Op 10 juli 1584 schiet Balthasar Gerards prins Willem van Oranje in het Prinsenhof te Delft met drie pistoolkogels dood. Direct daarna slaat hij op de vlucht, maar al bij de stadswal wordt hij opgepakt door soldaten en bedienden van Willem van Oranje en naar de conciërgewoning van het Prinsenhof gebracht. Daar legt hij op eigen verzoek, in het Frans, een lange schriftelijke verklaring af: de hier getoonde confessie.
Vier dagen later wordt het vonnis uitgesproken. Gerards wordt diezelfde dag op het schavot voor het stadhuis van Delft gemarteld en daarna geëxecuteerd. Zijn lijk wordt op gruwelijke wijze mishandeld.
Lees ook: De executie van Balthasar Gerards