Richard Sorge, Stalins geheim agent
Richard Sorge was een slechte man die een geweldige spion werd, zelfs een van de beste spionnen die er ooit zijn geweest. Het spionagenetwerk dat hij in het vooroorlogse Tokio opbouwde bracht hem tot op één stapje van de hoogste machtskringen in Duitsland, Japan en de Sovjet-Unie. Sorges beste vriend, werkgever en nietsvermoedende informant, Eugen Ott, de Duitse ambassadeur in Japan, sprak regelmatig met Hitler. Zijn belangrijkste Japanse agent, Hotsumi Ozaki, was lid van de adviesraad van het Japanse kabinet en sprak regelmatig met de premier, prins Konoe. In Moskou ten slotte waren Sorges directe superieuren veelvuldig in Stalins studeerkamer in het Kremlin te vinden. Sorge overleefde bijna negen jaar onopgemerkt als de leider van een Sovjetspionagenetwerk in Tokio, ook al was Japan in de greep van een hysterische spionnenmanie, en zocht de politie voortdurend naar de bron van zijn regelmatig uitgezonden, gecodeerde radioberichten. Maar Sorge wist de best bewaarde militaire en politieke geheimen van zowel Duitsland als Japan onder hun neus vandaan te stelen.
Intellectuele snob
Sorge noemde zichzelf vaak een romantische held, een roofridder uit de Duitse romantische poëzie. In werkelijkheid was hij een van die eenzame beslissers die de rafelranden van de politieke woestijn bevolken, een man die altijd gedoemd was de last van superieuere kennis en hogere motieven dan de mindere mensen om hem heen te dragen. Hoewel zelfverklaard voorvechter van de arbeidersklasse, was hij een brallende intellectuele snob wiens natuurlijke habitat bestond uit de casino’s, bordelen en danshallen van het vooroorlogse Sjanghai en Tokio.
Bovenal was hij een professionele veinzer. Net als de meesten die in zijn professie de top behaalden, werd Sorge gedreven door een diepgewortelde drang om te bedriegen. Bedrog was zowel zijn grote kracht als zijn fatale verslaving. Het grootste deel van zijn leven loog hij tegen iedereen om hem heen, van zijn talrijke minnaressen en vrienden tot zijn collega’s en zijn superieuren. Misschien loog hij zelfs tegen zichzelf.
de Duitse ambassade. Bron: De onfeilbare spion
De Japanse expansiedrift
Japans rol in de wereld was zelfs nog veranderlijker. Vanaf het moment dat een groep rebellerende Japanse officieren in 1931 een invasie van het Chinese Mantsjoerije uitlokte, was het duidelijk dat Tokio’s militairen droomden van expansie in Azië, een ambitie die de protesten van de burgerregering na verloop van tijd smoorde. Maar de Japanse houding ten opzichte van Rusland was buitengewoon dubbel. Het leger lobbyde sterk voor een invasie van de Sovjet-Unie die, als ze er was gekomen, Stalins inspanningen om de nazi’s na de Duitse invasie van Rusland in 1941 te bestrijden volkomen teniet zou hebben gedaan. De Japanse marine hamerde er even sterk op dat de toekomst van het imperium in het zuiden lag, met de verovering van de rijstvelden van Indochina en de oliebronnen van Nederlands-Indië. Het overleven van de Sovjet-Unie hing dus af van de ingewikkelde machtsstrijd die zich in 1941 binnen de generale staf van de Japanse keizerlijke krijgsmacht afspeelde. Kon Stalin het zich veroorloven om de troepen uit het Verre Oosten van de Sovjet-Unie weg te halen om Moskou te verdedigen? Het hing af van de vraag of Japans plannen in 1941 om de Sovjet-Unie binnen te vallen zouden worden uitgevoerd of niet. En het was hun meesterspion Sorge die het de Sovjets kon vertellen.
Ook was het zelfs laat in oktober 1941, niet meer dan een paar weken voor de verrassingsaanval van de Japanse marine op Pearl Harbor, nog helemaal niet duidelijk of Japan zijn ramkoers met Amerika zou doorzetten. Integendeel, premier Konoe had al jarenlang naarstige pogingen in het werk gesteld om een overeenkomst met Washington te sluiten teneinde oorlog in de Stille Oceaan te voorkomen. Het lukte zijn gezant, admiraal Nomura, de Japanse ambassadeur in de Verenigde Staten, in de zomer van 1941 op een haar na om een non-agressiepact met president Franklin Roosevelt te sluiten.
Sorges wereld was er een waarin zelfs bondgenootschappen tussen zulke natuurlijke aartsvijanden als Hitler en Stalin, en Stalin en de Japanse militaristen werden gesloten – maar ook weer verbroken. Anders dan bij de meeste spionnen van de twintigste eeuw, was zijn spionagewerk niet slechts een kwestie van verraden agenten en mislukte geheime operaties, maar had het angstwekkend directe gevolgen voor het lot van staten en het verloop van de hele oorlog.
Documentatie
De man die jarenlang de radioberichten voor de spionnenring verzorgde, Max Clausen, had de omgekeerde boodschap voor de Japanners. Hij gaf openlijk toe dat hij zijn geloof in het communisme had verloren en ging er zelfs prat op dat hij de spionage-inspanningen van zijn baas systematisch saboteerde door de berichten die Sorge hem gaf om door te zenden regelmatig te verscheuren of aanzienlijk in te korten. Clausen hoopte duidelijk op genade van de autoriteiten, die hij ook kreeg. Sorges beste agent, Hotsumi Ozaki, een idealistische jonge journalist die later een positie als vertrouwde adviseur van het Japanse kabinet verwierf, wilde vooral bewijzen dat zijn schijnbare verraad in werkelijkheid patriottisme was. Ozaki vertelde zijn ondervragers dat hij voor de internationale vrede had geijverd en de beste belangen van het land op het oog had met zijn streven om een oorlog tussen Japan en Rusland te voorkomen.
radiotelegrafist in Sjanghai, die hem
naar Tokio volgde. Bron: De onfeilbare spion
Twee dingen ontbreken in de schat aan bekentenissen en decoderingen die de Japanse politie verzamelde, en ook in de ongeveer honderd boeken die over Sorge zijn geschreven – voornamelijk door Japanse historici – sinds zijn terechtstelling in de Sugamogevangenis in Tokio, in november 1944. De belangrijkste omissie is de Sovjetkant van het verhaal. Geen westerse historicus heeft toegang gehad tot de documenten over Sorge in de archieven van de Communistische Internationale in Moskou of van de militaire inlichtingendienst van de Sovjet-Unie in Podolsk, en niemand heeft geciteerd uit het belangrijke recente werk van Russische historici, gebaseerd op onderdelen van het militaire archief die sinds 2000 gesloten blijven voor buitenlandse onderzoekers. Hier wordt voor het eerst de geschiedenis van Sorges turbulente carrière als agent van de Communistische Internationale beschreven; hoe hij kennelijk in ongenade viel toen die organisatie onder Stalin meedogenloos op de meest slaafse volgelingen na werd gezuiverd van alle niet-Russische elementen; hoe hij gerekruteerd werd door de militaire inlichtingendienst van de Sovjets en hoe de daaropvolgende cycli van wantrouwen en paranoia ertoe leidden dat Sorges gouden inlichtingen werden afgedaan als desinformatie van de vijand. Ook het insiderverhaal over Sorges wanhopige pogingen om Stalin in juli 1941 te waarschuwen voor de komende Duitse invasie is niet eerder zo verteld. De waarschuwing werd systematisch achtergehouden door de hoogste echelons van het Rode Leger, doodsbang als ze waren om tegen Stalins idee-fixe in te gaan dat Hitler hem nooit zou aanvallen.
Innerlijk leven
Zoals zoveel spionnen was Sorge een onvermoeibare rokkenjager. De talenten van spion en serieverleider zijn sterk met elkaar verweven. Amerikaanse inlichtingendiensten schatten dat hij tijdens zijn verblijf in Tokio met minstens dertig vrouwen affaires had. Maar zelfs zijn minnaressen waren in meer of mindere mate pionnen die hij inzette in zijn spionnenspel. Hij bezorgde ze opwinding en angst met wilde nachtelijke motortochten. Tegenover een paar van hen onthulde hij zijn megalomane kant door zwaaiend met een samoeraizwaard door zijn huis te dansen en dronken te raaskallen over hoe hij Hitler zou neersabelen en een god zou worden. Zelfs in zijn meest intieme momenten speelde Sorge de rol van iemand die groter was dan hijzelf. Regelmatig klaagde hij tegenover zijn minnaressen over zijn eenzaamheid, maar hij liet geen van hen delen in de last van de geheimen die hij met zich meedroeg. Toch geven de getuigenissen van de vrouwen in Sorges leven ons een waardevolle indruk van de man die hij wilde zijn. De Sovjetarchieven geven nog veel meer inzicht in zijn privéwereld dankzij de brieven die hij aan zijn Russische vrouw schreef en de memoires en brieven van zijn Moskouse vrienden en collega’s.
‘Een man met drie gezichten’
Sorge voelde goed situaties aan, wat hem sterk van pas kwam in zijn grillige en veranderlijke leven. Het gemak waarmee hij zich van het ene naar het andere milieu kon begeven, van de ene plaats, vrouw, vriend, naar de andere, was verbluffend. Zowel mannen als vrouwen vonden zijn zelfdestructieve charisma onweerstaanbaar. Hij kon barbaars primitief, humeurig, grillig, en vaak kinderlijk zelfzuchtig zijn. Zijn verhaal doet denken aan een man die voortdurend een reeks woeste karikaturen van zichzelf op de wereld uitprobeert en telkens iets andere varianten van zijn sociale imago aanneemt. Zoals zoveel eenzame mensen had hij een brandend verlangen om liefgehad te worden, en om befaamd te zijn, maar geliefd van afstand. Dat was zijn paradox: hoe befaamder en succesvoller hij werd, des te onmogelijker werd het voor hem om omwille van zichzelf liefgehad te worden.
Hij was een man met tal van vrienden, maar hij kon vrijwel niemand van hen in vertrouwen nemen. De meeste avonden bracht hij door met drinkgelagen op feesten, in bars en restaurants, maar hij beloog en gebruikte vrijwel iedereen uit zijn brede kennissenkring. Zijn grootste vaardigheid in het leven was een haast magisch vermogen om mensen op hun gemak te stellen. Ook zijn charme hield hem in leven. Toen de wrede Gestapokolonel Josef Meisinger, bijgenaamd de Slachter van Warschau, naar Tokio werd gestuurd om onderzoek naar hem te doen, nam Sorge hem mee naar de vleespotten van Ginza om de bloemetjes buiten te zetten en maakte hij al snel een drinkmaatje van zijn dodelijkste vijand.
Boek: De onfeilbare spion – Owen Matthews