Eeuwenlang heeft het Arabisch invloed uitgeoefend op Europese talen, ook op het Nederlands. Naar eigen smaak stelde Historiek een top 50 samen van de mooiste en meest verrassende Arabische leenwoorden in de Nederlandse taal.
Veel Arabische woorden zijn via de kruistochten (suiker bijvoorbeeld), scheepvaart (admiraal, magazijn) en handel in voedselproducten (koffie, limoen, aubergine, spinazie, andijvie, abrikoos) in de Nederlandse taal terechtgekomen. Opvallend is de hoeveelheid Nederlandse woorden beginnend met ‘-al’ (in het Arabisch een lidwoord) die ontleend is aan het Arabisch, zoals alcohol, albatros, alchemie, algebra of almanak.
Nummer 1 t/m 10
suiker | afkomstig van het Arabische sukkar, dat weer is afgeleid van het Sanskriet śarkarā. De kruisvaarders waren in de twaalfde eeuw de eerste Europeanen die suiker meenamen uit het Midden-Oosten. Via Italiaanse havens kwam het woord in bijvoorbeeld het Italiaans terecht als zuccaro, in het Nederlands kennen we het zoete product als suiker. |
koffie | ontleend aan het Arabische qahwa. dat in het begin de betekenis ‘wijn’ had. De Arabieren kwamen in de Ethiopische provincie Kaffa in aanraking met koffie. Omdat deze drank ook een opwekkend effect heeft, associeerden zij de drank met wijn en gaven het goedje diezelfde naam. In de tijd van het Osmaanse Rijk werd het woord in het Turks bekend. Koffie raakte in de zestiende eeuw in de Europese talen bekend door verhalen van ontdekkingsreizigers. In hun benamingen noemden zij het begrip zoals het klonk, bijvoorbeeld in het Nederlands cauwa (17e eeuw), in het Engels cauphe (1636) en in het Duits Chaube. |
schaakmat | Het eerste deel van dit woord is ontleend aan het Perzische sjâh, koning; het tweede aan het Arabische mât, ‘hij is gestorven, hij is dood’. Letterlijk betekent schaakmat: ‘de koning is dood.’ Een van de vroegste vermeldingen in het Nederlands stamt uit de zeventiende eeuw en is aangetroffen in een tekst uit Winschoten: schachmat. |
caravan | sleurhut, aanhangwagen. Van het Arabische karawan: verplaatsbare woning. |
admiraal | bevelvoerder op zee. Een verkorting van het Arabische amīr-al-baḥr: bevelhebber op de baren, horend bij het werkwoord amara (bevelen). |
benzine | brandstof. Benzoëzuur werd vroeger gewonnen uit de hars van de benzoëboom, die onder meer voorkomt op Sumatra en Java. Deze geurige hars kreeg in het Arabisch de naam lubān jāwī (Javaanse wierook), een woordcombinatie die in de vijftiende eeuw in het Catalaans belandde. Daar vatte men lu- op als het inheemse lidwoord lo, en liet men deze weg. Dit resulteerde in benjui, dat gelatiniseerd werd tot benzoë. |
oranje | afkomstig van het Perzische narang, dat sinaasappel betekent. Via het Arabisch in het Spaans terechtgekomen. |
piekeren | in Nederland beland vanuit Nederlands-Indië. Piekeren is ontleend aan het Maleise en Javaanse pikir (overdenking, overleg, gedachte), dat zelf weer een inheemse spraakvariant is op het Arabische woord fikr (het denken). |
racket | slaginstrument bij balsporten zoals tennis en badminton. Ontleend aan Arabische rāḥat, een verbogen vorm van rāḥa: handpalm. |
alcohol | destillatieproduct. Via Spaans alcohol uit Arabisch al-kuḥl: ‘zeer fijn poeder van antimoon om de wimpers mee te bestrijken’. Het werd in Spanje als al-kuhúl uitgesproken. Vanaf de zestiende eeuw werd de naam overgebracht op het destilleren van vloeistoffen en alcoholische destillaten. |
Nummer 11 t/m 20
maffia | mogelijk Arabisch, maar dat is niet helemaal zeker. De term is waarschijnlijk ontleend aan een folkloristisch toneelstuk van Giuseppe Rizzotto, getiteld I Mafiusi di la Vicaria. De oorspronkelijke maffia ontstond op het eiland Sicilië. Een mogelijke oorsprong zou kunnen liggen bij de Arabische overheersers die in het Saracenen-tijdperk over de Siciliaanse stad Palermo regeerden, namelijk de stam Ma Afir. Nog een mogelijke, Arabische invloed is mu’afat. Mu betekent moed, Afat het beschermen van de zwakkeren tegenover de sterken. |
safari | wildernistocht. Gaat terug op het Arabische safarī (behorend bij een reis). |
algebra | wiskundig: ontleedkunde. Oorspronkelijk betekende het medische ontleedkunde: uit Arabisch al-jabr: ‘het zetten van gebroken botten’ en, daarvan afgeleid ‘het onder één noemer brengen van breuken’. |
cijfer | ontleend aan het Arabische sifr (‘nul’, ‘leeg’, ‘onbetekenend’). Vanaf 1500 kwamen er andere woorden voor nul (zoals zero, ook uit het Arabisch trouwens), en ging cijfer ‘getalteken’ of ‘getal’ betekenen. In het Engels is een van de betekenissen van cipher nog steeds ‘onbetekenend persoon’; een figuurlijke nul dus. |
arsenaal | wapenhuis. Via het Arabische dār aṣ-ṣinā’a (huis waar iets gemaakt wordt) in het Italiaans beland als arsenale. |
mummie | van het Arabische mūmiyā: gebalsemd lijk. |
gaas | doorschijnend weefsel, vlechtwerk. Waarschijnlijk via het Spaanse gasa ontleend aan Arabisch qazz dat betekent: ‘vlokzij’ of ‘ruwe zijde’. In zijn Etymologisch Woordenboek van het Nederlands (2003-2009) stelt M. Phillipa over de herkomst van het woord gaas:
|
vizier | hoogwaardigheidsbekleder. Via het Arabische wazīr in het Turks beland als vezir = (eerste) minister. |
elixer | geneeskrachtige drank. In het Arabisch al iksīr, ‘steen der wijzen’, een term van alchemisten die doelde op de substantie waardoor men onedele metalen in goud kon veranderen en die tevens een middel was waardoor men alle kwalen kon genezen en het lichaam versterken en verjongen. Maar toen de alchimistische dromerijen om goud te maken fake bleken, bleef elixir in gebruik om oplossingen van verschillende substanties in alcohol aan te duiden. |
giraf | Arabisch: zuraf. Vermoedelijk oorspronkelijk uit een Afrikaanse taal ontleend door Arabieren. |
Nr. 21 t/m 30
fanfare | luidruchtig trompetgeschal. Van het Arabische farfār ‘babbelziek, lichtzinnig’ of farfar ‘heen en weer bewegen’. |
oase | vruchtbare plek in de woestijn. Van het Arabische wāḥa. |
gitaar | Arabisch: qītāra (via het Grieks). |
tarief | ontleend uit het Arabisch: taʿrīf, taʿrīfa wat betekent ‘bekendmaking, aangifte, lijst van te betalen kosten’. |
andijvie | groente, ontleend aan het Egyptisch-Arabische hindibā. |
varaan | hagedis, van het Arabische waran. |
katoen | ontleend aan het Arabische quṭn. |
amber | barnsteen, Arabisch anbar. |
sorbet | ijsdrank, verfrissende vloeistof. Ontleend aan het Arabische šurba(t), šarba(t) wat ‘drank’ betekent. Ook het Nederlandse stroop is aan dit woord ontleend. |
gazelle | woord is ontleend aan het (Noord-Afrikaans)-Arabische ḡazēl. |
Nr. 31 t/m 40
azuur | blauwe kleursoort. via Arabisch lāzuward of lāzaward ontleend aan Perzisch Lāžward, de naam van een stad in Turkestan waar de lazuursteen gewonnen werd. |
spinazie | dit woord heeft zich ontwikkeld uit het klassiek Arabische isfināḥ / asfanāḥ, dat ontleend is aan Perzisch aspanāḥ / isfināḡ. |
kabel | vermoedelijk afkomstig van het Arabische ḥabl. |
averij | (zee)schade. Arabisch: awārīya, een vrij jonge afleiding van awār (beschadiging). |
magazijn | in de dertiende eeuw was stond magazenum in het Latijn voor ‘pakhuis in een Algerijnse kustplaats’. Het was ontleend aan het Arabische maḵāzin, het meervoud van maḵzan ‘pakhuis’. |
luit | van het Arabische al-ud wat ‘het hout’ betekent. |
koepel | mogelijk uit het Arabisch: al-qubba = de koepel, het overwelfde. |
stroop | ontleend aan het Arabische šurba(t), šarba(t) wat ‘drank’ betekent. Zie ook sorbet, dat ook hieraan is ontleend. |
amalgaam | vermenging van metaal met kwikzilver, ontleend aan het Arabische al-malḡam, ‘de weekmakende zalf’. |
cheque | schriftelijke betalingsopdracht. Waarschijnlijk via Arabisch ṣakk ‘contract’ of via het Turkse chek ontleend aan het Perzische čāk: ‘schriftelijke uitspraak, contract’. |
Nr. 41 t/m 50
almanak | jaarboek, kalenderboekje. Gaat minstens terug tot de dertiende eeuw, van al-manāḵ, wat ‘de kalender, astrologische tabel’ betekent. |
karaf | fles met een wijde buik. Dit begrip gaat terug op het West-Arabische ḡarrāfa, bij het Arabische werkwoord ḡarafa ‘uitscheppen, uitschenken’. |
razzia | klopjacht, van ghazw, ghazwa: militaire expeditie, raid. |
soebatten | aanhoudend vleiend aanspreken. Vanuit het Maleisische sobat ‘vriend’ in het Nederlands beland. Het Maleise woord was afgeleid van het Arabische ṣuḥba(t), een meervoudsvorm van ṣaḥib ‘vriend’ of een afgeleide vorm die ‘vriendschap’ betekent. De betekenis is ontstaan doordat iemand die smeekte bij een ander, diegene telkens aansprak met sobat. |
mokka | koffiearoma, vernoemd naar de havenstad Al-Muḵā in Jemen, vanwaar uitstekende Arabische koffie werd verscheept. In meerdere talen is een speciaal soort koffie naar deze havenplaats genoemd: Frans moka, Engels mocha, Duits Mokka. |
douane | van het Arabische dīwān dat ‘register, staatsraad, toldienst’ betekent. |
masker | gezichtsbedekking. In het verleden besmeerden toneelspelers zich met roet. Het Arabische masḵara betekent ‘potsenmaker, potsenmakerij, voorwerp van spot’ en behoort bij het werkwoord saḵira ‘lachen, schofferen, bespotten’. |
kappertje | bes van de kapperstruik, Arabisch: qabbār. |
sjorren | stevig trekken, vastsnoeren. Men leidt dit werkwoord via het Spaans en Portugees af van ǰarra (voortslepen, van bijvoorbeeld een schip). |
matras | onderbed, ontleend aan het Arabische al maṭraḥ ‘het zitkussen’, of letterlijk: ‘het neergeworpen ding’. |
Net buiten de top 50 vielen de volgende woorden
gember, halal, Koran, moskee, aubergine, lak, limoen, divan, harem, natrium, saffraan, abrikoos, lila, algoritme, sjeik, ramadan, satijn.
Boek: Arabische leenwoorden in het Nederlands
Boek: Arabisch voor beginners
Bronnen ▼
– https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_Arabische_woorden_in_de_Nederlandse_taal
– http://www.etymologiebank.nl/
– N. van Dam e.a. (red.), Nederland en de Arabische wereld. Van Middeleeuwen tot twintigste eeuw (Lochem en Gent: De Tijdstroom, 1987).