Kunstenaars verpersoonlijken de Vrijheid doorgaans als een mooie, jonge, trotse vrouw (en de oppergod meestal als een oude man…). Zo ook het kolossale Vrijheidsbeeld dat al wie New York nadert welkom lijkt te heten. Maar ook deze geschiedenis is complexer.
Om te beginnen is het monument niet van Amerikaanse maar van Franse makelij. La Liberté éclairant le Monde werd bedacht, bekostigd en gemaakt door Fransen als geschenk voor de honderdste verjaardag van de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten.
Het idee werd in 1865 voor het eerst geopperd door Edouard de Laboulaye (1811-1885) een vooraanstaand Frans jurist, specialist Amerikaanse grondwet, politicus en fel tegenstander van slavernij. Laboulaye stelde toen aan een regelmatig samenkomend gezelschap van intellectuelen – vermoedelijk allen vrijmetselaar – voor om naar aanleiding van de recente overwinning van de Union in de Amerikaanse Burgeroorlog de VS een gigantisch beeld te schenken als herbevestiging van de vriendschapsbanden tussen Frankrijk en de VS, en in de stille hoop dat het onder Napoleon III kreunende Frankrijk snel zou democratiseren.
De Frans-Pruisische oorlog gooide roet in het eten, maar toen die voorbij was kreeg Laboulaye’s idee meer vorm. Het ‘monument van onafhankelijkheid’, zoals het aanvankelijk heette, zou broederlijk door de twee volkeren gerealiseerd worden, zoals ze destijds ook met vereende krachten de onafhankelijkheid van Amerika verwezenlijkt hadden (een verwijzing naar de Franse hulp bij de oorlog tegen de Britten). Het zou een onvergankelijk memoriaal worden dat ‘de door het bloed van onze voorvaders bezegelde vriendschap tussen beide naties’ bezegelde (Bartholdi, 25).
Verwezenlijking
Beeldhouwer en vrijmetselaar Bartholdi kreeg van broeder Laboulaye (in 1866 had hij nog een borstbeeld van hem gemaakt) de opdracht voor het beeld en Bartholdi trok in 1871 naar de VS. Maandenlang spande hij zich in om zijn Amerikaanse broeders van het project te overtuigen en hen zover te krijgen dat zij de reusachtige sokkel voor het beeld, plaatsing en onderhoud van het monument zouden bekostigen. Het enorme voetstuk, dat op de stervormige grondvesten van Fort Wood (1812) moest komen, zou uiteindelijk bijna evenveel kosten als het beeld zelf.
De Amerikaanse contacten legden Bartholdi geen windeieren. In 1876, de honderdste verjaardag van de Amerikaanse onafhankelijkheid, werd een door hem gemaakt standbeeld van Markies de Lafayette, de beroemde Franse generaal die aan de kant van de Amerikaanse rebellen tegen de Britten had gestreden, door de Franse regering aan New York geschonken als erkenning voor de hulp die die Amerikaanse stad aan Parijs had geboden tijdens de Frans-Pruisische oorlog (Bartholdi, 26). Een kleine twintig jaar later maakte Bartholdi op vraag van Joseph Pulitzer (die hieronder nog aan bod komt) nog een beeld van Lafayette samen met Georges Washington broederlijk verenigd rond de nationale vlaggen. Pulitzer schonk het beeld in 1895 aan Frankrijk.
In 1875 richtten de Franse initiatiefnemers een Union Franco-Américaine op en hun Amerikaanse broeders een American Committee of the Statue of Liberty. In Frankrijk ging onmiddellijk een intekenlijst rond. Laboulaye had het daarin over een uitzonderlijk monument, een kolossaal beeld, La Liberté éclairant le Monde. De sinds Faust (1859) beroemde Charles Gounod schreef een hymne met die naam, en die werd in 1876 onder zijn leiding uitgevoerd in de opera van Parijs.
Om nog meer geld in het laatje te brengen maakte Bartholdi enkele verkleinde versies van het beeld. Van één model werden tweehonderd stuks in terracotta geproduceerd, genummerd en verkocht als Modèle du comité (Bartholdi, 44).
Het comité organiseerde festivals en tentoonstellingen. Op de wereldtentoonstelling van Parijs in 1878 konden bezoekers tegen betaling van enkele tientallen centiemen het kolossale hoofd van Madame Liberté vanbinnen bezichtigen. In de kroon konden veertig personen staan (Bartholdi, 27). Een jaar later was de financiering voor het beeld rond.
Het afgewerkte beeld werd op 4 juli 1884 in Parijs te midden Franse en Amerikaanse vlaggen en een grote volkstoeloop officieel voorgesteld. Ferdinand de Lesseps, die de overleden Laboulaye als voorzitter van de Union Franco-Américaine was opgevolgd, noemde het beeld in zijn toespraak ‘het achtste wereldwonder’ (Bartholdi, 58-59).
In juni 1885 schonken Amerikaanse inwoners van Parijs een relatief kleine bronzen versie van het beeld aan de stad Parijs (opgericht op de Place des Etats-Unis). Een en ander werd opgeluisterd door de aanwezigheid van de Amerikaanse ambassadeur Levi Morton, de Franse premier en een toespraak van Ferdinand de Lesseps. Tijdens het hierop volgende feestelijk diner beloofde Frankrijk alsnog een steentje bij te dragen: het beeld zou onder Franse driekleur door een Frans fregat naar New York verscheept worden.
Ook het American Committee of the Statue of Liberty organiseerde tal van activiteiten om Amerikanen warm te maken voor het project. Dat liep niet van een leien dakje. Amerika had al een Lady Freedom, een beeld van de hand van Thomas Crawford dat in 1863 op de pas afgewerkte koepel van de Capitol Building in Washington DC was geplaatst. Amerikanen die niet in New York woonden hadden ook weinig belangstelling voor een duur monument dat alleen in die stad te zien zou zijn.
De stad New York noch het Amerikaanse Congres wilden bijspringen. Hierop werd de ondertussen afgewerkte rechterhand met toorts tentoongesteld op de eeuwfeestexpo van 1876 in Philadelphia (rond de fakkel konden twaalf personen staan – Bartholdi, 26).
Begin 1877 aanvaardde het Amerikaans Congres Frankrijks geschenk en zei toe dat het beeld op Bedloe’s Island mocht worden opgericht.
In 1883 was er voldoende geld om de werken voor de sokkel op te starten, maar twee jaar later stokten die al (Bartholdi, 64).
‘Amerika was even slecht voorbereid op de massa immigranten die het spoedig zou herbergen als voor het standbeeld dat hen op een dag welkom zou heten’. – Bron
Het ondertussen afgewerkte beeld werd dan maar voor bezoek vrijgegeven in de straten van Parijs. Gegadigden stroomden tot eind 1884 toe (Bartholdi, 60). In 1885 schreef Bartholdi een geschiedenis van de totstandkoming van het beeld die in het Engels werd verkocht voor de financiering van het voetstuk.
Toen rijke Amerikanen wilden bijspringen op voorwaarde dat de naam van hun bedrijf op het voetstuk kwam, en de steden Chicago en Philadelphia zich bereid verklaarden het standbeeld in eigen stad te plaatsen, lanceerde Joseph Pulitzer (een Hongaars-joods immigrant, Amerikaans vrijheidsstrijder, de krantenmagnaat waar die prijs naar werd vernoemd) in The New York World, een krant die hij in 1878 had gekocht, een niet aflatende campagne om kleine investeerders aan te spreken (de eerste crowdfunding ooit). Pulitzer startte allerhande initiatieven op om het nodige geld bij elkaar te brengen, iets wat in een mum van tijd lukte.
In navolging van de Union Franco-Américaine bracht ook het American Comité kleine replica’s van Lady Liberty op de markt. Ze werden aangeboden in hout, metaal, zilver en zelfs in zijde (The New York Times, 16.4 en 1.5.1886).
Een hart van steen
Het Vrijheidsbeeld werd, anders dan vaak gedacht en beweerd wordt, niet gemaakt of opgericht als welkomstsymbool voor immigranten. Lady Liberty kijkt weliswaar richting oceaan maar haar blik is op Frankrijk en Europa gericht in de hoop dat ook zij binnenkort de ketens van politieke verknechting zullen afwerpen en republiek zullen worden. Lady Liberty’s rechtervoet is licht geheven, de vrijheid stapt vooruit, richting Frankrijk. De vrijheid die de wereld verlicht was de letterlijke vertaling van de republikeinse hoop van de Franse initiatiefnemers. De Verenigde staten als baken van Verlichting, als te volgen voorbeeld. Geen vrijheid voor migranten maar voor eigen land.
Lady Liberty gooit de armen letterlijk noch figuurlijk open voor migranten. Ze is het Amerikaanse baken, het politieke voorbeeld voor de Franse schenkers. Achteraf gezien lijkt het of hier snel verandering in kwam. Drie jaar voor het beeld eind 1886 feestelijk werd ingehuldigd, herdoopte Emma Lazarus, een Amerikaans-joodse schrijfster (1849-1887), in een sonnet ‘de machtige vrouw met de toorts’ tot Mother of Exiles. Haar gedicht, The New Colossus, schreef ze op verzoek van het Bartholdi Pedestal Fund Art Loan Exhibition voor opname in een dichtbundel die geveild zou worden voor het bekostigen van het voetstuk.
Aanvankelijk was Lazarus niet ingegaan op het verzoek van senator William Maxwell Evarts, voorzitter van het American Committee for the Statue of Liberty, maar ze veranderde van gedacht toen vrienden er haar op wezen dat het beeld van grote betekenis kon zijn voor immigranten. Dat lag Lazarus na aan het hart want sinds begin jaren 1880 zette ze zich in voor de vele haveloze joden die verdreven door Russische pogroms de VS binnenstroomden. In het jaar dat Lazarus The New Colossus schreef, richtte ze ook een vereniging op die zich bekommerde om het lot en de kolonisatie van Oost-Europese joden.
Lazarus’ Moeder der Ballingen straalt wel een wereldwijd welkom uit en schreeuwt de oude wereld toe:
‘Geef me uw armen en vermoeiden, uw opeengepakte massa’s die smachten naar vrije adem, het onbruikbare afval dat samentroept op uw kusten. Stuur ze, deze thuislozen, door storm gedreven naar mij’. – Bron: 1, 2
Even contextualiseren: het jaar voordien had de VS de eerste anti-immigratiewet ingevoerd, de Chinese Exclusion Act. Het jaar nadien verdeelde Europa Afrika koloniaal.
Lazarus’ sonnet werd pas vele jaren na haar dood écht opgemerkt. Georgina Schuyler, een Amerikaanse componiste, schrijfster en vriendin van de dichteres, ontdekte het sonnet in 1901 en was zo onder de indruk dat ze alles in het werk stelde om een kopie in het voetstuk geplaatst te krijgen. In 1903 kwam The New Colossus er op een koperen plaat te hangen (later verhuisde het gedicht naar een plek boven de toegangspoort. In de jaren 1920 stond het sonnet in schoolboeken, moesten scholieren het van buiten leren en zingen. In 1949 maakte Irving Berlin, die op zijn vijfde met vader en moeder uit Rusland was geïmmigreerd, er het slotlied van voor zijn musical Miss Liberty, een fantasierijk verhaal over de totstandkoming van het Vrijheidsbeeld. De mythe kreeg volwassen allures.
-https://www.milkenarchive.org/music/volumes/view/legend-of-toil-and-celebration/work/give-me-your-tired-your-poor/
-https://www.washingtonpost.com/outlook/2019/08/14/lazarus-wrote-lyrics-berlin-wrote-music-cuccinelli-erases-memory/
-https://www.nps.gov/museum/exhibits/statue_liberty/exb/Embracing_Liberty/Mother%20of%20Exiles/STLI41142_plaque.html
-https://www.nps.gov/stli/learn/historyculture/fr%C3%A9d%C3%A9ric-auguste-bartholdi.htm] – Frédéric-Auguste Bartholdi, Statue of Liberty, National Monument New York
Bij de inhuldiging van het beeld was toch minstens één Amerikaan die het Vrijheidsbeeld ook als baken voor immigranten zag. Senator en vrijmetselaar Chauncey M. Depew zei toen in een lange toespraak onder meer het volgende:
‘De stralen van deze baken, die de poort tot het continent verlichten, zal de armen en de vervolgden verwelkomen met de hoop en de belofte van een thuis en burgerschap. Het zal hen leren dat er ruimte en broederschap is voor allen die onze instellingen onderschrijven en helpen bij onze ontwikkeling; maar zij die komen om onze vrede te verstoren en onze wetten af te zetten zullen voor eens en altijd vreemdelingen en vijanden zijn.’ – Bron
Depew droeg het beeld in naam van de grootmeester van de New Yorkse loge op ‘aan de vriendschap onder naties en vrede voor de wereld’. Vrede en vrijheid kunnen maar, vervolgde hij, ‘…als oorlogen stoppen, legers ontbonden worden en internationale disputen geregeld worden’. De ontwikkeling en vooruitgang van de Amerikaanse republiek schreef hij toe aan het strikt vasthouden aan Washingtons advies absoluut neutraal te blijven, nooit tussen te komen in politiek of beleid van andere regeringen.
‘Zo hebben de VS de noodzaak vermeden om onze industrieën uit te putten om legers te bevoorraden, bronnen te belasten en uit te putten om verder oorlog te voeren en vrijheden te beperken door machtsconcentratie in de regering.’
Het beeld aan de ‘toegangspoort tot de Westerse wereld’, zei Depew nog, is ‘een eeuwige herinnering aan de verwezenlijking in Amerika van politieke ideeën die onmiskenbaar in Frankrijk zijn ontstaan maar daar onbestendig zijn gebleven en minder volledig verwezenlijkt.’ Dat was volgens Depew te wijten aan het feit dat Amerikanen minder theoretisch, prikkelbaarder en ongeduldiger zijn dan Fransen. Daarom kon het vruchtbare idee in de VS worden omgezet…
“…in het meest succesvolle en meest hoopgevende van alle sociale systemen die er geweest zijn in de geschiedenis van de mensheid” – The New York Times, 29.10.1886
Tegenstanders van de al snel massale immigratie schilderden het welkomstbeeld af als het symbool van de teloorgang van Amerikaanse vrijheden en waarden, bedreigd door armoedige, zieke, vervuilde anarchisten, communisten en ander gespuis. Toen in 1890, vier jaar na de inhuldiging van het beeld, William Windom, een politiek tegenstander van immigratie, cynisch voorstelde om een immigratiestation op te richten op Liberty Island, publiceerde het satirische weekblad Judge een cartoon waarop een ontstemde Vrijheidsdame de rokken optilt om zich te beschermen tegen de nieuwkomers die door Europese vuilnisschepen aan haar voeten worden gedumpt. Ze dreigt ermee naar Frankrijk terug te keren. Het voor immigranten zo hoopvolle symbool was lange tijd voor velen een anti-immigratie symbool. Recent werd Liberté’s voorgeschiedenis als Arabische dame aangegrepen om de immigratie van moslims af en dan weer goed te keuren.
Hoge beelden vangen veel wind
Het Vrijheidsbeeld spreekt zozeer tot de verbeelding, is zo bekend en beroemd dat velen het idee dat eraan ten grondslag ligt opeisen voor eigen natie of groep.
Vrijmetselaars eisen de grootste eer op. Lady Liberty is volgens hen…
‘van top tot teen een maçonnieke godin. Het beeld en zijn sokkel werden bedacht, grotendeels gefinancierd, gebouwd en ceremonieel ingewijd door vrijmetselaars’.
Een andere vrijmetselaar ‘onthult’ dat de werkelijke benaming van het beeld The Statue of Liberty & Freemasonry is, maar dat dit voor niet-maçons werd verhuld als Liberty Enlightening the World.
Feit is dat zo goed als alle direct betrokkenen, in Frankrijk en de VS, vrijmetselaar waren (ook Eiffel, de Lesseps en Pulitzer). De eerstesteenlegging op 5 augustus 1884 ging gepaard met een klassiek maçonnieke ceremonie, bijgewoond door een honderdtal New Yorkse vrijmetselaars. In de hoeksteen werd een koperen doos geplaatst met daarin onder andere een kopie van de Amerikaanse Grondwet, een portret van Bartholdi, twintig bronzen medailles van Amerikaanse presidenten (waaronder verscheidene vrijmetselaars) en een perkamenten lijst met daarop alle ‘officieren’ van de Grootloge. Grootmeester William Brodie bracht het cement aan, plaatste de steen, tikte er drie keer tegen en bood de elementen van de consecratie aan (koren, wijn en olie). Daarop verklaarde hij plechtig dat…
‘geen enkele instelling meer gedaan heeft om mensen te bevrijden van het keurslijf en de ketens van onwetendheid en tirannie dan de vrijmetselarij’.
Op de honderd jaar later aangebrachte maçonnieke gedenkplaat valt te lezen dat deze ‘historische gebeurtenis’ werd bijgewoond door vertegenwoordigers van de Amerikaanse en Franse regering, hogere militairen, leden van buitenlandse delegaties en vooraanstaande burgers.
Verscheidene onderdelen van het beeld hebben trouwens een maçonnieke betekenis. De toorts symboliseert, zoals fakkel en kaars, het eeuwige licht (zon, god, rede). Een brandende fakkel staat van oudsher voor ‘hernieuwd leven’ of wederopstanding. Volgens sommigen zou de gestileerde fakkel van het Humanistisch Verbond een verwijzing inhouden naar de maçonnieke toorts.
Ook de stenen tafel en de zevenpuntige stralenkrans zijn vrijmetselaarssymbolen. De getallen vijf en zeven staan symbool voor ofwel de vijf planeten (Saturnus, Jupiter, Mars, Venus en Mercurius) of samen met zon en maan voor iets als het ‘Wereldgetal’. Het getal zeven zou ook verwijzen naar de zogenaamde zeven vrije kunsten en wetenschappen (grammatica, retoriek, logica, rekenkunde, meetkunde, muziek en astronomie).
Andere aanspraken op Bartholdi’s voorstelling van de Vrijheid lijken minder plausibel. Enkele Franse bronnen menen dat de man zich liet inspireren door de Colossus van Rhodes, een kolossaal beeld uit de derde eeuw voor onze tijdrekening, de Griekse zonnegod Helios voorstellend, in de haven van het Griekse Rhodes, een van de zeven wonderen van de oude wereld.
Anderen vinden dan weer dat Bartholdi afgekeken heeft van San Carlo Borromeo (in Arona) een koperen beeld ter herdenking van Charles Borromeo, een zeventiende-eeuwse aartsbisschop van Milaan. Behalve de enorme omvang valt hier niet de minste gelijkenis te bespeuren.
Bartholdi vermeldt de twee kolossen in zijn geschiedenis in een lange uitweiding over kolossale beelden bedoeld als bewijs dat zijn Liberté alle andere minstens qua afmetingen overtreft. Gedetailleerd somt hij de maten van Lady Liberty’s op: 46,08 meter van de basis tot de toorts, de wijsvinger er omheen is 2,45 meter lang, met ter hoogte van het tweede vingerlid een omtrek van 1,44 meter, haar hoofd is 4,4 meter hoog, een 1,12 meter lange neus en ogen van 65 cm breed (Bartholdi, 49).
In Italië zijn nogal wat mensen er rotsvast van overtuigd dat Bartholdi zijn mosterd in hun land haalde. In Firenze wordt gewezen op Libertà della Poesia (Vrijheid van de Dichtkunst), een werk van de Italiaanse beeldhouwer Pio Fedi (1816-1892). Dit uit 1883 daterende beeld siert het grafmonument van Giovanni Battista Niccolini (1782-1861), een republikeins dichter van het Risorgimento, een herrijzenis die Italië één maakte. Nogal wat Florentijnen hebben het over het Vrijheidsbeeld van Firenze.
Fedi’s beeld was één jaar voor dat van Bartholdi af. Veel betekent dat niet, Bartholdi deponeerde het patent voor Liberty begin 1879, drie jaar voor Fedi klaar was maar die had al in 1871 een eerste ontwerp gemaakt. Daar staat tegenover dat Bartholdi zich voor zijn beeld baseerde op een project uit 1867 dat hij uiteindelijk niet kon afmaken: Egypte, baken van Azië, een vuurtorenbeeld aan de toegang van het Suezkanaal bij Port-Saïd.
Egypte, baken van Azië werd uitgebeeld door een traditioneel Arabisch geklede vrouw met een toorts in haar opgestoken linkerarm. In het museum Bartholdi (in Colmar) zijn enkele bewaard gebleven ontwerpen te bezichtigen.
De overeenkomsten tussen Fedi’s en Bartholdi’s kunstwerk springen in het oog. Fedi’s Liberta draagt net als Bartholdi’s Liberté een diadeem of kroon met stralenkrans, haar rechterarm is geheven en haar rechtervoet vertrappelt een stuk ketting. Maar ook de verschillen vallen op. Bartholdi’s Vrijheid heeft een toorts, geen ketting in de hand en in de andere hand een wettafel, geen lauwerkrans (voor overwinnaars, ook in de dichtkunst). Bij Fedi telt de stralenkrans acht in plaats van zeven stralen, en de opgestoken arm van de vrouw is niet volledig gestrekt. Fedi’s beeld is een lofrede op de dichtkunst en de eenmaking van Italië. Bartholdi’s beeld is opgedragen aan broederschap en (de) Verlichting.
De overeenkomsten moeten niet al te zeer verwonderen. De stralenkrans is een eeuwenoud symbool, onder meer in China en India. Ook de ketting is een oeroud en wijdverspreid symbool voor zowel negatieve als positieve verbondenheid: gevangenschap of huwelijk. Een verbroken ketting staat voor bevrijding en vrijheid, en in de funeraire symboliek voor een door de dood verbroken huwelijk (een gebroken ketting onder twee in elkaar gevlochten handen). Interessant in dit verband is het wapen van Oostenrijk.
De sikkel verbeeldt de landbouw, de hamer de industrie. De gebroken ketting aan de poten werd in 1945 toegevoegd als symbool voor de breuk met het naziverleden.
In het Ellis Island National Museum of Immigration (in de voormalige gebouwen van het in 1892 opgestarte selectiecentrum voor immigranten), vlakbij Liberty Island, liep tot september vorig jaar Sisters in Liberty, een tentoonstelling over de ‘tweelingbeelden’ van Fedi en Bartholdi. Het werd een eerder symbolische ontmoeting. Omdat Libertà della Poesia niet verplaatst kan worden, werd ze vervangen door een getrouwe kopie in hars. De conclusie van een voor die gelegenheid gehouden lezing luidt dat Bartholdi, Fedi en Niccolini republikeinse en verlichtingsidealen deelden.
In Milaan beweert men dat Bartholdi een en ander ontleend heeft aan beelden die een balkon op de voorgevel van de Dom van Milaan sieren. Volgens sommigen is het Vrijheidsbeeld zelfs een plagiaat van La Legge Nuova (de nieuwe wet, 1810), een werk van de Italiaanse beeldhouwer Camillo Pacetti (1758-1826).
De linkerhand en -voorarm van de vrouw rusten op een groot kruis, symbool van de nieuwe wet. De stralenkrans telt geen zeven maar twaalf eenheden, haar rechterarm is niet gestrekt en ze houdt geen toorts of fakkel vast maar een olielamp. La Legge Nuova is ook heel wat vrouwelijker, sensueler verbeeld dan Liberté.
De twaalf sterren of stralen zouden verwijzen naar een passage in de Apokalyps:
‘Een groot teken verscheen aan de hemel: een vrouw, omkleed met de zon, de maan onder haar voeten en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren. Zij was zwanger en schreeuwde in haar weeën en barensnood’ – Openbaring van Johannes, 12:1,2
De vrouw in kwestie is Maria en veel afbeeldingen van haar worden omgeven door twaalf sterren. Merkwaardig genoeg gaan ook de twaalf sterren in de vlag van Europa hierop terug.
Noot: De helm van Lady Freedom is met negen sterren versierd.
Aan de andere zijde van het balkon aan de façade van de Dom van Milaan staat een ander vrouwenbeeld, La Legge Vecchia (de oude wet), met in de linkerarm de Bijbelse stenen tafelen met de tien geboden die god op de berg Sinaï aan Mozes zou overhandigd hebben.
Beweerd wordt dat Bartholdi de twee door Pacetti uitgebeelde vrouwen in zijn Liberté met elkaar versmolten heeft.
Robert Belot, een van ’s werelds grootste Bartholdi-specialisten, maakte recent duidelijk dat de Franse beeldhouwer niet direct beïnvloed werd door Fedi’s Libertà della Poesia. Beide kunstenaars waren vanzelfsprekend schatplichtig aan de Grieks-Romeinse beeldhouwkunst en beiden dweepten met een vrijheidsfilosofie. Bartholdi heeft Fedi nooit ontmoet en niets wijst erop dat hij diens werk heeft gezien. Maar beide beeldhouwers waren natuurlijk, zoals alle kunstenaars en mensen, ingebed in omgeving en tijd. Kunst, filosofie en wetenschap komen niet uit de lucht gevallen.
Belot kan het toch niet laten om de eer voor eigen land op te eisen. Bartholdi en Fedi, stelt hij, lieten zich voornamelijk inspireren door een beeld van Elias Robert (pseudoniem van Louis-Valentin Robert, 1821-1874). Die maakte in 1855 voor de eerste Franse wereldtentoonstelling het centrale beeld van La France couronnant l’Art et l’Industrie, een kolossale compositie die de toegangspoort tot het Palais de l’Industrie bekroonde. Robert maakte er in 1868 een stenen repliek van die nu in het Parc de Saint-Cloud ten westen van Parijs staat, al raakte het centrale beeld, het allegorische Frankrijk, vrijwel alle stralen op haar kroon en de lauwerkransen in haar handen kwijt.
De twee dames die ‘Frankrijk’ chaperonneren zijn allegorische voorstellingen van Kunst en Industrie, werk van beeldhouwer Georges Diebolt. Belot voegt hier veelbetekenend aan toe dat ook Fedi en Bartholdi werk tentoonstelden op deze expo. Belots chauvinistische hypothese lijkt verder gezocht dan mogelijke beïnvloeding tussen Pacetti, Fedi en Bartholdi.
Vast staat dat Lady Liberty zozeer tot de verbeelding spreekt dat haar nog steeds geweld wordt aangedaan.
Gepubliceerd op 27 januari 2021
-Belot, Robert – Bartholdi. L’homme qui inventa la liberté, Ellipses, 2019
–De Bijbel. Uit de grondtekst vertaald, Willibrordvertaling, ’s Hertogenbosch, Katholieke Bijbelstichting, 1995
-de Laboulaye – ‘Souscription pour l’érection d’un monument commémoratif du centième anniversaire de l’indépendance des États-Unis’, Union franco-américaine, Paris, 1875.
-Larousse, Pierre – Grand dictionnaire universel du XIXè siècle. Deuxième supplément, Paris, s.d. – article Bartholdi, p. 483
Zie voor alle (ook online) bronnen de website van de auteur