christenen, liberalen, socialisten en communisten. Moltke was verder voorstander van een Europese volkeren Gemeenschap, een sociale markteconomie en een Rijnlands model, allemaal thema’s die na de oorlog vleugels kregen.

Toch was het verzet niet primair politiek gemotiveerd: iedereen was “schuldig, schuldig, schuldig” aan de misdaden van het Duitse Rijk. Het “was de heilige plicht van de Duitsers deze beesten te verdelgen”, zo schreef het studentenverzet in München, Die Weisse Rose, waarin Hans en Sophie Scholl optraden. Vergelijkbare opvattingen circuleerden in het kerkelijke verzet en onder officieren. Uiteindelijk zou na vele desperate pogingen de finale aanslag op 20 juli 1944 mislukken, Hitler bleef in leven. Zolang dat zo was, zo vonden sommige twijfelende generaals, maakte een staatsgreep geen kans. Von Stauffenberg, de officier die de aktetas met bom onder de vergadertafel schoof en die zelf tien minuten voor de ontploffing wegglipte om ‘te bellen’, zou zijn daad met zijn leven bekopen, zoals zovelen van zijn medestanders.

Tussen de Naties

Uiteindelijk zouden alle aanslagen mislukken, een mistroostige constatering. Het verzet maakte voor de oorlogsvoering geen verschil, zoals Hans Rothfels, een uit Duitsland geëmigreerde Jood, al in 1948 zou constateren en maar een kleine groep had zich ervoor ingezet. Misschien moet je vaststellen dat dat verzet weliswaar geen nut had, maar wel zin. Uiteindelijk liet het een visitekaartje achter van een ander Duitsland dat zich te weer stelde tegen het brutale, mensen verachtende naziregime. Het bood de Bondsrepubliek een strohalm om weer aansluiting te vinden bij de naoorlogse vrienden in het Westen. Het is niet voor niets dat de Bondsrepubliek al snel investeerde in publicaties via het PR-bureau Inter Nationes – dat later opging in het Goethe instituut. Inter Nationes gaf al in de vroege jaren vijftig publicaties uit over de politieke nalatenschap van het Duitse verzet. Doel was Duitsland weer een plek ‘onder de naties’ te geven.2

Naar de hel met Hitler - Dirk Rochtus
Naar de hel met Hitler – Dirk Rochtus
Werd het verzet daarmee instrument van de naoorlogse machthebbers? Ja, maar dat was ook de bedoeling. Een van de samenzweerders schreef voorjaar 1944:

“De aanslag moet er komen, koste wat kost. Want het komt niet meer op het praktische nut aan, maar daarop dat de Duitse verzetsbeweging voor de ogen van de wereld en voor de geschiedenis onder inzet van het eigen leven de beslissende worp heeft gewaagd.”

Rochtus schreef een mooi en spannend boek dat inzicht geeft in de ongelofelijke moed en offerbereidheid van een kleine groep Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog. De buste van Sophie Scholl in het Walhalla-museum is daarmee meer dan gerechtvaardigd. We hoeven het niet met het soms conservatieve wereldbeeld van de 20 juli samenzweerders eens te zijn, om hun acties te eren. Juist omdat hun verzet schijnbaar zo indruiste tegen hun eed van trouw, tegen hun loyaliteit aan hun land en hun plicht om te overleven jegens hun familie, juist daarom was hun gedrag zo moeilijk en tegelijk zo belangrijk.

Boek: Naar de hel met Hitler – verzet in het derde Rijk

Bekijk dit boek bij:

Bekijk dit boek bij Historiek Geschiedenisboeken

Noten

1 – In 2016 bij een bezoek aan Walhalla waargenomen.
2 – Hans Rothfels, Das politische Vermächtnis des deutschen Widerstandes, Bad Godesberg, Inter nationes, overdruk van gelijknamig artikel in Vierteljahreshefte fur Zeitgeschichte II, 4, 1954. In 1948 publiceerde Rothfels hierover al een boek. https://en.wikipedia.org/wiki/Hans_Rothfels ; https://de.wikipedia.org/wiki/Inter_Nationes

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×