De voorzitter van de Duitse metaalindustriebond die groen-links ooit verweet een ‘groen-gekleurd Morgenthauplan’ in Duitsland te willen doorduwen. Een commentator die stelt dat Moskou van plan was om een verslagen en veroverd Oekraïne aan ‘een Morgenthauplan’ te onderwerpen. Of een andere die er voor pleit dat Rusland na een nederlaag in Oekraïne en regimewissel in Moskou ‘een Morgenthauplan’ nodig heeft zodat het geen bedreiging meer vormt. Het zijn maar een paar (relatief) recente verwijzingen naar een omstreden episode in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog. Een kijk op dat fameuze plan en op de persoon naar wie het genoemd is.
Een ‘harde vrede’
In de zomer van 1944, toen duidelijk was dat nazi-Duitsland, dat zowel aan het oostfront als na de geslaagde geallieerde landingen in Normandië en het zuiden van Frankrijk op de terugtocht was, de oorlog zou gaan verliezen, begonnen in Amerikaanse en andere geallieerde ministeries en kanselarijen voorstellen en scenario’s te circuleren omtrent wat met na de oorlog het verslagen Duitsland diende te gebeuren. Dat er geen vrede met het naziregime zou worden gesloten en men enkel ging voor onvoorwaardelijke capitulatie stond vast. Voor de rest had het Versaillesverdrag dat Duitsland na de Eerste Wereldoorlog opgelegd kreeg geen nieuwe oorlog kunnen voorkomen.

Integendeel, niet weinigen vonden dat de ‘Versaillesvrede’ de opkomst van het nazisme en de Tweede Wereldoorlog zelfs in de hand had gewerkt. De Amerikaanse president Franklin Roosevelt en generaal Dwight Eisenhower, de opperbevelhebber van de geallieerde strijdkrachten in Europa, vonden dat niet alleen de verantwoordelijken en kaders van het naziregime, maar ook de Duitse bevolking moest worden gestraft omdat ze enthousiast en actief was meegegaan in het Hitlerbewind.

New Deal
Henry Morgenthau, een telg van een prominente joods-Amerikaanse familie van de oostkust met wortels in het Duitse Mannheim, had landbouwkunde en architectuur gestudeerd. Hij had een grootschalige boomkwekerij, was eigenaar van een landbouwvaktijdschrift en zette zich in de politiek vooral in voor Amerikaanse boeren die zwaar door de crisis van 1929 waren getroffen. In 1933 werd hij door Roosevelt in het kader van zijn New Deal-relanceprogramma benoemd tot hoofd van de federale landbouwadministratie. Slechts een jaar later werd Morgenthau federaal minister van financiën, een post die hij zou bekleden tot juli 1945.

Wat bekend zou worden als het Morgenthauplan kende twee vormen: de oorspronkelijke beleidsnota van White, en een boek van zo’n 210 pagina’s dat Morgenthau na president Roosevelt’s overlijden en zijn ontslag als minister uitbracht en waarin hij zijn voorstellen in detail bespreekt. Wat hield het concreet in? Om te beginnen moest bezet-Duitsland een aantal gebieden afstaan aan zijn buurlanden. Zo zouden in het westen de ganse industrieregio Saarland ‒ een oude Frans-Duitse twistappel die tussen 1792 en 1815 en van 1919 tot 1935 al door Frankrijk bezet was geweest ‒ samen met Trier, Kaiserslautern, Mainz en hun respectievelijk ommeland voorgoed een deel van Frankrijk gaan vormen. De economie inclusief de industrie van die gewesten zou versneld geïntegreerd worden in die van Frankrijk, en taalkundig-cultureel zou er een intensieve verfransingspolitiek worden doorgevoerd.

Opdelen van het ‘nieuwe Duitsland’
De overige gebieden – toch nog altijd de hoofdmoot van Duitsland – zou worden opgedeeld in twee Duitse opvolgstaten: een noordelijke republiek met de oude Pruisische kernlanden, Hamburg en Hannover en nog een aantal andere hoofdzakelijk protestantse gebieden, en een zuidelijke federatie rond Beieren met een hoofdzakelijk katholieke bevolking. Beide opvolgstaten waren opgevat als federaties waar de bevoegdheden vooral bij de deelregio’s en de lokale besturen zouden liggen. Te centralistisch bestuur leidde voor Morgenthau immers alleen maar tot totalitarisme. Ze mochten ook geen leger meer hebben, enkel lokale politiekorpsen en niet-geüniformeerde burgerwachten.
Eigenlijk had men meer een soort terugkeer in gedachten naar het lappendeken van vorstendommen en ministaatjes die de Duitse gebieden waren voor de éénmaking van Duitsland tussen 1815 en 1871. Er mocht hoe dan ook geen pan-Duits nationalisme weer de kop opsteken of enig draagvlak (her)ontstaan voor de hereniging van de Duitse gebieden. Daarom zou met actieve propaganda en ‘heropvoeding’, het uitspelen van de verschillen tussen protestanten en katholieken en wellicht ook met de hulp van regionalisten, heemkundigen en nostalgiekers naar de oude koninkrijkjes van voor de eenmaking van Duitsland, actief de ontwikkeling van lokale identiteiten en instellingen worden aangemoedigd.

De zuidelijke federatie zou een douane-unie vormen met Oostenrijk en zich resoluut gaan richten op Centraal-Europa en de Donauregio, de noordelijke republiek op Groot-Brittannië en het noorden van Europa. Restte nog de pièce de résistance en hét voorwerp van Morgenthau’s obsessie met radicale de-industrialisering: het noordwesten van Duitsland, grofweg het gebied tussen Frankfurt, de Noordzeekust en Kiel. Dat moest een ‘internationale zone’ worden onder een toezichtsorgaan van de toen nog op te richten maar reeds geplande Verenigde Naties.
In dit landsdeel, dat Morgenthau in zijn boek uit 1945 met enige zin voor dramatiek the cauldron of wars of ‘heksenketel van oorlogen’ noemde, bevond zich het gros van Duitslands zware industrieën, steenkool- en bruinkoolwinning, scheepswerven én het strategische kanaal tussen de Noordzee en de Baltische Zee. Duitslands industriekernen mochten in de oorlog dan wel zwaar gebombardeerd geweest zijn, geen klein gedeelte van de industrie was in 1945 nog wel degelijk operationeel. De Morgenthau-White-nota was evenwel duidelijk omtrent wat hier diende te geburen:

Dat de Duitse fabrieksarbeiders, mijnwerkers en administratief-logistiek personeel eigenlijk verplicht zouden worden om hun eigen broodwinning te slopen en dit tot (nog meer) massale werkloosheid zou leiden wisten Morgenthau en White al te goed. Maar die moesten zich dan maar omscholen tot boeren. Immers…
Morgenthau noemde dit ‘een industriële contrarevolutie’.
De VS en de VN moesten er in Morgenthau’s optiek op toezien dat de domeinen van grootgrondbezitters en de grond van grote agro-industriële concerns zouden worden opgedeeld onder kleine familieboerderijen. Het organiseren en beheren van de nieuwe landbouweconomie moesten de Duitsers evenwel volledig zelf doen. Noch de VS, Groot-Brittannië of eender welk ander land zou zich verder met de plaatselijke Volkswirtschaft inlaten. De Duitsers zouden ook geen technische hulp noch teveel voedselnoodhulp uit het buitenland krijgen, omdat ze maar eens de gevolgen van hun daden moesten uitzweten, grootschalige hulp veel middelen en goederen zou weghalen bij landen die die zelf hard nodig hadden, en omdat hulp er de Duitsers van zou weerhouden om zo snel mogelijk economisch actief en zelfvoorzienend te worden.
De VS moest in de optiek van het Morgenthauplan zowel in de internationale zone als de rest van de Duitsland-ruimte een actieve leidende rol spelen in alle toezichtorganen van de Verenigde Naties en toezicht houden op de verwezenlijking van het hele plan, maar zijn militaire aanwezigheid zo snel mogelijk terugschroeven. In de plaats zou in de internationale zone een troepenmacht van de VN komen met soldaten uit Frankrijk, België, Nederland, Denemarken, Noorwegen, Polen, Tsjechië, de Sovjet-Unie, Joegoslavië en Griekenland, allemaal landen die een nazibezetting, verwoestingen en honger hadden doorgemaakt.
De redenering die Morgenthau in zijn boek uiteenzette luidde, dat voor de uitvoering van het radicale plan op het terrein een harde hand nodig was. Rancuneuze soldaten uit de voormalige bezette landen waren hiervoor geschikter dan militair personeel uit de VS. De VS was in de oorlog immers niet bezet of verwoest geweest, en zijn soldaten en functionarissen zouden bijgevolg sneller compassie krijgen met de Duitse bevolking en er te welwillend en goedgelovig mee omgaan. Duitsers mochten zich ook niet langer bekwamen in chemie, elektromechanica, machinebouw en vooral luchtvaart en luchtvaarttechnologie omdat die branches konden dienen voor her-industrialisering en heimelijke herbewapening.
Alle hogescholen en faculteiten, zeker in de exacte wetenschappen, zouden tot nader order worden gesloten. Hoe lang dit regime, zeker in de voorziene internationale zone, precies moest aanhouden, en wat er met de zone zou gebeuren eens de taak van de-industrialisering volledig volbracht was, was niet zo duidelijk. In de hele polemiek rond het naoorlogse Duitsland en het Morgenthauplan doken wel ideeën op voor het creëren van een derde opvolgstaat. Ook de aanhechting van stukken grondgebied bij Nederland, dat in 1945-49 aanspraken maakte op stukken noordwest-Duitsland, behoorde tot de scenario’s.
Opvallend is dat het plan expliciet tegen financiële herstelbetalingen was. In de plaats van betalingen in geld zouden er herstelbetalingen in natura komen. “(De betaling van het astronomische herstelbedrag van een miljard dollar dat Frankrijk in 1871 opgelegd kreeg na de nederlaag tijdens de Frans-Pruisische oorlog) (…) verzwakte Frankrijk toen niet in het minst”, zo luidde de motivering in Morgenthau’s boek. “Het was tegen 1873 contant afbetaald en het land was economisch gezien in betere staat dan voordien omwille van de inspanning die het daarvoor moest doen.”

“Hetzelfde gebeurde met de herstelbetalingen die Duitsland na de Eerste Wereldoorlog kreeg opgelegd. We hebben gezien tot wat dat heeft geleid. (…) Het moest zijn industrie en handel uitbreiden. (…) Herstelbetalingen in natura hebben tevens de neiging om de bedragen redelijker te houden, want staatslieden zijn realistischer over goederen dan over geld.”
Geen geldoverdrachten dus. Maar ontmantelde fabrieken en -infrastructuur en geconfisqueerde uitrusting, machinerie en voertuigen zouden verscheept worden naar landen die bezet waren geweest en zelf met hun heropbouw bezig waren. En Duitse krijsgevangenen en opgevorderde burgers zouden ingezet worden in de heropbouw van de kort voordien bezette landen.
Brandstof voor nazipropaganda
Op 21 september 1944 lekte de inhoud van de Morgenthau-nota naar de Amerikaanse pers. Zowel in beleidskringen als in de publieke opinie deed het heel wat stof opwaaien. Wie ook gretig op de zaak sprong waren de nazipropagandisten van Joseph Goebbels. Voor hen was het Morgenthauplan immers het ultieme bewijs dat de joden ‒ zowel Morgenthau als White waren joods ‒ en de Amerikanen die ze voor hun kar hadden gespannen een genocide op het Duitse volk beraamden en Duitsland met de grond gelijk wilden maken om het te herleiden tot één groot wingewest. Morgenthau’s nota werd in de nationaalsocialistische propaganda in één adem vermeld met een geruchtmakend essay uit 1941 van de joods-Amerikaanse publicist en ‘vredesactivist’ Theodore Kaufman.

Het Morgenthauplan, dat een criticus ‘een ware Carthago-vrede’ noemde naar analogie met de Fenicische stadsstaat die door de Romeinen in 149 v.Chr. zo grondig was verwoest dat ze zich nooit meer herstelde, kreeg echter heel wat tegenwind. Zo zou de uitvoering ervan en het verdwijnen van Duitslands industrie en technologisch-wetenschappelijke capaciteit een klap zijn voor de industriële kracht van gans Europa. Morgenthau en White waren er echter gerust op dat het gat snel opgevuld zou raken door de hernieuwde industriële capaciteit van Groot-Brittannië, België, Luxemburg en uiteraard de territoriaal substantieel uitgebreide staten Frankrijk en Polen.
Recept voor chaos
In het najaar van 1945 concludeerde een Amerikaanse onderzoeksmissie dat door het herleiden van Duitsland tot een agrarisch-pastorale economie tot 25 miljoen Duitsers riskeerden te verhongeren of ongeorganiseerd zouden gaan emigreren, dat de voorgestelde opvolgstaten van meet af aan gefaalde staten gingen zijn, en er dus nog meer chaos in Europa ging komen. Ook al was de Duitse bevolking in dag-na-dag-overlevingsmodus, gedemoraliseerd en moreel gediscrediteerd, het is weinig waarschijnlijk dat ze de complete afbraak van haar land, het uitwissen van de industrie en de sociale gevolgen gedwee zou ondergaan. Ook de Amerikaanse opperbevelhebber in bezet-Duitsland, generaal Lucius Clay, was die mening toegedaan.

Had hij zijn baas ideeën ingefluisterd die in de lijn lagen van wat Jozef Stalin en de NKVD ̶ de geheime dienst van de Sovjet-Unie ̶ van plan waren in het naoorlogse Duitsland? Er bestaat ook controverse rond hoe Morgenthau zelf stond tegenover de mogelijke dramatische humanitaire gevolgen van zijn voorstellen, en vooral van het drastisch terugdraaien van het ontwikkelingsniveau van het naoorlogse Duitsland. Volgens sommigen was hij zich daar binnenskamers van bewust maar vond hij cynisch dat dat nu eenmaal de prijs was voor duurzame vrede. Volgens anderen streefde hij een positieve utopie na die was gebaseerd op een idealistisch beeld van landbouwsamenlevingen en geloofde hij oprecht dat het zou werken.

De Duitse ruimte van 1946 met zijn 64,26 miljoen inwoners en nog eens 9,6 miljoen Duitse vluchtelingen uit het oosten van het gevallen rijk en uit oostelijk Europa vielen inderdaad niet te vergelijken met de dun bevolkte agrarische binnenlanden van de VS die Morgenthau goed kende door het werk dat hij deed voor hij federaal minister werd. In maart 1947 werd het Morgenthauplan definitief afgevoerd. Henry Morgenthau’s politieke loopbaan was in 1945 eigenlijk al afgelopen. Tot aan zijn overlijden begin 1967 legde hij zich toe op filantropie en werkte hij nog als financieel adviseur voor Israël. Harry White, die na de spionage-aantijgingen ontslag had moeten nemen bij het IMF en het federale financiënministerie, overleed aan een hartinfarct in 1948.
Marshall in plaats van Morgenthau
Duitsland en de geallieerde bezettingszones die waren vastgelegd op de Conferentie van Potsdam werden in 1949 uiteindelijk gereorganiseerd in twee opvolgstaten: geen noordelijke en zuidelijke, maar West- en Oost-Duitsland. En in de plaats van Morgenthau’s afbraakplan kwam het Marshallplan dat de industriële capaciteit van (West-)Duitsland juist wel wilde heropbouwen. Ook Oost-Duitsland behield uiteindelijk een industriële basis, omdat de sovjet-bezetter besloot om er een socialistische staat op te richten die een ‘tegenmodel’ moest vormen voor het kapitalistisch-prowesterse West-Duitsland.

In de sovjet-zone werden tussen 1945 en 1952 zo’n 3.400 bedrijven gedemonteerd, zowat 30 procent van de industriële capaciteit van het gebied in 1944. Ook Morgenthau’s voorstel ‒ dat overigens niet uitsluitend zijn idee was ‒ om Duitsers dwangarbeid te laten verrichten in de puinruiming en heropbouw, de mijnbouw, landbouw en de industrieën in landen die waren bezet en oorlogsschade geleden hadden werd uiteindelijk wel uitgevoerd. In 1947 waren in Frankrijk, Groot-Brittannië, België, Denemarken en de Sovjet-Unie nog zo’n vier miljoen Duitse krijgsgevangenen tewerkgesteld. De laatste Duitse krijgsgevangenen-dwangarbeiders in de Sovjet-Unie keerden pas terug in 1956.
Generalplan Ost – ‘Levensruimte in de oost-kolonies’
Het verdelen van de Duitse taart (1945-1949)
Bronnen ▼
– John L. Chase. “The development of the Morgenthau Plan through the Quebec conference”. The Journal of Politics. 16 (2), pp. 324-359
– H.G. Gelber. “Der Morgenthau-Plan”. Viertelsjahrhefte für Zeitgeschichte 13 (4), 1965, pp. 372-402 https://www.ifz-muenchen.de/heftarchiv/1965_4_2_gelber.pdf
– Andreas Grau, Markus Würz. “Doppelte Staatsgründung – Demontagen”. Lebendiges Museum Online, Stiftung Haus der Geschichte der Bundesrepublik Deutschland, 2013. https://www.hdg.de/lemo/kapitel/nachkriegsjahre/doppelte-staatsgruendung/demontagen.html
– Bàrbara Molas Gregorio. “The Morgenthau Plan (1945-1947)”. Onuitgegeven masterpaper, Universitat Pompeu Fabra, 25 p.
– Logan W. Ray. “The agrarian road to peace: Henry Morgenthau’s post-war planning for Germany”. Armstrong Undergraduate Journal of History. 12(1), 2022, artikel 6. https://digitalcommons.georgiasouthern.edu/cgi/viewcontent.cgi?article=1166&context=aujh
– Wolfgang Schlauch. “American policy towards Germany, 1945”. Journal of Contemporary History , 5(4), 1970, pp. 113-128.