In Zwitserland tikte het anarchisme

6 minuten leestijd
Zwitserse horlogewerkplaats, ca. 1903
Arbeiders in een zwitserse horlogewerkplaats, ca. 1903

Zwitserland kent een innerlijke tegenstrijdigheid: aan de ene kant kenmerkt het land zich door precisie, ordentelijkheid en rijkdom, maar aan de andere kant was het ook een toevluchtsoord voor mensen met extreme, maatschappij-ontwrichtende denkbeelden zoals de Parijse Communards, Michail Bakoenin (1814-1876), Vladimir Lenin (1870-1924) en talrijke anarchisten uit Spanje en Italië.

De meeste van hen verbleven slechts tijdelijk in Zwitserland, maar sommigen besloten zich er permanent te vestigen, onder andere in Saint-Imier, Le Locle en La Chaux-de-Fonds. Deze stadjes zijn de bakermat van de Zwitserse uurwerknijverheid en hebben tegenwoordig de status van UNESCO Werelderfgoed. Vanuit hun idyllische dalen worden vandaag de dag horloges, klokken en chronometers naar alle uithoeken van de wereld geëxporteerd. Het is maar moeilijk voorstelbaar dat een subversieve politieke stroming als het anarchisme hier zo’n rijke voedingsbodem kon vinden en dat er ook nu nog Zwitsers zijn die haar principes een warm hart toedragen.

Tot ver in de negentiende eeuw waren de mensen in deze omgeving actief in de huisnijverheid en hoewel die grotendeels bestond uit de vervaardiging van uurwerken, speelde de tijdwaarneming in hun dagelijks bestaan nauwelijks een rol. Rond 1900 bracht een nieuw vervoersmiddel als de trein, een nieuw communicatiemiddel zoals de telegraaf en vooral de komst van horlogefabrieken met vaste werktijden hier echter drastisch verandering in. Zij het met tientallen jaren vertraging had, net als elders in West-Europa, de industriële revolutie ook hier ingrijpende gevolgen.

In Saint-Imier waren zelfs ansichtkaarten te koop waarop alle horlogefabrieken stonden afgebeeld.
In Saint-Imier waren zelfs ansichtkaarten te koop waarop alle horlogefabrieken stonden afgebeeld.

Een gevoel van onrechtvaardigheid

Lang hadden de Zwitserse horlogemakers thuis, of hooguit in kleine manufacturen gewerkt, maar de industrialisatie van de sector was voor hen een radicale vernieuwing, want plotseling werden ze niet meer per uurwerk maar per werkuur betaald. Ze verloren daardoor de autonomie om hun dag zelfstandig in te delen en in plaats daarvan was het nu hun chef die dat bepaalde. Daar kwam nog bij dat in de werkvoorschriften tal van ge- en verboden waren opgenomen, waardoor er tijdens het werk geen alcohol meer gedronken mocht worden om warm te blijven, niet meer gezongen mocht worden om de eentonigheid te bestrijden of kinderen mee naar de fabriek mochten worden genomen bij gebrek aan oppas. De directies hechtten er groot belang aan om arbeids- en privéleven strikt van elkaar te scheiden en dat deed bij veel arbeiders een gevoel van onrechtvaardigheid opborrelen.

Het zogenaamde ‘horlogemakersdal’, dat van Saint-Imier via La Chaux-de-Fonds naar Le Locle loopt, was van oudsher al een regio die bekend stond om haar weerspannigheid. Van hieruit verspreidden zich revolutionaire denkbeelden oostwaarts naar de grote steden van Zwitserland, maar ook westwaarts naar Frankrijk. De economie was zeer eenzijdig op de uurwerkindustrie gericht, wat onder andere goed is terug te zien in de planmatige, schaakbordvormige opzet van Saint-Imier, bestaande uit een afwisseling van woonblokken en fabriekscomplexen die kenmerkend is voor negentiende-eeuwse manufactuursteden.

Achter de muren van hun huizen leiden de huidige horlogemakers weliswaar een comfortabel bestaan, maar in de negentiende eeuw zag dat er nog heel anders uit. Een arbeidersgezin verdiende toen tussen de vier en acht franc per dag, inclusief hetgeen vrouw en kinderen binnen brachten. Voor hun dagelijkse levensbehoefte waren ze gemiddeld echter vijf á zes franc kwijt. Met andere woorden, men werd er bepaald niet rijk van. Daarom probeerden deze arbeiders zich te organiseren en te verzekeren, omdat er nog geen regelingen voor arbeidsongeschiktheid en werkeloosheid bestonden.

De conjunctuurgevoelige bedrijvigheid leidde er toe dat economische crises en oorlogen van elders hier extra hard toesloegen en in het ergste geval hele gezinnen op straat deden belanden. Daarom organiseerden de arbeiders zich in muziekgezelschappen, sportverenigingen en vakbonden, waarbinnen het ideaal van de sociale mobiliteit zich langzaam begon te verspreiden.

Manege van La Chaux-de-Fonds
Manege van La Chaux-de-Fonds (CC BY-SA 3.0 – Schwizgebel – wiki)

De oude manege van La Chaux-de-Fonds was oorspronkelijk bedoeld voor de paardensport, maar werd in 1868 omgebouwd tot een woon- en werkgemeenschap en bleef daarna tot 1972 bewoond door arbeiders. Hier draaide alles ruim een eeuw lang om coöperatie in plaats van concurrentie. In de vervaardiging van horloges speelt arbeidsdeling namelijk een voorname rol. Ieder uurwerk bestaat uit zo’n driehonderd losse onderdelen, waarbij ruim honderd personen betrokken zijn, die allemaal een kleine bijdrage aan de totstandkoming leveren. Daarmee is het een gemeenschappelijk product van vele individuen.

Het raderwerk moet perfect functioneren, wat bij het ontbreken van één enkele component al niet meer het geval is. Bij het anarchisme draait het in principe om hetzelfde idee. Het stelt dat het werk van een arts en een arbeider even veel waarde heeft en dat binnen een maatschappij alle mensen ten bate van een gemeenschappelijk doel dienen samen te werken. Op basis daarvan kunnen zich dan nieuwe, vrije en egalitaire samenlevingsvormen ontwikkelen.

Het democratische Zwitserland werd destijds door monarchieën omringd en gold sinds het Wener Congres van 1815 als een neutrale staat. Voor de in 1871 uit Parijs gevluchte Communards werd het een toevluchtsoord, maar ook intern broeide er enige onrust. Op 15 en 16 september 1872 troffen in het Hôtel de la Maison de Ville te Saint-Imier vertegenwoordigers van het anarchisme uit heel Europa elkaar, samen met vele strijdvaardige Zwitserse arbeiders. Dit was een sleutelmoment in de geschiedenis van de beweging.

Hôtel de la Maison de Ville te Saint-Imier
Hôtel de la Maison de Ville te Saint-Imier

Sinds het neerslaan van de Parijse Commune was er een jaar verstreken en de hoop op een radicale omwenteling was volop levend gebleven. Men ging er zelfs vanuit dat het spoedig in Parijs weer tot een revolutie zou komen. De denkbeelden over hoe men de maatschappij het beste kon veranderen liepen echter sterk uiteen.

Internationaal anarchisme

Karl Marx (1818-1883) en zijn communisten wilden de samenleving hervormen, maar Bakoenin en zijn volgelingen streefden er naar om haar volledig af te schaffen. Zwitserland werd de wieg van deze tweede stroming. Het was een bont gezelschap van mannen en vrouwen, intellectuelen en kunstenaars uit verschillende landen, die niet alleen samen discussieerden maar ook zongen en toneel speelden. Ze stelden een manifest op waardoor het congres van Saint-Imier van 1872 de geschiedenis in is gegaan als de aanvang van het internationale anarchisme. Naast de Communards in ballingschap en de horlogemakers namen ook activisten uit Italië, Spanje en Rusland deel aan dit congres, waarna ze de utopie van het anarchisme over de hele wereld verspreidden.

Michail Bakoenin
Michail Bakoenin, ca. 1860
Voor Bakoenin was het zo gezegd een thuiswedstrijd. Deze onverschrokken revolutionair was aanvankelijk door de Russische tsaar ter dood veroordeeld, maar slaagde er later in om uit het Siberische gevangenkamp te ontsnappen en streek neer in Zwitserland, nadat hij daar al een paar maal als vluchteling kortstondig vertoefd had. Hij betrok er een huis dat hij in de stijl van een Russische datsja liet ombouwen. Vrijwel iedereen die hem ooit ontmoet had was het er over eens dat Bakoenin een bijzonder mens was en alleen al vanwege zijn imposante gestalte veel indruk maakte. Hij correspondeerde met Karl Marx en Pierre-Joseph Proudhon (1809-1865), die in Frankrijk min of meer tot dezelfde denkbeelden was gekomen, sprak verschillende talen en smeedde stukje bij beetje zijn anarchistische ideologie. In de Jura vond hij daarvoor een gewillig oor.

Er werd wel gezegd: Bakoenin heeft de bewoners van de Jura beïnvloed, maar het waren net zo goed de arbeiders uit deze streek die een bijdrage leverden aan zijn manifest. Nadat hij in zijn laatste levensjaren nog een aantal opstanden had ontketend, stierf hij in 1876 in Bern. Begin vorige eeuw zocht ook Lenin zijn toevlucht in Zwitserland en bereidde daar zijn Bolsjewistische Revolutie van 1917 voor. Veel pacifisten die niet wilden meevechten in de Eerste Wereldoorlog verbleven gedurende die jaren eveneens in het neutrale land waar andersdenkenden niet of nauwelijks lastig werden gevallen.

Espace Noir

'Espace Noir' in Saint-Imier
‘Espace Noir’ in Saint-Imier (Google Maps)
Hoewel het einde van de twintigste eeuw het einde van de grote ideologieën betekende, is in Zwitserland het anarchistische gedachtegoed levend gebleven. Om te beginnen vijftig meter bij het Hôtel de la Maison de Ville in Saint-Imier vandaan, in de Espace Noir. Deze combinatie van een café, bioscoop, bibliotheek en theater ontleent haar naam aan de kleur van het anarchisme: zwart. Initiatiefnemer van deze ontmoetingsplek is zelf kleinzoon van een horlogemaker en laat zich nog altijd inspireren door de ideeën van het anarchisme. Niettemin is iedereen er welkom die op zoek is naar een stimulerende omgeving om meer grip te krijgen op zijn leven.

Bronnen â–¼

-Arte TV Invitation au Voyage/Stadt, Land, Kunst 17-01-2024

Marc Busio (1970) is chemisch technoloog en amateurhistoricus, gespecialiseerd in industrieel verleden. Naast Historiek publiceert hij regelmatig artikelen op zijn eigen website www.fabriekofiel.com en in het tijdschrift 'Erfgoed van Industrie en Techniek'.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×